Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727755
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727755/1
Beleidsregel tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat
Geldend van 29-11-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaatArtikel 1 Toepasbaarheid aanwijzingsbesluit
-
1. In eerste instantie zal toepassing van het aanwijzingsbesluit beperkt blijven tot de aanwijzing van een gebouw naar aanleiding van de ondermijningsindicatoren, zoals opgenomen in artikel 2 en bijlage 1.
-
2. Alleen als er sprake is van een ernstige structurele problematiek in een bedrijfsmatige activiteit of gebied, kan de burgemeester gebruik maken van zijn bevoegdheid om een gebied of bedrijfsmatige activiteit aan te wijzen, zoals opgenomen in artikel 3.
Artikel 2 Aanwijzen gebouw
-
1. De burgemeester wijst uitsluitend een gebouw aan als in of rondom dat gebouw naar zijn oordeel de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat of dreigt te komen te staan.
-
2. Voor de aanwijzing van een gebouw wordt gebruik gemaakt van ondermijnsindicatoren, zoals opgenomen in bijlage 1.
-
3. Als er sprake is van een objectief zware indicator kan de burgemeester de vergunningplicht op het gebouw leggen.
-
4. Als er sprake is van minimaal 3 lichte indicatoren kan de burgemeester de vergunningplicht op het gebouw leggen.
-
5. Aanleidingsindicatoren geven reden tot een nader onderzoek en kunnen dienen als extra onderbouwing in samenhang met lichte en zware indicatoren.
-
6. Een aanwijzingsbesluit rust op het gebouw. Als de zittende exploitant zijn onderneming beëindigt blijft de vergunningplicht op het gebouw rusten. Ook wanneer een exploitant de bedrijfsactiviteit wijzigt in hetzelfde gebouw, blijft de vergunningplicht gelden.
Artikel 3 Aanwijzen van een bedrijfsmatige activiteit of gebied
-
1. Bij de aanwijzing van een gebied zal altijd eerst worden overwogen of de aanwijzing kan worden beperkt tot een gebouw. Voort zal bij een aanwijzing van een gebied eerst worden overwogen of de aanwijzing kan worden beperkt tot een of meer nader te bepalen bedrijfsmatige activiteiten in dat gebied.
-
2. Bij de aanwijzing van een bedrijfsmatige activiteit zal altijd eerst worden overwogen of de aanwijzing kan worden beperkt tot een gebouw, gebied dan wel meerdere gebieden.
-
3. Voor de aanwijzing van een gebied of bedrijfsmatige activiteit geldt het volgende toetsingskader:
- a.
de aanwijzing is noodzakelijk voor het bestrijden van de problematiek in de bedrijfsmatige activiteit of het gebied en de omvang van het aangewezen gebied reikt niet verder dan strikt noodzakelijk (noodzakelijkheidscriterium);
- b.
de inzet van andere instrumenten in het gebied biedt geen uitkomst (subsidiariteitcriterium);
- c.
het instrument is van toegevoegde waarde op de reeds ingezette aanpak (geschiktheidscriterium); en,
- d.
het belang van de verbetering van de problematiek in het gebied rechtvaardigt de aanwijzing (proportionaliteitsbeginsel).
- a.
Artikel 4 Uitgangspunten bij het aanwijzen van een gebied.
-
1. Een gebied kan worden aangewezen als de openbare orde en leefbaarheid onder druk staat en dit verder rijkt dan enkel een gebouw.
-
2. Er is sprake van de in lid 1 genoemde situatie als één van de volgende indicatoren zich voor doen (deze lijst is niet limitatief):
- a.
Het algehele veiligheidsbeeld baart zorgen, zoals dat naar voren komt uit informatie over de sociale cohesie in een gebied, de sociaaleconomische positie van buurtbewoners, cijfers over de mate van criminaliteit in een buurt, cijfers over het veiligheidsgevoel en/of enquêtes die inzichtelijk maken welke problemen inwoners van dag tot dag ervaren.
- b.
Bewoners(organisaties) of ondernemers(organisaties) geven aan zich onveilig te voelen of uiten hun zorgen over het ondernemersklimaat in het gebied.
- c.
Het gebied staat als onveilig bekend, zowel voor klanten als voor medewerkers van de in het gebied gevestigde bedrijven.
- d.
Er zijn handhavingsacties geweest waarbij naar aanleiding van de constateringen regelmatig bestuursrechtelijk is opgetreden.
- e.
