Regeling vervalt per 31-12-2029

Subsidieregeling Bodem & Water Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Geldend van 01-01-2025 t/m 30-12-2029

Intitulé

Subsidieregeling Bodem & Water Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

overwegende dat het college van hoofdingelanden budget ter beschikking stelt voor het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector, het verbeteren van de water- en bodemkwaliteit en het tegengaan van verdroging, verzilting en wateroverlast op agrarisch grondgebied door het verstrekken van subsidies voor activiteiten die daaraan bijdragen;

gelezen het voorstel van 3 september 2024 met registratienummer 24.0910664;

gelet op artikel 4:23, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 9, vierde lid en artikel 14 van Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L327/1 van 21 december 2022;

b e s l u i t :

vast te stellen de Subsidieregeling Bodem & Water Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier,

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    agrarische onderneming: onderneming welke is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen of het houden van dieren;

  • b.

    coach: aan het landbouwportaal verbonden adviseur;

  • c.

    Landbouwportaal: online platform voor communicatie, informatie en subsidieverstrekking met het adres www.landbouwportaalnoordholland.nl;

  • d.

    Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L327/1 van 21 december 2022, dan wel later daar voor in de plaats tredende Europese regelgeving, dan wel later daarvoor in de plaats tredende verordeningen;

  • e.

    micro-onderneming: micro-onderneming zoals bedoeld in bijlage I van de landbouwvrijstellingsverordening;

  • f.

    kleine onderneming: kleine onderneming zoals bedoeld in bijlage I van de landbouwvrijstellingsverordening;

  • g.

    middelgrote onderneming: middelgrote onderneming zoals bedoeld in bijlage I van de landbouwvrijstellingsverordening;

  • h.

    maatregelenlijst: lijst van de subsidiabele maatregelen die onderdeel uitmaakt van deze subsidieregeling en als bijlage bij deze subsidieregeling is gevoegd;

  • i.

    productieve maatregel: investeringsmaatregel die leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van de onderneming;

  • j.

    niet-productieve maatregel: investeringsmaatregel die niet leidt tot een aanzienlijke stijging van de waarde of de rentabiliteit van de onderneming.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het dagelijks bestuur voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Doel

Het doel van deze subsidieregeling is:

  • a.

    het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector;

  • b.

    het verbeteren van water- en bodemkwaliteit; en

  • c.

    het tegengaan van verdroging, verzilting en wateroverlast op agrarisch grondgebied.

Artikel 4. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor het treffen van maatregelen binnen het beheergebied van het hoogheemraadschap die zijn opgenomen in de bij deze subsidieregeling behorende maatregelenlijst.

Artikel 5. Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan agrarische ondernemingen, mits zij tevens zijn aan te merken als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 6. Coach

  • 1. Wanneer de aanvrager een maatregel wil treffen, verzoekt hij voorafgaand aan de indiening van een aanvraag om subsidie via het Landbouwportaal om toewijzing van een coach, tenzij in de maatregelenlijst is aangegeven dat subsidie voor een maatregel kan worden aangevraagd zonder voorafgaand coachbezoek.

  • 2. Wie als coach wordt toegewezen, wordt door het dagelijks bestuur bepaald in onderling overleg met de organisaties waarbij de coaches werkzaam zijn of een werkrelatie mee hebben.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend op een door het dagelijks bestuur via het Landbouwportaal beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2. De aanvraag wordt ingediend via het Landbouwportaal.

  • 3. In afwijking van artikel 8, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening HHNK 2023 legt de aanvrager bij de indiening van een aanvraag de volgende gegevens en bescheiden over:

    • a.

      de naam van het bedrijf en of het bedrijf is aan te merken als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening;

    • b.

      een beschrijving van de te treffen maatregelen, met inbegrip van de start- en einddatum (uitvoerdatum);

    • c.

      de locatie waar de maatregelen worden uitgevoerd;

    • d.

      een offerte waarin per aangevraagde maatregel de kosten zijn gespecificeerd;

    • e.

      bankrekeningnummer van de subsidieaanvrager;

    • f.

      een verklaring van subsidies of vergoedingen die de aanvrager, het eventuele moederconcern dan wel dochterconcerns van het bedrijf, voor dezelfde activiteiten bij andere bestuursorganen, private organisaties of personen heeft of hebben aangevraagd, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

    • g.

      een verklaring dat de aanvrager geen onderneming in moeilijkheden is als bedoeld in artikel 2, negenenvijftigste lid, van de Landbouwvrijstellingsverordening.

Artikel 8. Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, derde lid, van de Algemene subsidieverordening HHNK 2023, ingediend voordat de aanvrager met het uitvoeren van de maatregel start of voordat tot uitvoering van de maatregel opdracht wordt gegeven.

Artikel 9. Hoogte van de subsidie

  • 1. Het percentage en de maximale hoogte van de subsidie voor de subsidiabele maatregelen zijn opgenomen in de maatregelenlijst.

  • 2. Artikel 14, zesde lid, van de Landbouwvrijstellingsverordening is met betrekking tot de subsidiabele kosten van toepassing. De omzetbelasting (btw) komt niet voor subsidie in aanmerking, tenzij deze niet terugvorderbaar is krachtens de Wet op de omzetbelasting 1968.

  • 3. Uitsluitend aan derden betaalde kosten voor de uitvoering van de maatregelen komen in aanmerking voor subsidie.

  • 4. De subsidie wordt verstrekt op basis van de daadwerkelijk gemaakte kosten tot maximaal het bedrag dat in de bij de aanvraag overgelegde offerte is vastgelegd.

Artikel 10. Subsidieplafonds en tijdvak

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt een of meerdere subsidieplafonds vast voor een in dit besluit op te nemen tijdvak.

  • 2. Het dagelijks bestuur verleent mandaat aan de directeur Water om de in het eerste lid bedoelde subsidieplafonds namens het dagelijks bestuur vast te stellen, onder voorwaarde dat het besluit past binnen het voor de subsidiëring via het Landbouwportaal beschikbare budget.

Artikel 11. Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van de aanvragen om subsidie.

  • 2. De datum van ontvangst is de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

  • 3. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 4. Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 12. Aanvullende weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 11 onder e, van de Algemene subsidieverordening HHNK 2023 wordt subsidieverlening geweigerd als:

  • a.

    de aanvrager een onderneming in moeilijkheden betreft, zoals bedoeld in artikel 2, negenenvijftigste lid, van de Landbouwvrijstellingsverordening;

  • b.

    voor dezelfde activiteiten op grond van enige regeling reeds subsidie is vertrekt tot de op grond van de in de Landbouwvrijstellingsverordening toegestane maximale steunintensiteit;

  • c.

    met het uitvoeren van de maatregel is gestart of indien tot uitvoering van de maatregel opdracht is gegeven voordat de aanvraag is ingediend;

  • d.

    tegen de onderneming van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • e.

    de subsidieverstrekking anderszins in strijd zou zijn met de Landbouwvrijstellings-verordening;

  • f.

    er voor dezelfde activiteit al subsidie is verstrekt op grond van deze regeling of eerder door het bestuur van het hoogheemraadschap vastgestelde subsidieverordeningen of -regelingen;

  • g.

    de maatregel niet ten goede komt aan de landbouwsector in het beheergebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

  • h.

    de maatregel niet bijdraagt aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze subsidieregeling zoals omschreven in artikel 3.

Artikel 13. Beslistermijn

Het dagelijks bestuur beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening HHNK 2023, binnen zes weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 14. Verplichting

Aan de subsidie zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    De subsidie-ontvanger levert minimaal driemaandelijks een overzicht in van maatregelen die gereed zijn, tenzij de gesubsidieerde maatregelen binnen drie maanden na de verlening zijn uitgevoerd en gereed gemeld. Voor gereedmelding wordt gebruik gemaakt van het door het dagelijks bestuur via het Landbouwportaal ter beschikking gestelde formulier.

  • b.

    In communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project vermeldt de subsidie-ontvanger de logo’s van Samenwerken aan Bodem & Water zoals geplaatst op het Landbouwportaal.

  • c.

    De subsidie-ontvanger is verplicht binnen zes maanden na subsidieverlening met de uitvoering van de gesubsidieerde maatregelen te starten. Het dagelijks bestuur kan op verzoek van de subsidie-ontvanger uitstel verlenen.

  • d.

    De subsidie-ontvanger is verplicht de gesubsidieerde maatregelen volledig uit te voeren voor de in de subsidieverleningsbeschikking vermelde datum. Maatregelen die later worden uitgevoerd dan de in de subsidiebeschikking vermelde datum komen niet meer voor subsidie in aanmerking. De subsidie voor de niet uitgevoerde maatregelen zal bij subsidievaststelling in mindering worden gebracht op het uit te betalen subsidiebedrag.

  • e.

    De uitgevoerde maatregelen dienen tenminste vijf jaar in stand te worden gehouden dan wel de met subsidie aangeschafte materialen dienen tenminste vijf jaar door de subsidie-ontvanger zelf te worden gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn aangeschaft.

  • f.

    De subsidie-ontvanger dient de opgedane ervaringen en kennis op verzoek van het hoogheemraadschap te delen.

Artikel 15. Verantwoording en vaststelling van de subsidie

  • 1. De gereedmelding van de laatste te treffen maatregel wordt beschouwd als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 2. Voorafgaand aan de vaststelling van de subsidie vindt een eindcontrole plaats door een aan het Landbouwportaal gelieerde medewerker.

  • 3. Wanneer geen gereedmelding van de laatste te treffen maatregel is ontvangen voor de uiterste datum waarop deze getroffen had moeten worden, stelt het dagelijks bestuur de subsidieontvanger in de gelegenheid alsnog binnen een bepaalde termijn een gereedmelding te doen.

  • 4. Indien de subsidieontvanger geen gebruik maakt van de mogelijkheid de gereedmelding alsnog te doen, stelt het dagelijks bestuur de subsidie ambtshalve vast binnen zes weken na het verstrijken van de hersteltermijn.

  • 5. De gereedmelding wordt gedaan door middel van het door het dagelijks bestuur beschikbaar gestelde formulier via het Landbouwportaal.

  • 6. Bij de gereedmelding wordt een factuur, een betaalbewijs en foto’s van de uitgevoerde maatregel aangeleverd.

  • 7. Op de in het zesde lid bedoelde factuur zijn de maatregelen afzonderlijk genoemd zoals deze zijn aangevraagd. Voor elke maatregel zijn de kosten gespecificeerd en is de datum van opdracht vermeld.

Artikel 16. Beslistermijn subsidievaststelling

Het dagelijks bestuur stelt de subsidie binnen zes weken na ontvangst van de aanvraag vast.

Artikel 17. Voorschotten

  • 1. Het dagelijks bestuur kan op aanvraag een voorschot verstrekken wanneer subsidieverlening meerdere maatregelen betreft en deze niet gelijktijdig worden uitgevoerd.

  • 2. Een voorschot wordt alleen verstrekt wanneer de maatregel waarvoor het voorschot wordt aangevraagd, is uitgevoerd.

  • 3. Een aanvraag wordt ingediend door middel van het door het dagelijks bestuur beschikbaar gestelde formulier via het Landbouwportaal.

  • 4. Het voorschot komt overeen met het subsidiebedrag dat voor de betreffende maatregel is verleend.

Artikel 18. Toezicht op de naleving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van het dagelijks bestuur aangewezen personen.

  • 2. De toezichthouders beschikken niet over de bevoegdheden, genoemd in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3. Aan de subsidies op grond van deze verordening is de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger aan een toezichthouder alle medewerking verleent die deze redelijkerwijze kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

  • 4. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in het Waterschapsblad van het hoogheemraadschap.

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2025 en vervalt met ingang van 31 december 2029.

  • 2. Deze verordening blijft van toepassing op subsidies die voor 31 december 2029 op grond van deze subsidieregeling zijn verleend.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 3 september 2024.

van het college van dijkgraaf en hoogheemraden,

de secretaris,

M.J. Kuipers

de dijkgraaf,

ir. R.P.G. Bosma

Bijlage 1 Maatregelenlijst behorende bij Subsidieregeling Bodem & Water Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Subsidiabele maatregelen per thema

Duurzaam bodemgebruik

De te verlenen subsidie voor het thema Duurzaam bodemgebruik bedraagt per aanvrager voor onderstaande maatregelen minimaal € 250 en maximaal het bedrag dat in de kolom 'maximaal' is aangegeven. De subsidie bedraagt voorts maximaal het in de kolom '%' genoemde percentage van de subsidiabele kosten.

Maatregel

%

Maximaal

Coach-bezoek

Ecoploeg

40%

€ 10.000

Ja

Onkruidbestrijdingsmachine gericht op bodemvriendelijke grondbewerking

40%

€ 10.000

Ja

Bovenwettelijke mestopslag >7<10 maanden

40%

€ 20.000

Ja

Bodemvochtsensor ten behoeve van sensorgestuurde beregening

40%

€ 2.500

Nee

Drukwisselsystemen ten behoeve van brede banden

40%

€ 5.000

Nee

Temperatuursensor bodem (combinatie met bodemvochtsensor is mogelijk)

40%

€ 2.500

Nee

Gebruik precisie toepassingstechnieken voor precisie bemesting vanuit de trekker

40%

€ 10.000

Ja

Erfafspoeling voorkomen

De te verlenen subsidie voor het thema Erfafspoeling bedraagt per aanvrager voor onderstaande maatregelen minimaal € 250 en maximaal het bedrag dat in de kolom 'maximaal' is aangegeven. De subsidie bedraagt voorts maximaal het in de kolom '%' genoemde percentage van de subsidiabele kosten.

Maatregel

%

Maximaal

Coach-bezoek

Veegmachine met opvangbak

40%

€ 2.500

Ja

Herinrichting erf voor het bovenwettelijk tegengaan van erfafspoeling nutriënten

40%

€ 10.000

Ja

Aanleg wasplaats machines en werktuigen met aansluiting op de gierkelder (veehouderij) of via een bezinkput en benzine/olieafscheider op riolering (niet-veehouderij) (niet gebruikt bij toepassen gewasbeschermingsmiddelen)

40%

€ 10.000

Ja

(Semi) permanente afdekking van voeropslag inclusief snijvlak

40%

€ 10.000

Ja

Permanente afdekking van bestaande mest-, compostopslag om schoon- en vuilwaterstromen te scheiden en/of op te vangen

40%

€ 10.000

Ja

Aansluiting standplaats voor kalveriglo's met aansluiting op de gierkelder

40%

€ 10.000

Ja

Nieuwe vastemestopslag aanleggen t.b.v voorkomen erfafspoeling

40%

€ 10.000

Ja

Zuiveringstechnieken met als doel een nullozing als nazuivering voor hergebruik van afvalwater te bereiken

40%

€ 10.000

Ja

Aanleg waterbergingsbassin voor apart opvangen van schoon hemelwater van de daken voor hergebruik

40%

€ 10.000

Ja

Rubberschuif voor schuiven erf inclusief aanpassing aan de hydrauliek of borstelmachine met stalen borstels

40%

€ 1.000

Ja

Gewasbeschermingsmiddelen

De te verlenen subsidie voor het thema Gewasbeschermingsmiddelen bedraagt per aanvrager voor onderstaande maatregelen minimaal € 250 en maximaal het bedrag dat in de kolom 'maximaal' is aangegeven. De subsidie bedraagt voorts maximaal het in de kolom '%' genoemde percentage van de subsidiabele kosten.

Maatregel

%

Maximaal

Coach-bezoek

Gebruik driftreducerende spuittechnieken met tenminste 90% driftreductie

40%

€ 10.000

Ja

Gebruik precisie toepassingstechnieken gewasbeschermingsmiddelen

40%

€ 10.000

Ja

Gebruik mechanische onkruidbestrijding, bijvoorbeeld een wiedeg of borstelmachine met stalen borstels om onkruid en mest/organische stofresten te verwijderen op het erf

40%

€ 10.000

Ja

Gebruik van precisie onkruidbestrijdingstechnieken (pneumatische technieken, methodes met branden en precisie spuittechnieken)

40%

€ 10.000

Ja

Herinrichting erf voor het bovenwettelijk tegengaan erfafspoeling gewasbeschermingsmiddelen

40%

€ 10.000

Ja

Aanleg vul- en of wasplaats spuitmachine

40%

€ 10.000

Ja

Aanleg gesloten kistenwassers inclusief zuiveringsvoorziening

40%

€ 10.000

Ja

Elektrisch pulsgestuurd doseersysteem voor toedienen biostimulanten

40%

€ 10.000

Ja

Inzet technieken om restwater, spuitmiddel en dompelvloeistof bovenwettelijk in te zamelen en te zuiveren of te verdampen

40%

€ 10.000

Ja

Aanschaf software voor optimale technieken spuitmoment

40%

€ 1.000

Ja

Automatische interne reiniging

40%

€ 10.000

Ja

Continue reiniging

40%

€ 10.000

Ja

Weer- en bodemsensoren

40%

€ 2.500

Ja

Perceel- en oeverinrichting

De te verlenen subsidie voor het thema Perceel- en oeverinrichting bedraagt per aanvrager voor onderstaande maatregelen minimaal € 250 en maximaal het bedrag dat in de kolom 'maximaal' is aangegeven. De subsidie bedraagt voorts maximaal het in de kolom '%' genoemde percentage van de subsidiabele kosten.

Maatregel

%

Maximaal

Coach-bezoek

Veedrinkbak, optioneel met tijdelijke afrastering en schrikdraadklok

75%

€ 3.000

Nee

Aanbrengen groene oeverbescherming ter voorkoming afkalving

75%

€ 5.000

Ja

Zuiveringssysteem om met ijzerzand fosfaat uit drainagewater te verwijderen

75%

€ 25.000

Ja

Infiltratiegreppel aanleggen

75%

€ 5.000

Ja

Infiltratie via (regelbare) onderwaterdrainage in veenweidegebied ter voorkoming van bodemdaling

75%

€ 25.000

Ja

Voldoende Zoetwater

De te verlenen subsidie voor het thema Voldoende zoetwater bedraagt per aanvrager voor onderstaande maatregelen minimaal € 250 en maximaal het bedrag dat in de kolom 'maximaal' is aangegeven. De subsidie bedraagt voorts maximaal het in de kolom '%' genoemde percentage van de subsidiabele kosten.

Maatregel

%

Maximaal

Coach-bezoek

Ondergrondse en bovengrondse druppelirrigatie en of -fertigatie

40%

€ 30.000

Ja

Peilgestuurde drainage/systeemgerichte drainage, sub-irrigatie ter vergroting van de zoetwaterlens

40%

€ 30.000

Ja

Sensing-en beslissingsondersteunend systeem

40%

€ 2.500

Nee

Ondergrondse zoetwaterberging (Spaarwater en Freshmaker)

40%

€ 30.000

Ja

Bovengronds waterbergingsbassin

40%

€ 5.000

Ja

Zoete stuw binnen de eigen percelen

40%

€ 5.000

Ja

Toelichting op de Subsidieregeling Bodem & Water Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

1.Inleiding

Op 28 mei 2018 trad de eerste Subsidieverordening Bodem & Water van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), vastgesteld door het College van Hoofdingelanden (CHI) van HHNK op 9 mei 2018, in werking.

Het doel van de subsidieverordening is het creëren van meer waterbewustzijn in de agrarische sector, het verbeteren van water- en bodemkwaliteit en het tegengaan van verdroging, verzilting en wateroverlast op agrarisch grondgebied. Dit draagt bij aan een veerkrachtig en klimaatrobuust watersysteem.

De uitvoering van deze subsidieverordening verloopt via het digitale Landbouwportaal Noord-Holland dat tot stand is gekomen vanuit de samenwerking Bodem & Water, een samenwerkingsverband van meerdere partijen waaronder de waterschappen HHNK en Amstel, Gooi en Vecht, de provincie Noord-Holland en enkele organisaties uit de agrarische sector.

De vigerende Subsidieverordening Bodem & Water HHNK 2022 loopt af op 31 december 2024. Inmiddels heeft het College van Hoofdingelanden van HHNK besloten de samenwerking en subsidieverlening via het Landbouwportaal voort te zetten. Hiervoor zijn de nodige financiële middelen beschikbaar gesteld. Om die reden is een nieuwe subsidieregeling noodzakelijk.

2.Subsidieregeling onder de Algemene subsidieverordening HHNK 2023

Ondertussen heeft het College van Hoofdingelanden op 14 december 2022 de Algemene subsidieverordening HHNK 2023 (Asv) vastgesteld. Binnen de systematiek van deze Asv heeft het dagelijks bestuur de bevoegdheid gekregen besluiten te nemen over het verstrekken van subsidies en het vaststellen van nadere regels c.q. subsidieregelingen voor het verstrekken van subsidie.

De systematiek van een Asv als kaderverordening met uitwerkingsmogelijkheid voor het dagelijks bestuur, biedt de nodige flexibiliteit om adequaat te kunnen inspelen actuele thema's en programma's. Het algemeen bestuur stelt via de begroting middelen ter beschikking voor te subsidiëren activiteiten, bijvoorbeeld in kader van een programma. Hierbij kan het algemeen bestuur kaders meegegeven, bijvoorbeeld met betrekking tot de doelgroep van de subsidie etc. Vervolgens kan het dagelijks bestuur details van de subsidieregeling uitwerken in zogenaamde 'nadere regels'.

Indien het dagelijks bestuur subsidie verstrekt, moet het gaan om activiteiten die bijdragen aan de taken die krachtens artikel 2 van de Waterschapswet bij provinciale verordening aan het hoogheemraadschap zijn opgedragen. De Asv bevat algemene (procedure)regels voor subsidieverstrekking. De Asv bevat geen inhoudelijke beschrijving van activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, maar stelt het dagelijks bestuur in staat om nadere regels te stellen over specifieke te subsidiëren activiteiten, de subsidievereisten en de subsidieverplichtingen voor de subsidie-ontvanger. Hiermee kan het dagelijks bestuur invulling geven aan de wettelijke eis van artikel 4:23, eerste lid, waarin is bepaald dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voordat daadwerkelijk kan worden overgegaan tot het verstrekken van subsidie moet de Asv dus altijd verder worden uitgewerkt in een subsidieregeling.

In een subsidieregeling als bedoeld in artikel 4, neemt het dagelijks bestuur bepalingen op met betrekking tot:

  • de doelgroep;

  • de subsidiabele activiteiten;

  • de vereisten voor de subsidieaanvraag;

  • het subsidieplafond of de subsidieplafonds;

  • de hoogte van de subsidie;

  • de wijze van verdeling van het bedrag dat voor subsidie beschikbaar is.

Daarnaast kan het dagelijks bestuur in ieder geval bepalingen opnemen met betrekking tot:

  • de weigeringsgronden;

  • de subsidiabele en niet-subsidiabele kosten;

  • de subsidieverlening;

  • de periode waarbinnen een aanvraag om subsidie kan worden ingediend;

  • de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;

  • de subsidievaststelling;

  • de betaling van de subsidie en eventuele bevoorschotting;

  • de reservevorming;

  • de evaluatie als bedoeld in artikel 4:24 van de wet.

Gelet op de mogelijkheid die de Asv biedt, is er voor gekozen de nieuwe subsidieregeling voor Bodem & Water vast te stellen als een subsidieregeling van het dagelijks bestuur onder de paraplu van de Asv. Dit biedt zoals hiervoor beschreven de nodige flexibiliteit om de regeling in de toekomst aan te passen, bijv. als nieuwe subsidiabele maatregelen moeten worden toegevoegd aan de maatregelenlijst.

