Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727811
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727811/1
Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel
Geldend van 05-12-2024 t/m heden
Intitulé
Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppelgelet op : artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Meppel
besluiten;
vast te stellen de:
'Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel'
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
-
1. In deze regeling wordt verstaan onder:
- •
geregistreerd kindercentrum;
- •
houder;
- •
kinderopvangtoeslag;
- •
ouder;
dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet kinderopvang.
- •
-
2. In deze regeling wordt verder verstaan onder:
- •
Asv: Algemene subsidieverordening Meppel;
- •
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meppel;
- •
doelgroeppeuter: een peuter in de leeftijd van 2.5 jaar tot 4 jaar die een WE indicatie heeft gekregen van de Jeugdgezondheidszorg;
- •
IKK: de wet Innovatie Kwaliteit Kinderopvang;
- •
JGZ: jeugdgezondheidszorg;
- •
kinderopvang: in het LRK geregistreerde organisatie voor kinderopvang gesitueerd in de gemeente Meppel;
- •
kindvolgsysteem: een systeem waarmee de vorderingen in de ontwikkeling van kennis en vaardigheden van kinderen worden gevolgd en vastgelegd.
- •
Kleuter: een op een school voor primair onderwijs ingeschreven kind dat in groep 1 of 2 zit.
- •
LEA: Lokale Educatieve(Jeugd) Agenda, een overlegstructuur;
- •
LRK: Landelijk Register Kinderopvang waarin houders van kinderopvang en peuteropvang en alle locaties zijn opgenomen die voldoen aan de Wet innovatie en Kwaliteit Kinderopvang;
- •
Nji: het Nederlands Jeugdinstituut is een nationaal kenniscentrum over opvoeden en opgroeien;
- •
ouderbijdrage: de inkomensafhankelijke bijdrage die door ouders betaald wordt aan de houder;
- •
overdrachtsformulier: het formulier dat gebruikt wordt door de houder om kennis zoals opgebouwd in het kindvolgsysteem over te dragen aan de basisschool waar de peuter naar toe gaat als hij of zij vier jaar is;
- •
peuter: een bij de gemeente Meppel in de basisregistratie ingeschreven kind in de leeftijd van twee tot vier jaar;
- •
peuteropvang: in het LRK geregistreerde peuteropvang gesitueerd in de gemeente Meppel. Richt zich met name op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen van 2 jaar tot de start op de basisschool gedurende een beperkt aantal dagdelen per week.
- •
peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong: een aanbod van peuteropvang voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong binnen een bestaande peutergroep, een bestaande VE-peutergroep, of een aparte peutergroep gericht op peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.
- •
peuterplaats: een aanbod peuteropvang gedurende twee dagdelen op twee verschillende dagen en in totaal 8 uur per week gedurende 42 weken per jaar;
- •
VE: Voorschoolse Educatie;
- •
VE-peuterplaats: een aanbod VE-peuteropvang gedurende vier dagdelen en in totaal 16 uur per week gedurende 42 weken per jaar;
- •
Voorschoolse voorzieningen: kinderdag- en peuteropvang. Aangeboden door professionele aanbieders die geregistreerd staan in het landelijk register kinderopvang (LRK).
- •
WE indicatie: indicatie afgegeven door Jeugdgezondheidszorg waaruit blijkt dat het gaat om een doelgroeppeuter
- •
WE: Voor- en Vroegschoolse educatie. Een aanbod gericht op het verminderen van onderwijsachterstanden van door de JGZ geïndiceerde VE doelgroeppeuters. Voorschoolse educatie vindt plaats in voorschoolse voorzieningen. Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van de basisschool.
- •
Artikel 2 Toepassingsbereik
-
1. Deze subsidieregeling is gericht op:
- a.
deelname van peuters, van wie de ouders niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag, aan reguliere peuteropvang (peuterplaats);
- b.
de deelname van doelgroeppeuters aan een VE-programma (VE peuterplaats);
- c.
het realiseren van een aanbod voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong;
- d.
het uitvoeren van activiteiten aanvullend op VE-programma's.
- a.
-
2. Alle onder deze regeling te verstrekken subsidies worden verstrekt uit het onderwijsachterstandenbudget van de gemeente Meppel. Het onderwijsachterstandenbudget van de gemeente Meppel bestaat uit de van rijkswege door de gemeente Meppel ontvangen middelen per periode. De op grond van deze regeling te verstrekken subsidies moeten voldoen aan de voorwaarden van bekostiging door het rijk.
Artikel 3 Doel
De subsidiëring heeft als doel zowel de algemene ontwikkeling als de taalontwikkeling bij peuters en kleuters te stimuleren zodat alle kinderen op de basisschool kunnen starten met tenminste het benodigde basisniveau.
Artikel 4 Aanvrager
Een subsidie voor activiteiten peuterplaats (artikel 8), activiteiten VE-peuterplaats (artikel 10) en activiteiten peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong (artikel 12) kan alleen worden aangevraagd door een houder die geregistreerd is bij het LRK.
Artikel 5 Aanvraag
-
1. In overeenstemming met artikel 6, eerste lid en tweede lid, van de Asv wordt een aanvraag digitaal ingediend door middel van het aanvraagformulier Peuteropvang of Voorschoolse Educatie Meppel en de in het formulier gevraagde aanvullende informatie.
-
2. In de aanvraag wordt door de aanvrager tenminste aangegeven voor hoeveel (doelgroep)peuters worden aangeboden.
Artikel 6 Aanvraagtermijn
-
1. In overeenstemming met de Asv wordt een aanvraag uiterlijk 15 november voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft ingediend.
-
2. Indien een houder gedurende het subsidiejaar meer gesubsidieerde peuterplaatsen invult of verwacht in te vullen dan oorspronkelijk is aangevraagd, is het mogelijk om een gewijzigde aanvraag in te dienen, uiterlijk op 1 augustus in het jaar waarop de oorspronkelijke aanvraag betrekking heeft.
Artikel 7 Beslistermijn
-
1. In overeenstemming met de Asv beslist het college over de aanvraag bedoeld in artikel 6 eerste lid uiterlijk op 31 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft .
-
2. Het college beslist over een gewijzigde aanvraag als bedoeld in artikel 6 lid 2 binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag.
-
3. Het college kan het besluit op een aanvraag met ten hoogste zes weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.
Paragraaf 2 Subsidiabele activiteiten
Artikel 8 Activiteiten Peuterplaats
De subsidie kan worden verstrekt voor de deelname van een peuter aan reguliere peuteropvang. De subsidie wordt verstrekt voor een maximum van 8 uren per week, verdeeld over 2 dagdelen, gedurende 42 weken per jaar.
Artikel 9 Criteria peuterplaats
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 8 in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- 1.
De ouders van de betreffende peuter moeten aantoonbaar geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;
- 2.
Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage conform de jaarlijkse VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ouders met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm betalen geen eigen bijdrage. De organisatie voor kinderopvang dient op basis van door ouders ingediende lnkomstenbelastingopgaves de hoogte van de ouderbijdrage vast te stellen. De ouders betalen de ouderbijdrage aan de organisatie voor kinderopvang.
Artikel 10 Activiteiten VE-peuterplaats
-
1. De subsidie kan worden verstrekt voor de deelname van een doelgroeppeuter aan het VE-aanbod. De subsidie wordt verstrekt voor een maximum van 16 uren per week, verdeeld over 3 of 4 dagdelen, gedurende 42 weken per jaar.
-
2. De subsidie kan worden verstrekt voor de inzet van een hbo Pedagogisch beleidsmedewerker op de WE-groep, conform het Wijzigingsbesluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
-
3. De subsidie kan worden verstrekt voor het waarborgen van de kwaliteit van de voorschoolse educatie. Daaronder vallen de kosten voor opleiding en scholing, educatieve materialen, ontwikkelingsvolgsystemen, extra uren ten behoeve van ouderbetrokkenheid en andere activiteiten die aantoonbaar bijdragen aan het verbeteren en waarborgen van de kwaliteit van de voorschoolse educatie.
Artikel 11 Criteria VE-peuterplaats
-
1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10, eerste lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- a.
Het aanbod van peuteropvang met VE wordt geboden volgens de vastgestelde WE kwaliteitseisen zoals vastgelegd in de IKK en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;
- b.
Bij aanvang van de voorschoolse educatie wordt beschikt over een WE- indicatie van de JGZ voor de betreffende doelgroeppeuter;
- c.
De subsidie VE-peuteropvang wordt alleen verstrekt aan doelgroeppeuters die ook gebruik maken van het aanbod peuteropvang;
- a.