Het gebied heeft een opvallend hoge concentratie van ondernemingen met een bedrijfsmatige activiteit die gevoelig is voor ondermijnende criminaliteit.
- f.
De in het gebied gevestigde bedrijven trekken criminelen aan en verslechteren de leefbaarheid in de buurt. Daardoor trekken buurtbewoners weg, raken ze zelf in de criminaliteit verzeild of zijn nieuwe (bonafide) ondernemers en hun potentiële klanten huiverig om zich in het gebied te vestigen.
- a.
Artikel 5 Uitgangspunten bij het aanwijzen van een bedrijfsmatige activiteit
-
1. De burgemeester kan een vergunning verplichten voor het exploiteren van een bedrijfsmatige activiteit, als de activiteit naar zijn oordeel een negatieve invloed heeft op het woon- en leefklimaat in de omgeving, de openbare orde en veiligheid bedreigt of op een andere wijze de leefbaarheid aantast.
-
2. Negatieve invloeden ingevolge het eerste lid in de omgeving zijn vaak het gevolg van criminele inmenging in een bedrijfsmatige activiteit, het aantrekken van een criminele klantenkring, het plegen van strafbare feiten, het faciliteren van strafbare feiten en/of het toestaan of gedogen dat er strafbare feiten worden gepleegd.
-
3. Ter onderbouwing kunnen ondermijningsindicatoren die gelden voor de aanwijzing van een gebouw (bijlage 1) gebruikt worden. Anders dan bij de aanwijzing van een gebouw worden er in dit geval ondermijningsindicatoren geconstateerd in meerdere gebouwen met een zelfde bedrijfsmatige activiteit.
-
4. Bedrijfsmatige activiteiten kunnen om verschillende redenen kwetsbaar zijn voor criminele inmenging en een risico vormen voor de openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid. Vanwege de structurele aard van de problematiek kunnen deze bedrijfsmatige activiteiten zich lenen voor een vergunningplicht. In bijlage 2 staan verschillende bedrijfsmatige activiteiten waar een risico op rust en voorbeelden van criminele inmenging in deze bedrijfsmatige activiteiten. Deze lijst is niet limitatief.
Artikel 6 Rapportage als aanleiding voor aanwijzingsbesluit
Aanleiding en noodzaak tot het nemen van een besluit als bedoeld in artikel 6 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Capelle aan den IJssel 2018 worden gemotiveerd door middel van een rapportage. In de rapportage staan:
- a.
de feitelijke informatie van bijvoorbeeld politie, OM, belastingdienst, gemeente, meldingen van belanghebbenden, of het wijkprofiel;
- b.
de herleidbaarheid van de problematiek naar een bedrijfsmatige activiteit al dan niet beperkt tot een gebouw, gebied of bedrijfsmatige activiteit in een gebied;
- c.
een onderbouwing aan de hand van het toetsingskader vermeld in artikel 2, lid 2 (in geval van aanwijzen van een gebouw) dan wel artikel 3, lid 2 (in geval van aanwijzen van een van gebied of een bedrijfsmatige activiteit.
Artikel 7 Besluit
Op basis van de opgestelde (bestuurlijke) rapportages wijst de burgemeester een gebouw, bedrijfsmatige activiteit en/of gebied aan door middel van een aanwijzingsbesluit.
Artikel 8 Bekendmaking en inwerkingtreding
Het aanwijzingsbesluit wordt bekend gemaakt in het Gemeenteblad en treedt in werking een dag na bekendmaking of op een nader in het aanwijzingsbesluit bepaalde datum.
Artikel 9 Duur van aanwijzingsbesluit
-
1. Het aanwijzingsbesluit kan geldig zijn voor een bepaalde periode of onbepaalde periode. In het aanwijzingsbesluit wordt de periode vastgesteld.
-
2. Bij een aanwijzing voor onbepaalde tijd beslist de burgemeester of het aanwijzingsbesluit ingetrokken kan worden als naar zijn oordeel de openbare orde en/of leefbaarheid voldoende is/zijn hersteld.
Artikel 10 Bedrijfsmatige activiteiten uitgezonderd van vergunningplicht
De aanwijzing heeft geen betrekking op bedrijfsmatige activiteiten waarvoor al een vergunningplicht geldt op grond van de APV.
Artikel 11 Verlenen van een gewijzigde vergunning
De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijfsmatige activiteit waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens binnen een termijn van twee weken door te geven.
Artikel 12 Ernstige nalatigheid
Van ernstige nalatigheid, zoals bedoeld in artikel 12 lid 7, is in elk geval sprake als een objectief zware ondermijningsindicator of 3 objectief lichte ondermijningsindicatoren, zoals weergegeven in bijlage 1 zich voordoen en waar de exploitant of beheerder redelijkerwijs van af wist en waarop hij niet of onvoldoende heeft gehandeld.
Artikel 13 Handhavingsrichtlijn
Ingevolge artikel 1:6 van de APV Capelle aan den IJssel kan de burgemeester een vergunning intrekken of wijzigen of ingevolge artikel 13 lid 8 een gebouw of erf waar de bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend sluiten. In bijlage 3 is een handhavingsrichtlijn opgenomen om inzichtelijk te maken op welke wijze de burgemeester van deze bevoegdheden gebruikt maakt.
Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking en wordt aangehaald
als “Beleidsregel tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat Capelle aan den IJssel 2024”.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door de burgemeester van Capelle aan den IJssel op 20 augustus 2024
De burgemeester,
C.H.J. Lamers
Bijlage 1 Ondermijningsindicatoren ten behoeve van het aanwijzen van een gebouw
Om inzichtelijk te maken of de leefbaarheid en de openbare orde en veiligheid onder druk staat of komt te staan dient gebruik te worden gemaakt van een ondermijningsindicatoren. Dat zijn constateringen die op een meetbare, objectieve en concrete wijze inzichtelijk maken hoe de openbare orde en/of leefbaarheid vanuit een gebouw wordt aangetast.
Ondermijningsindicatoren worden onderverdeeld in objectief zware, objectief lichte en aanleidingsindicatoren. De objectieve ondermijningsindicatoren zijn duidelijke indicaties van de aantasting van de openbare orde, veiligheid of leefbaarheid, waarbij de objectief zware indicatoren duiden op een grotere aantasting dan de objectief lichte indicatoren. De objectieve indicatoren zijn ook vaak onderbouwd door middel van systeemgerichte data. De aanleidingsindicatoren zijn vooral subjectieve waarnemingen die niet direct hoeven te duiden op criminele activiteiten, maar die wel opvallen en aanleiding zijn voor nader onderzoek van het bedrijf / gebouw. Deze worden ook wel aangeduid als indicatoren voor nader onderzoek.
Hieronder is een onderverdeling van de indicatoren opgenomen (deze lijst is niet limitatief):
Objectief zwaar |
Objectief licht |
Aanleidingsindicatoren |
|
|
|
Het nemen van een aanwijzingsbesluit op het gebouw geschiedt aan de hand van onderstaand inidicatorenschema:
Objectief zwaar = vergunningplicht
Objectief licht (minimaal 3) = vergunningplicht
Aanleidingsinicatoren (minimaal 3) = nader onderzoek
Bijlage 2 Bedrijfsmatige activiteiten waar een risico op rust en voorbeelden van criminele inmenging in deze bedrijfsmatige activiteiten. Deze lijst is niet limitatief
Autoverhuur
In de literatuur, rapporten en de rechtspraak blijkt dat de autoverhuurbranche regelmatig een schakel is in georganiseerde criminaliteit. Daarnaast is gebleken dat huurauto’s als middel kunnen dienen om geld wit te wassen en anoniem criminele gedragingen te plegen. Denk bijvoorbeeld aan het dealen van drugs, waarbij een auto wordt gebuikt van een autoverhuurbedrijf. De auto staat dan op naam van het autoverhuurbedrijf en niet op naam van de “drugsdealer”. De huurauto kan daarmee (on)bewust faciliteren in de georganiseerde criminaliteit. Autoverhuurbedrijven kunnen een aanzuigende werking hebben op gebruikers uit het criminele milieu die (in)direct een gevaar voor de openbare orde met zich mee kan brengen. Uit landelijke criminaliteitsonderzoeken is gebleken dat er vaak gebruik wordt gemaakt van huurauto’s door criminelen.
Autogarage
Ook autogarages spelen vaak een belangrijke rol bij georganiseerde criminaliteit. In veel malafide garages worden auto’s omgekat (van (gestolen) auto’s wordt een nieuwe auto opgebouwd). Daarnaast blijkt dat vaak schadevoertuigen uit het buitenland worden gehaald waarna deze worden getaxeerd en gekeurd door de RDW voor een laag bedrag. Het weer opbouwen van de auto levert vervolgens een belastingvoordeel op.
Daarnaast lenen bepaalde type auto’s zich er goed voor om verborgen vakken/ruimten in te bouwen.
Ook voor gestolen auto-onderdelen is een afzetmarkt. De auto-onderdelen worden dan los verkocht en gebruikt bij reparaties van andere auto’s.
Growshops
Growshops trekken juist weer criminelen aan vanwege de goederen die ze aanbieden. Growshops kunnen naast de benodigdheden voor het kweken van gewassen en planten ook materialen verkopen voor de inrichting van een hennepkwekerij.
In- en verkoop van ongeregelde- en gebruikte goederen
Opkopers en handelaren die handelen in ongeregelde en gebruikte goederen vormen een aantrekkelijke afzetmarkt voor goederen afkomstig van een misdrijf en hieraan gerelateerde strafbare feiten (heling). Voornamelijk de handel in exclusieve goederen (bijvoorbeeld goud, auto’s, fietsen, etc.) brengt risico’s met zich mee. Exclusieve goederen hebben een aanzuigende werking op gebruikers uit het criminele milieu.
Andere ondermijninggevoelige bedrijfsmatige activiteiten
Uit de literatuur en rechtspraak blijkt dat veel meer bedrijfsmatige activiteiten ondermijningsgevoelig zijn en op verschillende manieren criminele activiteiten kunnen faciliteren. Kappers, juweliers, nagelstudio's, massagesalons en belwinkels kunnen fungeren als dekmantel om illegaal verkregen inkomsten wit te wassen. Het zijn zaken waar veel contant wordt betaald, die eenvoudig zijn om te beginnen en waarmee dus gemakkelijk met de omzet kan worden gesjoemeld. Deze zaken tasten het concurrentieklimaat aan wanneer ze producten voor een onmogelijk lage prijs aanbieden (de echte inkomsten zijn immers afkomstig uit criminele activiteiten) en daarmee veel klanten trekken.
Bijlage 3 Handhavingsrichtlijn
Deze handhavingsrichtlijn is opgesteld om de handhaving op overtredingen van de vergunningplicht voor bedrijven zo transparant mogelijk te maken voor betrokkenen. De handhavingsrichtlijn geeft de overtreding aan en de stappen die de burgemeester kan doorlopen bij het opleggen van een maatregel. Echter, de burgemeester kan, afhankelijk van de ernst van de overtreding of in geval van bijzondere omstandigheden afwijken van de handhavingsrichtlijn.
Bijzondere omstandigheden
Bij zeer ernstige of frequente overtredingen kan gekozen worden om een stap over te slaan. Als de sanctie onevenredig zwaar is in verhouding tot de overtreding of de omstandigheden, kan ook worden besloten om een stap te herhalen.
Wat precies onder bijzondere omstandigheden wordt verstaan is niet exact te benoemen. Dit wordt per geval beoordeeld, waarbij in ieder geval wordt meegewogen in hoeverre de exploitant maatregelen heeft getroffen om een overtreding te voorkomen. In geval dat een exploitant er (vrijwel) alles aan heeft gedaan om een overtreding te voorkomen, kan een stap uit de handhavingsrichtlijn herhaald worden of worden volstaan met een bestuurlijke waarschuwing. Indien blijkt dat een exploitant nauwelijks of geen maatregelen heeft getroffen om een overtreding te voorkomen, kan een stap uit de handhavingsrichtlijn worden overgeslagen.
De hiervoor genoemde afwegingsgronden zijn niet uitputtend. Er kunnen andere gronden zijn om af te wijken van de handhavingsrichtlijn. Bij afwijking ervan zal altijd worden gemotiveerd waarom er sprake is van omstandigheden die zouden moeten leiden tot een lichtere of zwaardere sanctie.
Spoedsluiting
In geval van strafbare feiten in of vanuit een gebouw waar een vergunningplicht op rust wordt altijd overgegaan tot een spoedsluiting. De spoedsluiting wordt geëffectueerd door overdracht van de sleutels, verzegeling van het gebouw en het aanbrengen van een sluitingsbevel op het gebouw.
