Actualisatie accommodatiebeleid Horst aan de Maas

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Actualisatie accommodatiebeleid Horst aan de Maas

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 augustus 2024, gemeentebladnummer 2024.078;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

b e s l u i t :

  • 1.

    Het beleidskader “Actualisatie gemeentelijk accommodatiebeleid Horst aan de Maas” vast te stellen en te bepalen dat dit beleidskader in werking treedt op 1 januari 2025.

  • 2.

    Een krediet van € 1.000.000 per jaar (kapitaallasten cumulatief € 49.000 per jaar) beschikbaar te stellen voor de jaren 2025 t/m 2027 voor uitbreiding van of aanpassingen aan bestaande accommodaties.

  • 3.

    Een budget van € 100.000 per jaar beschikbaar te stellen voor de jaren 2025 en 2026 en € 50.000 voor 2027 voor haalbaarheidsonderzoeken.

  • 4.

    Een budget beschikbaar te stellen voor extra formatieruimte, zijnde € 90.000 incidenteel in 2025 en € 120.000 structureel vanaf 2025.

  • 5.

    De financiële consequenties zoals genoemd onder beslispunt 2, 3 en 4 mee te nemen en af te wegen bij de begrotingsbehandeling voor 2025

  • 6.

    De “Subsidieverordening voor groot onderhoud en verduurzaming huisvesting maatschappelijke organisaties gemeente Horst aan de Maas” in te trekken met ingang van 1 januari 2025.

1. Inleiding

In Horst aan de Maas werken we gezamenlijk aan de voorwaarden voor gelukkige en gezonde inwoners, zowel nu als in de toekomst. Accommodaties vormen essentiële bouwstenen om onze doelen te bereiken. Ze zijn de kloppende harten van onze gemeenschap. Plekken waar mensen samenkomen, verbinden en groeien.

Accommodatiebeleid ondersteunt de huisvesting van activiteiten op het gebied van zorg, welzijn, sport en cultuur. Een goed opgesteld accommodatiebeleid zorgt ervoor dat deze voorzieningen goed kunnen blijven functioneren, met een goede financiële huishouding.

Enkele jaren geleden heeft onze gemeente, na intensief overleg met inwoners van alle 16 dorpen, een accommodatiebeleid opgesteld. Recente ontwikkelingen en veranderde ambities vragen om een update van dit beleid.

We hebben daarom het afgelopen jaar, in nauw overleg met stichtingen en verenigingen die de accommodaties beheren en exploiteren, het bestaande accommodatiebeleid geactualiseerd. Dat geactualiseerde beleid treft u in dit document aan en bevat een beschrijving van:

  • ◼︎

    De doelen en uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het geactualiseerde accommodatiebeleid.

  • ◼︎

    De beleidsregels en het afwegingskader op basis waarvan de gemeente besluiten gaat nemen over het financieel ondersteunen van accommodaties.

  • ◼︎

    Een overgangsregeling voor multifunctionele accommodaties.

Dit geactualiseerde beleid heeft betrekking op accommodaties voor de buitensport, jeugd- en jongerenaccommodaties en gemeenschapshuizen. Ook onze eigen investeringen in gemeentelijke accommodaties leggen we naast dezelfde meetlat als onze bijdragen aan niet-gemeentelijke accommodaties. Voor onderwijsaccommodaties is het Integraal Huisvestingplan Onderwijs (IHP) leidend. Het proces van het actualiseren van het accommodatiebeleid verloopt parallel aan dat van het IHP.

2. Doelstellingen, uitgangspunten en maximale bijdragen

Doelstellingen van het accommodatiebeleid

Dit accommodatiebeleid heeft in de eerste plaats tot doel om onze inwoners een goed aanbod van accommodaties te kunnen bieden. Onder ‘goed’ verstaan we:

  • 1.

    Accommodaties die bijdragen aan onze inhoudelijke doelstellingen op het gebied van positieve gezondheid in de leefomgeving. In Horst aan de Maas bouwen we samen aan vitale gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving. Dit is nader uitgewerkt in bijlage 1. Accommodaties zijn een belangrijk middel om te kunnen bereiken dat onze inwoners kunnen meedoen aan de samenleving, dorpsgenoten kunnen ontmoeten, aan concrete activiteiten kunnen deelnemen, actief bezig zijn en hun kwaliteit van leven verbetert.

  • 2.

    Een aanbod van accommodaties dat afgestemd is op de behoefte van de inwoners van de verschillende dorpen van onze gemeente. Het accommodatiebeleid moet ervoor zorgen dat vraag en aanbod van accommodaties blijvend in evenwicht zijn.

  • 3.