-
2. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10, tweede lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- 1.
de hbo Pedagogisch beleidsmedewerker wordt voor minimaal 10 uur gemiddeld per doelgroeppeuter per locatie per jaar ingezet. Het totaal aantal voorgeschreven uren per locatie mag door de opvangorganisatie naar eigen inzicht worden ingezet, zolang de inzet gericht is op kwaliteitsverbetering van de beroepskrachten en het aanbod van de VE op de groepen waar doelgroepkinderen aan deelnemen;
- 2.
de hbo Pedagogisch beleidsmedewerker beschikt over hbo werk- en denkniveau, gelijk aan de eisen zoals gesteld in de Wet IKK en zoals ze zijn uitgewerkt in de CAO Kinderopvang en de CAO Sociaal werk. De hbo Pedagogisch beleidsmedewerker heeft minimaal een geschikte hbo vooropleiding gericht op de ontwikkeling van kinderen en de manier waarop die ontwikkeling zo optimaal mogelijk kan worden ondersteund. Zie hiervoor de lijst Branche erkende Scholing voor Pedagogisch beleidsmedewerker/coach. Een mbo 4-diploma aangevuld met een branche-erkende opleiding is ook mogelijk.
- 1.
-
3. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 10, derde lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- a.
de subsidie wordt ingezet voor het waarborgen van de kwaliteit van het VE-aanbod zoals beschreven in artikel 1O lid 3.
- b.
Aangeschafte leermiddelen worden zoveel mogelijk duurzaam ingezet, ook in opvolgende jaren.
- a.
Artikel 12 Activiteiten peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong
De subsidie kan worden verstrekt voor het bieden van een passend aanbod voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong. Daaronder vallen kosten voor het bijscholen van pedagogisch medewerkers op thema's rond het onderwerp 'peuters met een ontwikkelingsvoorsprong' en het aanschaffen van passende leermiddelen voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.
Artikel 13 Criteria peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong
-
1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 12 in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- a.
Het aanbod van peuteropvang voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong wordt geboden binnen een bestaande peutergroep, een bestaande VE-peutergroep, of een aparte peutergroep gericht op peuters met een ontwikkelingsvoorsprong.
- b.
de subsidie wordt ingezet voor het waarborgen van de kwaliteit van het aanbod voor peuters met een ontwikkelingsvoorsprong zoals beschreven in artikel 12.
- c.
Aangeschafte leermiddelen worden zoveel mogelijk duurzaam ingezet, ook in opvolgende jaren.
- a.
Artikel 14 Activiteiten aanvullend op VE-programma
-
1. De subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die aanvullend zijn op de VE-programma's voor peuters en/of ten goede komen aan WE-kleuters.
-
2. De subsidie wordt uitsluitend verstrekt in zoverre er nog onderwijsachterstandenbudget beschikbaar is bij de gemeente Meppel na bekostiging van de subsidies voor VE-peuterplaatsen (artikel 10) en de bekostiging van het VE-monitoringssysteem waarmee de gemeente werkt.
-
3. Ter uitvoering van het bepaalde in het tweede lid kan het college per kalenderjaar een subsidieplafond bekendmaken.
-
4. Bij een overvraging van het onderwijsachterstandenbudget prioriteren we de aanvragen volgens deze werkwijze:
- a.
We kennen aan elke aanvraag een impactscore toe;
- b.
De impactscore wordt door het college vastgesteld na overleg met de subsidieaanvrager;
- c.
De impactscore wordt berekend met de formule A x E = 1, waarbij A het verwachte aantal VE-peuters en of VE-kleuters is dat deel zal nemen aan de activiteit op een schaal van 1-10, E het verwachte effect op de ontwikkeling van de betreffende VE-peuters op een schaal van 1-10 en 1 de impactscore;
- d.
De schaal van A loopt van 1 tot 10, waarbij 10 het totale aantal VE-peuters in 1 jaar is en 1-9 de percentages 10-90% van dat totale aantal vormen;
- e.
De schaal van E loopt van 1 tot 10, waarbij 10 een effect is dat vergelijkbaar is met het effect van het volgen van een VE-programma en 1 een minimaal effect is, zoals beschreven in bijlage 1;
- a.
-
5. Bij een overvraging van het onderwijsachterstandenbudget kennen we aanvragen toe in volgorde van hoogste naar laagste impactscore tot het subsidieplafond bereikt is.
Artikel 15 Criteria activiteiten aanvullend op VE-programma
-
1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 14, eerste lid, in aanmerking te komen, moet worden voldaan aan de volgende criteria:
- a.
De activiteiten komen ten goede aan de ontwikkeling van VE-peuters en/of VE-kleuters;
- b.
De activiteiten leggen waar mogelijk een verbinding met de VE programma's die deze peuters of kleuters volgen op de kinderopvanglocatie of de school;
- a.
Artikel 16 Verplichtingen
De houder die subsidie ontvangt dient te voldoen aan de volgende verplichtingen:
- 1.
werkt samen met het basisonderwijs om een doorgaande lijn te bevorderen en te borgen;
- 2.
werkt met een kind- of ontwikkelvolgsysteem;
- 3.
bij een aanbod Voorschoolse Educatie werkt met een NJl-erkend WE programma of een programma dat voldoet aan de voorwaarden zoals geformuleerd door de Inspectie van het Onderwijs;
- 4.
wordt positief beoordeeld door de GGD en Inspectie van het Onderwijs ten aanzien van de kwaliteit van het aanbod;
- 5.
zorgt voor een overdracht van gegevens over de ontwikkeling van het kind bij de doorstroom naar het basisonderwijs en maakt daarbij gebruik van het overdrachtsformulier;
- 6.
zorgt, als het gaat om een doelgroeppeuter, voor een 'warme' overdracht door middel van een overdrachtsgesprek tussen houder, basisschool en indien mogelijk een ouder;
- 7.
betrekt ouders en ondersteunt bij het stimuleren van de ontwikkeling van hun kinderen;
- 8.
maakt actief gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;
- 9.
werkt samen met de jeugdgezondheidszorg en de consulenten van de gemeente Meppel;
- 10.
werkt mee aan het verder ontwikkelen en verbeteren van het aanbod peuteropvang en eventueel Voorschoolse Educatie en aanverwante onderwerpen;
- 11.
is aangesloten bij de gemeentelijke overlegstructuren (tenminste de LEA en/of LEA-werkgroepen);
- 12.
voldoet aan de vereisten uit de Wet kinderopvang en de hieruit voortvloeiende regelgeving;
- 13.
is aangesloten bij het monitoringssysteem waarmee de gemeente werkt;
- 14.
verwerkt vier keer per jaar, of op verzoek vaker, gegevens rond peuteropvang en WE in het monitoringssysteem waarmee de gemeente werkt;
- 15.
wanneer voor een peutergroep gebruik wordt gemaakt van de subsidie voor een peuterplaats ontwikkelingsvoorsprong zoals bedoeld in artikel 13, wordt de aanwezigheid van expertise op het gebied van een ontwikkelingsvoorsprong in de betreffende peutergroep actief naar externen gecommuniceerd, zoals op de website van de houder of in foldermateriaal.
Artikel 17 Vaststelling van de subsidie
-
1. De subsidieontvanger dient vóór 1 april na afloop van het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verleend een aanvraag tot vaststelling in bij het college.
-
2. Onderdeel van de aanvraag tot vaststelling is het Verantwoordingsformulier Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel met daarin een overzicht van:
- a.
de besteding van de kwaliteitssubsidie als bedoeld in artikel 10 lid 3; en/of
- b.
de besteding van de kwaliteitssubsidie als bedoeld in artikel 12; en/of
- c.
de besteding van de subsidie voor activiteiten aanvullend op VE programma als bedoeld in artikel 14.
- a.
-
3. Bij de beoordeling van de aanvraag tot vaststelling van de subsidies zoals bedoeld in artikel 8 en 10 lid 1 en 2 wordt gebruik gemaakt van de gegevens die beschikbaar zijn in het monitoringssysteem dat in de gemeente gebruikt wordt rond het feitelijke aantal bezette peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen over het voorbij kalenderjaar.
-
4. Het college stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling. Het college kan dit besluit met ten hoogste acht weken verdagen. Het college stelt de houder hiervan schriftelijk in kennis.
Artikel 18 Hoogte van de subsidie
-
1. De subsidie per reguliere peuterplaats zoals bedoeld in artikel 8 bedraagt maximaal 8 uur per week, 42 weken per jaar, vermenigvuldigd met het maximum uurtarief voor dagopvang zoals bedoeld in artikel 4 Besluit Kinderopvangtoeslag, en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage die jaarlijks vastgesteld wordt door het college. De hoogte van de ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ouders met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm betalen geen eigen bijdrage.
-
2. De subsidie per VE-peuterplaats zoals bedoeld in artikel 10 bedraagt maximaal 16 uur per week, 42 weken per jaar, vermenigvuldigd met het maximum uurtarief voor dagopvang zoals bedoeld in artikel 4 Besluit Kinderopvangtoeslag plus een VVE-opslag van 15%, en heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van de ouderbijdrage of kinderopvangtoeslag, indien van toepassing. De hoogte van de ouderbijdrage wordt vastgesteld op basis van de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang. Ouders met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm betalen geen eigen bijdrage.