Overtredingen |
Eerste constatering |
Tweede constatering binnen 5 jaar na eerste |
Derde constatering binnen 5 jaar na tweede |
Vierde constatering binnen 5 jaar na derde |
Toelichting |
Bedrijf uitoefenen zonder vergunning |
Sluiting totdat vergunning is verleend |
|
|
|
Vergunningplichtige bedrijfsmatige activiteiten mogen niet plaatsvinden zonder exploitatie-vergunning. |
Strafbare feiten in of vanuit het gebouw |
Tijdelijke sluiting van 3 maanden |
Tijdelijke sluiting van 6 maanden en intrekken vergunning |
Tijdelijke sluiting van 9 maanden en intrekken vergunning |
Sluiting voor onbepaalde tijd.De burge-meester her-overweegt na 9 maanden of de sluiting kan worden opgeheven aan de hand van de mate van herstel van de openbare orde en veiligheid. |
Gemeente Capelle aan den IJssel tolereert niet dat vergunningplichtige gebouwen/bedrijfsmatige activiteiten (wederom) het toneel zijn van strafbare handelingen of een uitvalsbasis vormen voor criminelen. Afhankelijk van de zwaarte van het strafbaar feit kan de eerste stap worden overgeslagen en kan een sluiting van zes maanden worden opgelegd. Strafbare feiten waarbij een stap wordt overgeslagen: Schiet- en/of steekpartij, aantreffen wapens, aanwezigheid grote sommen cashgeld, valse identiteitsbewijzen. (Deze opsomming is niet limitatief). |
Slecht levensgedrag |
Waarschuwing/ uitschrijven beheerder van vergunning dan wel intrekken vergunning afhankelijk van feiten en omstandig-heden |
Intrekken vergunning |
|
|
Van een exploitant en beheerder wordt verwacht dat deze niet van enig opzicht van slecht levensgedrag zijn. Afhankelijk van de ernst kan er een waarschuwing worden gegeven of een sluiting worden opgelegd. Indien er sprake is van antecedenten of een zeer ernstig incident dan wordt de vergunning ingetrokken dan wel gewijzigd door de beheerder hiervan te verwijderen. |
Schijnbeheer |
Waarschuwing of bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden). Afhankelijk van feiten en omstandig-heden uitschrijving leiding-gevende van vergunning dan wel intrekking vergunning |
Intrekken vergunning |
|
|
Onder schijnbeheer worden die situaties verstaan waarbij voldoende aannemelijk is dat de feitelijke eigenaar bewust op de achtergrond blijft en de feitelijke situatie niet overeen komt met het ‘papier’. |
Exploiteren niet conform aan vergunning verbonden voorschriften |
Waarschuwing |
Intrekken vergunning |
|
|
Als wordt geconstateerd dat de exploitant zich niet aan de voorschriften houdt, wijst de burgemeester de exploitant er in principe altijd eerst op dat hij zich aan de voorschriften moet houden. |
Wijzigen exploitant zonder melding |
Waarschuwing en verplichting binnen twee weken nieuwe vergunning aan te vragen |
Intrekken vergunning |
|
|
In beginsel wordt de exploitant gewaarschuwd dat hij een nieuwe vergunning moet aanvragen en wordt hem een termijn geboden om zijn aanvraag te doen. Doet hij dit niet dan kan dat reden voor de burgemeester zijn om de exploitatievergunning in te trekken. Als blijkt dat moedwillig is gekozen voor een constructie waarbij eigenlijk wordt geëxploiteerd door een andere persoon die niet op de vergunning staat en de verplichting dat deze persoon als exploitant wordt geregistreerd wordt ontweken, dan is sprake van schijnbeheer en worden dienovereen-komstig maatregelen genomen (zie stappen bij ‘Schijnbeheer‘). |
Aantasting leefbaarheid in omgeving van gebouw |
Waarschuwing |
Tijdelijke sluiting 2 weken |
Tijdelijke sluiting 3 maanden |
Intrekken vergunning |
Deze vergunningplicht wordt juist opgelegd op een gebouw, bedrijfsmatige activiteit of gebied waar de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid reeds onder druk staat. Indien de bedrijfsvoering vervolgens (wederom) leidt tot een nadelige beïnvloeding van de leefbaarheid in de directe omgeving van het gebouw dan kan de burgemeester maatregelen treffen. |
Niet doorgeven wijzigingen |
Waarschuwing |
Tijdelijke sluiting 1 week |
Tijdelijke sluiting 1 maand |
Intrekken vergunning |
Om oog te kunnen houden op relevante veranderingen moet de vergunningverlener daarvan weet hebben. De vergunninghouder is verplicht wijzigingen te melden. |
Afwezigheid exploitant of beheerder |
Waarschuwing |
Tijdelijke sluiting 1 week |
Tijdelijke sluiting 1 maand |
Intrekken vergunning |
Als voorwaarde wordt gesteld dat een op de vergunning genoemde exploitant of beheerder aanwezig is wanneer het bedrijf wordt geëxploiteerd. Bij de vergunning wordt gewerkt met een beheerderslijst. Deze persoon is voorts verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Bovendien wordt hij/zij geacht de openbare orde in en rondom het bedrijf te kunnen bewaken (gekwalificeerd toezicht). |
Toelichting
Inleiding
Criminele netwerken raken steeds meer verbonden met onze maatschappelijke structuren. Criminelen zoeken immers naar manieren om hun illegaal verkregen inkomsten wit te wassen, bijvoorbeeld door te investeren in vastgoed of door een onderneming te starten. Ook kunnen bedrijven criminelen faciliteren door panden beschikbaar te stellen voor opslag van criminele goederen of het verhuren van voertuigen die worden gebruikt ten behoeve van criminele activiteiten. Zo raakt de onderwereld met de bovenwereld vermengd. Dit soort activiteiten benadeelt eerlijke ondernemers en gaat vaak gepaard met geweld, intimidatie en bedreiging, wat de veiligheid van wijken in gevaar brengt.
De bestrijding van ondermijning vraagt een stevige aanpak en een lange adem. De bestuurlijke aanpak van ondermijning wordt op lokaal en regionaal niveau dan ook steeds belangrijker en staat hoog op de agenda van Capelle aan den IJssel. De aanpak is als één van de prioriteiten opgenomen in het Integraal veiligheidsbeleid 2023 onder de noemer Bestuurlijke Aanpak Ondermijning.
Vergunningplicht
De aanpak van ondermijnende criminaliteit vraagt inzet van verschillende instanties, waarbij elke instantie haar eigen instrumenten inzet. Een van de instrumenten die gemeenten tot hun beschikking hebben, is het introduceren van een vergunningstelsel.
De gemeenteraad maakt hiervoor gebruik van haar autonome verordende bevoegdheid en geeft, in het belang van de openbare orde, veiligheid en/of leefbaarheid, de burgemeester de bevoegdheid tot het introduceren van een vergunningplicht. Net als bij de vergunningplicht voor horeca kan de burgemeester ook een vergunning verplichten voor gebouwen waar zich bepaalde vormen van criminaliteit hebben voorgedaan of voor gebieden die qua leefbaarheid en veiligheid onder druk staan. Tevens kan de burgemeester een vergunning verplichten voor bedrijfsmatige activiteiten die kwetsbaar zijn voor criminele inmenging.
Het risico bestaat dat malafide ondernemers zich vestigen in sectoren waar het toezicht van de overheid beperkter is. Door het invoeren van een vergunningplicht krijgt de gemeente meer grip op ondermijning in gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten.
Doelstelling
Het doel van de vergunningplicht is het stimuleren van een gezond ondernemersklimaat en het weren van malafide ondernemers. De vergunningplicht maakt het mogelijk om de vestiging van malafide ondernemers van tevoren te voorkomen. Bij de aanvraag voor een vergunning kan de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob) worden ingezet. Dit geeft de mogelijkheid om onderzoek te verrichten naar de geldstromen en de financiering van de onderneming en naar eventuele criminele antecedenten van de exploitant en naar zijn relaties die van invloed kunnen zijn op de exploitatie. Ondernemers die deze integriteitsbeoordeling niet doorstaan, krijgen geen vergunning en mogen niet exploiteren of moeten vertrekken.
Daarnaast heeft de vergunningplicht, door middel van het aanwijzen van een gebouw, gebied of bedrijfsmatige activiteit, een preventieve werking:
- •
Het aanvragen van een vergunning kan een extra drempel zijn voor criminelen om hun onderneming te vestigen in Capelle aan den IJssel.
- •
Het stimuleert pandeigenaren om hun verantwoordelijkheid te nemen en bonafide ondernemers in hun panden te laten vestigen.
Tot slot geeft de vergunningplicht de mogelijkheid tot het verbinden van voorwaarden aan een vergunning. Ook kan er door middel van de vergunningplicht extra toezicht gehouden worden, wat zonder de vergunningplicht niet in die mate mogelijk is.
Het is van belang dat dit instrument wordt beschouwd als ultimum remedium en zal steeds zorgvuldig en terughoudend worden ingezet.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl