Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727599
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727599/1
Verordening precariobelasting 2025
Geldend van 05-12-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening precariobelasting 2025De raad vande gemeente Raalte,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2024;
Gelet op artikel 228 van de gemeentewet;
Besluit:
Vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting Raalte 2025
(Verordening precariobelasting 2025)
Artikel 1 Definities
Voor de toepassing van de tarieven wordt verstaan onder:
- a.
jaar: het kalenderjaar;
- b.
terrasseizoen: het tijdvak van 1 maart tot 1 november;
- c.
maand: een kalendermaand;
- d.
week: een periode van 7 achtereenvolgende dagen;
- e.
dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur of een gedeelte daarvan;
- f.
vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
- g.
persoon: zowel natuurlijke- als rechtspersoon.
Artikel 2 Belastbare feiten
Onder de naam precariobelastingen worden een belasting en rechten geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is:
- 1.
Degene van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 2 bedoelde voorwerpen worden aangetroffen;
- 2.
In afwijking in zoverre van lid 1 wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in lid 1, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Artikel 4 Belastingtijdvak
-
1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
-
2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit zich zal voordoen of heeft voorgedaan.
-
3. Indien een belastingplichtige vóór het opleggen van de aanslag aannemelijk maakt gedurende welke kortere periode zich het belastbaar feit zal voordoen, zal het belastingtijdvak die kortere periode betreffen.
Artikel 5 Heffingsgrondslag
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met in achtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
-
1. De wijze van vaststellen van de oppervlakte:
- a.
Bij het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die, welke door de voorwerpen wordt overdekt;
- b.
Bij het hebben van voorwerpen onder gemeentegrond wordt de oppervlakte bepaald op die, uitgaande van een horizontale projectie van die voorwerpen;
- a.
-
2. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat er aanspraak op ontheffing voor de periode waarin het belastbare feit zich niet heeft voorgedaan.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld
-
1. In de gevallen bedoeld in artikel 4, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht;
-
2. In de gevallen bedoeld in artikel 4, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.
Artikel 8 Vrijstellingen
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
- a.
standplaatsen voor activiteiten van politieke partijen, ideële en charitatieve organisaties
- b.
voorwerpen, waarvoor de gemeente een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.
Artikel 9 Ontheffing
Indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar c.q. het seizoen en de voorwerpen zijn verwijderd vóór het verstrijken van het belastingtijdvak, wordt op verzoek van de belastingplichtige naar evenredigheid ontheffing verleend over, de na de verwijdering van de voorwerpen, resterende volle maanden van het belastingtijdvak.
Artikel 10 Wijze van heffing
De belasting wordt geheven bij wege van aanslag of nota.
Artikel 11 Termijnen van betaling
De aanslagen en nota’s moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de aanslag of nota.
Artikel 12 Kwijtschelding
Bij de invordering van precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeerartikel
-
1. De “Verordening Precariobelasting 2024” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Precariobelasting 2025”.
Ondertekening
Aldus besloten in de openbare vergadering van 7 november 2024
de griffier
Karin Zomer
de voorzitter
Rob Zuidema
Tarieventabel precariobelasting Raalte 2025
Hoofdstuk 1. Terrassen
1.1 Het tarief bedraagt voor een terras, bij een totaal ingenomen oppervlakte per m2:
tarief per week € 2,61
tarief per seizoen € 26,29
Hoofdstuk 2 A.P.V.
Het tarief bedraagt voor:
2.1. het innemen van een standplaats, niet zijnde een standplaats op de wekelijkse warenmarkten op woensdag en zaterdag in Raalte en de wekelijkse markt in Heino en Heeten, zonder standaard stroomvoorziening van 16 ampère, bedraagt per vierkante meter,
per dag, of gedeelte daarvan € 0,87
2.1.1 het innemen van een standplaats, niet zijnde een standplaats op de wekelijkse warenmarkten op woensdag en zaterdag in Raalte en de wekelijkse markt in Heino en Heeten, met standaard stroomvoorziening van 16 ampère, bedraagt per vierkante meter,
per dag, of gedeelte daarvan € 0,98
2.2. Indien gebruik wordt gemaakt van een stroomvoorziening, zonder Slimme kast apparatuur, wordt het onder 2.1 en 2.1.1 opgenomen bedrag, per dag of gedeelte daarvan, per standplaats verhoogd bij
- 1 extra aansluiting van 230V/16Amp, 2,2 KWh met € 1,89
- 2 extra aansluitingen van 230V/16Amp, 4,4 KWh met € 3,81
- 1 extra aansluiting van 400V/16Amp, 3,84 KWh met € 4,47
- 2 extra aansluitingen van 400V/16Amp, 7,68 KWh met € 8,92
- 1 extra aansluiting van 400V/16Amp (draaistroom) met € 7,74
- 1 extra aansluiting van 400V/32Amp, 7,68 KWh € 8,54
Behoort bij raadsbesluit van vaststelling van de Tarieventabel 2025 behorende bij de "Verordening precariobelasting 2025".
de griffier van de gemeente Raalte,
Karin Zomer
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl