Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727801
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727801/1
Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland heeft op 19 november 2024 het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 vastgesteld.
Het ontwerp-verkeersbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn 8 zienswijzen ontvangen betreffende 16 punten. Daarvan hebben 8 punten geleid tot een aanpassing van het ontwerp-verkeersbesluit. Dit betrof zowel het corrigeren van fouten als het verduidelijken van bepalingen. Overige zienswijzen zijn niet gehonoreerd, veelal omdat deze strijdig waren met de uitgangspunten van het verkeersbesluit.
Het college van dijkgraaf en heemraden heeft het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 met enkele wijzigingen gebaseerd op de zienswijzen vastgesteld.
Verkeersbesluit met bijlagen ter inzage (beroepstermijn)
Het besluit tot vaststellen van het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 met de daarbij behorende stukken ligt van 29 november 2024 tot en met 9 januari 2025 ter inzage:
- 1.
online via de knop “Bekijk documenten” op deze webpagina
- 2.
tijdens kantooruren in het kantoor van het waterschap, De Blomboogerd 1 in Tiel.
Als u van plan bent het verkeersbesluit en de bijbehorende kaarten in te komen zien en u wenst uitleg te krijgen, maak dan een afspraak via het e-mailadres info@wsrl.nl.
Beroep
Tegen het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024 kan gedurende zes weken na de dag van bekendmaking beroep worden ingesteld bij de rechtbank Gelderland, Team Bestuursrecht, postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Degenen die beroep in kunnen stellen, zijn:
- •
belanghebbenden die een zienswijze tegen het ontwerpbesluit naar voren hebben gebracht; (kennisgeving ontwerpbesluit: Nr. 11247 WATERSCHAPSBLAD 5 juni 2024 Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap Rivierenland)
- •
belanghebbenden die redelijkerwijs niet verweten kunnen worden tegen het ontwerpbesluit geen zienswijze naar voren te hebben gebracht.
Het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste bevatten: naam en adres, datum, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, en de gronden van het beroep. U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank Gelderland via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u beschikken over een elektronische handtekening (DigiD voor particulieren en eHerkenning voor ondernemers). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Het behandelen van het beroep brengt kosten met zich mee (griffierecht).
Voorlopige voorziening
Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking. Het vastgestelde verkeersbesluit treedt in werking op woensdag 1 januari 2025. Om dit te verhinderen kan, indien beroep wordt ingesteld, ook een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden gedaan bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, Team Bestuursrecht, postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
U kunt ook digitaal een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank Gelderland via https://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Ook de behandeling van dit verzoek brengt kosten met zich mee (griffierecht).
Meer informatie
Wilt u meer weten over het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024? Neem dan contact op met het waterschap via: info@wsrl.nl of bel ons op 0344-649 090
Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Registratie nr.: 133436
Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland;
Overwegingen:
Gelet op het gedeelte van de Linge benedenstrooms de Julianastuw te Geldermalsen tot de hefbrug Gorinchemse Kanaalsluis (bevaarbare deel van de Linge), het Kanaal van Steenenhoek en de Korne hebben een functie voor de scheepvaart. Voor dit bevaarbare gedeelte van de Linge, het Kanaal van Steenenhoek en de Korne zijn in het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2011 regels gesteld. Het is wenselijk gebleken het verkeersbesluit te actualiseren.
Werkingsgebied
Dit besluit heeft betrekking op:
- -
de Linge benedenstrooms de Julianastuw te Geldermalsen tot de hefbrug Gorinchemse kanaalsluis
- -
de Korne
- -
het Kanaal van Steenenhoek
Wettelijk kader:
Waterschap Rivierenland voert het beheer over de Linge, de Korne en het Kanaal van Steenenhoek. Naast het waterstaatkundig beheer is het dagelijks bestuur op grond van artikel 2, lid 3 Scheepvaartverkeerswet aangewezen als bevoegd gezag voor deze wateren. Op grond van artikel 4 en 5 van de Scheepvaartverkeerswet kan het bevoegd gezag verkeersbesluiten nemen ter bescherming van de in artikel 3 van de Scheepvaartverkeerswet genoemde belangen.