3.Werkwijze

Het subsidieproces verloopt via het Landbouwportaal. Het Landbouwportaal is een online platform dat zich primair richt op de boeren en tuinders in de Provincie Noord-Holland en daarnaast op medewerkers van bedrijven en organisaties uit de periferie van de landbouw (onder andere erfbetreders, adviseurs, accountants). Het Landbouwportaal heeft als doel agrarische bedrijven bewust te maken van het belang van voldoende en schoon water voor henzelf en anderen. Het portaal bevat informatie over de maatregelen die de agrarische bedrijven zelf kunnen treffen en is het medium waarlangs de subsidies op grond van de Subsidieregeling Bodem & Water kunnen worden aangevraagd.

Via het Landbouwportaal dient voorafgaand aan het indienen van een subsidieaanvraag voor de meeste maatregelen te worden verzocht om toewijzing van een coach. De coaches zijn medewerkers van organisaties als LTO. De coaches bespreken met de bedrijven de mogelijkheden, helpen een keuze te maken bij het bepalen van de maatregelen waarvoor een subsidie zal worden aangevraagd. Ook ondersteunen zij bij het indienen van een subsidieaanvraag. Ook de indiening van de gereedmeldingen en de aanvraag tot vaststelling van de subsidie, nadat alle maatregelen zijn getroffen loopt via het Landbouwportaal.

4.Staatsteun

Voorafgaand aan de vaststelling van de subsidieverordening is onderzocht of de subsidieverlening past binnen de Europese regels omtrent staatssteun. Op grond van de analyse is geconcludeerd dat subsidieverlening is toegestaan, mits daarbij voldaan wordt aan de Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L327/1 van 21 december 2022.

I. Is er sprake van staatssteun?

Ingevolge artikel 107, lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (WVEU) is het lidstaten niet toegestaan staatssteun te verlenen wanneer dit de interne markt verstoort.

Om te beoordelen of hiervan sprake is worden de volgende cumulatieve criteria gehanteerd:

  • 1.

    de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;

  • 2.

    de steun wordt door staatsmiddelen bekostigd;

  • 3.

    deze staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit);

  • 4.

    de maatregel is selectief: het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector/regio;

  • 5.

    de maatregel vervalst de mededinging (in potentie) en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.

Een steunmaatregel, ad-hoc steun of subsidieverordening, moet worden aangemeld wanneer aan alle vijf criteria is voldaan.

Ad 1.

Alle entiteiten (ongeacht rechtsvorm of wijze van financiering) die een economische activiteit uitoefenen, vallen onder het begrip onderneming. Onder economische activiteit wordt verstaan iedere activiteit bestaande in het aanbieden van goederen en/of diensten op een bepaalde markt. Alleen agrarische ondernemingen die voldoen aan de subsidievoorwaarden kunnen aanspraak maken op de subsidie van deze regeling. Agrarische ondernemingen bieden over het algemeen hun goederen en/of diensten aan op een markt. In die zin verrichten de gesubsidieerde agrarische ondernemingen economische activiteiten.

Ad 2.

Het hoogheemraadschap stelt middelen beschikbaar voor deze subsidie. Deze (overheids)middelen moeten worden aangemerkt als staatsmiddelen.

Ad 3.

De agrarische ondernemingen krijgen subsidie via een overheidsmaatregel.

Ad 4

De subsidieregeling geldt alleen voor agrarische ondernemingen in het gebied van het hoogheemraadschap en is dus selectief.

Ad 5.

De mededinging in de landbouwsector is intens. In die omstandigheid moet worden aangenomen dat subsidie het handelsverkeer beïnvloedt of kan beïnvloeden.

Conclusie: Aan alle criteria is voldaan. Er is dus sprake van staatssteun en de subsidieregeling moet in beginsel worden aangemeld bij de Europese Commissie.

II. Kan deze staatssteun vallen onder een vrijstelling, zodat het geoorloofde staatssteun betreft?

De Landbouwvrijstellingsverordening (Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022) voor steun in de landbouw- en bosbouwsector en in plattelandsgebieden (hierna: LVV), biedt overheden de mogelijkheid om te voorkomen dat bijna al hun steunmaatregelen moeten worden aangemeld.

Het verstrekken van subsidies voor maatregelen genoemd in de maatregelenlijst behorende bij de subsidieregeling is vanuit het oogpunt van de staatssteunregels toegestaan, voor zover de verstrekking voldoet aan de eisen die LVV, daaraan stelt.

Deze subsidieregeling biedt steun aan kleine, middelgrote en micro ondernemingen (kmo’s) voor zover zij actief zijn in de primaire landbouwproductie, hetgeen valt onder de voorwaarden van de LVV.

Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet € 50 miljoen of het jaarlijkse balanstotaal € 43 miljoen niet overschrijdt. De te subsidiëren activiteiten vallen onder artikel 14 van de LVV. Dit betekent dat staatssteun aan kmo’s voor de activiteiten uit de subsidieregeling geoorloofd is, mits wordt voldaan aan de specifieke en de algemene bepalingen van de LVV (artikel 3 LVV).

III. Wat zijn de algemene bepalingen uit de LVV waaraan voldaan moet worden?

Hoofdstuk I van de LVV bevat de algemene voorwaarden die in acht moeten worden genomen.

  • De steun mag niet worden verleend aan “ondernemingen in moeilijkheden” (art 1 LVV).

  • De steun moet transparant zijn (artikel 5 LVV). Dat wordt geacht het geval te zijn wanneer wordt gekozen voor het geven van subsidies (artikel 5, lid 3, onder a LVV).

  • De subsidie moet een stimulerend effect hebben. Dit is het geval als de begunstigde ervan een schriftelijke steunaanvraag heeft ingediend voordat de werkzaamheden in het kader van het project of de activiteit zijn gestart (artikel 6 LVV).

  • De bedragen die voor de berekening van de steunintensiteit en de in aanmerking komende kosten worden gebruikt, zijn bedragen voor aftrek van belastingen of andere heffingen. De in aanmerking komende kosten worden gestaafd met bewijsstukken die duidelijk, specifiek en actueel zijn. Btw wordt niet gesubsidieerd, behalve wanneer deze niet terugvorderbaar is (bij de Belastingdienst) (artikel 7 LVV).

  • Steun over hetzelfde project/activiteit over dezelfde kosten (door verschillende steunverleners) mag worden gecumuleerd tot de steunintensiteit of het maximum steunbedrag die het betreffende artikel aangeeft (artikel 8 LVV). Dit geldt alleen voor nationale bijdragen, niet voor bijdragen vanuit de EU. Er mag slechts gebruik gemaakt worden van steun uit één Europees fonds.

  • Steun over hetzelfde project maar over andere kosten mag worden gecumuleerd voor zover ook die andere kosten vrijgesteld kunnen worden van het verbod op staatssteun (artikel 8 en overweging 31 LVV).

IV. Welke specifieke bepalingen uit de LVV zijn van toepassing?

In Hoofdstuk III van de LVV staan de categorieën steun die verleend kunnen worden op grond van de LVV. Voor de subsidieverordening is enkel Afdeling 1 (Steun voor kmo's die actief zijn in de primaire landbouwproductie, de verwerking van landbouwproducten en de afzet van landbouwproducten) relevant en dan met name artikel 14.

De te subsidiëren activiteiten genoemd in de maatregelenlijst vallen onder artikel 14 van de LVV. Dit artikel biedt de mogelijkheid om steun te verlenen voor met de primaire landbouwproductie verband houdende investeringen in materiële activa of immateriële activa op landbouwbedrijven.

De investering moet ten minste gericht zijn op een van de volgende doelstellingen:

  • a.

    verbeteren van de algehele prestatie en duurzaamheid van het landbouwbedrijf, met name door een verlaging van de productiekosten of de verbetering en omschakeling van de productie;

  • b.

    verbeteren van het natuurlijke milieu, de hygiëneomstandigheden of de normen inzake dierenwelzijn;

  • c.

    aanleggen en verbeteren van infrastructuur voor de ontwikkeling, aanpassing en modernisering van de landbouw, met inbegrip van ontsluiting van landbouwgrond, ruilverkaveling, bodemverbetering, energie-efficiëntie, levering van duurzame energie en water- of energiebesparing;

  • d.

    herstellen van productiepotentieel dat schade heeft opgelopen door natuurrampen, ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld, dierziekten, plantenplagen en beschermde dieren, en voorkomen van schade als gevolg van die gebeurtenissen en factoren; als de schade kan worden gelinkt aan de klimaatverandering, nemen de begunstigden bij het herstel waar passend maatregelen voor aanpassing aan de klimaatverandering;

  • e.

    bijdragen aan de matiging van en aanpassing aan klimaatverandering, onder meer door de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en een betere koolstofvastlegging, en bevorderen van duurzame energie en energie-efficiëntie;

  • f.

    bijdragen aan een duurzame circulaire bio-economie en bevorderen van de duurzame ontwikkeling en het efficiënte beheer van natuurlijke hulpbronnen zoals water, bodem en lucht, onder meer door het verminderen van de afhankelijkheid van chemische middelen;

  • g.

    bijdragen tot het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterken van ecosysteemdiensten en in stand houden van habitats en landschappen.

De steun mag uitsluitend de in artikel 14 van de LVV genoemde in aanmerking komende kosten dekken. Vanwege de omvangrijke opsomming van in aanmerking komende kosten wordt hier kortheidshalve naar verwezen. Zie LVV.

De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 65% van de in aanmerking komende kosten (artikel14, lid 11 LVV). Dit percentage kan tot maximaal 80 % worden verhoogd voor onder meer:

  • a.

    investeringen die verband houden met een of meer specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen als vermeld in lid 3, punten e), f) en g), of met dierenwelzijn;

  • b.

    investeringen door jonge landbouwers (artikel 14, lid 12 LVV).

Voor niet-productieve investeringen die verband houden met de in artikel 14, lid 3 punten e), f) en g), bedoelde doelstellingen bedraagt de steunintensiteit ten hoogste 100%.

Dit geldt ook voor investeringen voor het herstel van het in lid 3, punt d), bedoelde productiepotentieel en investeringen in verband met de preventie van schade die kan worden aangericht door natuurrampen, buitengewone gebeurtenissen, ongunstige weersomstandigheden die met een natuurramp kunnen worden gelijkgesteld of beschermde dieren, en met de beperking van het risico van dergelijke schade.

De steun op grond van artikel 14 LVV mag maximaal € 600.000 per onderneming per investeringsproject bedragen (art 4, lid 1 onder a LVV).

V. Welke procedurele eisen gelden er?

De procedurele eisen zijn opgenomen in Hoofdstuk I en II van de LVV. De belangrijkste vereisten zijn de publicatie van en informatie over de subsidieregeling (artikel 9 LVV) en de verslaglegging (artikel 11 LVV).

Bij de inwerkingtreding van een steunmaatregel moet de decentrale overheid de tekst van de steunmaatregel op haar website of digitaal publicatieblad publiceren. (artikel 9).

Onder de LVV moet van steun twintig werkdagen na de datum van de verlening van ad-hocsteun kennis worden gegeven of twintig werkdagen na de inwerkingtreding van een steunregeling (artikel 11). Kenniscentrum Europa decentraal ondersteunt, in opdracht van het ministerie van BZK, provincies en gemeenten bij het doorlopen van een kennisgevingsprocedure. Voor waterschappen is het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) het aanspreekpunt.

Wanneer er van de LVV gebruik gemaakt wordt, moet expliciet worden verwezen naar het Publicatieblad van de Europese Unie (artikel 9, lid 4). Concreet wil dit zeggen dat in de subsidieregeling of ad-hocbeschikking het volgende moet worden vermeld: Verordening (EU) nr. 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, PBEU L327/1 van 21 december 2022.

De lidstaten moeten de Europese Commissie jaarlijks in elektronische vorm een jaarverslag toesturen over de toepassing van de LVV (artikel 12, lid 2 LVV).