    Accommodaties die toekomstbestendig en exploiteerbaar zijn. Wij willen dat de stichtingen en verenigingen die de accommodaties beheren en exploiteren deze verantwoordelijkheden ook kunnen waarmaken. We leggen uitsluitend beheer- en ontwikkeltaken bij verenigingen en stichtingen neer die redelijkerwijs van hen verwacht mogen worden. Dat kan per dorp verschillend zijn. Ook streven we ernaar dat de kosten die de exploitatie van accommodaties met zich meebrengen, door hen gedragen kunnen worden.

Uitgangspunten

Op basis van de hierboven beschreven doelstellingen, staan bij de uitwerking van het accommodatiebeleid de volgende uitgangspunten centraal:

  • 1.

    We ondersteunen stichtingen en verenigingen die accommodaties beheren en exploiteren als de activiteiten die in deze accommodaties plaatsvinden, bijdragen aan vitale gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving in de gemeente Horst aan de Maas. Het afwegingskader bepaalt uiteindelijk of zij hiervoor in aanmerking komen.

  • 2.

    Wij stimuleren dat zoveel mogelijk voorzieningen multifunctioneel onder één dak of in één gebied worden gehuisvest. Dit is geen nieuw uitgangspunt. Er zijn de afgelopen jaren al meerdere (geclusterde) Multifunctionele Accommodaties (MFA's) in Horst aan de Maas gerealiseerd. Wij willen hier in de toekomst nog zwaarder op inzetten. De redenen zijn:

    • a.

      Er is voor sommige typen accommodaties en in sommige dorpen sprake van overcapaciteit. Het is van belang dat die overcapaciteit de komende jaren wordt teruggebracht, zodat een betaalbaar en toekomstbestendig aanbod van voorzieningen overblijft.

    • b.

      Door clustering stimuleren wij de samenwerking tussen stichtingen, verenigingen, onderwijs en instellingen. Samenwerking versterkt de bijdrage aan de eerder genoemde doelstellingen van dit accommodatiebeleid.

  • 3.

    We zetten in op behoud van een ontmoetingsruimte in elk dorp. Dat kan een gemeenschapsaccommodatie zijn, maar ook de school of een sportvereniging. In onderstaand figuur wordt schematisch het schaalniveau weergegeven waarop accommodaties kunnen worden aangeboden. Dit zal niet in elk dorp het geval zijn. In sommige situaties kunnen bepaalde voorzieningen, zoals bijvoorbeeld een basisschool, vanuit inhoudelijk en financieel oogpunt beter samen met een ander dorp worden aangeboden (bijv. basisschool Stip).

    afbeelding binnen de regeling

  • 4.

    Het initiatief voor planvorming rondom (ver)nieuwbouw, renovatie of uitbreiding en beheer en exploitatie van accommodaties ligt in de dorpen en bij de verenigingen en stichtingen. Dat was al het geval.

  • 5.

    We werken een regeling uit om MFA’s financieel te steunen in het beheer en de exploitatie van haar gebouwen. Bij het opstellen hiervan nemen we ook onze financiële afspraken met beheerders en beheerstichtingen van gemeentelijke accommodaties mee. Beheer en exploitatie is complex. Taken en verantwoordelijkheden zijn groot omdat een MFA als kloppend hart veelvuldig geopend is en verschillende gebruikers kent. De exploitatie is vaak lastig sluitend te krijgen door beperkte huurinkomsten (maatschappelijke tarieven) terwijl groot onderhoud en vervanging een grote kostenpost vormt.

  • 6.

    We handhaven de bestaande regeling voor gemeentelijke buitensportaccommodaties. Verenigingen ontvangen hierbij een vaste onderhoudsbijdrage per kleedlokaal en per veld. Bij enkele verenigingen is er op basis van historie nog sprake van afwijkende afspraken. We gaan in overleg met deze verenigingen om tot gelijkwaardige afspraken binnen de hele gemeente te komen.

  • 7.

    We verstrekken geen onderhoudsbijdrage voor aanwezige overcapaciteit (kleedlokalen, velden en/of banen). Dit is verder uitgewerkt in bijlage 4.

  • 8.

    We handhaven het principe dat de aanvragers zelf ook een bijdrage leveren aan de totstandkoming en instandhouding van accommodaties. Dit principe draagt naar onze mening bij aan een vitaal verenigingsleven, dat zelfredzaam en initiatiefrijk is.

  • 9.

    Andere, min of meer vanzelfsprekende, uitgangspunten zijn:

    • a.

      Duurzaamheid: net als in de huidige situatie streeft de gemeente naar een toekomstbestendig aanbod van accommodaties.

    • b.

      Toegankelijkheid: de toegankelijkheid van de accommodaties voor kwetsbare inwoners is een eis. Dat geldt ook voor de openbare ruimte rondom de accommodatie. Voor zover mogelijk betrekken we daar ook de omgeving van de accommodatie bij.

    • c.

      We hanteren de normen van verschillende instanties zoals NOC*NSF. Bij investeringsvraagstukken lopen we dit samen door met de aanvrager.

  • 10.

    Onze eigen investeringen in gemeentelijke accommodaties leggen we naast dezelfde meetlat als van onze bijdragen aan niet-gemeentelijke accommodaties. Dit beleid en het bijbehorend afwegingskader zijn dus ook hierop van toepassing.

  • 11.

    Zowel het nieuwe accommodatiebeleid als het IHP richten zich op multifunctionele accommodaties, waarin maatschappelijke activiteiten op het gebied van onderwijs, welzijn en sport samenkomen, elkaar inhoudelijk versterken (samenwerking) en beter exploiteerbaar maken. Uitvoering van het accommodatiebeleid en het IHP worden in samenhang opgepakt om geen kansen te missen.

Deze uitgangspunten zijn vervolgens uitgewerkt in het afwegingskader. Dit afwegingskader, dat in het volgende hoofdstuk is beschreven, geeft aan op welke wijze de gemeente besluit om (financieel) bij te dragen aan een accommodatie. Daarnaast zijn de uitgangspunten voor harmonisatie benoemd en de overgangsregeling die geldt tot het moment dat de harmonisatie is afgerond.

Maximale bijdragen

Totstandkoming

Totstandkoming betreft de realisatie (nieuwbouw), vernieuwbouw of uitbreiding van een accommodatie. De financiële bijdrage van de gemeente bedraagt maximaal 90% (gelijk aan huidige situatie) van de subsidiabele kosten, inclusief gemeentelijke subsidies. Subsidiabele kosten zijn:

  • ◼︎

    Grondkosten: verwerving grond, kosten bouwrijp maken.

  • ◼︎

    Bouwkosten gebouw, installaties, velden, sport- en parkinfrastructuur.

  • ◼︎

    Bijkomende kosten, zoals onderzoeken en leges.

  • ◼︎

    Voorbereidings- en begeleidingskosten: architect, ingenieurs, kostencalculatie, toezicht, directievoering.

De investeringen voor voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de activiteiten die plaats gaan vinden in de accommodatie, worden vergoed. Voor de buitensport betreft het alle voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de sport (aantal en kwaliteit volgens de normen van de sportbonden). Voor gemeenschapshuizen, jeugd- en jongerenaccommodaties geldt een soortgelijke redenatie.

Instandhouding

Instandhouding betreft alle activiteiten en maatregelen die nodig zijn om een accommodatie, sportvelden/banen en overige opstallen, in goede staat te behouden (conditiescore 3 volgens NEN2767). Dit omvat zowel het reguliere onderhoud als het grote planmatige onderhoud en het reserveren voor vervangingen. De kosten die gemoeid zijn met het in stand houden van de onderdelen van de accommodatie die nodig zijn voor de uitoefening van de activiteiten, vallen onder de regeling voor instandhouding.

We maken onderscheid tussen buitensportaccommodaties en MFA’s:

  • ◼︎

    Gemeentelijke buitensportaccommodaties ontvangen een jaarlijkse bijdrage per veld en per kleedlokaal voor de werkzaamheden zoals beschreven in bijlage 2. De gemeente is verantwoordelijk voor het cultuurtechnisch onderhoud.

  • ◼︎

    Op basis van het uitgangspunt MFA’s te gaan ondersteunen in het beheer en de exploitatie van hun MFA werken we, in samenspraak met de stichtingsbesturen, een nadere regeling uit. De MFA’s ontvangen een jaarlijkse bijdrage voor het beheer en de exploitatie van hun accommodatie. Dit geldt alleen voor de voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van de maatschappelijke activiteiten.

(Haalbaarheids)onderzoeken

Verenigingen of stichtingen kunnen een aanvraag indienen voor een (haalbaarheids)onderzoek naar de totstandkoming van een accommodatie. Dergelijke aanvragen leggen we eveneens naast het afwegingskader (zie hoofdstuk 3). De subsidieregeling investeringssubsidie is hierop van toepassing.

3. Het afwegingskader

De basisinsteek van het afwegingskader is om:

  • ◼︎

    Verenigingen en instellingen een handreiking te bieden bij het onderbouwen van aanvragen.

  • ◼︎

    Een compleet en genuanceerd beeld te krijgen over de toekomstbestendigheid van de accommodatie, het beheer en de exploitatie. Dit complete beeld vormt de basis voor gesprekken met de aanvrager(s) en het al dan niet bijstellen of verbeteren van plannen.