Dit verkeersbesluit met een verbod tot ligplaats nemen wordt uitgevaardigd door middel van een bekendmaking volgens artikel 8 Scheepvaartverkeerswet en artikel 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer. Hiervoor is gekozen omdat het besluit van toepassing is op een vaarweg waar het (uitsluitend) plaatsen van verkeerstekens niet doelmatig is.
Belangenafweging en motivering
We reguleren de ligplaatsen van schepen en vaartuigen, omdat we:
- •
een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer willen verzekeren;
- •
schade door het scheepvaartverkeer aan het aquatisch leefmilieu, oevers en waterkeringen willen voorkomen;
- •
de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de omgeving willen beschermen.
Waterkwaliteit
Ook in het kader van de waterkwaliteit is het van belang om grip te houden op de recreatiedruk op de Linge. De Linge is aangemerkt als KRW-waterlichaam. De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat in alle waterlichamen geen achteruitgang van de waterkwaliteit mag plaatsvinden (stand-still-beginsel). Toename van recreatiedruk staat op gespannen voet met de KRW-doelstellingen.
Actualiseren
Op 13 december 2011 is het voorgaande beleid voor ligplaatsen en het verkeersbesluit samengevoegd tot één nieuw verkeersbesluit. Sindsdien hebben zich ontwikkelingen voorgedaan die actualisatie van het besluit en de kaarten wenselijk maken.
Gevolgde procedure
Gelet op de mogelijke belangen van derden is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. Een zorgvuldige voorbereiding van het verkeersbesluit brengt met zich mee dat deze derden in de gelegenheid zijn gesteld om hun zienswijzen kenbaar te maken over het te nemen besluit.
Het ontwerpbesluit heeft van 6 juni 2024 tot en met 17 juli 2024 ter inzage gelegen. Hiervan is op 5 juni 2024 een kennisgeving gepubliceerd in het Waterschapsblad. Het ontwerp is ter voorbereiding op het definitieve besluit voor eventueel overleg aangeboden aan de bij dit besluit belanghebbende openbare lichamen en instellingen. Dit in overeenstemming met artikel 6 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer.
Gelet op het bepaalde in de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement.
BESLUIT:
Vast te stellen het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
Tot de volgende bekendmaking als bedoeld in artikel 8 Scheepvaartverkeerswet en artikel 13 Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer:
- I.
In te trekken het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2011 in werking getreden 22 december 2011 met kenmerk 201141441/169687.
- II.
Het volgende verkeersbesluit te nemen, ter regeling van het innemen van ligplaatsen in het gedeelte van de Linge van Geldermalsen tot Gorinchem, het Kanaal van Steenenhoek en de Korne voor zover aangegeven op de bijbehorende en van dit besluit deel uitmakende kaarten.
Artikel 1. Begripsomschrijving
In dit besluit en de bijlagen bij dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
Schip: elk vaartuig, met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water.
- b.
Door spierkracht voortbewogen schip: schepen die uitsluitend met spierkracht, ook wel handmatig voortbewogen worden. Hieronder vallen ook schepen met een elektromotor met een maximum van 3 kW.
- c.
Motorschip: mechanisch voortgedreven vaartuig dat wordt aangedreven door een motor, niet zijnde een elektromotor van 3 kW of lager.
- d.
Beroepsvaart: schepen die vallen onder de Binnenvaartwet.
- e.
Waterschapsverordening: Waterschapsverordening Waterschap Rivierenland.
Artikel 2. Verbod ligplaats nemen (ankeren, meren)
Het is verboden ligplaats te nemen, te ankeren en/of meren met een schip, een drijvend voorwerp of een drijvende inrichting, ongeacht of deze met een motor worden voortbewogen.
Artikel 3. Ankeren
In afwijking van het verbod van artikel 2 is ankeren toegestaan onder de volgende voorwaarden:
- a.
Ankeren vindt minimaal twee meter vanuit de oever plaats.
- b.
Ankeren duurt niet langer dan 24 uur.
- c.
De bepalingen van het Binnenvaartpolitiereglement blijven onverkort gelden.
Artikel 4. Ontheffing
-
1. Van het verbod onder artikel 2 kan ontheffing worden verleend. Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.
-
2. Ontheffing kan uitsluitend worden verleend:
- a.
