Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024

Geldend van 26-11-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2024

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024

De raad van de gemeente Velsen,

Gelezen het initiatief-raadsvoorstel van de griffier van 26 september 2024

Besluit

Vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2024

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    Commissielid: lid van een commissie als bedoeld in artikel 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • 2.

    Griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet

  • 3.

    Raadslid: lid van de gemeenteraad

  • 4.

    Raadsplein: de vergaderactiviteiten van de raad in de vorm van sessies of van de raadsvergadering

Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 139,90 per maand. (de toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1., eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers)

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld is in artikel 3.1.4. eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van maximaal 139,90 euro per maand.

  • 3.

    Van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, is sprake in het geval van de agendacommissie, de werkgeverscommissie en de auditcommissie.

  • a.

    De auditcommissie als bedoeld in de Verordening auditcommissie gemeente Velsen 2024 wordt aangewezen als bijzondere commissie zoals bedoeld in artikel 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Leden van deze commissie ontvangen een bijdrage van € 70 per maand

  • b.

    De werkgeverscommissie zoals bedoeld in Verordening werkgeverscommissie Velsen 2023 wordt aangewezen als bijzondere commissie zoals bedoeld in artikel 3.1.4 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Leden van deze commissie ontvangen een bijdrage van € 70 per maand

  • c.

    De agendacommissie zoals bedoeld in het Reglement van Orde artikel 4 wordt aanwezen als bijzondere commissie zoals bedoeld in artikel 3.1.4. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Leden van deze commissie ontvangen een bijdrage van €139,90 per maand.

Artikel 3. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden

  • 1.

    Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed.

  • a.

    De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

  • b.

    Bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximum bedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;

  • 2.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 3.

    Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.

  • 4.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakt werkelijke verblijfskosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 3a Reiskostenvergoeding raadsleden voor reizen binnen de gemeente

Raadsleden ontvangen een vaste maandelijkse reiskostenvergoeding, waarbij wordt uitgegaan van vijf vergaderingen per maand, uitgaande van de afstand van het woonadres naar het stadhuis.

Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

    • a.

      € 500 per jaar per raadslid

    • b.

      € 500 per jaar per commissielid

Artikel 5. Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak

De voorzitter van de hoorcommissie Bezwaren ontvangt per dagdeel een vergoeding van 200% van de vergoeding als bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtpositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

Artikel 6. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatie ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorziening in bij de gemeente.

Artikel 7. Aanwijzing als eindheffingsbestandsdeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestandsdeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.

Artikel 8. Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding van een bijgewoonde vergadering.

Artikel 9. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers ander bepalen, vindt de betaling van kosten op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    Betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

  • b.

    Betaling vooruit uit eigen middelen of

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen 6 maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

  • 4.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen een maand na het indienen van de aanvraag worden overgemaakt.

Artikel 10 Vergoeding commissieleden

  • 1.

    Commissieleden ontvangen op basis van artikel 96 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers artikel 3.4.1 een vergoeding per bijgewoonde commissievergadering

  • 2.

    Onder verwijzing naar de Regeling Steunfractieleden wordt een sessieavond van het raadsplein als één commissievergadering gezien gelet op de vergoeding van commissieleden.

  • 3.

    Commissieleden melden zich voorafgaand bij de griffier of de door de griffier aangewezen griffier van de sessie voor registratie van het bijwonen van een commissievergadering.

Artikel 11 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Velsen 2024

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Velsen 26 september 2024.