  • ◼︎

    Objectief het gesprek te kunnen voeren tussen gemeente, verenigingen en stichtingen.

Na de beoordeling volgt er een terugkoppeling en worden, indien van toepassing, de vervolgstappen besproken.

Eerste afweging

Voordat we een aanvraag in behandeling nemen en naast het afwegingskader leggen, brengen we eerst in beeld of gebruikers van de betreffende accommodatie (verenigingen, stichtingen en vrijwilligersorganisaties) gemeentelijke subsidie ontvangen op basis van het subsidiekader ‘Samen werken aan Vitale Gemeenschappen’. Voor deze verenigingen en stichtingen is in het kader van het subsidiebeleid immers al uitgebreid beoordeeld of de verenigingen/ stichtingen bijdragen aan de principes van positieve gezondheid in de leefomgeving.

Als (een deel) van de gebruikers geen subsidie ontvangt op basis van het kader ‘Samen werken aan vitale gemeenschappen’, betekent dit niet op voorhand dat een accommodatie geen financiële ondersteuning van de gemeente kan verwachten. We bezien op dat moment in hoeverre de activiteiten die in de accommodatie plaatsvinden, bijdragen aan vitale gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving.

Wat is het?

Het afwegingskader is een instrument dat de gemeente vervolgens gaat gebruiken om onderbouwde en transparante besluiten te nemen over het al dan niet bijdragen aan de verbouw, nieuwbouw of uitbreiding en instandhouding van accommodaties. Het afwegingskader bestaat uit drie thema’s, te weten:

  • ◼︎

    Toekomstbestendigheid.

  • ◼︎

    De accommodatie.

  • ◼︎

    Beheer en exploitatie.

Voor wie is het?

Het gemeentelijke accommodatiebeleid heeft tot doel om maatschappelijke activiteiten mogelijk te maken. Het afwegingskader is in de eerste plaats bedoeld voor het beoordelen van aanvragen van stichtingen of verenigingen voor financiële bijdragen bij de totstandkoming of instandhouding van accommodaties voor bewegen, cultuur, ontmoeten, sport, welzijn en zorg.

Voor welke doeleinden?

De aanvraag kan worden ingediend voor de:

  • ◼︎

    Totstandkoming van een accommodatie. Dit is een aanvraag voor een financiële bijdrage voor de realisatie (nieuwbouw), vernieuwbouw of uitbreiding van een accommodatie danwel voor een (haalbaarheids)onderzoek hiertoe.

  • ◼︎

    Instandhouding van een accommodatie. Dit is een aanvraag voor een financiële bijdrage voor het beheer en de exploitatie van een MFA. Een regeling hiertoe werken we samen met de MFA’s uit. Voor gemeentelijke buitensportaccommodaties handhaven we de huidige regeling.

Hoe gaan we om met nieuwe of gewijzigde normen?

Als een aanvraag het gevolg is van gewijzigde normen en richtlijnen van sportbonden of andere instanties, dan geldt het volgende: De meeste (sport)accommodaties zijn jaren geleden gerealiseerd. Op dat moment golden andere normen en richtlijnen. Als instanties hun normen en richtlijnen veranderen, houdt dat niet in dat bestaande accommodaties direct aangepast worden. Aanpassing, als gevolg van nieuwe normen en richtlijnen, vindt pas plaats als een grootschalige renovatie van een bestaande accommodatie noodzakelijk is. In dat geval kan renovatie hand in hand gaan met aanpassing aan de nieuwe normen en richtlijnen.

Daarna wordt gekeken of:

  • ◼︎

    De aanpassing ruimtelijk en/of qua gebouw mogelijk is.

  • ◼︎

    Dispensatie door de betreffende instantie tot de mogelijkheden behoort.

  • ◼︎

    De kosten in redelijke verhouding staan tot het doel (hardheidsclausule).

Waar wordt op gelet?

Verenigingen en stichtingen die een aanvraag doen voor financiële ondersteuning, dienen hun aanvraag te onderbouwen op de thema’s toekomstbestendigheid, accommodatie en beheer en exploitatie.

Thema 1: Toekomstbestendigheid

Bij het thema toekomstbestendigheid letten we bijvoorbeeld op het aantal deelnemers (ook uit specifieke doelgroepen) binnen de gemeente/het dorp, de omvang van de doelgroep, het aantal leden dat woonachtig is in de gemeente Horst aan de Maas en op trends en ontwikkelingen. Denk hierbij aan de bevolkingsprognose en het ledenverloop.