In het kader van transparantie moet bij steunverlening op grond van een beschikking of een regeling, waarbij de drempels worden overschreden die in artikel 9, lid 1, onderdeel c zijn vastgelegd, eveneens de aanvullende gegevens genoemd in bijlage III gepubliceerd worden. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de transparency aid module (TAM).

In de steunregeling moet de zogenaamde ‘Deggendorf-clausule’ zijn opgenomen. Hierin wordt betaling van steun aan een onderneming uitgesloten wanneer eerdere steun onrechtmatig en onverenigbaar is verklaard met de interne markt (artikel 1, lid 4). Tegen de onderneming is in dit geval een terugvorderingsbevel gegeven. Ontbreekt deze clausule, dan kan er geen beroep gedaan worden op de LVV. Aan deze eis is invulling gegeven met weigeringsgrond in artikel 12, sub d van de subsidieregeling.

5. Artikelsgewijze toelichting

Bij artikelen die voor zich spreken is geen toelichting opgenomen.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan agrarische ondernemingen. De doelgroep kan zich in allerlei vormen voordoen zoals eenmanszaken, vennootschappen onder firma en besloten vennootschappen. Aangezien de subsidie alleen kan worden verleend, wanneer dit past binnen de kaders van de Landbouwvrijstellingsverordening, moeten de aanvragers ook kunnen worden aangemerkt als kleine, middelgrote of micro-onderneming als bedoeld in artikel 2 van bijlage 1 bij de Landbouwvrijstellingsverordening. Dit artikel luidt als volgt:

Artikel 2 Aantal werkzame personen en financiële drempels ter bepaling van de categorieën ondernemingen

  • 1.

    Tot de categorie kleine, middelgrote en micro-ondernemingen („kmo's”) behoren ondernemingen waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet 50 miljoen EUR of het jaarlijkse balanstotaal 43 miljoen EUR niet overschrijdt.

  • 2.

    Binnen de categorie kmo's is een „kleine onderneming” een onderneming waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 10 miljoen EUR niet overschrijdt.

  • 3.

    Binnen de categorie kmo’s is een „micro-onderneming” een onderneming waar minder dan 10 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet of het jaarlijkse balanstotaal 2 miljoen EUR niet overschrijdt.

Artikel 6 Coach

Om subsidie te kunnen aanvragen is het een voorwaarde daarbij een coach te betrekken. De coach kan de aanvrager adviseren en toegevoegd inzicht geven in zijn eigen bedrijfssituatie. Ook bespreekt hij de mogelijkheden van de te treffen maatregelen en biedt de coach hulp bij het aanvragen van de subsidie. De ondersteuning van een coach kan gemakkelijk worden aangevraagd via het Landbouwportaal. De coach zal vervolgens met de aanvrager afspraken maken over de verdere aanpak. Wie als coach wordt toegewezen, wordt in onderling overleg bepaald door de organisaties waarbij de coaches werkzaam zijn. De aanvrager heeft hier geen invloed op.

Voor enkele maatregelen is een uitzondering gemaakt in de maatregelenlijst. Hiervoor hoeft voorafgaand aan de aanvraag geen coachbezoek plaats te vinden.

Artikel 7 Aanvraag

Het aanvraagformulier is te vinden op het Landbouwportaal. Het kan digitaal worden ingevuld en ondertekend. Indien gewenst kan de ondertekening fysiek plaatsvinden. Na ondertekening door de aanvrager en de coach, kan een scan gemaakt worden die via het Landbouwportaal wordt gestuurd naar het Dagelijks Bestuur.

Artikel 8 Aanvraagtermijn

Ingevolge het LVV moet de subsidie een stimulerend effect hebben. Dit is het geval als de begunstigde ervan een schriftelijke steunaanvraag heeft ingediend voordat de werkzaamheden in het kader van het project of de activiteit zijn gestart (artikel 6 LVV). Vaak is achteraf voor het hoogheemraadschap alleen controleerbaar wanneer een maatregel is gestart aan de hand van de datum van schriftelijke opdrachtverstrekking. Daarom is in artikel 8 bepaald dat een aanvraag om een subsidie moet worden ingediend voordat de aanvrager met het uitvoeren van de maatregel start of voordat tot uitvoering van de maatregel opdracht wordt gegeven. Deze eis komt ook terug in artikel 12, onder c, als weigeringsgrond.

Artikel 9 Hoogte van de subsidie

In paragraaf 4 onderdeel IV is toegelicht hoe hoog de subsidie mag zijn ingevolge de LVV en welke kosten subsidiabel zijn.

De maatregelenlijst geeft per maatregel de hoogte van het subsidiepercentage aan. Ook geldt per aanvrager een in de maatregelenlijst genoemd minimum en maximum bedrag.

De subsidie wordt berekend op basis van de werkelijke kosten voor zover deze de kosten als opgegeven in de offerte niet overschrijden. Uitsluitend aan derden betaalde kosten voor de uitvoering van de maatregelen komen in aanmerking voor subsidie.

Artikel 10 Subsidieplafond en tijdvak

Het dagelijks bestuur stelt een of meerdere subsidieplafonds vast voor een in dit besluit op te nemen tijdvak. Het dagelijks bestuur is bevoegd de subsidieplafonds vast te stellen, maar moet daarbij vanzelfsprekend blijven binnen het door het algemeen bestuur beschikbaar gestelde budget. Besluiten tot vaststelling van het subsidieplafond en verhogingen en verlagingen van dit plafond moeten bekend worden gemaakt in het Waterschapsblad. Een verlaging heeft geen gevolgen voor subsidieaanvragen die voor de bekendmaking van de verlaging zijn ingediend (artikel 4:27 Awb).

Het dagelijks bestuur verleent mandaat aan de directeur Water om de in het eerste lid bedoelde subsidieplafonds namens het dagelijks bestuur vast te stellen, onder voorwaarde dat het besluit past binnen het voor de subsidiëring via het Landbouwportaal beschikbare budget. Hiermee kan, zodra het algemeen bestuur (extra) budget beschikbaar stelt of via een andere bron middelen beschikbaar komen, snel het subsidieplafond worden vastgesteld. Het is overigens niet verplicht gebruik te maken van een mandaat. De directeur kan het vaststellen van het subsidieplafond ook overlaten aan het dagelijks bestuur.

Artikel 11 Wijze van verdeling

Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. De aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst. Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag compleet is ingediend, met alle bijbehorende gegevens en bescheiden. Worden meerdere aanvragen op een dag ingediend en zou de verlening van subsidies voor deze aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond dat voor een bepaald tijdvak is vastgesteld, dan wordt de volgorde van afhandeling door middel van loting bepaald. Dit om te voorkomen dat een subsidieplafond moet worden overschreden.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

De weigeringsgronden onder a tot en met e zijn gebaseerd op de Landbouwvrijstellingsverordening. Op grond van deze verordening mag geen steun worden verleend:

  • aan een onderneming in moeilijkheden;

  • wanneer de maximaal toegestane steun al is verleend;

  • wanneer met het uitvoeren van de maatregel is gestart voordat de subsidie is aangevraagd. Nadat de aanvraag is ingediend, mag met de uitvoering worden gestart. De aanvrager loopt dan wel het risico dat de subsidie toch niet (geheel) wordt verleend;

  • tegen de onderneming van de aanvrager een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard;

  • wanneer op een ander punt niet aan de vereisten van de Landbouwvrijstellingsverordening is voldaan.

Activiteiten worden één keer gesubsidieerd (onderdeel f). Mocht een maatregel niet goed zijn uitgevoerd en wil de aanvrager deze nog een keer uitvoeren, dan wordt daar geen subsidie meer voor beschikbaar gesteld. Ook als die uitvoering 2 jaar later plaatsvindt. Wordt een maatregel door dezelfde aanvrager meerdere malen maar op verschillende locaties uitgevoerd, dan is sprake van verschillende activiteiten en kunnen meerdere subsidies worden verstrekt. Wordt voor eenzelfde maatregel op dezelfde locatie subsidie aangevraagd door verschillende aanvragers, dan zal een van de aanvragen – de laatst ingediende - worden afgewezen.

Als het gaat om een zoetwatermaatregel en het dagelijks bestuur is op basis van het uitgevoerde onderzoek van mening dat de maatregel niet uitvoerbaar is, wordt de subsidie eveneens geweigerd (onderdeel g).

De weigeringsgrond onder h benadrukt dat de maatregelen ten goede moeten komen aan de bedrijven in het beheergebied van HHNK en dat de subsidie niet bestemd is voor agrarische bedrijven buiten dit gebied. De aanvraag voor een maatregel in het beheergebied van een ander waterschap door een ondernemer wiens bedrijf in twee beheergebieden is gelegen, wordt op deze grond afgewezen.

De grond onder i zorgt ervoor dat aanvragen die aan de vereisten van de subsidieregeling voldoen, toch kunnen worden geweigerd wanneer zij niet bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstelling van deze verordening.

Artikel 14 Verplichtingen

De verplichtingen waaraan tijdens de uitvoering van de activiteiten moet zijn voldaan betreffen het leveren van voortgangsrapportages en het plaatsen van de logo’s van Samenwerken aan Bodem & Water in alle communicatie-uitingen over het gesubsidieerde project.

De gereedmeldingsformulieren worden driemaandelijks en automatisch toegestuurd naar de subsidieontvangers. Zijn de maatregelen binnen drie maanden na verlening uitgevoerd, dan blijft een tussenrapportage vanzelfsprekend achterwege.

Artikel 15 Verantwoording en vaststelling van de subsidie

Uit de Awb volgt dat na afronding van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend. Op dat moment legt de subsidieontvanger rekening en verantwoording af: er wordt aangetoond dat de gesubsidieerde maatregelen zijn uitgevoerd en wat deze hebben gekost. Op basis van de aanvraag tot vaststelling, wordt het subsidiebedrag berekend waar de ontvanger uiteindelijk recht op heeft. Is slechts een deel van de maatregelen uitgevoerd, dan wordt de subsidie op een lager bedrag vastgesteld. Zijn voorschotten uitbetaald voor een bedrag dat hoger is dan het bedrag waarop de subsidie is vastgesteld, dan kan het dagelijks bestuur het teveel betaalde terugvorderen.

De redenen op grond waarvan een subsidie lager kan worden vastgesteld zijn vastgelegd in artikel 4:46, tweede lid, van de Awb.

De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:

  • a.

    de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

  • b.

    de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

  • c.

    de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of

  • d.

    de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist of behoorde te weten.

Zoals aangegeven in de toelichting bij artikel 9 is het subsidiebedrag afhankelijk van de werkelijke kosten van de maatregelen waarvoor subsidie is verleend. Dit kan er toe leiden dat een subsidie (voor een maatregel) op nul of een lager bedrag wordt vastgesteld. Het betekent ook dat kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie, niet in aanmerking worden genomen (artikel 4:46, derde lid, Awb).

Een subsidie kan nooit hoger worden vastgesteld. Wanneer de subsidie niet een vast bedrag per maatregel bedraagt, maar een percentage van de subsidiabele kosten, wordt in de verleningsbeschikking het maximumbedrag vermeld waarop de subsidie kan worden vastgesteld.

Artikel 17 Voorschotten

In principe vindt betaling van de subsidie pas plaats nadat alle maatregelen waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. Een beschikking tot subsidieverlening kan meerdere maatregelen omvatten die gefaseerd worden uitgevoerd. In zo’n geval kan het lange tijd duren voordat de subsidieontvanger de totale verleende subsidie uitbetaald krijgt. Voor die gevallen bestaat de mogelijkheid een voorschot op de uitbetaling van de subsidie aan te vragen, nadat een maatregel is uitgevoerd. De aanvraagformulieren hiervoor zijn beschikbaar via het Landbouwportaal.

Artikel 19 Inwerkingtreding

De subsidieregeling is een regeling die werkt tot en met 31 december 2029. Daarna vervalt de regeling en kunnen geen subsidies meer worden verleend.