Beleidsregels eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Leudal

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• *

  Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal;

• *

  De gemeente: de gemeente Leudal;

• *

  De RooO: de Regeling opvang ontheemden Oekraïne;

• *

  Gemeentelijke opvanglocatie (GOO): een opvangvoorziening als bedoeld in artikel 1 sub h van de RooO;

• *

  Ontheemde(n): Een persoon die gevlucht is uit Oekraïne, als bedoeld in artikel 1 onder c van de RooO.

• *

  Leefgeld: geld om persoonlijke uitgaven te doen, zoals eten, drinken en kleding, zoals bedoeld in de RooO;

• *

  Het gezin:

  • i.

    Echtgenoten of ongehuwde partners die duurzaam samen leven (in Oekraïne al samenwonend en delen een woning in de opvanglocatie), en;

  • ii.

    Hun minderjarige kinderen die niet gehuwd zijn en van hun afhankelijk zijn, en/of;

  • iii.

    De vader, moeder of een andere volwassene die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde ontheemde

• *

  Het minderjarig kind: het kind dat jonger is dan 18 jaar.

2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de RooO, de Tijdelijke Wet opvang ontheemden Oekraïne dan wel de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

1. Met ingang van 1 juli 2024 bestaat er een wettelijke verplichting tot het betalen van een bijdrage voor gas, water en elektra voor de opvang in een gemeentelijke opvanglocatie (GOO)

2. Met ingang van 1 januari 2025 zijn de ontheemden die verblijven in de gemeentelijke opvanglocaties binnen de gemeente Leudal bijdrage plichting.

3. De verplichting tot het betalen van een eigen bijdrage geldt als de volwassen ontheemde en/of zijn volwassen gezinslid:

• a.

  Inkomsten uit arbeid in Nederland of een ander land heeft;

• b.

  Een loondervingsuitkering (de Werkloosheidswet, de ziektewet, De wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, alsmede een uitkering of inkomstenvoorziening op grond van de wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, de wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor militairen en de wet inkomensvoorziening oudere werklozen) of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;

• c.

  Gedurende 2 weken niet heeft voldaan aan verzoeken van het college om informatie te geven over zijn inkomsten en/of gezinssamenstelling, of;

• d.

  Inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte leefgeld heeft ontvangen.

1. De hoogte van de te betalen eigen bijdrage wordt bij beschikking vastgesteld overeenkomstig artikel 8 lid 2 van de RooO.

2. Van het in rekening brengen van een eigen bijdrage wordt afgezien als het netto inkomen per maand lager is dan 115% van de optelsom van:

• a.

  Het leefgeld dat zou zijn verstrekt als er geen eigen inkomen was, en;

• b.

  De eigen bijdrage die in de betreffende situatie van toepassing is.

1. De eigen bijdrage wordt maandelijks met ingang van 1 januari 2025 over de voorafgaande kalendermaand voldaan.

2. De eigen bijdrage wordt in rekening gebracht bij het volwassen gezinslid met de meeste inkomsten. Op verzoek van de ontheemden kunnen hierover andere afspraken worden gemaakt.

3. De ontheemde dient iedere maand voor de 15e de eigen bijdrage te betalen, door de eigen bijdrage over te maken naar het bankrekeningnummer benoemd in de beschikking.

1. Indien na aftrek van de eigen bijdrage blijkt dat de ontheemde een besteedbaar inkomen heeft dat lager is dan het leefgeld dat zou zijn verstrekt als er geen sprake was van inkomsten, is er sprake van onevenredig nadeel.

2. Indien de ontheemde na vaststelling van de eigen bijdrage stelt dat sprake is van onevenredig nadeel (conform lid 1) én hij of zij onevenredig nadeel ondervindt als gevolg van andere aantoonbare financiële verplichtingen, schulden en/of noodzakelijke uitgaven als gevolg van aantoonbare of aannemelijke bijzondere persoonlijke omstandigheden, kan op verzoek van de ontheemde een aanvullende beoordeling plaatsvinden. De ontheemden dient waar mogelijk het verzoek te onderbouwen met bewijsstukken. Hierbij wordt bekeken of, en in hoeverre, deze omstandigheden in redelijkheid aanleiding geven tot aanpassing van de eigen bijdrage.

1. Bij een wijziging in inkomen of de persoonlijke situatie van een ontheemden moet onverwijld uit eigen beweging het college daarover worden geïnformeerd middels het indienen van een mutatieformulier bij de gemeente met daarbij, indien van toepassing, de bewijsstukken. Op basis hiervan worden de verstuurde beschikkingen gecontroleerd op juistheid en waar nodig wordt een nieuwe of herziende beschikking verstuurd.

2. De ontheemden die onder de doelgroep van artikel 2 vallen zijn verplicht inlichtingen te verstrekken over de gezinssamenstelling en inkomsten.

3. Ontheemden boven 60 jaar zijn verplicht pensioendocumenten te overhandigen aan de gemeente.

1. Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels eigen bijdrage ontheemden Oekraïne gemeente Leudal.