Als er op de vaarweggedeelten waar dit besluit betrekking op heeft, voor een bepaalde tijdsperiode kortstondig wordt gemeerd en
- b.
Als het verlenen van ontheffing zich verdraagt met de door dit verkeersbesluit te beschermen belangen.
- a.
Artikel 5. Ligplaatszones
-
1. Het verbod onder artikel 2 om ligplaats te nemen, geldt niet voor ligplaatszones die zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaarten als voldaan wordt aan:
- a.
de algemene bepalingen voor alle ligplaatszones zoals genoemd in artikel 5a van dit besluit en
- b.
de algemene regels genoemd voor de betreffende ligplaatszone in artikel 5b van dit besluit.
- a.
-
2. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende ligplaatszones:
- I
Ligplaatszone voor door spierkracht voortbewogen schepen
- II
Ligplaatszone voor motorschepen
- III
Ligplaatszone voor horeca en passanten
- IV
Ligplaatszone voor jachthavens en jachtwerven
- V
Ligplaatszone voor beroepsvaart
- VI
Ligplaatszone voor veerponten
- VII
Ligplaatszone voor woonschepen
De ligplaatszones staan weergegeven op bijgevoegde kaarten.
- I
Artikel 5a. Algemene bepalingen, geldend voor alle ligplaatszones
-
1. Het innemen en gebruik van de ligplaats mag de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer niet belemmeren en moet gebeuren aan een deugdelijke meervoorziening.
-
2. Het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen nadelige gevolgen hebben voor het in stand houden van de vaarweg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan.
-
3. Het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen schade toebrengen aan de waterhuishouding, oevers en waterkeringen, of werken gelegen in of over scheepvaartwegen.
-
4. Het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen hinder of gevaar opleveren voor personen die zich anders dan op een schip te water bevinden.
-
5. Het innemen en gebruik van de ligplaats mag geen onaanvaardbare nadelige gevolgen hebben voor de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de omgeving.
-
6. Het opdelen van kadastrale percelen leidt niet tot het toenemen van het toegestaan aantal ligplaatsen binnen de zone. Uitgangspunt bij de perceelindeling is de situatie op het moment van vaststelling van het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2011.
-
7. De rechten van een ligplaatszone gekoppeld aan een doel of bestemming, komen te vervallen bij het tenietgaan van dat doel of bestemming.
Artikel 5b. Algemene regels die gelden per ligplaatszone
- I
Ligplaatszone voor door spierkracht voortbewogen schepen
- a.
De ligplaats mag door de rechthebbende op het aangrenzende perceel worden ingenomen door een of meerdere met spierkracht voortbewogen schepen.
- b.
Het vaartuig mag maximaal 4 meter breed en 15 meter lang zijn.
- c.
Maximaal 90% van de perceelsbreedte mag gebruikt worden als ligplaats.
- d.
Het vaartuig mag maximaal 4 meter de vaarweg insteken zolang het niet in strijd is met de Waterschapsverordening en de bijbehorende algemene regels.
- e.
Het vaartuig is zonder opbouw en eventueel afgedekt door een tent met een maximale hoogte van 0,5 meter boven het vaste boord.
- a.
- II
Ligplaatszone voor motorschepen
- a.
De ligplaats mag door de rechthebbende op het aangrenzende perceel worden ingenomen door met spierkracht voortbewogen schepen en motorschepen.
- b.
Per perceel is maximaal één motorschip toegestaan.
- c.
Naast één motorschip zijn er, als de afmetingen van de ligplaatszone dat toelaat, één of meerdere door spierkracht voortbewogen schepen in de zone toegestaan.
- d.
Het vaartuig mag maximaal 4 meter breed en 15 meter lang zijn.
- e.
Maximaal 90% van de perceelsbreedte mag gebruikt worden als ligplaats.
- f.
Het vaartuig mag maximaal 4 meter de vaarweg insteken zolang het niet in strijd is met de Waterschapsverordening en de bijbehorende algemene regels.
- a.
- III
Ligplaatszone voor horeca en passanten
- a.
De ligplaats mag worden ingenomen door met spierkracht voortbewogen schepen, motorschepen en rondvaartboten.
- b.
Dubbel meren is toegestaan, mits dit de maximale breedte van 6 meter niet overschrijdt en het niet in strijd is met de Waterschapsverordening en de bijbehorende algemene regels.
- c.
Op passantenligplaatsen aangeduid met bord e.5 met onderbord 3x24 uur, is het verboden om als het schip deze locatie verlaat binnen 5 x 24 uur terug te keren op dezelfde ligplaats.
- d.
De aaneengesloten verblijfsduur bij een horecagelegenheid is maximaal 1 x 24 uur.
- a.
- IV
Ligplaatszone voor jachthavens en jachtwerven
- a.
De ligplaats in een jachthaven of jachtwerf mag worden ingenomen door alle typen vaartuigen.
- b.
Het innemen van een ligplaats in een jachtwerf mag uitsluitend vanwege reparatiedoeleinden of verkoop van het vaartuig.
- a.
- V
Ligplaatszone voor beroepsvaart
De ligplaats mag worden ingenomen door de beroepsvaart die is toegestaan op de vaarweg waar dit verkeersbesluit betrekking op heeft.
- VI
Ligplaatszone voor veerponten
De ligplaats mag worden ingenomen door veerponten die een veerdienst onderhouden.
- VII
Ligplaatszone woonschepen
- a.
Naast het woonschip is het toegestaan met maximaal één schip ligplaats te nemen, voor zover het niet buiten de zone van deze categorie VII uitsteekt en niet aan de zijde van de doorvaart ligt.
- b.
De maximale afmeting van het woonschip mag de zone van deze categorie VII waarin deze zich bevindt niet overschrijden, met een maximum van de in de Waterschapsverordening genoemde afmetingen.
- a.
Artikel 6. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als "Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024".
Artikel 7. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 8. Overgangsrecht
Een eerder verleende ligplaatsontheffing of op grond van voorgaande bepalingen verkregen recht daartoe, wordt gelijkgesteld met een ontheffing volgens dit besluit. Zou de eerder verleende ontheffing of verkregen recht op grond van dit besluit niet worden verleend, dan geldt de volgende beperking:
- a.
Voor zone I t/m III: de ontheffing is slechts geldig zolang de ontheffinghouder rechthebbende is op het aangrenzende perceel.
- b.
Voor zone VII (woonschepen): de ontheffing is slechts geldig zolang degene die op het moment dat dit verkeersbesluit in werking treedt, eigenaar is van het woonschip.
Artikel 9. Borden
Dit verkeersbesluit heeft dezelfde strekking als een bekendmaking. Het ligplaatsverbod wordt in principe niet met borden aangegeven.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Rivierenland van 19 november 2024 te Tiel.
de secretaris-directeur,
ir. Z.C. Vonk
de waarnemend dijkgraaf,
G.V. den Hartog
Bijlage 1: Kaarten met aangegeven ligplaatszones
Bijlage 2: Overzichtskaart
Toelichting op Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2024
1. Algemeen
Het dagelijks bestuur van Waterschap Rivierenland is door Provinciale Staten van Gelderland en Zuid-Holland aangewezen als bevoegd gezag voor nautisch beheer van onder andere het bevaarbare deel van de Linge, Korne en het Kanaal van Steenenhoek. Deze aanwijzing dateert voor Gelderland van 20 november 2009 en voor Zuid-Holland van 20 februari 1992. Door een herindeling, in 2019, is de provincie Utrecht voor een gedeelte van de Linge nabij Leerdam in de plaats getreden van Zuid-Holland. De nautische bevoegdheid blijft bij het waterschap. De aanwijzing van nautisch beheerder betekent dat het dagelijks bestuur bevoegd is verkeersbesluiten op grond van de Scheepvaartverkeerswet te nemen.
De Linge stroomt zowel in de provincie Gelderland, Zuid-Holland als Utrecht. In het gedeelte van Doornenburg tot Geldermalsen is het niet mogelijk om te varen. In het gedeelte van Geldermalsen tot Gorinchem is de Linge wél bevaarbaar. Voor dit gedeelte is het dan ook wenselijk regels op te stellen voor een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer. Overigens spreken we formeel over de gekanaliseerde Linge vanaf Arkel tot de Hefbrug Gorinchemse Kanaalsluis. In dit verkeersbesluit bedoelen wij met Linge ook het gekanaliseerde gedeelte.