-
3. Voor de hoogte van de subsidiebijdrage voor de inzet van de hbo pedagogisch beleidsmedewerker geldt per jaar per doelgroeppeuter een toeslag van 10 uur vermenigvuldigd met een uurtarief van €44. Het genoemde uurtarief geldt voor 2023.
-
4. Voor de hoogte van de subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 10 lid 3 gaat de gemeente uit van een vast tarief per VE-groep en kinderopvangorganisatie:
- -
€ 3500 per organisatie per jaar voor VE-opleidingen
- -
€ 380 per organisatie per jaar voor taaltoetsen
- -
€750 per VE-groep per jaar voor bijscholing
- -
€1000 per VE-groep per jaar voor materialen
- -
-
5. Voor de hoogte van de subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 12 gaat de gemeente uit van een vast tarief per peutergroep, VE-peutergroep of speciale peutergroep gericht op peuters met een ontwikkelingsvoorsprong:
- -
€ 1000 per groep per jaar voor opleidingen voor medewerkers op thema's rond het onderwerp 'peuters met een ontwikkelingsvoorsprong'
- -
€ 250 per groep per jaar voor materialen
- -
-
6. De hoogte van de subsidiebijdrage als bedoeld in artikel 14 is maximaal 100% van de te maken kosten van de subsidiabele activiteiten.
-
7. De bedragen uit lid 4 en 5 van dit artikel zijn maximale tarieven en moeten verantwoord worden conform artikel 17 op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten.
-
8. Het uurtarief uit lid 3 van dit artikel wordt jaarlijks geïndexeerd met de stijging van de CAO kinderopvang.
-
9. Het tarief uit lid 4 en 5 van dit artikel wordt verhoogd met het indexeringspercentage dat de gemeenteraad voor dit onderwerp in de gemeentelijke begroting toepast. De genoemde tarieven gelden voor 2024.
Artikel 19 Weigeringsgronden
In aanvulling op of in overeenstemming met artikel 9 van de Asv weigert het college een subsidie als:
- 1.
er niet voldaan wordt aan de criteria en verplichtingen van deze subsidieregeling;
- 2.
de subsidieaanvrager niet langer staat ingeschreven in het LRK;
- 3.
de activiteiten naar het oordeel van het college niet of onvoldoende bijdragen aan het doel van de subsidieregeling dan wel niet passen binnen de subsidiabele activiteiten die in deze regeling worden omschreven.
Paragraaf 4 Slotbepalingen
Artikel 20 Slotbepalingen
-
1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 november 2024;
-
2. Alle artikelen over de verantwoording en vaststelling van subsidies gelden ook voor subsidies die op het moment van inwerkingtreden reeds verleend zijn;
-
3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie Meppel.
Ondertekening
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders,
burgemeester
Bijlage 1 - Scoringsformulier
- 1.
- Geen impact
- 2.
- Zeer geringe impact: De activiteit heeft een minimaal meetbare impact op de ontwikkeling van de peuters, beperkt merkbaar in hun dagelijks functioneren.
- 3.
- Beperkte specifieke impact: De activiteit draagt in geringe mate bij aan de ontwikkeling van de peuters, met kleine verbeteringen in specifieke ontwikkelingsgebieden.
- 4.
- Specifieke impact: De activiteit heeft een beperkte positieve invloed, merkbaar in enkele ontwikkelingsaspecten.
- 5.
- Beperkte brede impact: De activiteit heeft een matige positieve invloed, zichtbaar op meerdere ontwikkelingsgebieden.
- 6.
- Bredere impact: De activiteit biedt een redelijke bijdrage aan de ontwikkeling, met duidelijke verbeteringen op meerdere ontwikkelingsgebieden.
- 7.
- Betekenisvolle veelzijdige impact: De activiteit heeft een betekenisvolle impact op de ontwikkeling van de peuters, met merkbare vooruitgang op veel ontwikkeIingsaspecten.
- 8.
- Sterke veelzijdige impact: De activiteit draagt sterk bij aan de ontwikkeling van de peuters, met substantiële vooruitgang in bijna alle ontwikkelingsgebieden.
- 9.
- Zeer sterke veelzijdige impact: De activiteit heeft een zeer sterke impact, met aanzienlijke en brede vooruitgang in de ontwikkeling van de peuters, bijna gelijk aan de impact van een WE-programma.
- 10.
- De impact van een volledig WE-programma
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl