Verordening Rekenkamer Beverwijk 2024

Geldend van 29-11-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening Rekenkamer Beverwijk 2024

De raad van de gemeente Beverwijk;

gehoord het Presidium,

gehoord de raadscommissie;

gelet op hoofdstuk IVa en Xla van de Gemeentewet.

b e s l u i t :

  • 1.

    Een rekenkamer in te stellen;

  • 2.

    De Verordening Rekenkamer Beverwijk 2024 vast te stellen;

  • 3.

    De profielschetsen leden (inclusief voorzitter) Rekenkamer Beverwijk vast te stellen;

  • 4.

    De werving en selectie van de leden (inclusief voorzitter) op te starten

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • -

    rekenkamer: gemeentelijke rekenkamer als bedoeld in artikel 81a van de Gemeentewet;

  • -

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer Beverwijk.

  • -

    leden: de leden van de rekenkamer Beverwijk.

  • -

    raad: de raad van Beverwijk.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1. Er is een rekenkamer.

  • 2. De rekenkamer bestaat uit 3 leden, waaronder een voorzitter.

Artikel 3. Ronde langs fracties en de (voorzitter van de) Auditcommissie

  • 1. Jaarlijks maakt de rekenkamer een ronde langs de fracties om suggesties voor te onderzoeken onderwerpen op te halen en te spreken over de rekenkamer.

  • 2. Jaarlijks spreekt de rekenkamer tevens met de Auditcommissie of de voorzitter van de Auditcommissie. Het doel van het gesprek is om afstemming te zoeken voor wat betreft doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van de respectievelijke onderzoeken.

Artikel 4. Herbenoeming

De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal 1 keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De rekenkamer heeft een ambtelijk secretaris.

  • 2. De ambtelijk secretaris is werkzaam bij de griffie van de gemeente.

  • 3. De ambtelijk secretaris wordt functioneel aangestuurd door de voorzitter van de rekenkamer.

  • 4. De ambtelijk secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van haar taken terzijde.

Artikel 6. Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen het bij de gemeentebegroting beschikbaar gestelde budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van zijn taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding en tegemoetkoming in kosten als bedoeld in artikel 7;

    • b.

      de inhuur van externe onderzoekers die door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • c.

      mogelijke overige uitgaven die de rekenkamer nodig oordeelt voor de goede uitoefening van zijn taak.

  • 3. De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag, bedoeld in artikel 185 van de Gemeentewet.

  • 4. Indien het beschikbare budget niet toereikend is voor het uitvoeren van een extern onderzoek, kan de rekenkamer de raad verzoeken om extra budget ter beschikking te stellen. De rekenkamer overlegt bij zijn verzoek een onderbouwing van de noodzaak en het daarbij behorende budget.

  • 5. In een Reglement van Orde op de rekenkamer regelt de rekenkamer de interne verdeling van de financiële taken en verantwoordelijkheden.

Artikel 7. Vergoeding

  • 1. De leden van de rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vaste maandelijkse vergoeding.

  • 2. De vergoeding voor het lid bedraagt per maand een vierde van de vergoeding voor raadsleden. De voorzitter ontvangt daarbovenop een bedrag van € 40 per maand. De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd met dezelfde indexering die geldt voor de vergoeding voor raadsleden.

  • 3. De leden en voorzitter van de rekenkamer ontvangen daarnaast een vergoeding voor hun reiskosten. Dit is maximaal de belastingvrije kilometervergoeding. Kosten van openbaar vervoer worden geheel vergoed.

  • 4. Indien leden van de rekenkamer op basis van een expliciet besluit van het presidium zelf onderzoekwerkzaamheden verrichten, ontvangen zij daarvoor een vergoeding per uur van 70 euro exclusief Btw.

  • 5. Alle vergoedingen van reiskosten worden uitbetaald op basis van een gespecificeerde declaratie en bewijsstukken. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 3 maanden na factuurdatum of betaling ingediend.

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

De secretaris verstrekt de raad jaarlijks voor 1 november een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt inwerking de dag na bekendmaking ervan.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Rekenkamer Beverwijk 2024

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadvergadering van 14 november 2024

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting

Algemeen

Deze verordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).

De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen, zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.

Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.

De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen (artikel 81i van de Gemeentewet).

Artikelsgewijs

Enkel die bepalingen die verdere toelichting behoeven, worden hieronder nader toegelicht.

Artikel 2. Rekenkamer

In het eerste lid stelt de raad de rekenkamer in. Dit is een wettelijke verplichting (artikel 81a van de Gemeentewet). Om misverstanden te voorkomen: het is ook de raad die de leden en voorzitter van de rekenkamer benoemt.

Artikel 3. Ronde langs fracties en de (voorzitter van de) Auditcommissie

Rekenkamers hebben in de praktijk soms behoefte om informatie in te winnen bij (een afvaardiging van) de raad. Bijvoorbeeld over vragen als wat leeft er binnen de raad. Ook bestaat er soms behoefte om organisatorische wijzigingen binnen de rekenkamer of veranderingen in het rekenkamerbudget te bespreken.

Artikel 4 Herbenoeming

De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde raden wordt beslist. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. De raad zal de rekenkamer verzoeken een (informeel) schema van aftreden op te stellen om dit te bewerkstelligen. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. Zie Kamerstukken 27 751, nr. 3, p. 68.

Artikel 5. Ambtelijke ondersteuning

De ambtenaren die werkzaamheden verrichten voor de rekenkamer, verrichten niet tevens werkzaamheden voor een ander orgaan van de gemeente, met uitzondering van de op de griffie werkzame ambtenaren (artikel 81j, derde lid). Dit betekent dat griffiemedewerkers deels voor de griffie en deels voor de rekenkamer kunnen werken. Vanwege de onafhankelijke positie van de rekenkamer zijn de ambtenaren, inclusief dus de griffiemedewerkers, voor werkzaamheden voor de rekenkamer uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer (artikel 81j, vierde lid). De ambtelijk secretaris is organisatorisch ondergebracht bij de griffie en valt rechtspositioneel onder de griffier.

Artikel 6. Budget

De raad moet de rekenkamer de nodige middelen ter beschikking stellen voor een goede uitoefening van haar werkzaamheden (artikel 81j van de Gemeentewet). Dit omvat de totale kosten van de rekenkamer en alle overige kosten voor de uitvoering van de taken.

Artikel 7. Vergoeding

De leden van de rekenkamer ontvangen een bij verordening vastgestelde vergoeding voor hun werkzaamheden (artikel 81k van de Gemeentewet).

Artikel 8. Monitoring aanbevelingen

Volgens artikel 185a van de Gemeentewet moet het college jaarlijks aan de raad een overzicht sturen van de aan het college gedane voorstellen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven. Niet alle voorstellen, of meestal aanbevelingen genoemd, zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het college. Er zijn ook aanbevelingen die de raad zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kiest de raad ervoor om de secretaris jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan de raad zijn gericht, door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan de raad helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.