Volgens de Scheepvaartverkeerswet mag bij het nemen van het verkeersbesluit tevens rekening gehouden worden met een aantal andere belangen. De toenemende recreatiedruk op de Linge heeft niet alleen invloed op de doorvaart. Ook de natuurwaarden van de Linge en de nabije omgeving ondervinden daarvan de gevolgen. Gelet op de recreatie-ontwikkelingen en de waterkwaliteitsdoelen heeft het bestuur van het waterschap in 2000 besloten dat er geen verdere uitbreiding van het aantal permanent gemeerde vaartuigen mag plaatsvinden.
Met het oog op de doelstellingen, blijft dit uitgangspunt ook in het nieuwe verkeersbesluit onverkort gelden. Dit betekent echter niet dat een wenselijk geachte verruiming van de meermogelijkheden geheel onmogelijk is. Samenvoegen van categorieën vaartuigen, aanpassen van bepaalde ligplaatszones en actualiseren van het besluit doet aan het uitgangspunt geen afbreuk. Naast tekstuele aanpassingen en een andere indeling zijn de belangrijkste wijzigingen:
- •
Het onderscheid tussen motorboot en open motorboot is vervallen en vervangen door één categorie: motorschip.
- •
De maximaal toegestane breedtemaat voor door spierkracht voortbewogen schepen is verruimd.
- •
De rondvaartboot valt onder de categorie beroepsvaart. Hoewel het verkeersbesluit niet voorziet in bebording, zal de ligplaats voor de rondvaartboot kenbaar gemaakt worden met een informatiebord ‘beroepsvaart’.
- •
Een vrijwel aaneengesloten lint van ligplaatszones voor motorschepen dat wordt onderbroken door een enkel perceel zonder zone kan onder voorwaarden worden verbonden. Van belang is onder andere het type oeverbeschoeiing. Ter voorkoming van aantasting van natuur- en landschappelijke waarden wordt de mogelijkheid beperkt tot gebieden binnen de bebouwde kom.
- •
Tekstuele toevoeging dat het meren uitsluitend mag plaatsvinden aan een meervoorziening.
- •
De ontwikkelingen maken het wenselijk de van het verkeersbesluit deel uitmakende kaarten te actualiseren en te verhelderen daar waar onduidelijkheid zou kunnen bestaan.
- •
De terminologie is aangepast en sluit nu beter aan bij de begrippen in de Scheepvaartverkeerswet en het Binnenvaartpolitiereglement.
Bereik van het verkeersbesluit
Op de kaarten staat expliciet aangegeven (grijze zones) dat bepaalde gedeelten van de Linge niet onder dit verkeersbesluit vallen. Deze grijze vlakken zijn al in eerdere versies van het verkeersbesluit aangewezen en liggen buiten de vaargeul. De algemene regels uit dit verkeersbesluit zijn daarop dan ook niet van toepassing. Deze gedeelten zijn op de kaarten aangemerkt als "verkeersbesluit niet van toepassing. Hierop zijn wel de regels van de Waterschapsverordening van toepassing.
Relatie met Waterschapsverordening Waterschap Rivierenland
De wateren die onder dit besluit vallen, hebben zowel een functie voor het waterbeheer als een functie als vaarweg. Waterschap Rivierenland is voor beide functies aangewezen als bevoegd gezag. Ter bescherming van onder meer die belangen heeft het waterschap regels gesteld in de Waterschapsverordening Waterschap Rivierenland. Dat betekent dat naast de verkeersregels en-verkeersbesluiten voor het varen en ligplaats nemen, ook rekening gehouden moet worden met de Waterschapsverordening. Daarnaast kunnen er nog andere handelingen zijn die te maken hebben met het ligplaats nemen of varen die onder de bepalingen van de Waterschapsverordening vallen. Zoals het plaatsen van een steiger of andersoortige meervoorziening, een loopplank tussen woonschip en oever, of het lozen vanaf een vaartuig op het water.
