Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Tilburg 2025

Geldend van 27-11-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Tilburg 2025

De raad van de gemeente Tilburg;

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

Besluit

vast te stellen de ’Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing Tilburg 2025’.

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    perceel: een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan - dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel wordt gelijkgesteld: een stacaravan, een woonboot, een woonwagen, een demontabel zomer- of vakantiehuisje en een wisselwoning, indien gebruikt door een particuliere huishouding;

  • b.

    huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, behoudens voor zover het afgegeven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen;

  • c.

    herbruikbare afvalstoffen: de als zodanig door het college van burgemeester en wethouders aangewezen afvalstoffen (o.a. oud papier, karton, glas, textiel, oud ijzer/ metalen en elektrische en elektronische apparatuur);

  • d.

    'gebruik maken': gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;

  • e.

    aanbieding: de hoeveelheid en samenstelling van grof huisvuil zoals omschreven bij de aanmelding vooraf aan de inzameldienst.

Artikel 2 Aard van belasting en belastbaar feit

  • 1. Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

  • 2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven voor het gebruikmaken van een perceel waarvoor krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting wordt geheven van:

  • degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt:

    • a.

      gebruikmaken van een perceel door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruikmaken door het door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen lid van dat huishouden;

    • b.

      gebruikmaken door degene aan wie een deel van een perceel in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, met dien verstande dat degene die dat deel in gebruik heeft gegeven, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • c.

      het ter beschikking stellen van een perceel voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruikmaken door degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld, met dien verstande dat degene die het perceel ter beschikking heeft gesteld, bevoegd is de heffing als zodanig te verhalen op degene aan wie het perceel ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de belastingtarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel wordt bij wege van voldoening op aangifte geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. De belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5. Bij de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is de situatie aan het begin van het belastingjaar of zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht, bepalend voor de tariefstelling van een éénpersoons- of meerpersoonshuishouden.

  • 6. De belasting als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvraag tot ophalen van grof huisvuil, de aanvraag voor een vervangende toegangspas of bij aanvang van het gebruik van de ter beschikking gestelde plaats (milieustraat).

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in 12 gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt tussen de 24e en het einde van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later (eveneens tussen de 24e en het einde van de maand).

  • 4. Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het derde lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische betalingsincasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid. Tenzij de termijnen genoemd in het eerste lid inmiddels zijn verstreken, dan is het gehele openstaande bedrag direct invorderbaar.

  • 5. De in hoofdstuk 2 van de tarieventabel opgenomen bedragen moeten per pinbetaling worden afgerekend op het moment van de kennisgeving als bedoeld in artikel 6, tweede lid.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend voor de in hoofdstuk 1 van de tarieventabel opgenomen tarieven.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. De 'Verordening Afvalstoffenheffing Tilburg 2024' vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van afvalstoffenheffing in die periode plaatsvindt.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening Afvalstoffenheffing Tilburg 2025'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 14 november 2024

de griffier,

de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de 'Verordening Afvalstoffenheffing Tilburg 2025'

Deze bijlage omvat de in artikel 6 van genoemde verordening aangehaalde tarieventabel per 1 januari 2025.

Hoofdstuk 1 AFVALSTOFFENHEFFING

  • 1.1

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 303,32 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door één persoon.

  • 1.2

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 337,03 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, wordt gebruikt door meer dan één persoon.

  • 1.3

    Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen afvalstoffenheffing of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Hoofdstuk 2 Overige maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing

  • 2.1

    Het tarief voor het op de milieustraat van de gemeente Tilburg achterlaten van:

    • a.

      grof huishoudelijk restafval € 0,25 per kg

    • b.

      verbouwingsrestafval bedraagt € 0,25 per kg

  • 2.2

    De belasting genoemd onder 2.1 wordt niet geheven voor het achterlaten van:

    • a.

      klein chemisch afval en asbesthoudend materiaal;

    • b.

      per soort gescheiden aangeboden herbruikbare huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.3

    Het tarief voor het op aanvraag aan huis ophalen van grof huisvuil bedraagt € 25,00 per aanbieding.

  • 2.4

    Het tarief voor het bij vermissing of beschadiging aanvragen van een nieuwe toegangspas voor de ondergrondse afvalcontainer of voor de milieustraat bedraagt € 12,50 per aangevraagde toegangspas.

Nadere regels met betrekking tot het achterlaten en laten ophalen van grof huishoudelijk afval zijn in het Gewijzigde Uitvoeringsbesluit 2024 behorende bij de Afvalstoffenverordening gemeente Tilburg 2019 opgenomen. Hierin zijn ook de omschrijvingen van diverse afvalsoorten opgenomen.

Memorie van toelichting behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing Tilburg 2025'

Voor de afvalstoffenheffing wordt uitgegaan van 100% kostendekking.

Ten opzichte van 2024 zijn de totale netto kosten van het afvalbeheer € 1,6 miljoen hoger. Voor € 1,5 miljoen wordt dit veroorzaakt door de prijsontwikkeling. Het in de begroting 2025 opgenomen nieuw beleid (verdere controle op afvalscheiding, invoering BEST-tas en structureel maken verbetering afvalscheiding hoogbouw) betekenen een toename met € 0,1 miljoen.

  • -

    Tariefontwikkeling afvalstoffenheffing

Tarief

2023

2024

2025

Afvalstoffenheffing

 

 

 

Per perceel;

 

 

 

- Eenpersoonshuishouden

€ 278,17

€ 291,78

€ 303,32

- Meerpersoonshuishouden

€ 309,08

€ 324,20

€ 337,03

Afgifte Milieustraat;

 

 

 

- grof huishoudelijk restafval per kg.

€ 0,25

€ 0,25

€ 0,25

- verbouwingsrestafval per kg.

€ 0,25

€ 0,25

€ 0,25

Ophalen grof huisvuil

€ 25,00

€ 25,00

€ 25,00

Vervangende toegangspas milieustraat of ondergrondse container (bij beschadiging/vermissing)

€ 12,50

€ 12,50

€ 12,50

Bedragen * € 1.000,-

Omschrijving

Rekening

Begroting

Begroting

 

2023

2024

2025

Kosten taakveld(en) incl omslagrente

23.172

24.189

27.653

Inkomsten taakveld(en) incl. omslagrente

- 3.460

-2.457

-4.327

Netto kosten taakveld

19.712

21.732

23.326

 
 
 

Toe te rekenen kosten:

 
 
 

Overhead incl. omslagrente

6.849

7.397

7.374

BTW

2.671

2.971

3.003

Totale kosten

29.232

32.100

33.703

 
 
 

Opbrengst heffingen

30.216

32.100

33.703

Dekkingspercentage

103%

100%

100%

 
 
 

Reserve en/of voorziening Afvalstoffenheffing (onttrekking is +, storting is -)

  • -

    984

-

-

Dekkingspercentage incl. onttrekking reserve en/of voorziening Afvalstoffenheffing

100%

100%

100%