Verordening op de heffing en invordering van marktgelden

Geldend van 05-12-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden

Artikel 1 Aard van de heffing en belastbaar feit.

Onder de naam "marktgeld" wordt een recht geheven voor het gebruik of genot van een standplaats of standplaatsen op het (de) daarvoor aangewezen terrein(en), daaronder begrepen de diensten die in verband hiermee door of vanwege de gemeente worden verleend.

Artikel 2 Belastingplichtige.

Het recht wordt geheven van degene die het in artikel 1 omschreven gebruik of genot heeft.

Artikel 3 Begripsomschrijvingen.

Deze verordening verstaat onder:

Jaar: een kalenderjaar;

Individueel abonnement: het gedurende een jaar geldende recht tot het innemen van een standplaats;

Een meter: een strekkende meter.

Artikel 4 Heffingsgrondslag.

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in artikel 6 van deze verordening.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in deze verordening genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld.

Het recht is verschuldigd bij het innemen van de standplaats.

Artikel 6 Tarieven.

  • 1. Het marktgeld bedraagt dag of gedeelte daarvan:

    • a.

      voor het innemen van een standplaats voor de eerste vier meter of gedeelte daarvan € 15,30

    • b.

      voor iedere volgende meter of gedeelte daarvan € 2,65

    • c.

      voor het gebruik maken van een elektrische aansluiting,

      per aansluiting bij een stroomgebruik van:

      0,01 tot 2,50 kWh per uur € 2,65

      2,50 tot 5,00 kWh per uur € 5,00

      5,00 kWh en hoger € 9,60

  • 2. Het marktgeld bedraagt bij een individueel abonnement per jaar:

    • a.

      voor het innemen van een standplaats voor de eerste

      vier meter of gedeelte daarvan € 736,00

    • b.

      voor iedere volgende meter of gedeelte daarvan € 124,00

    • c.

      voor het gebruik maken van een elektrische aansluiting,

      per aansluiting bij een stroomgebruik van:

      0,01 tot 2,50 kwh per uur € 128,00

      2,50 tot 5,00 kwh per uur € 240,00

      5,00 en hoger € 460,00

Artikel 7 Wijze van heffing en tijdstip van betaling.

  • 1. De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota of aanslag, waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2. Het recht als bedoeld in artikel 6, lid 1 van deze verordening, dient bij het innemen van de standplaats te worden voldaan.

  • 3. Het recht als bedoeld in artikel 6, lid 2 van deze verordening, dient te worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het tweede en derde lid gestelde termijnen.

Artikel 9 Restitutie bij beëindiging van een standplaats in de loop van een jaar.

Indien marktgeld bij wijze van abonnement voor een jaar, als bedoeld in artikel 6, lid 2 is geheven en in de loop van dat jaar schriftelijk aan de met inning van het marktgeld belaste ambtenaar wordt medegedeeld, dat men voor de nog niet aangebroken maanden van het abonnement geen gebruik meer wil maken, wordt tegen intrekking van het abonnement restitutie verleent, gelijk aan het verschil tussen het betaalde voor het jaarabonnement en hetgeen, berekend per marktdag, tot aan het einde van de lopende maand verschuldigd zou zijn geweest.

Artikel 10 Kwijtschelding.

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening marktgelden" van 9 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'verordening marktgelden'.

Ondertekening

Urk, 7 november 2024

De raad van de gemeente Urk,

De griffier,

de voorzitter,