Verder kunnen op het ligplaats nemen andere wettelijke regelingen van andere instanties van toepassing zijn. Zo moet bijvoorbeeld een ligplaats voldoen aan planologische regels van provinciale- en gemeentelijke regelgeving en moet er toestemming zijn van de eigenaar van het water.
2. Artikelsgewijs
Ad artikel 1. Begripsomschrijving/Enkele betekenissen van begrippen in dit besluit
Voor de begripsomschrijvingen is zoveel mogelijk aangesloten bij de Scheepvaartverkeerswet en het Binnenvaartpolitiereglement.
Schepen met een elektromotor
Schepen met een elektromotor worden mechanisch voortbewogen en vallen in principe in de categorie motorschip. Voor dit verkeersbesluit zullen schepen met een elektromotor worden beschouwd als door spierkracht voortbewogen schepen als het maximumvermogen van de elektromotor niet groter is dan 3 kW (de maximale snelheid bij een dergelijk vermogen is ongeveer 6 à 8 km/u). Hiervoor worden de navolgende redenen gegeven: Het gebruik van schepen met een elektromotor, ook wel "fluisterboten" genoemd, neemt toe. De status van deze vaartuigen is niet altijd even duidelijk. Gelet op de met dit verkeersbesluit beoogde doelen, zoals verzekering van een veilig en vlot verloop van het scheepvaartverkeer, het voorkomen of beperken van schade door het scheepvaartverkeer aan het aquatisch leefmilieu, oevers en waterkeringen en de bescherming van de landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de omgeving kan worden gesteld dat schepen met een elektromotor over het algemeen genomen geringe invloed hebben op de genoemde doelen. Zeker ten opzichte van motorschepen. Dit vanwege hun geringe snelheid en geluid. In die zin zijn ze te vergelijken met door spierkracht voortbewogen schepen. Bovendien neemt hierdoor het aantal door spierkracht voortbewogen schepen af dat met een aangehangen benzine-/dieselmotor aan de scheepvaart deelneemt.
Ad artikel 2. Verbod ligplaats innemen
Ligplaats nemen: hieronder wordt ook verstaan: ankeren en meren.
Drijvend voorwerp: bijvoorbeeld een vlot.
Drijvende inrichting: drijvend bouwsel dat vanwege zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst. Bijvoorbeeld een woonschip.
Ad artikel 3. Ankeren
Het verbod geldt niet voor ankeren wanneer een afstand van minimaal 2 meter van de oever aangehouden wordt. Daarbij mag dit voor ten hoogste 24 uur. De reden dat onder voorwaarden ankeren/meren is toegestaan, is dat op gedeelten van de Linge een vaarverbod in de nacht geldt. Daarom moet er worden voorzien in een mogelijkheid tot tijdelijk ligplaats nemen voor die gevallen. Bij het ankeren moeten de daarvoor geldende bepalingen uit het Binnenvaartpolitiereglement worden opgevolgd.
Ad artikel 4. Ontheffing
Door het instellen van zogenaamde zones is exact bepaald waar ligplaats mag worden ingenomen. Daarbuiten is het verboden, voor zover dit binnen de reikwijdte van dit verkeersbesluit valt. Op grond van artikel 7 van de Scheepvaartverkeerswet kan in bepaalde gevallen ontheffing worden verleend. Al dan niet met voorschriften of beperkingen. De uitgangspunten van het verkeersbesluit blijven ook bij het beoordelen van een verzoek om ontheffing gelden. Dat wil zeggen dat het aantal permanent gemeerde vaartuigen niet wordt uitgebreid. Ook de overige belangen die beschermd worden door dit verkeersbesluit moeten worden betrokken. In ieder geval zal geen ontheffing worden verleend als dat zou leiden tot een vaste uitbreiding van het aantal gemeerde vaartuigen op de vaarweggedeelten waar dit besluit betrekking op heeft. Vaarweggedeelten die op de bijbehorende kaarten zijn aangegeven en geen deel uitmaken van het besluit, tellen daarbij dus niet mee. Een ruiling van ligplaats die plaatsvindt tussen de onder dit besluit vallende vaarweggedeelten, zou per definitie geen uitbreiding hoeven te betekenen. Een verzoek daartoe wordt getoetst aan het belangenkader van dit besluit. Een verzoek tot ruiling van ligplaats binnen de bebouwde kom tegen een ligplaats daarbuiten zal vanwege het belangenkader niet gehonoreerd worden. Het tegengaan van uitbreiding richt zich op permanent meren. Dat wil niet alleen zeggen ononderbroken of voortdurend meren gedurende het jaar. Hieronder valt bijvoorbeeld ook het meren voor een seizoen. Dus niet kortstondig. Het gaat erom dat op een willekeurig tijdstip niet meer ligplaatsen worden ingenomen dan ten tijde van de vaststelling van de ligplaatsenkaarten.
Ad artikel 5. Ligplaatszones
Bij dit besluit behoren kaarten. Op deze kaarten is aangegeven hoe, waar en met wat er een ligplaats mag worden ingenomen. Formele wijzigingen waar een rechtsmiddel tegen open heeft gestaan, worden periodiek of jaarlijks bijgewerkt op de kaarten. Voor bepaalde zones is expliciet aangegeven dat zij niet vallen onder de regels van dit verkeersbesluit. Deze zijn aangemerkt op de kaarten als "Verkeersbesluit niet van toepassing".
Ad artikel 5a. Algemene bepalingen, geldend voor alle ligplaatszones
Onder een deugdelijke meervoorziening wordt verstaan een constructie waaraan een schip deugdelijk en vrijwel onbeweeglijk vastgemaakt kan worden aan oever of kade. Bijvoorbeeld aan bolders, meerpalen, muurpotten, meerring.
Lid 7: Wanneer een recht is verleend vanuit het belang van bijvoorbeeld een horecabestemming, vervalt het ligplaatsrecht als de bestemming horeca vervalt. Zo geldt dat ook als een jachthaven, een ligplaatszone voor horeca of passanten, of een jachtwerf de functie verliest. Hernieuwde invulling van vrijkomende ruimte kan worden overwogen na een ingediende aanvraag daartoe. Dit gebeurt mede onder afweging van de met dit verkeersbesluit te beschermen belangen.
Ad artikel 5b Algemene regels die gelden per ligplaatszone
Haaks meren
Bij het inwerkingtreden van dit verkeersbesluit geldt de bepaling over het haaks meren in de Waterschapsverordening: In Artikel 5.4.13 wordt een verwijzing gemaakt naar ligplaatsen die zijn vastgelegd in een verkeersbesluit. In de toelichting bij dit artikel in de Waterschapsverordening wordt vermeld dat hiermee bedoeld wordt het Verkeersbesluit Ligplaatsen Linge. De verwijzing strekt ertoe aan te geven dat haaks meren slechts is toegestaan binnen de in het verkeersbesluit vastgelegde ligplaatszones. Het gemeerde vaartuig mag bij haaks meren niet langer zijn dan de meerzone volgens dit besluit breed is.
Ad I Ligplaatszones met breedte maximaal 4 meter voor door spierkracht voortbewogen schepen
Een ligplaatszone voor door spierkracht voortbewogen schepen mag door de rechthebbende op het aangrenzende perceel worden ingenomen door een of meerdere door spierkracht voortbewogen schepen als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is. De ligplaatszone voor door spierkracht voortbewogen schepen heeft een breedte van maximaal 4 meter.
Ad II Ligplaatszone met breedte maximaal 4 meter voor motorschepen
In een ligplaatszone voor een motorschip zijn een motorschip en tevens een of meerdere door spierkracht voortbewogen schepen toegestaan als dit binnen de zone en lengte van de oever mogelijk is.
Insteekhavens
Als een insteekhaven openstaat voor het openbaar verkeer met schepen, maakt deze deel uit van de vaarweg. Uitgangspunt is dan ook dat insteekhavens deel uitmaken van de vaarweg. Hiermee wordt aangesloten bij de definitie van het begrip vaarweg in het Binnenvaartpolitiereglement (BPR), namelijk: "elk voor het openbaar verkeer met schepen openstaand water".
Wanneer een ligplaats wordt ingenomen in een zogenaamde insteekhaven, geldt de beperking ten aanzien van de maximale lengte van 90% van de perceelsbreedte niet. Ook het evenwijdig aan de oever meren is in het geval van een insteekhaven niet verplicht. De overige bepalingen blijven onverminderd van kracht.
Bij het innemen van de ligplaats in een insteekhaven moet wel de maximale lengte van het vaartuig van 15 meter en de breedte van de ligplaatszone in acht worden genomen.
Dit betekent dat een motorschip vanuit een insteekhaven maximaal 4 meter de vaarweg mag insteken, de ligplaatszone voor motorschepen (zone II) heeft immers een breedte van maximaal 4 meter. Voor de aanleg van een insteekhaven, zijnde een dwars op de vaarweg gesitueerde inham, bedoeld voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig, is een watervergunning vereist. Mogelijk ook een omgevingsvergunning.
Ad VII Woonschepen
Voor het ligplaats mogen nemen met een woonschip is een toestemming op grond van het verkeersbesluit ligplaatsen Linge vaak niet voldoende. Volgens de Waterschapsverordening worden geen woonarken toegestaan in de waterstaatszone. Een woonark in bijvoorbeeld een A-watergang wordt aangemerkt als object dat niet wordt toegestaan. Vrijwel altijd moet er naast regelgeving van het waterschap ook nog toestemming zijn op grond van provinciale- en gemeentelijke regelgeving. Zo zal bijvoorbeeld de ligplaats moeten passen in het bestemmingsplan. Ook zal de eigenaar van het water toestemming moeten geven voor gebruik van het eigendom. De eigenaar of rechthebbende van het woonschip is daarvoor zelf verantwoordelijk.
Ad artikel 6. Citeertitel
In navolging op het verkeersbesluit uit 2011 wordt ook voor dit besluit het jaar van vaststelling aangehouden.
Ad artikel 7. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025. De bekendmaking vindt voorafgaand plaats in het Waterschapsblad.
Ad artikel 8. Overgangsrecht
In het Verkeersbesluit ligplaatsen Linge 2011 was overgangsrecht opgenomen voor situaties die niet meer pasten binnen de regels van het toen vast te stellen nieuwe verkeersbesluit in 2011. Het overgangsrecht bepaalde dat als onder het nieuwe verkeersbesluit geen ontheffing meer verleend zou worden, de ontheffing op een bepaald moment de geldigheid zou verliezen. Namelijk:
- -
voor de ligplaatsen in zone I t/m III zal de ontheffing slechts gelden zolang de ontheffinghouder rechthebbende is op het aangrenzende perceel. Als ontheffinghouder het recht op het perceel verliest, zal de ontheffing van rechtswege vervallen of zal de ontheffing worden ingetrokken. Dat is echter afhankelijk van het feit of de ontheffing ook is verleend aan eventueel rechtverkrijgenden.
- -
voor de woonschepen in zone VII zal de ontheffing slechts gelden zolang de ontheffinghouder eigenaar is van het woonschip. Gaat de eigendom van het woonschip over op een ander, maar is de ontheffing niet verleend aan rechtverkrijgenden, dan vervalt de ontheffing van rechtswege. Is deze wel verleend aan eventuele rechtverkrijgenden, dan zal het proces van intrekken van de ontheffing gevolgd moeten worden.
Onder het nieuwe verkeersbesluit 2024 moet dit overgangsrecht worden voortgezet voor zover de daaronder vallende situaties nog bestaan. De ontheffingen onder het voorgaande verkeersbesluit zijn verleend en die niet onder deze overgangsregels vallen, zijn verwerkt op de kaarten bij dit verkeersbesluit van 2024.
Ad 9. Borden
Het besluit wordt niet aangegeven door middel van borden omdat dit niet doelmatig is. Volgens artikel 13 van het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer kunnen verkeerstekens voor scheepvaartwegen waar verkeerstekens die een gebod of een verbod dan wel een aanbeveling of een inlichting bevatten niet doelmatig zijn, worden vervangen door bekendmakingen met dezelfde strekking als een verkeersteken. De loswallen van het waterschap zijn voorzien van borden met betrekking tot meren. Waterschap Rivierenland plaatst echter geen borden op eigendommen van anderen. In de wateralmanak is opgenomen waar gemeerd mag worden. Niet waar geankerd mag worden.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl