Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727502
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727502/1
Beleidsregel voor de toepassing van de wet Bibob gemeente Apeldoorn
Geldend van 26-11-2024 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel voor de toepassing van de wet Bibob gemeente ApeldoornDe Burgemeester, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Apeldoorn, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende dat de bestuursorganen van de gemeente Apeldoorn toepassing geeft aan de bevoegdheden die de wet Bibob geeft;
Gelet op het bepaalde in de wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Omgevingswet (vanaf 1 januari 2024), de Huisvestingswet, de (Algemene) plaatselijke verordening van de gemeente Apeldoorn (m.b.t. gemeentelijke vergunningen), de Jeugdwet, de wet maatschappelijke ondersteuning, de gemeentelijke Subsidieverordening(en), de Aanbestedingswet 2012 en het Burgerlijk Wetboek.
Besluiten vast te stellen de “Beleidsregel voor de toepassing wet Bibob gemeente Apeldoorn”.
Hoofdstuk 1: Algemeen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregel worden diverse begrippen en definities gebruikt. In deze beleidsregel zijn de definities zoals deze genoemd zijn in artikel 1.1 van de wet Bibob van overeenkomstige toepassing.
Daarnaast worden in deze beleidsregel nog een aantal andere begrippen gebruikt.
- 1.
In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
- -
Awb: Algemene wet bestuursrecht
- -
Beschikking: een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste en tweede lid van de Awb;
- -
Bestuursorgaan: de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;
- -
Betrokkene: de aanvrager van een beschikking, de subsidie-ontvanger, de vergunninghouder, de begunstigde van een andere beschikking, de gegadigde, de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund, de onderaannemer, de natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een vastgoedtransactie is of zal worden aangegaan of met wie wordt onderhandeld over een dergelijke transactie, de beoogd verkrijger van de erfpacht of de opstal waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling «vastgoedtransactie», en de beoogd verkrijger van een recht op eigendom of een zakelijk recht waarvoor toestemming is gevraagd als bedoeld in de begripsbepaling «vastgoedtransactie», ;
- -
Bibob -vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a lid 5 van de wet.
- -
Eigen ambtelijke informatie: informatie die binnen de gemeentelijke organisatie aanwezig is en die de gemeente in het kader van het eigen onderzoek kan gebruiken of informatie waarover de gemeente op verzoek over kan beschikken, zoals omschreven in de toelichting van deze beleidsregel;
- -
Eigen onderzoek: de wijze waarop de gemeente Apeldoorn in beginsel toepassing geeft aan artikel 7a van de wet;
- -
Landelijk Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur zoals bedoeld in artikel 8 van de wet.
- -
Rechtspersoon met een overheidstaak: een rechtspersoon als bedoeld in de wet;
- -
RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28 lid 2 onder d van de wet;
- -
Overheidsinstantie: een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder a van de Algemene wet bestuursrecht;
- -
Semi-overheidsinstantie: een bestuursorgaan of persoon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover de aanvraag of de activiteit betrekking heeft op de wettelijke uitvoering van die activiteit of taak;
- -
Vastgoedtransactie: elke overeenkomst of andere rechtshandeling waarbij de gemeente Apeldoorn
- o
de vervreemdende of verkrijgende partij is van een onroerende zaak;
- o
een zakelijk recht op een onroerende zaak vestigt, vervreemdt of wijzigt;
- o
een onroerende zaak huurt of verhuurt;
- o
een gebruiksrecht verleent;
- o
deelneemt, met inbegrip van de vergroting, vermindering of beëindiging daarvan aan, van een rechtspersoon met een overheidstaak aan een rechtspersoon, commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma;
- o
Het verlenen van toestemming voor de vervreemding van erfpacht.
- o
- -
Wet: de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob).
- -
- 2.
Waar in deze beleidsregel “gemeente Apeldoorn” wordt genoemd, wordt hiermee zowel het bestuursorgaan als -wanneer van toepassing- de rechtspersoon met een overheidstaak bedoeld.
- 3.
