Instellingsbesluit Adviescommissie voor samenwerkingsmodule facilitering overige regionale taken sociaal domein (Regionale Facilitering Zorg)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt aangesloten bij de begripsomschrijving van artikel 1 en bijlage 6 van de regeling.

Verder wordt in dit besluit verstaan onder:

• a. De commissie: de adviescommissie Regionale Facilitering Zorg

• b. De regeling: Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein centraal Gelderland (MGR SDCG)

• c. Het beheerbureau: de ambtelijke ondersteuning van de Adviescommissie Regionale Facilitering Zorg

• d. Regionaal Portefeuillehouders Overleg: een regionaal overleg van de betreffende portefeuillehouders over een bepaald programma, hierna RPO.

• e. Regionaal Ambtelijk Overleg: een regionaal ambelijk overleg over een bepaald programma, hierna RAO.

Art. 2: Instelling, doel en taken

• 1. Er is een commissie als bedoeld in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen ter uitoefening van de taken en bevoegdheden op het gebied van Zorg;

• 2. De commissie heeft als doel het namens de deelnemers op rechtmatige en doelmatige wijze zorgdragen voor de uitvoering van de (wettelijke) taken horend bij het programma Regionale Facilitering Zorg zoals vastgelegd in het door de colleges van de 11 deelnemende gemeenten vastgestelde uitvoeringsplan en de invulling hiervan door het RPO Zorg. Daarvoor agendeert zij de vraagstukken bij de bestuurlijke of ambtelijke overleggen en belegt zij taken bij de betreffende werkgroepen of andere uitvoerenden.

• 3. De commissie heeft een adviserende rol ten behoeve van de taken zoals vermeld bij de betreffende samenwerkingsmodules in bijlage 6 van de regeling, alsook in dienstverleningsovereenkomst die tussen deelnemende gemeenten en de MGR over deze samenwerking is gesloten. Daarbij baseert zij zich op besluiten van de deelnemende colleges en het RPO Zorg.

• 4. De commissie is verantwoordelijk voor de signalering en advisering over de belangen en regionale uitvoering van de taken en bevoegdheden van de betreffende samenwerkingsmodule als bedoeld in bijlage 6 van de regeling.

• 5. De commissie is, gelet op art. 27 lid 1 van de Regeling verantwoordelijk voor het opstellen van het programmaplan en de modulebegroting en stelt jaarlijks voor 1 maart een voorstel programmaplan en modulebegroting voor het komende begrotingsjaar op voor de samenwerkingsmodule en stuurt deze naar het dagelijks bestuur. De basis hiervoor is het door de colleges van de deelnemende gemeenten vastgestelde uitvoeringsplan en de wijze waarop het RPO Zorg hier gezamenlijk invulling aan wil geven.

• 6. De commissie, stelt jaarlijks voor 15 februari een concept jaarverslag op waarin de uitgevoerde taken uit het programmaplan zijn benoemd inclusief de hieraan verbonden kosten als onderdeel van de jaarrekening van het voorgaande jaar en stuurt deze naar het dagelijks bestuur.

• 7. De commissie stelt een modulespecifieke tekst op, op basis van de dienstverleningsovereenkomst zoals bedoeld in art. 6, tweede lid van de Regeling op grond van een door het dagelijks bestuur vastgesteld model.

Artikel 3 Samenstelling

• 1. De leden van de commissie zijn tenminste:

• -de voorzitter van het RPO Zorg

• -de voorzitter van het RAO Zorg

• -de regiosecretaris Zorg.

• 2. De voorzitter van het RPO Zorg kan zich laten vervangen door een ander lid van het RPO Zorg, de voorzitter van het RAO zorg kan zich laten vervangen door een ander lid van het RAO Zorg en de regiosecretaris Zorg kan zich laten vervangen door een regioadviseur of een andere regiosecretaris.

• 3. Op verzoek van de commissie kan het Algemeen Bestuur besluiten de samenstelling van de commissie te verbreden met een extra lid uit het regionaal portefeuilleoverleg en een extra lid uit het regionaal ambtelijk overleg zorg.

• 4. De commissie kan besluiten dat personen worden toegelaten om als adviseur aan de vergadering deel te nemen.

• 5. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4 De voorzitter

• 1. De voorzitter draagt zorg voor het op de juiste plaats beleggen van de adviezen, waar ze uitgevoerd kunnen worden.

• 2. De voorzitter wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van het algemeen bestuur en behartigt daar de doelstelling van de commissie in lijn met het door colleges vastgestelde uitvoeringsplan en besluiten van het RPO Zorg.

Artikel 5 Vergaderingen

• 1. De commissie vergadert zo dikwijls als haar voorzitter dit nodig oordeelt, of tenminste twee van het aantal leden zulks schriftelijk en met opgaaf van redenen aan de voorzitter verzoekt.

• 2. Ontvangt de voorzitter een verzoek als bedoeld in het vorige lid, dan vindt de vergadering binnen veertien dagen plaats nadat het verzoek de voorzitter heeft bereikt.

• 3. De regiosecretaris draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste vijf dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden.

• 4. Artikel 56 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

• 5. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Er kan met gesloten deuren worden vergaderd wanneer de aanwezige leden dit verlangen of de voorzitter het nodig acht.

Artikel 6 Advisering

• 1. Advisering vindt plaats bij meerderheid van stemmen en is in lijn met besluitvorming van het RPO Zorg en het vastgestelde uitvoeringsplan en het vastgestelde programmaplan en begroting.

• 2. De commissie draagt zorg voor tijdige advisering bij concretisering van het door de colleges van de deelnemende gemeenten vastgesteld uitvoeringsplan conform of in lijn met de besluitvorming van het RPO Zorg.

Artikel 7 Verslaglegging

• 1. Van elk van de vergaderingen van de commissie wordt door de regiosecretaris een verslag gemaakt dat de namen van de aanwezigen bevat, alsmede een beknopte zakelijke weergave van hetgeen is besproken

• 2. Het verslag wordt in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld.

• 3. Het vastgestelde verslag wordt verzonden aan het dagelijks bestuur en het RPO Zorg.

Artikel 8 Inlichtingen en verantwoording

• 1. De commissie verstrekt gevraagd en ongevraagd inlichtingen aan het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband.

• 2. De commissie legt periodiek verantwoording af aan het algemeen bestuur over de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de taken van de commissie.