Thema 2: De accommodatie

Vervolgens wordt de accommodatie waarop de aanvraag betrekking heeft, beoordeeld. De beoordeling concentreert zich rond de vraag of er sprake is van een reëel verzoek. Eerst wordt nagegaan of de aanvrager(s) bijvoorbeeld niet overvraagt (te groot, te hoog afwerkingsniveau, niet- noodzakelijke voorzieningen) of er elders een voorziening is die geschikt (te maken) is en de mate van duurzaamheid. Bovendien kijken we of het initiatief voldoende bijdraagt aan de beoogde multifunctionaliteit en clustering van accommodaties in Horst aan de Maas.

Thema 3: Beheer en exploitatie

Is er sprake van een toekomstbestendige opzet van beheer, exploitatie en financiering? Bij dit thema kijken we onder andere naar de robuustheid van de aanvrager, het vrijwillig kader, de financiële situatie en de mate van zelfwerkzaamheid en eigen inbreng. Belangrijk om te weten is of de aanvrager krachtig genoeg is om de accommodatie voor langere tijd in stand te houden voor het beoogde doel.

In de volgende tabel is weergegeven welke onderwerpen per thema centraal staan:

Toekomstbestendigheid

De accommodatie

Beheer en financiering

Bereik en omvang

Capaciteit

Samenwerking in beheer

Trends en prognoses

Plaats/locatie

Bestuurskracht

 

Multifunctionaliteit

Vrijwilligerskader

 

Clustering

Zelfwerkzaamheid, eigen inbreng, fondsen

 
 

Gezonde financiële basis

 
 

Noodzaak gemeentelijke bijdrage

 
 

Afbreukrisico

 
 

Hardheidsclausule

In bijlage 3 treft u een uitgebreidere toelichting van de diverse onderwerpen per thema, die een initiatiefnemer kan gebruiken om een aanvraag te in te dienen.

Welke procedure geldt hiervoor?

De subsidieregeling investeringssubsidie is hierop van toepassing. Daarin nemen we onder andere op wie, op welk moment en voor welke activiteiten een aanvraag kan indienen, hoe we als gemeente deze in behandeling nemen. En wanneer een besluit verwacht kan worden.

4. Harmoniseren en overgangsregeling instandhoudingsbijdragen

Harmonisatie instandhoudingsbijdrage.

Voor de bijdragen aan de instandhouding van buitensportaccommodaties en MFA’s is het noodzakelijk dat de komende jaren een harmonisatietraject wordt gestart. Reden is dat er grote verschillen zijn in de wijze waarop de gemeente financieel bijdraagt aan de instandhouding van gelijksoortige accommodaties.

Totdat een geharmoniseerde regeling is ontwikkeld geldt een overgangssituatie. Het streven is:

  • ◼︎

    Buitensport: na vaststelling van het beleidskader werken we aan de harmonisatie van de gemeentelijke bijdragen voor deze accommodaties. Wij verwachten dat dit traject medio 2025 is afgerond, zodat op dat moment zoveel als mogelijk- sprake is van gelijke afspraken.

  • ◼︎

    MFA’s: in samenspraak met de stichtingsbesturen werken we na vaststelling van het beleid een regeling uit.

Overgangsregeling instandhoudingsbijdrage

Voor buitensportaccommodaties is er geen overgangsregeling. Buitensportaccommodaties met een afwijkende afspraak kunnen vanaf het moment van vaststelling van het accommodatiebeleid een beroep doen op de gemeentelijke bijdrage zoals in hoofdstuk 2 beschreven en de verdeling van taken en verantwoordelijkheden die daarbij hoort.

Voor MFA’s bestaat een subsidieregeling voor groot onderhoud. De subsidie bedraagt op dit moment maximaal 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 25.000. Als overgangsregeling stellen we voor de regeling zodanig aan te passen dat 75% van de subsidiabele kosten wordt vergoed tot een maximum van € 37.500 per aanvraag (maximaal één aanvraag per MFA). Hiervoor is voldoende budget beschikbaar. Alle niet-gemeentelijke MFA’s kunnen na inwerkingtreding van het accommodatiebeleid aanspraak maken op deze overgangsregeling, ongeacht of zij de afgelopen jaren al gebruik hebben gemaakt van deze subsidie. Dergelijke aanvragen worden aan de hand van het afwegingskader gewogen en de uitkomst vormt, waar nodig, onderwerp van gesprek met de aanvrager.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 8 oktober 2024.

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I. Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels

Bijlage 1: Positieve gezondheid in de leefomgeving

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2: Werkzaamheden buitensportaccommodaties

(N.B. lijst kunstgrasveld voetbal/korfbal en gravelbaan tennis volgt later)

A.Werkzaamheden waarvoor de gemeente op jaarbasis een vergoeding per kleedlokaal verstrekt

Onderhoud en vervanging van:

a

buitenriolering

n

daktrim/randen

b

bestrating

o

lichtkoepels

c

metselwerk

p

hwa’s

d

draagconstructie

q

ventilatiekappen

e

kozijnen/ramen en deuren

r

mechanische ventilatie

f

hang- en sluitwerk

s

buitenschilderwerk

g

boeiboorden

t

binnenschilderwerk

h

gevelbekleding

u

glaswerk

i

betimmeringen

v

cv-installatie

j

plafonds

w

warm- en koud water

k

dekvloeren/tegelwerk

x

sanitair

l

tegelwerk wanden

y

E-werk buiten

m

dakbedekking (pannen)

z

E-werk binnen

B.Werkzaamheden waarvoor de gemeente op jaarbasis een vergoeding per baan (tennis) / per veld (voetbal) en aanwezige beplanting verstrekt

Onderhoud en vervanging van:

a

beregeningsinstallatie

g

lampen/lichtmasten/armaturen

b

vlaggenmasten

h

dug-outs

c

papierbakken/fietsenrekken

i

veldafscheiding

d

terreinafscheiding

j

ballenvangers/ballenvangnetten

e

doelen/doelnetten/F-doeltjes/hoekvlaggen/lichtmasten

k

scorebord

f

armaturen

Ten aanzien van het aanwezige groen

l

Bestrijden, herstellen, voorkomen van mollen(schade) en konijnen(schade)

m

Snijden van graskanten

n

Beregening van het gras

o

Snoeien, onkruidbestrijding, bemesten en vervangen van beplanting binnen de omheining

p

Herstellen speelschade (grasmat)

q

Uitharken doelgebied

Bijlage 3: Het afwegingskader

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 4: Regeling voor over- en ondercapaciteit buitensport

  • ◼︎

    Voor het vaststellen van de benodigde capaciteit aan velden en kleedlokalen wordt uitgegaan van de normen van KNVB (voetbal) en NOC*NSF (hockey, korfbal en tennis)

  • ◼︎

    Om de drie jaar geven de verenigingen het aantal leden en het aantal teams door aan de gemeente.

  • ◼︎

    De gemeente maakt vervolgens een capaciteitsberekening op basis van de genoemde normen. Die berekening geeft uitsluitsel over het aantal velden en banen waar een vereniging recht op heeft en het aantal kleed- en wasruimten.

  • ◼︎

    Als deze berekening als uitkomst heeft dat een vereniging over te veel of te weinig velden/ voorzieningen beschikt, dan start de telling van het aantal jaren (het startmoment). Daarbij geldt dat een marge van 0,25 wordt aangehouden. Daarmee wordt bedoeld:

    • o

      Een vereniging die beschikt over twee velden, maar de behoefte heeft aan bijvoorbeeld 2,3 velden, heeft een tekort van 1 veld (immers het tekort bedraagt 0,3 veld, wat hoger is dan de marge van 0,25).

    • o

      Een vereniging die beschikt over twee velden, maar slechts behoefte heeft aan bijvoorbeeld 1,2 velden, heeft een overschot van 1 veld (immers de behoefte is lager (1,2) dan de marge (1,25)).

    • o

      Als is gebleken dat een vereniging over- of ondercapaciteit heeft worden vervolgens jaarlijks gegevens opgevraagd over leden/teams/deelnemers. De eerste drie seizoenen na de vaststelling van de over- of ondercapaciteit verandert er nog weinig tot niets. De vereniging blijft – telkens aan het begin van het seizoen – de ledenaantallen en aantal teams indienen bij de gemeente. Het enige wat zou kunnen veranderen is dat de gemeente de vereniging helpt om trainingen of wedstrijden op een andere accommodatie te huisvesten (in het geval er een tekort is).

    • o

      Voorafgaande aan het vierde seizoen wordt vastgesteld of de over- of ondercapaciteit structureel is (door middel van toetsing aan de bevolkingsprognoses en de landelijke en regionale ontwikkeling van de betreffende sport). Als dat het geval is ontstaan er twee mogelijkheden:

      • ◼︎

        Structurele overcapaciteit: In deze situatie bouwt de gemeente de instandhoudingsbijdrage voor de overcapaciteit af. Rekenvoorbeeld: als een vereniging een bijdrage voor 3 velden ontvangt, tezamen € 5.000, en structureel 1 veld te veel heeft, dan wordt de instandhoudingsbijdrage van het 3e veld in 3 stappen afgebouwd. De bijdrage voor het 3e veld wordt dan als volgt verlaagd:

        • ◼︎

          Seizoen 4 na het startmoment: De vereniging ontvangt een kennisgeving dat vanaf het daaropvolgende seizoen wordt gestart met het korten op de financiële bijdrage voor het 3e veld.

        • ◼︎

          Seizoen 5 na het startmoment: 1/3 korting op de instandhoudingsbijdrage voor het 3e veld. De vereniging ontvangt dus geen € 10.000 voor het 3e veld, maar € 6.666

        • ◼︎

          Seizoen 6 na het startmoment: 2/3 korting op de instandhoudingsbijdrage voor het 3e veld. De bijdrage voor het 3e veld wordt dan verlaagd naar € 3.333.

        • ◼︎

          Seizoen 7 en verder: geen instandhoudingsbijdrage voor het 3e veld.

      • ◼︎

        Structureel tekort: In dat geval dient de vereniging een aanvraag in voor een extra veld of kleedlokaal. Deze aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van het afwegingskader. Daarbij geldt dat de daadwerkelijke aanpassingen, ingeval het een gemeentelijke accommodatie betreft, zoveel mogelijk zullen samenvallen met momenten waarop groot onderhoud is gepland.

      • ◼︎

        In geval van overcapaciteit (veld te veel) wordt per situatie bekeken of het overbodige veld een andere invulling kan krijgen, indien dit ook wenselijk is vanuit de vereniging of stichting. Mogelijk wil een vereniging de overcapaciteit wel aanhouden ondanks dat de bijdrage wordt afgeschaald. In de aanloopjaren naar het daadwerkelijk afbouwen van de onderhoudsbijdrage kan hierover al wel het gesprek gevoerd worden.

Bijlage 5: Onderdelen van accommodaties waaraan wordt bijgedragen.

BASISVOORZIENINGEN ACCOMMODATIES

Buitensport

Voetbal

Velden

  • ◼︎

    Het aantal velden dat de vereniging nodig heeft voor trainingen en competities, conform de gezamenlijke norm van KNVB, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG).

  • ◼︎

    Afmeting: 64 x 100 meter of 69 x 105 meter voor het hoofdveld, leunhekken rondom wedstrijdvelden, 4 meter uitloop rondom de velden.

  • ◼︎

    Voorzieningen per veld: Ballenvangers (2 stuks 25 x 5 meter), 2 seniorendoelen, 4 Hoekvlaggen met grondkokers, paden rondom velden (1,5 m breed), beregeningsinstallatie, verlichting (6 masten, 8 armaturen voor trainingsvelden) en 2 dug-outs per wedstrijdveld.

Parkinfrastructuur

  • ◼︎

    Paden (1,8 m breed), toegangspoort, werktoegangspoort (5 m breed), afvalbakken, hekwerk rondom het park, groen, parkeerplaats (aantal parkeerplaatsen volgens CROW-normen, afmeting per parkeerplek 2,5 x 5 meter (regulier) of 3,5 x 5 meter (Miva)) en fietsenstalling.

Kleed-/clubgebouw

  • ◼︎

    Aantal kleed- en wasruimten conform KNVB/VNG/VSG-norm.

  • ◼︎

    Overige voorzieningen: opslag en wasruimte, EHBO/massage, scheidsrechtersruimten, teamlockers (bij dubbel gebruik van kleed- en wasruimten), wedstrijdsecretariaat, werkkast en sanitair sporters.

Kwaliteit en afwerkingsniveau

De bonden maken onderscheid naar eisen/normen en aanbevelingen. De bijdrage van de gemeente Horst aan de Maas is uitsluitend gebaseerd op de eisen/normen en niet op de aanbevelingen.

Geen bijdrage

De volgende accommodatiedelen wordt niet aan bijgedragen (geen uitputtende opsomming):

  • ◼︎

    Extra velden (meer velden dan nodig volgens de KNVB/VNG/VSG-norm).

  • ◼︎

    Grotere afmeting bijvelden en trainingsvelden.

  • ◼︎

    Tribune, kassahokje.

  • ◼︎

    Extra kleed- en wasruimten (meer dan nodig volgens de KNVB/VNG/VSG-norm).

  • ◼︎

    De kantine inclusief keuken, opslagruimte voor keuken/kantine en sanitair.

  • ◼︎

    Bestuurskamer/vergaderruimten.

  • ◼︎

    Meubilair/ losse inrichting.

  • ◼︎

    Alle sportattributen zoals ballen, hesjes, pilonnen en overig trainingsmateriaal.

  • ◼︎

    Onderhoudsmaterialen.

Hockey

Velden

  • ◼︎

    Aantal velden dat de vereniging nodig heeft voor trainingen en competities, conform de KNHB-normen.

  • ◼︎

    Afmeting: 55 x 91,4 meter, 2 en 4 meter uitloop rondom de velden.

  • ◼︎

    Voorzieningen: leunhek + fijnmazige staafmat rondom de velden met slagplank met looppoort(en) (breedte 1,25 m) en werkpoort (breedte 3,5 m) (hoogte 1,20 m), 4 uitsparingen in hekwerk voor doelopstelplekken halfvelds bespeling, ballenvangers achter ieder doel (2st 30x5 m), 2 senioren hockeydoelen, 4 hoekvlaggen met grondkokers, paden rondom minimaal 1,50 m, beregening met pop-upsproeiers met pomp en bergingskelder bij watervelden, verlichting, 8 masten en 16 armaturen, 2 dug-outs, 5 meter lengte.

Parkinfrastructuur

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Kleed-/clubgebouw

  • ◼︎

    Aantal kleed- en wasruimten conform normen KNHB.

  • ◼︎

    Overige voorzieningen: opslag en wasruimte, EHBO/massage, scheidsrechtersruimten, teamlockers (bij dubbel gebruik van kleed- en wasruimten), wedstrijdsecretariaat, werkkast en sanitair sporters.

Kwaliteit en afwerkingsniveau

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Geen bijdrage

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Korfbal

Velden

  • ◼︎

    Aantal velden conform normen KNKV.

  • ◼︎

    Speelveldafmetingen

    • ◼︎

      Een standaard kunstgras korfbalveld heeft een bruto oppervlakte van 48 x 44 meter. Hierop twee velden ingesneden van 40 x 20 meter met 4 meter uitloop tussen de velden en 2 meter uitloop rondom de velden. Daarnaast worden 2 à 3 jeugdvelden gecentreerd of overdwars aangebracht.

    • ◼︎

      Voor een standaard natuurgrasveld geldt een bruto oppervlakte van 68 x 44 meter. Uitloopstrook ter breedte van ten minste 2,00 meter en 4,00 meter tussen de beide naast elkaar gelegen velden.

  • ◼︎

    Voorzieningen: korfbalpalen, twee banken of dug-outs voor minimaal 8 personen per team.

Parkinfrastructuur

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Kleed-/clubgebouw

  • ◼︎

    Aantal kleed- en wasruimten conform normen KNKV.

  • ◼︎

    Overige voorzieningen: opslag en wasruimte, EHBO/massage, scheidsrechtersruimten, teamlockers (bij dubbel gebruik van kleed- en wasruimten), wedstrijdsecretariaat, werkkast en sanitair sporters.

Kwaliteit en afwerkingsniveau

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Geen bijdrage

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Tennis

Velden

  • ◼︎

    Aantal banen en afmetingen conform KNLTB-normen.

  • ◼︎

    Afrastering: hekwerk rondom de banen 3 meter, toegangspoort.

  • ◼︎

    Voorzieningen: netpalen, tennisnet, scheidsrechtersstoel, beregeningsinstallatie, baanverlichting.

Parkinfrastructuur

  • Gelijk aan voetbal

Kleed-/clubgebouw

  • ◼︎

    Aantal kleed- en wasruimten cf. KNLTB.

  • ◼︎

    Overige voorzieningen: opslag, werkkast en sanitair sporters.

Kwaliteit en afwerkingsniveau

  • ◼︎

    Gelijk aan voetbal

Jeugd- en jongerenaccommodaties

Scouting

  • ◼︎

    Eenvoudig afgewerkte groepsruimte inclusief sanitair (ruimte voor de verschillende scoutinggroepen).

  • ◼︎

    Combinatie met buiten/natuur.

  • ◼︎

    Sanitair.

  • ◼︎

    Eenvoudig keukenblok.

  • ◼︎

    Opslagruimte materialen.

Jeugdwerk 4-12 jaar

  • ◼︎

    Multifunctionele ruimte(n), eenvoudig afgewerkt.

  • ◼︎

    Opslagruimte materialen.

  • ◼︎

    Eenvoudig keukenblok.

  • ◼︎

    Sanitair.

Jongerenwerk

  • ◼︎

    Ontmoetingsruimte, exclusief gebruik door de doelgroep.

  • ◼︎

    Opslagruimte materialen.

  • ◼︎

    Bar/buffet.

  • ◼︎

    Goed geluidisolatie.

  • ◼︎

    Sanitair.

  • ◼︎

    Eenvoudig keukenblok.

MFA’s

  • ◼︎

    Bewegen/spelen, 3-4 m2 per persoon.

  • ◼︎

    Creativiteit 2-3 m2 per persoon.

  • ◼︎

    Soos 1,5-2 m2 per persoon.

  • ◼︎

    Vergaderen 2 – 2,5 m2 per persoon.

  • ◼︎

    Uitvoering/concert 0,8 m2 per persoon.

  • ◼︎

    Opslagruimte materialen.

  • ◼︎

    Bar/buffet.

  • ◼︎

    Sanitair.

  • ◼︎

    Eenvoudig keukenblok.