In deze beleidsregel zijn de definities zoals genoemd in artikel 1.1 van de wet van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 2: Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2 Toepassingsbereik bij aanvragen om een beschikking
-
1. Bij de volgende aanvragen om een (wijziging van een) beschikking wordt door de gemeente een eigen onderzoek uitgevoerd:
- a.
artikel 3 Alcoholwet (Alcoholwetvergunning, met uitzondering van slijterijbedrijven);
- b.
artikel 3 Alcoholwet (paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in artikel 4 van de Alcoholwet) waarbij de exploitatie van de horeca-activiteiten niet in eigen beheer plaatsvinden;
- c.
artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014, voor zover deze is gelieerd aan een evenement in een risicocategorie als bedoeld in bijlage 1 (evenementenvergunning);
- d.
artikel 2:26a van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (vergunning voor het houden van een voetbalwedstrijd in het betaald voetbal);
- e.
artikel 2.33A van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (verstrekking van alcoholvrije drank);
- f.
artikel 2:39A van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (exploitatie speelgelegenheid);
- g.
artikel 2:40B van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (exploitatie speelautomatenhal);
- h.
artikel 2:65c van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (ondermijningsvergunning)
- i.
artikel 2:72 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (vergunning verkoop consumentenvuurwerk);
- j.
artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (exploitatievergunning seksinrichting);
- k.
artikel 3:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (wijziging beheer seksinrichting);
- l.
artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (standplaatsvergunning);
- m.
artikel 5:23 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (organiseren snuffelmarkt);
- n.
artikel 2 van de Marktverordening (standplaatsvergunning markt);
- o.
de aanvraag om (verlenging van) een gedoogverklaring voor coffeeshops of wijziging van leidinggevenden.
- a.
-
2. Bij de volgende aanvragen om een beschikking wordt door de gemeente een eigen onderzoek gestart wanneer deze beschikking wordt aangevraagd om één of meerdere activiteiten uit te gaan voeren of projecten te starten die zijn genoemd in Bijlage 1 van deze beleidsregel (risicocategorieën):
de aanvraag om een bouwactiviteit en een omgevingsplanactiviteit bouwen, mits deze een bouwsom hebben van meer dan € 1.000.000, een omgevingsplanactiviteit voor het omzetten en het (daarna) omgezet houden van een zelfstandige woonruimte in drie of meer onzelfstandige woonruimtes dan wel zelfstandige woonruimte als kamerverhuurpand te exploiteren of te doen exploiteren, een (buitenplanse) omgevingsplanactiviteit als het gaat om het wijzigen van het gebruik en een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 5.31 Omgevingswet en een activiteit als bedoeld in artikel 5.3 Ow.
-
3. In alle voorgaande gevallen kan een eigen onderzoek worden gestart naar aanleiding van
- a.
eigen ambtelijke informatie of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC;
- b.
een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet;
- c.
een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de wet;
- a.
-
4. Uitvoering van het eigen onderzoek blijft achterwege (behalve als daartoe op grond van een signaal of een tip aanleiding bestaat) in het geval een aanvraag afkomstig is van overheidsinstanties, semi-overheidsinstanties of woning(bouw)corporaties die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting.
Artikel 3 toepassingsbereik bij verleende beschikkingen
- a.
De gemeente start een eigen onderzoek bij verleende beschikkingen als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel indien:
- a.
Sprake is van een melding als bedoeld in artikel 5:37 Omgevingswet (wijziging tenaamstelling) in verband met een milieubelastende activiteit en een bouwactiviteit en de activiteit(en) waar deze beschikking op ziet in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie;
- b.
uit eigen ambtelijke informatie of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;
- c.
er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de Wet is ontvangen;
- d.
er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de wet is ontvangen;
- a.
- b.
De gemeente kan een eigen onderzoek starten bij een verleende beschikking indien:
- a.
de verstrekte beschikking betrekking heeft op een activiteit of gelegen is in een concreet bepaald gebied als bedoeld in bijlage 2, dat op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente Apeldoorn na de verstrekking van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie.
- a.
Artikel 4 Toepassingsbereik bij subsidies
-
1. De gemeente start een eigen onderzoek met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds vastgestelde of verleende subsidie zoals bedoeld in de algemene subsidieverordening, indien:
- a.
de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën of risicogebieden dan wel;
- b.
uit eigen ambtelijke informatie of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;
- c.
er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet is ontvangen;
- d.
er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de wet is ontvangen;
- a.
Artikel 5 Weigering volledig invullen, in strijd met de waarheid invullen van Bibob-vragenformulieren of intrekken van de aanvraag na een Bibob-onderzoek
-
1. Bij een weigering om de Bibob-vragenformulieren volledig ingevuld te retourneren, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Awb toegepast worden. Daarvoor wordt een hersteltermijn gegeven, waarbinnen de stukken alsnog kunnen worden aangeleverd. Bij volharding zal de aanvraag buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5, eerste lid onder c van de Awb;
-
2. Bij verleende beschikkingen zal een weigering een Bibob-vragenlijst in te vullen en op te sturen op grond van artikel 4 lid 1 van de wet worden beschouwd als een ernstige mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet Bibob. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.
-
3. Indien een Bibob-vragenformulier in strijd met de waarheid wordt ingevuld, dan wordt dit opgevat als een feit dat of omstandigheid die erop wijst of redelijkerwijs doet vermoeden dat ter verkrijging of behoud van de beschikking een strafbaar feit is gepleegd als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de wet. Dit kan tot gevolg hebben dat de gevraagde beschikking niet wordt verleend, dat een reeds verleende beschikking kan worden ingetrokken.
-
4. Handelingen zoals bepaald in artikel 5 leiden ertoe dat deze in het register als bedoeld in artikel 7a, zevende en achtste lid van de wet door de gemeente Apeldoorn worden geregistreerd, tenzij op redelijke gronden aan de zijde van betrokkene hiervan moet worden afgeweken.
Hoofdstuk 3: Privaatrechtelijke transacties
Artikel 6 Toepassingsbereik bij vastgoedtransacties
-
1. De gemeente start in één van de volgende gevallen een eigen onderzoek indien:
- a.
het vastgoedobject gebruikt wordt of gebruikt gaat worden voor één of meerdere activiteiten die genoemd zijn in Bijlage 1 van deze beleidsregel;
- b.
het een beeldbepalend vastgoedobject betreft;
- c.
er sprake is van een exceptioneel financieel risico voor de gemeente;
- d.
wanneer tevens sprake is van een aanvraag om beschikking genoemd in hoofdstuk 2 van deze beleidsregel;
- e.
uit eigen ambtelijke informatie of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;
- f.
er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet is ontvangen;
- g.
er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de wet is ontvangen;
- a.
Artikel 7 Toepassingsbereik bij overheidsopdrachten
-
1. De gemeente start in één van de volgende gevallen een eigen onderzoek indien:
- a.
de activiteit(en) waarop de overheidsopdracht ziet genoemd zijn in Bijlage 1 van deze beleidsregel;
- b.
uit eigen ambtelijke informatie of informatie afkomstig van één van de partners van het samenwerkingsverband RIEC hier aanleiding toe is;
- c.
er een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet is ontvangen;
- d.
er een tip van de officier van justitie, een tip van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoeld in artikel 26 van de wet is ontvangen;
- e.
onderdeel b tot en met d gericht is op een onderaannemer.
- a.
Hoofdstuk 4: Slotbepalingen
Artikel 8 Intrekken oude beleidsregel
-
1. De beleidslijn voor de toepassing van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur Apeldoorn 2017, vastgesteld op 30 augustus 2017, wordt ingetrokken.
Artikel 9 Overgangsrecht
-
1. Indien een eigen onderzoek plaatsvindt op het moment van inwerkingtreding van deze beleidsregel, dan is het beleid zoals dat voor intrekking van de voorgaande beleidsregel van toepassing.
Artikel 10 Invoeringsdatum
-
1. Deze beleidsregel is vastgesteld door de burgemeester respectievelijk het college van burgemeester en wethouders op 5 november 2024 en treedt in werking op 18 november 2024.
Deze beleidsregel kan worden aangehaald als “Beleidsregel Bibob gemeente Apeldoorn
Ondertekening
Aldus vastgesteld op 5 november 2024
Secretaris
Burgemeester
Burgemeester en wethouders voornoemd,
Bijlage 1: Risicocategorieën
Toelichting:
In deze bijlage zijn activiteiten opgenomen, waarbij er een risico aanwezig is dat met die activiteiten strafbare feiten worden gepleegd, dan wel dat die activiteit wordt gebruikt om onrechtmatig verkregen voordelen te benutten. Zij zijn tot stand gekomen op advies van partners in de aanpak van ondermijning.
Om de wet Bibob toe te passen, dient of sprake te zijn van een beschikking (bijvoorbeeld een vergunning of subsidie) of een privaatrechtelijke rechtshandeling (overheidsopdracht of vastgoedtransactie).
Het benoemen van onderstaande activiteiten betekent dus niet dat voor deze activiteiten ook altijd een vergunningplicht geldt of gaat gelden. Wanneer er activiteiten (gaan) plaatsvinden waarvoor geen beschikking dient te worden afgegeven of geen overeenkomst wordt aangegaan die onder de werking van de wet Bibob valt, zal er dus ook geen Bibob-toets kunnen plaatsvinden.
Wanneer een activiteit op zichzelf niet vergunningplichtig is (bijvoorbeeld een kapperszaak starten) en er geen andere vergunningplichtige activiteiten gaan plaatsvinden (zoals bijvoorbeeld een verbouwing), dan wel een privaatrechtelijke overeenkomst met de overheid als partij wordt aangegaan, kan de wet Bibob niet worden toegepast.
Het enkele feit dat een activiteit als risicocategorie is aangewezen, maakt deze activiteit dus niet meteen vergunningplichtig.
Wanneer er door een initiatiefnemer een (voorgenomen) project wordt ingediend, waarbij één of meerdere van onderstaande activiteiten zal gaan plaatsvinden, zal dus gekeken moeten worden of hier activiteiten plaatsvinden waarvoor een beschikking zal moeten worden afgegeven (die onder de werking van de Wet Bibob valt) of dat een vastgoedtransactie of overheidsopdracht zal worden aangegaan.
De beleidsregel met de bijbehorende lijst van risicocategorieën is zo opgesteld, dat in dat geval in een zo vroeg mogelijk stadium de wet Bibob wordt ingezet.
Wanneer er bijvoorbeeld plannen zijn om een nieuw hotel te realiseren, waarbij er en sprake is van kavelverkoop, bouwactiviteiten en uiteindelijk ook een Alcoholwetvergunning wordt aangevraagd, dan volgt uit de beleidsregel dat al in de fase van de kavelverkoop een eigen onderzoek wordt gestart.
Dit voorkomt dat een initiatiefnemer te maken krijgt met meerdere Bibob-toetsen of dat pas in een laat stadium de integriteit van de initiatiefnemer wordt getoetst.
Belangrijk hierbij wel is dat inzichtelijk is wie (uiteindelijk) zeggenschap heeft over de activiteiten (eindgebruiker) en hoe de financiering van het volledige project gaat plaatsvinden.
Wanneer de initiatiefnemer niet de uiteindelijk eindgebruiker/ betrokkene is, of wanneer de financiering nog niet (volledig) bekend is, kan het zijn dat er uiteindelijk meerdere toetsmomenten zijn. Bijvoorbeeld wanneer de eigenaar van het hotel die de vastgoedtransactie aangaat en het bouwwerk realiseert een andere partij is dan de gebruiker van het hotel die de Alcoholwetvergunning aanvraagt, of wanneer projecten na realisatie in delen worden verkocht waarbij vooraf niet alle kopers nog bekend zijn.
De lijst met risicocategorieën is tot stand gekomen vanwege het feit dat die activiteit specifiek is aangewezen om de wet Bibob op toe te passen (zoals bijvoorbeeld de Alcoholwetvergunning en bepaalde omgevingsvergunningen), als voorbeeld genoemd is ter onderbouwing van de wetswijziging (o.a. bij vastgoed en overheidsopdrachten) en op basis van ervaringen die gemeenten in de afgelopen jaren hebben opgedaan bij het toepassen van de wet. Zo zijn bijvoorbeeld religieuze instellingen opgenomen omdat hier dubieuze geldstromen in om kunnen gaan waar weinig toezicht op is.
Risicocategorieën waarbij door de gemeente Apeldoorn in beginsel de wet Bibob zal worden toegepast:
- •
Agrarische bedrijven
- •
Autohandelbedrijven (in- en verkoop, verhuur, demontage en sloop)
- •
Afvalbewerkings- en -verwerkingsbedrijven
- •
Afvalrecyclingbedrijven
- •
Bedrijfsverzamelgebouwen
- •
belwinkels
- •
Bodemsanering
- •
Bouwsom boven €1.000.000
- •
Coffeeshops
- •
Darkstores
- •
Energieproducenten (w.o. (mest)vergisters, windmolens, zonneparken, etc.)
- •
Fitnessbedrijven/ sportscholen
- •
Garageboxen/ opslagruimtes
- •
Horecabedrijven
- •
Hotels/ pensions
- •
Inrichtingen voor het reinigen van drukhouders, insluitsystemen, ketels, vaten, mobiele tanks, tankauto's, tank- of bulkcontainers
- •
Kamerverhuurbedrijven (alsmede omgevingsvergunningen voor kamerverhuur- en/ of logiespanden waarbij sprake is van twee of meer kamers)
- •
Kappers/ Barbershops/ Nagelstudio’s/ Tattooshops
- •
Omzetten/ splitsen van woningen/ panden voor kamerverhuur of realisatie van (meerdere) woonruimten
- •
Overheidsopdrachten vanaf een te gunnen bedrag van € 1.000.000,00
- •
Prostitutie- en seksbedrijven, escortbedrijven, seksbioscopen, erotische massagesalons
- •
Recreatieparken en jachthavens
- •
Reïntegratiebedrijven of activiteiten
- •
Religieuze instellingen
- •
Ride outs motorclubs (of vergelijkbare evenementen)
- •
Scholen
- •
Sekswinkels
- •
Shisha-lounges
- •
Sloopbedrijven/ asbestverwijderingsbedrijven
- •
Smartshops/ Headshops/ Giftshops
- •
Speelautomatenhallen/ Gamecenters
- •
Sporthallen/complexen
- •
Stand- en ligplaatsen
- •
Transformatie kantoorpanden (naar woningen en/ of kamers)
- •
Vechtsportgala’s (of vergelijkbare evenementen)
- •
Verhuur gemeentelijke vastgoed waarop één of meerdere van in deze Bijlage 1 genoemde activiteiten plaatsvinden of zullen gaan plaatsvinden
- •
Verhuur van transportmiddelen (auto’s, (bestel)bussen, deelvoertuigen)
- •
Verkoop van bedrijfskavels waarop één of meerdere van in deze Bijlage 1 genoemde activiteiten plaatsvinden of zullen gaan plaatsvinden
- •
Verkoop (voormalige) overheidsgebouwen
- •
Vuurwerkbranche
- •
Wellnesscentra/ zonnestudio’s
- •
Zorgbureaus/ zorgaanbieders (inclusief aanbieden van zorgwoningen)
Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet-limitatief, maar geeft een indicatie van mogelijke risicocategorieën. Deze opsomming kan aangepast worden, indien ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven.
Bijlage 2: risicogebieden
De gemeente kan bepaalde gebouwen en gebieden aanwijzen waarbij het wenselijk is dat in dat gebied een eigen onderzoek wordt gestart indien sprake is van een aanvraag om een beschikking (of een verleende vergunning) of een vastgoedtransactie wordt aangegaan of een overheidsopdracht wordt gegund.
Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, revitalisatie van gebieden, bepaalde gebieden waar sprake is van (vermoedens van) ondermijnende activiteiten, en dergelijke.
Aangewezen risicogebieden:
[Te bepalen door gemeente]
Toelichting
De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob) geeft het bestuur van de gemeente een instrument om te voorkomen dat de gemeente onbewust criminaliteit faciliteert of dat via de gemeente geld van niet-legitieme herkomst wordt witgewassen. Dat doen we door middel van een Bibob-onderzoek. De uitkomst van dit onderzoek geeft een bepaalde inschatting over de mate van gevaar waarin de gemeente onbewust criminaliteit faciliteert waarna de gemeente kan besluiten een bepaalde beschikking of dienst niet te verlenen of een vastgoedtransactie niet aan te gaan. Om dezelfde reden kunnen reeds verleende beschikkingen ook worden ingetrokken. Het is uitdrukkelijk geen instrument om strafbare feiten op te sporen of om de betrokkenheid van een betrokkene bij strafbare feiten vast te stellen. We beogen met de Wet Bibob een veilige gezinsstad te zijn en te blijven en een goed ondernemersklimaat te onderhouden door niet-integere partijen zo goed als mogelijk te weren.
Bibob is een deel van de grotere aanpak van ondermijning en ondermijnende criminaliteit. In het Integraal Veiligheidsplan Apeldoorn 2023 – 2026 wordt hier uitdrukkelijk op gewezen. Met de wet Bibob hebben we een instrument in handen waarin we ondermijnende activiteiten preventief kunnen tegengaan. Bibob kan echter ook worden gebruikt in het geval al een vergunning is verleend maar dat we signalen krijgen dat die vergunning toch voor andere doeleinden wordt gebruikt. We kunnen dan signaalgestuurd een Bibob-onderzoek uitvoeren en aan de hand daarvan besluiten de vergunning in te trekken. In dat geval kunnen we ondermijnende activiteiten ook repressief uit de samenleving weren. Een signaal kan van elke afdeling afkomstig zijn; niet alleen die afdelingen die met Bibob-onderzoeken aan de slag gaan.
De wet Bibob geeft de gemeente eigen beleidsruimte bij de besluitvorming over het toepassen van de uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden. De toepassing ervan beslaat vele beleidsterreinen waar zowel de burgemeester als het college het bevoegd gezag zijn. Om die reden is de beleidsregel vastgesteld door zowel de burgemeester als het college van burgemeester en wethouders.
Hoofdstuk 2
In dit hoofdstuk wordt aangegeven wanneer de wet Bibob door de gemeente wordt ingezet bij publiekrechtelijke beschikkingen. Een Bibob-vragenformulier maakt integraal deel uit van de aanvraag om een beschikking en daarmee ook de beslissing op de aanvraag. Een Bibob-onderzoek vangt aan op het moment dat een Bibob-vragenlijst wordt toegezonden. Deze dient compleet met de gevraagde stukken te worden ingediend. Is dit formulier niet volledig ingevuld of ontbreken er stukken, dan krijgt de aanvrager een termijn om de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren. Ontbreken na deze termijn alsnog de gevraagde gegevens, dan wordt de aanvraag op grond van artikel 4:5, eerste lid onder c van de Awb buiten behandeling gelaten. De inhoud van de algehele aanvraag wordt dan niet beoordeeld.
Hoofdstuk 3
De gemeente kan de wet toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente de wederpartij ervan in kennis stellen dat een eigen onderzoek deel kan uitmaken van de procedure. In de overeenkomst wordt een integriteitsclausule opgenomen, op basis waarvan kan worden overgegaan tot ontbinding, opzegging, vernietiging of opschorting van de overeenkomst of het onderbreken van de onderhandelingen. De gemeente kan ook een kettingbeding opnemen waarmee kan worden bedongen dat na de afronding van een vastgoedtransactie – en de verkrijgende partij vervolgens weer wil vervreemden – eerst toestemming wordt gevraagd van de gemeente. Onder ‘beeldbepalend vastgoedobject’ wordt in ieder geval verstaan een object dat is aangewezen onder het gemeentelijke erfgoedbeleid of dat om andere redenen als beeldbepalend wordt aangemerkt.
De gemeente kan de wet toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012, dan wel een overeenkomst met betrekking tot zorg vanuit de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. In (aanbestedings)documenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot definitieve gunning wordt overgegaan, een eigen onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9 lid 2 van de wet.
In de af te sluiten overeenkomsten kan een integriteitsclausule worden opgenomen waarin is aangegeven dat de overeenkomst kan worden ontbonden indien één van de situaties, bedoeld in artikel 9, tweede lid van de wet zich voordoet.
Hoofdstuk 4
De beleidsregel is in bepaalde opzichten gewijzigd ten opzichte van de vorige. Zo is een aantal risicobranches toegevoegd maar ook weggehaald. Daarnaast is de mogelijkheid tot Bibob-onderzoek voor vastgoedtransacties en aanbestedingen uitgebreid. Voor zover een Bibob-onderzoek vóór inwerkingtreding van deze beleidsregel is gestart zal zoveel mogelijk aansluiting worden gezocht bij de vorige beleidsregel, tenzij de situatie er om vraagt dat aansluiting wordt gezocht bij de actuele beleidsregel. De bevoegdheid tot het doen van Bibob-onderzoek vloeit immers voort uit de wet. Zowel deze als voorgaande beleidsregel beoogt aan die bevoegdheid invulling te geven.
Namens het college is de wens uitgesproken om ook Bibob-onderzoek toe te passen in het geval van persoonsgebonden budget (Pgb). Dit is op grond van de huidige wet Bibob echter (nog) niet mogelijk. De wet Bibob is alleen van toepassing op beschikkingen (waaronder subsidies), vastgoedtransacties en overheidsopdrachten. Het Pgb is onder de Wmo en de jeugdwet geen subsidie en ook geen overheidsopdracht. Bij Pgb krijgt de client van de gemeente een geldbedrag dat hij kan besteden bij een zorgaanbieder. De gemeente zit daar niet tussen en kan om die reden ook geen Bibob-toets uitvoeren.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl