Regeling vervalt per 31-12-2029

Subsidieregeling Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk 2025-2029

Geldend van 25-11-2024 t/m 30-12-2029

Intitulé

Subsidieregeling Kunst, Cultuur en Bibliotheekwerk 2025-2029

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk (verder: college);

  • -

    overwegende het belang van de persoonlijke en culturele ontwikkeling, educatie en de verbetering van maatschappelijke kansen van alle inwoners van de gemeente Katwijk;

  • -

    overwegende de wens van het college om een breed activiteitenaanbod te hebben op het gebied van bibliotheekwerk, cultuureducatie, vrijetijdsbesteding, ontmoeting, dienstverlening en samenwerking;

  • -

    overwegende de wens van het college dat het aanbod breed toegankelijk is, zoveel mogelijk kwetsbare groepen bereikt en gericht is op ontmoeting en samenspel;

  • -

    overwegende dat het college op grond van artikel 2 en 4 van de Algemene subsidieverordening gemeente Katwijk 2018 (ASV 2018) bevoegd is een subsidieregeling op te stellen;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

SUBSIDIEREGELING KUNST, CULTUUR EN BIBLIOTHEEKWERK 2025 – 2029

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a. Amateurkunst: kunstbeoefening in de vrije tijd, buiten het kader van onderwijs of maatschappelijke ondersteuning en anders dan beroepsmatig, waarbij inkomsten enkel worden aangewend voor de amateurkunstactiviteiten.

  • b. Meerjarige subsidie: subsidie voor een langere periode (2025-2029), waarvan het bedrag alleen wijzigt als gevolg van toepassing van de indexatie.

  • c. Culturele organisatie: een organisatie die op lokaal niveau inwoners uit de gemeente Katwijk passief of actief laat deelnemen aan kunst- en cultuuractiviteiten, zowel op amateur- als op professioneel niveau.

  • d. Cultuureducatie: de verzameling van activiteiten met het doel de culturele vorming van de inwoners in de gemeente Katwijk te bevorderen door het organiseren van een breed gestructureerd en divers programma-aanbod met onder andere de kunstdisciplines muziek, dans, beeldend en theater.

  • e. Aanvrager: een rechtspersoon in de culturele sector.

  • f. Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen: bibliotheekwet waarin de taken, functies en verantwoordelijkheden van bibliotheken, provinciale ondersteuningsinstellingen en de Koninklijke Bibliotheek zijn opgenomen.

Artikel 2. Omschrijving en beleidsdoel

Met het oog op de persoonlijke en culturele ontwikkeling, educatie en verbetering van maatschappelijke kansen van alle inwoners wil het college van de gemeente Katwijk een breed activiteitenaanbod stimuleren op het gebied van bibliotheekwerk, cultuureducatie, vrijetijdsbesteding, ontmoeting, dienstverlening en samenwerking. Hiermee wordt invulling gegeven aan de beleidsdoelen:

  • Sterke, sociale en leefbare wijken: inwoners van de gemeente Katwijk nemen deel en dragen bij aan de maatschappij;

  • Opgroeien en ontwikkelen: in de gemeente Katwijk krijgen kinderen en jongeren optimale kansen;

  • Gezond en actief leven: inwoners van de gemeente Katwijk hebben een gezonde en actieve levensstijl.

HOOFDSTUK 2 SUBSIDIEVOORWAARDEN

Artikel 3. Subsidiabele activiteiten

  • a. Subsidiabel zijn lessen, cursussen, samenspel, workshops, projecten en activiteiten die bijdragen aan ontmoeting, ontwikkeling en participatie op het gebied van kunst, cultuur, educatie, ontspanning en kennisdeling;

  • b. De subsidiabele activiteiten dienen te worden georganiseerd in de gemeente Katwijk;

  • c. De subsidiabele activiteiten komen grotendeels ten goede aan inwoners van alle leeftijden in de gemeente Katwijk, met een focus op ouderen, jongeren en kwetsbaren (waaronder maar niet beperkt tot mensen met een beperking, eenzamen, laaggeletterden en mensen die in aanmerking komen voor minimaregelingen);

  • d. De subsidiabele activiteiten dienen zoveel als mogelijk verspreid over alle kernen van de gemeente Katwijk te worden georganiseerd, zodat deze toegankelijk en bereikbaar zijn voor alle inwoners;

  • e. De activiteiten zijn breed toegankelijk en gericht op ontmoeting in samenspel en les in groepsverband;

  • f. Het activiteitenaanbod van de subsidieontvanger omvat elk van de onderstaande activiteiten:

    • 1.

      Bibliotheekwerk

      Alle activiteiten die worden uitgevoerd op grond van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen en gerelateerd zijn aan de hierna te benoemen vijf functies/taken:

      • Het ter beschikking stellen van kennis en informatie:

        Inwoners van de gemeente Katwijk kunnen zelfstandig vrije toegang krijgen tot informatie die fysiek toegankelijk is zoals boeken en tijdschriften. Ook ontvangen zij toegang tot informatie die op digitale wijze te verkrijgen is;

      • Het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie:

        De jeugd wordt gestimuleerd en ondersteund in leesplezier en taal- en talentontwikkeling. In samenwerking met het voortgezet onderwijs (VO), basisonderwijs (BO) en voor- en naschoolse opvang wordt lezen bevorderd. Ook worden activiteiten aangeboden die talentontwikkeling bevorderen, te denken aan de programma’s BoekStart voor baby’s, BoekStart in de kinderopvang en de Bibliotheek op school;

      • Het bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur:

        Met activiteiten worden basisvaardigheden in het algemeen verbeterd en taal- en digitale vaardigheid in het bijzonder;

      • Het organiseren van ontmoeting en debat:

        Met een breed en toegankelijk activiteitenaanbod en ontmoetingsplekken ontmoeten inwoners van de gemeente Katwijk elkaar, verbreden ze hun netwerk en werken ze aan hun persoonlijke ontwikkeling;

      • Het laten kennis maken met kunst en cultuur:

        Er is een activiteitenaanbod gericht op het kennis laten maken met kunst en cultuur. Door middel van samenwerking met het sociaalmaatschappelijk en cultureel veld worden diverse cultuurprogramma’s afgestemd op elkaar en op de wijk.

    • 2.

      Cultuureducatie en vrijetijdsbesteding

      • Aanbod van cultuureducatie binnen schooltijd, waarbij in ieder geval muziekles wordt aangeboden;

      • Aanbod van cultuureducatie buiten schooltijd, waarbij in ieder geval de disciplines muziek, dans, beeldend en theater worden aangeboden;

      • Aanbod voor vrijetijdsbesteding gericht op taal, algemene vorming en ontspanning voor lichaam en geest.

    • 3.

      Ontmoeting, dienstverlening en samenwerking

      • Uitvoering van een dienstverlenende en verbindende functie aan en voor maatschappelijke, educatieve en culturele organisaties in de gemeente Katwijk en omgeving;

      • Stimuleren van ontmoeting middels voorstellingen, concerten, etc.;

      • Het faciliteren van de amateurorganisaties die een podium behoeven voor de uitvoering van hun activiteiten.

Artikel 4. Aanvraag van de subsidie

De subsidieaanvraag moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    De aanvraag wordt digitaal ingediend bij het college via het betreffende aanvraagformulier op de website van de gemeente www.katwijk.nl/subsidies.

  • b.

    Bij een aanvraag moeten de volgende documenten worden ingediend:

    • -

      Een plan van aanpak bestaande uit:

      • Meerjarenbeleidsplan/-visie inclusief meerjarenbegroting;

      • Activiteitenjaarplan;

      • Begroting specifiek gericht op de uitvoering van de subsidiabele activiteiten;

      • Dekkingsplan, zijnde de totaalbegroting van de aanvrager inclusief toelichting;

      • Jaarrekening van het meest recente boekjaar;

    • -

      Certificering door de Certificeringsorganisatie Bibliotheekwerk, Cultuur en Taal (CBCT);

    • -

      De aanvraag moet voorzien zijn van een rechtsgeldige ondertekening;

  • c.

    De aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon zonder winstoogmerk, die blijkens de in het handelsregister van de Kamer van Koophandel opgegeven SBI-code, actief is op ten minste één van de gebieden maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting (88), kunst (90) of culturele uitleencentra (91).

Artikel 5. Aanvraagtermijn en beslistermijn

  • a. De aanvraag kan worden ingediend na bekendmaking van deze regeling en tot en met 17 december 23:59 uur;

  • b. De aanvraag moet voldoen aan de voorwaarden genoemd in artikel 4;

  • c. Het college beslist op een aanvraag om een subsidie, uiterlijk 24 december 2024;

  • d. Tijdens de beoordelingsperiode kunnen aanvragen niet worden gewijzigd of samengevoegd.

HOOFDSTUK 3 VERLENING, SUBSIDIEPLAFOND EN VERDELING

Artikel 6. Hoogte van de subsidie en subsidiabele kosten

  • a. De subsidie wordt verleend voor vijf kalenderjaren;

  • b. De subsidieplafonds voor de activiteiten in artikel 3 zijn als volgt over de subsidiejaren verdeeld:

    2025: € 2.389.202

    2026: € 2.902.000

    2027: € 2.920.000

    2028: € 2.937.000

    2029: € 2.854.000

  • c. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Bij de jaarlijkse verleningsbeschikking wordt daarop gewezen;

  • d. Het subsidieplafond wordt jaarlijks, vanaf 2026, geïndexeerd. Het college maakt uiterlijk acht weken voorafgaand aan het volgende subsidiejaar bekend welke percentages van loon- en prijsindexaties van toepassing zijn;

  • e. In aanmerking komen uitsluitend kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de subsidiabele activiteiten;

  • f. Niet in aanmerking komen kosten die betrekking hebben op economische activiteiten waaronder, maar niet uitsluitend, de exploitatie van horeca;

  • g. De direct toerekenbare overheadkosten zoals, maar niet uitsluitend, huur en personeel, mogen als subsidiabele uitgaven gezien worden bij de genoemde activiteiten.

Artikel 7. Verdeelregels subsidie

  • a. De beschikbare subsidie wordt verdeeld op grond van het criterium ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Hierbij geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is;

  • b. Een aanvraag is volledig als deze voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 3 en artikel 4 van deze regeling;

  • c. Deze subsidie kan alleen in 2024 aangevraagd worden;

  • d. De subsidie wordt aan één aanvrager toegekend.

Artikel 8. Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2018, kan de gevraagde subsidie worden geweigerd:

  • a.

    Als de aanvraag is ingediend na sluiting van de indieningstermijn;

  • b.

    Als niet is voldaan aan de voorwaarden of de criteria om in aanmerking te komen voor subsidie;

  • c.

    Als de financiële middelen van de aanvrager, inclusief de aangevraagde subsidie, onvoldoende lijken om de te subsidiëren activiteiten uit te voeren;

  • d.

    Voor zover het activiteiten betreft die niet plaatsvinden in de gemeente Katwijk;

  • e.

    Voor zover het activiteiten betreft die al volledig worden gesubsidieerd vanuit een andere subsidie van de gemeente Katwijk;

  • f.

    Voor zover het exploitatielasten van een organisatie betreft die niet kunnen worden toegerekend aan de activiteiten.

HOOFDSTUK 4 VERANTWOORDING EN VASTSTELLING

Artikel 9. Verantwoording en vaststelling van de subsidie

  • a. Er vindt tenminste vier keer per jaar een evaluatiegesprek plaats op uitvoerend en managementniveau tussen de subsidieontvanger en de gemeente Katwijk op basis van een kwartaalrapportage. Rapporteren vindt plaats uiterlijk binnen 8 weken na elk kwartaal. Jaarlijks vindt tenminste één van de evaluatiegesprekken plaats met de verantwoordelijk portefeuillehouder;

  • b. Het bespreken van de begroting en het jaarplan voor het komende subsidiejaar zijn onderdeel van de evaluatiegesprekken;

  • c. Vaststelling van de subsidie vindt tussentijds plaats per subsidiejaar en op basis van een verantwoording. De jaarlijkse subsidieverantwoording van de ontvanger bevat tenminste:

    • 1.

      Een door de accountant gecontroleerde en gestempelde jaarrekening voorzien van een controleverklaring van een hiertoe bevoegde accountant;

    • 2.

      Een inhoudelijk jaarverslag met alle voor de gemeente Katwijk relevante informatie;

  • d. De jaarrekening bevat minimaal de volgende onderdelen:

    • Balans;

    • Staat van baten en lasten;

    • Toelichting op balans en staat van baten en lasten;

    • De gerealiseerde cijfers van het voorafgaande jaar, de begroting en de gerealiseerde cijfers van het verslagjaar;

    • Een afzonderlijke specificatie van de geraamde en werkelijke uitgaven van de subsidiabele activiteiten;

    • Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen de niet-economische werkzaamheden (bibliotheekwerk) en de andere activiteiten (inclusief muziekonderwijs en cursussen);

  • e. Het inhoudelijk jaarverslag beschrijft wat beleidsinhoudelijk en op het vlak van bedrijfsvoering is gebeurd. Het jaarverslag gaat in op de doelstellingen en resultaten en op de wijze waarop de activiteiten aan de doelen hebben bijgedragen. Onderdeel van het inhoudelijk jaarverslag is een activiteitenverslag waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend zijn verricht;

  • f. De controleverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle door een hiertoe bevoegde accountant aan of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen. Daarnaast omvat de controleverklaring een oordeel over de rechtmatigheid van de subsidiabele uitgaven, opgenomen in de bij onderdeel d gevraagde specificatie. Kader voor de toets op rechtmatigheid betreft deze subsidieregeling, de verleningsbeschikking en een (nog door de gemeente op te stellen) controleprotocol subsidies.

  • g. Monitoring vindt plaats aan de hand van onderstaande prestatie-indicatoren, die in het inhoudelijke jaarverslag worden verwerkt:

    • 1.

      Bibliotheekwerk

      • Leden uit de gemeente Katwijk, gesplitst in leeftijdsgroepen;

      • Leden uit de gemeente Katwijk, gesplitst in het bereik in de kernen;

      • Leden uit de gemeente Katwijk, gesplitst in betalende en niet-betalende leden;

      • Openingsuren per vestiging;

      • Bereik van de scholen in de gemeente Katwijk;

      • Overzicht van de activiteiten met kwantitatieve gegevens over deelnamen die hebben plaatsgevonden op de diverse bibliotheekonderdelen;

      • Percentage inwoners die de basisvaardigheden voldoende beheren;

      • Percentage laaggeletterdheid onder inwoners;

      • Tevredenheidsmeting gebruikers;

      • Monitor programma’s als BoekStart en de Bibliotheek op school.

    • 2.

      Cultuureducatie en vrijetijdsbesteding

      • Het aantal deelnemers woonachtig in de gemeente Katwijk (gesplitst in het bereik per kernen) en buiten de gemeente Katwijk;

      • Het aantal deelnemers per kunstdiscipline, gesplitst in leeftijdsgroepen;

      • Het programma-aanbod gespecificeerd;

      • Het totaal aantal deelnemende scholen en leerlingen uit de gemeente Katwijk.

    • 3.

      Ontmoeting, dienstverlening en samenwerking

      • Een overzicht van de samenwerkingspartners en samenwerkingsprojecten (incidenteel en structureel);

      • Het aantal podiumvoorstellingen van de eigen organisatie en van andere verenigingen/rechtspersonen met een sociaal culturele doelstelling;

      • Het aantal bezoekers van eigen voorstellingen en optredens;

      • Het aantal bezoekers van voorstellingen en optredens door derden;

      • De zaalbezetting.

  • h. Het college kan, na overleg met de subsidieontvanger, ofwel bij het besluit tot verlening van de subsidie, ofwel op grond van artikel 4:50 lid 1 sub c Algemene wet bestuursrecht (Awb) telkens uiterlijk twee maanden voorafgaand aan het nieuwe kalenderjaar bij besluit tot wijziging van de subsidieverlening, de in deze regeling genoemde prestatie-indicatoren aanpassen of aanvullen;

  • i. In afwijking van artikel 14 ASV 2018 dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in uiterlijk vóór 1 juli in het jaar na afloop van het kalenderjaar;

  • j. De subsidie wordt per kalenderjaar maximaal vastgesteld op het bedrag dat is verantwoord;

  • k. De subsidieontvanger dient maximaal 3 weken na ontvangst van de vaststelling van de subsidie het te veel ontvangen subsidiebedrag terug te storten op het rekeningnummer van de subsidieverstrekker;

  • l. Het college kan in de beschikking tot subsidieverlening aanvullende en/of afwijkende voorwaarden en verplichtingen verbinden.

HOOFDSTUK 5. UITBETALING VAN SUBSIDIE

Artikel 10. Uitbetaling van subsidie en bevoorschotting

Uitbetaling van de subsidie vindt plaats per subsidiejaar, in vier termijnen en als voorschot vooraf per kwartaal.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 11. Aanhaling

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kunst, cultuur en bibliotheekwerk 2025-2029.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze subsidieregels treden in werking op de dag van bekendmaking en eindigen van rechtswege op 31 december 2029.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan van één of meer artikelen of artikelleden afwijken als deze voor de subsidieaanvrager of –ontvanger wegens bijzondere omstandigheden, onevenredig gevolgen zouden hebben.

Artikel 14. Bijlagen

Bijlage 1: Toelichting algemeen.

Ondertekening

Bijlage 1: Toelichting algemeen

Subsidiabele activiteiten

Deze regeling is bewust ingericht om activiteiten op het gebied van bibliotheekwerk en cultuur bij één partij te beleggen. De overweging hierbij is de steeds duidelijker wordende kracht van multifunctionele organisaties die een integraal aanbod bieden op het gebied van bibliotheekwerk en cultuur. Bibliotheken werken steeds meer samen met culturele instellingen. Daarnaast delen steeds meer bibliotheken een locatie met culturele instellingen na een fusie of vanuit een samenwerking. Onderzoek van Berenschot (2024)* toont aan dat bibliotheken die onderdeel zijn geworden van een cultuurcluster (een gebouw met meerdere culturele functies) stijgende cijfers hebben op het gebied van het aantal bezoeken, activiteiten, en in mindere mate ledenaantallen.

De rol van de bibliotheek sluit bovendien nauw aan op het culturele veld: de bibliotheek heeft tot taak om op een laagdrempelige manier kunst en cultuur aan te bieden. Samenwerking sluit tevens goed aan bij de steeds grotere maatschappelijke rol die bibliotheken in de samenleving innemen.

*Uitkomsten enquête naar de effecten van bibliotheektransformaties (Sylke Clemens en Cor Wijn, Berenschot, februari 2024).

Staatsteun

Op grond van artikel 8 lid 2 ASV 2018 wordt een subsidie geweigerd als de verstrekking in strijd is met de regels van het staatssteunrecht.

De verplichting tot instandhouding en bekostiging van het bibliotheekwerk vloeit voort uit de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen. De betreffende activiteiten zijn in de wet aangewezen als publieke taak. Datzelfde geldt echter niet per se voor het muziekonderwijs en het verzorgen van cursussen. Deze activiteiten leveren echter geen ongeoorloofde staatssteun op. De reden is dat steun aan dergelijke lokale voorzieningen, die uitsluitend gebruikt worden door lokale bewoners niet leidt tot een beïnvloeding van de tussenstaatse handel (vgl. Rechtbank Amsterdam 11 september 2012, ECLI:NL:RBAMS:2013:6780). Om te borgen dat ten behoeve van de economische activiteiten (muziekonderwijs en cursussen) niet meer steun verstrekt wordt dan nodig is, is in de regeling opgenomen dat in de verantwoording een onderscheid gemaakt moet worden tussen de niet-economische werkzaamheden (bibliotheekwerk) en de andere activiteiten, waarbij de inkomsten uit het muziekonderwijs en cursussen aan deze andere activiteiten worden toegerekend.