Startnota Omgevingskwaliteit Gemeente Noordwijk

Geldend van 27-11-2024 t/m heden

Intitulé

Startnota Omgevingskwaliteit Gemeente Noordwijk

Op weg naar een duurzaam, aantrekkelijk en gezond kwaliteitsbeleid

Samenvatting

De Startnota Omgevingskwaliteit behandelt de wijze waarop het huidige Welstands- en Erfgoedbeleid dient te worden gewijzigd vanwege de invoering van de Omgevingswet. De basis voor de startnota betreffen in verschillende gevallen, de verplichting tot het opnemen van beleidsregels voor het uiterlijk van bouwwerken en motiveringsregels voor de Adviescommissie Omgevingskwaliteit bij (rijks)monumentenactiviteiten.

De Nota Omgevingskwaliteit gaat over de identiteit en kwaliteiten van een plek en de wijze waarop dit door mensen wordt ervaren. De definitieve nota zal zich richten op de samenhang van onderdelen in de fysieke leefomgeving van cultureel erfgoed, landschap, stedenbouw en het uiterlijk van bouwwerken (voorheen welstandsaspecten). Tegelijkertijd zal in de nota ruimte opgenomen worden voor erfgoedbeleid dat volgt uit de Erfgoedwet.

Binnen de Omgevingswet is er meer ruimte voor ‘ja mits, en minder ‘nee, tenzij’. Dit betekent op verschillende vlakken een grotere vrijheid bij de planvorming, maar initiatiefnemers moeten zich op basis van de zorgplicht wel goed inlezen in de context van de omgeving en de kwaliteiten die daarbij horen. Een Nota Omgevingskwaliteit help daarbij. Deze startnota benoemt hoe de Welstandsnota Noordwijk, losse beleidsregels voor monumenten en Uitwerkingsvisie openbare ruimte omgezet kunnen worden naar een Nota Omgevingskwaliteit.

De startnota gaat eerst in op de juridische werkelijkheid en verplichtingen omtrent het thema omgevingskwaliteit en benoemt de belangrijkste beleidskaders waarbinnen de nota dient te worden opgesteld. Vervolgens gaat de startnota in op de verbeterpunten van huidig beleid en de mogelijkheden van toekomstig beleid. Ze benoemt daarnaast de omgang met de Adviescommissie Omgevingskwaliteit en de positie van de nota ten opzichte van het Omgevingsplan. Als adviseur op dit gebied heeft deze commissie een bijzondere positie. Juist daarom is het ook belangrijk helder in te kaderen welk advies er van de commissie verwacht wordt.

De nota is een integraal document. Daarom is ook de samenhang met andere beleidsvelden en de samenhang met andere gemeenten en overige overheden opgenomen. De laatste delen van deze startnota richten zich op de reikwijdte van de Nota Omgevingskwaliteit, onderzoek wat hieraan voorafging, planning en kosten van de nota en de mate van participatie die gevoerd dient te worden.

Gezamenlijk met de Welstandsnota 2019, Beleidsnotitie Zonne-Energie op beschermde gebouwen en in beschermde gebieden, Richtlijnen inzake duurzame monumentenzorg en Uitvoeringsvoorschriften voor instandhoudingswerkzaamheden, biedt deze startnota de basis voor toekomstig omgevingskwaliteitsbeleid.

Inleiding

Aanleiding

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet ingegaan, deze vervangt de huidige wet en regelgeving in het ruimtelijk domein. Een van de hoofddoelen van de wet betreft – naast het zorgen voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving – het zorgdragen voor een goede omgevingskwaliteit.

Omgevingskwaliteit is geen afgebakende term, maar in brede zin wordt daaronder verstaan, de landschappelijke of stedenbouwkundige waarden, het uiterlijk van bouwwerken (architectuur) en cultureel erfgoed.

In de geest van de omgevingswet zijn gemeenten voor een groot deel verantwoordelijk voor het verzorgen van een goede omgevingskwaliteit binnen het eigen gemeentelijke grondgebied. Daarnaast kunnen andere overheden verplichtingen stellen waar gemeenten zich aan moeten houden om deze omgevingskwaliteit te waarborgen.

Om die goede omgevingskwaliteit te waarborgen, wordt middels deze startnotitie voorgesteld om het huidige beleid dat toe ziet op bovenstaande onderdelen integraal te benaderen en waar nodig te herzien. In het bijzonder spelen daarbij duurzaamheidsbeleid, gezondheid en regionaal beleid een grote rol.

Grondslag van de nota

Gelet op de bijzondere status van het thema omgevingskwaliteit is er niet één specifieke grondslag waarop de nota is gebaseerd. In de basis vormen de Erfgoedwet en de Omgevingswet de grondslag.

De Erfgoedwet voorziet in grote delen op de bepalingen omtrent Rijksmonumenten, subsidies, cultuurgoederen (roerende goederen) en de werkwijze (certificeringsplicht) binnen de archeologische monumentenzorg. Op basis van artikel 3.16.2 van de erfgoedwet dienen gemeenten (binnen een verordening) beheer en behoud te regelen van cultureel erfgoed dat binnen het gemeentelijk grondgebied ligt. De nota dient hier dus ook op in te gaan.

De Omgevingswet is de nieuwe wet waarin regels voor ruimtelijke ontwikkeling zijn vereenvoudigd en samengevoegd. In de omgevingswet wordt in artikel 1.3 naast het instandhouden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving het bereiken van een goede omgevingskwaliteit als maatschappelijke doel van de wet benoemd. De gemeente dient haar taken op basis van de doelen van de wet uit te oefenen, welke onder artikel 2.1 verder zijn benoemd. Hierbij dient ze rekening te houden met bepalingen van andere overheden (artikel 2.2).

Binnen deze nota spelen de thema’s landschappelijke en stedenbouwkundige waarden, het uiterlijk van bouwwerken en cultureel erfgoed de grootste rol, maar deze kunnen nooit volledig afzonderlijk gezien worden van andere thema’s.

Artikel 4.19 van de Omgevingswet bevat de verplichting voor de gemeenteraad om beleidsregels vast te stellen voor de beoordeling van het uiterlijk van bouwwerken. De beleidsregels dienen daarbij zo veel mogelijk te worden toegesneden op afzonderlijke gebouwen.

Over welke thema’s in het omgevingsplan in ieder geval regels moeten worden opgenomen is vastgelegd in artikelen 2.28 van de Omgevingswet en artikel 5.130 van het Besluit Kwaliteit Leefomgeving, waarin het Rijk instructieregels stelt om regels op te nemen op het gebied van cultureel erfgoed en landschapsinrichting. Ook als de adviescommissie omgevingskwaliteit wordt gevraagd om een beoordeling, dient zij deze op basis van artikel 17.9 van de Omgevingswet te baseren op deze regels. Op het gebied van bouwwerken, moeten deze regels worden vastgesteld door de gemeenteraad. Voor andere onderdelen volstaat in principe vaststelling door het college.

Naast instructieregels van het Rijk, kunnen er instructieregels worden opgelegd aan de gemeente door de provincie in de door haar vastgestelde Omgevingsverordening. De provincie maakt hier gebruik van op het gebied van “ruimtelijke” kwaliteit, waarbij zij middels een categorisering een minimale kwaliteit van de omgeving afdwingt. Daarnaast zijn instructies gesteld over het opnemen van landgoedbiotopen en molenbiotopen.

Op basis van de omgevingswet (artikel 3.4/ 3.5) kunnen gemeenten een programma opstellen met de uitwerking van het te voeren beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud daarvan binnen de fysieke leefomgeving. Het gaat dan om de taken die benoemd zijn in het eerder genoemde artikel 2.1 van de Omgevingswet.

Niet alle onderdelen vallen direct onder de definitie van een programma zoals bedoeld in de Omgevingswet. Dat geldt bijvoorbeeld bij zaken die op basis van de Erfgoedwet geregeld zijn.

Status van de startnota

De startnota is het richtinggevende document, waarin de doorwerking van de Omgevingsvisie 2.0 en de consequenties daarvan voor het beleid voor het thema omgevingskwaliteit en in het bijzonder het uiterlijk van bouwwerken en blauw-groene infrastructuur is aangegeven en waarover bestuurlijke discussie en besluitvorming kan plaatsvinden.

Respectievelijk is de op basis hiervan uit te werken nota, dus een:

  • Beleidsdocument onder de Algemene Wet Bestuursrecht (art 4.81);

  • Programma onder de omgevingswet (voor dit programma geldt geen programmatische aanpak, het valt dus ook niet onder hoofdstuk 3 van het omgevingsplan).

En omvat:

  • Beleidsregels vanuit de verplichtingen in de Omgevingswet;

  • Beleidsregels ten gevolge van de verplichtingen uit de Provinciale Omgevingsverordening; en

  • Beleidsregels op eventueel andere van toepassing zijnde regels uit het omgevingsplan.

De nota omgevingskwaliteit biedt een handvat voor ontwerp en is een handboek voor de Adviescommissie Omgevingskwaliteit en ambtenaren die met omgevingskwaliteit te maken hebben.

Totstandkoming

De startnota is tot stand gekomen na bestudering van de relevante beleidsdocumenten en consultatie van:

  • De Adviescommissie Omgevingskwaliteit; en

  • Adviseurs van de gemeente op het gebied van water, groen, duurzaamheid, ruimtelijke ontwikkeling, cultuur en heilzame badplaats, gebouwenbeheer, archivering en parkeren en verkeer.

De nota is voorbereid door een stedenbouwkundige en de adviseur erfgoed uit het team Ruimtelijk beleid en regie.

Daarnaast is een vragenlijst voorgelegd aan verschillende belangenverenigingen en instellingen die zich bezighouden met omgevingskwaliteit. In het hoofdstuk stakeholders wordt hier verder op in gegaan.

afbeelding binnen de regeling

De Nota Omgevingskwaliteit in relatie tot instrumenten van de Omgevingswet.

De zorgplicht voor een goede omgevingskwaliteit is geregeld in de artikelen 1.3, 1.6 en 1.7 van de Omgevingswet. Dit maatschappelijke doel van de wet wordt verder toegelicht in de Memorie

Plan van aanpak

1. Belangrijke Beleidskaders

In het vorige hoofdstuk is aangeduid waarom de nota wordt opgesteld. In dit hoofdstuk gaan we verder in op de belangrijkste beleidskaders die de basis vormen van de opzet voor een Nota Omgevingskwaliteit.

Internationale belangen

-Verklaring van Davos

De ook door Nederland ondertekende verklaring van Davos, roept op om maatschappelijke uitdagingen aan te grijpen om omgevingskwaliteit te vergroten of in elk geval te behouden. Daaronder valt ook behoud en versterking van cultureel erfgoed, dat als drager van de identiteit van gebieden fungeert. Door de huidige opgaven nadrukkelijk te verbinden aan een streven naar omgevingskwaliteit, krijgen ruimtelijke investeringen meer maatschappelijke betekenis. Dit vraagt van alle actoren, zowel overheden, maatschappelijke organisaties als burgers, om de veranderingen in het landschap met zorg voor de kwaliteit van dat landschap vorm te geven.

-Verdrag van Granada, Malta en Florence

In 1985 werd het verdrag van Granada getekend en in 1994 geratificeerd door Nederland. In het Verdrag van Granada wordt geregeld dat alle overheden die het verdrag hebben getekend zorg dragen voor cultureel erfgoed en in het bijzonder architectonisch cultureel erfgoed. Het verdrag van Malta, door Nederland geratificeerd in 2007 beoogt behoud en bescherming van het archeologisch erfgoed.

Het Europees Landschapsverdrag (Florence 2000) streeft naar bescherming van het natuurlijke, rurale en urbane landschap vanwege zijn identiteitsbepalende betekenis.

Nationale belangen

-Novi

In de Nationale Omgevingsvisie (Novi) omschrijft het Rijk hoe zij de toekomst van Nederland voor zich ziet op ruimtelijk gebied. Twee belangrijke doelstellingen uit de Novi zijn van invloed op deze nota. Dat betreft doelstelling 2: Realiseren van een goede leefomgevingskwaliteit en doelstelling 19: Behouden en versterken van cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van (inter)nationaal belang. Net als de gemeentelijke Omgevingsvisie kan deze cyclisch aangepast worden.

Over het eerste punt zegt het Rijk het volgende:

“Een goede omgevingskwaliteit is onderdeel van de centrale doelstelling van de Omgevingswet en als zodanig van nationaal belang. Dit gaat om het belang van cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap. Het gaat daarnaast ook om de menselijke beleving van de fysieke leefomgeving, de effecten die de omgeving heeft op mensen, en om de intrinsieke waarden die de maatschappij toekent aan de identiteit van gebieden en aan dier- en plantsoorten.”

Het andere punt gaat onder andere in op de eerder genoemde internationale verdragen en afspraken. Hierin worden de cultuurlandschappen, archeologie, stads- en dorpsgezichten en werelderfgoederen genoemd, maar ook het belang van nationale parken voor een aantrekkelijke leefomgeving.

Van belang is dat het Rijk in één van haar afwegingsprincipes veel waarde hecht aan onderscheid tussen gebieden. De beleefde (cultuurhistorische) identiteit en mogelijkheden van een gebied en de waardering van eigenschappen van streek, landschap, stad of dorp moeten steeds doorwegen in de te maken keuzes.

“Toepassing van dit principe vraagt – waar dat nog niet is gebeurd – om gezamenlijke uitwerking van de gebiedsgerichte unieke landschappelijke en stedelijke kwaliteiten en onderliggende waarden. Provincies, waterschappen en gemeenten leggen deze kwaliteiten en waarden vast in beleid en regelgeving.”

-Programma Mooi Nederland

Met het Programma Mooi Nederland wil het Rijk een sterkere regierol naar zich toe trekken in het kader van ruimtelijk ontwerp. Dit in navolging van de zwaardere regierol die ze zoekt op de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Zij verwoordt dit daarbij als volgt: “Het programma Mooi Nederland zet erop in dat de verbouwing van Nederland ook esthetisch en kwalitatief goed uitpakt.” Het Programma Mooi Nederland is nog niet uitgekristalliseerd. Positief is dat ingezet wordt op meer ontwerpkracht bij overheden. Maar het heeft mogelijk ook effect op hoe er naar cultuur en productielandschappen gekeken wordt, of naar verdichtingslocaties, omgang met klimaatadaptatie en waardevolle woonwijken en de ruimte die lagere overheden hebben om hier zelf op te sturen.

Provinciale belangen

-Omgevingsvisie

De Omgevingsvisie van Zuid-Holland biedt een strategische blik op de lange(re) termijn voor de gehele fysieke leefomgeving en bevat de hoofdzaken van het te voeren integrale beleid van de provincie Zuid-Holland. De Omgevingsvisie vormt samen met de Omgevingsverordening en het Omgevingsprogramma het provinciale Omgevingsbeleid van de provincie Zuid-Holland. Het Omgevingsbeleid beschrijft hoe de provincie werkt aan een goede leefomgeving, welke plannen daarvoor zijn, welke regels daarbij gelden en welke inspanningen de provincie daarvoor levert.

De visie bevat een zogenoemde kwaliteitskaart. Deze kwaliteitskaart is voor de provincie een belangrijk instrument om ruimtelijke ontwikkelingen te sturen. De kaart geeft een beschrijving van de gebiedskenmerken en kwaliteiten van Zuid-Holland waar rekening mee gehouden dient te worden in de planvorming. De kaart biedt inzicht in de bestaande ruimtelijke kwaliteiten. Inzet van de provincie is om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren bij nieuwe ontwikkelingen.

-Omgevingsverordening

In de omgevingsverordening zijn direct sturende regels opgenomen die gemeenten moeten meenemen in hun eigen beleid en planvorming. Van belang voor de nota zijn de kaarten 14 en 15 die zich respectievelijk richten op ruimtelijke kwaliteit en beschermingscategorieën en cultureel erfgoed. Voor de gemeente Noordwijk gelden verschillende categorieën, waarvan bescherming van waardevol grasland het zwaarst is. Daarnaast zijn de provinciale landgoedbiotopen en molenbiotopen belangrijk.

-Ruimtelijke Strategie bos en bomen

Omdat de provincie met ingang van de omgevingswet meer zeggenschap heeft over het kappen van bomen, heeft zij hiervoor een ruimtelijke strategie vastgelegd. Het doel van deze ruimtelijke strategie is om concrete handvatten te bieden voor de ontwikkeling en aanplant van meer bos en bomen. Speciaal voor de Duin- en Bollenstreek geeft de provincie aan meer bomen toe te willen voegen met behoud van bollenteelt. Hierin wordt vooral aandacht besteed aan het terugbrengen van boomsingels en hagen, die een gebiedseigen versterking biedt van de aanwezige natuur.

Belangen van het Hoogheemraadschap

-Waterschapsverordening

Het waterschap regelt haar belangen onder de omgevingswet in de waterschapsverordening. Een belangrijk onderdeel hierin dat de kwaliteit van de omgeving raakt zijn de verplichte klimaatbestendige regels voor nieuwe grootschalige gebiedsontwikkelingen. Deze klimaatbestendige regels moeten ervoor zorgen dat een gebied zo wordt ingericht dat het goed voorbereid is op de gevolgen van klimaatverandering. Het gaat hier om voldoende opvang van regen en om bijvoorbeeld natuurinclusieve oevers.

Gemeentelijke belangen

-Omgevingsvisie 2.0

De omgevingsvisie “Samen maken we de toekomst voor Noordwijk!” is een toekomstvisie voor alle dorpen binnen de gemeente Noordwijk. De visie is een afwegingskader voor initiatieven in Noordwijk. Noordwijk is hierin ingedeeld in verschillende gebieden: Noordwijk aan Zee, Noordwijkerhout, Noordwijk Binnen, De Zilk, Kust- en Natuurgebieden en Buitengebied. Per gebied is op hoofdlijnen aangegeven wat er in de toekomst in een gebied moet gebeuren. Daarnaast zijn een viertal waarden genoemd waar rekening mee gehouden moet worden. Dit zijn landschap, cultuurhistorie en erfgoed, natuur en het DNA van Noordwijk. Initiatieven moeten bijdragen aan het algemeen belang. De visie wordt doorontwikkeld naar een Omgevingsvisie 2.0.

-Intergemeentelijke structuurvisie Duin- en Bollenstreek

In de Intergemeentelijke structuurvisie Duin- en Bollenstreek geven gemeenten aan hoe ze omgaan met het gezamenlijke buitengebied. Deze intergemeentelijke structuurvisie richt zich met name op de greenport die zo belangrijk is voor dit gebied, het behoud van deze positie en het bijbehorende landschap. Ook de kwaliteit van het landschap speelt hierin een rol, omdat deze zich richt op het tegengaan van verrommeling, landschapsverbetering en verbinden van cultureel erfgoed.

De intergemeentelijke structuurvisie wordt op dit moment geëvalueerd. Een geëvalueerde visie zal als programma worden opgenomen in het omgevingsbeleid van de verschillende gemeenten. Een onderdeel hiervan zal zich richten op uiterlijk van bouwwerken. De nota omgevingskwaliteit zal een vastgestelde context moeten overnemen.

-Nationaal Park Hollandse Duinen

Nationaal Park Hollandse Duinen wordt neergezet als nationaal park nieuwe stijl, waarbij meer dan alleen natuur wordt meegenomen. Het Nationaal Park Hollandse Duinen wordt benoemd als uniek door de nabijheid van de zee, de dorpen en steden, de waardevolle natuur in en rond de duinen en de rijke cultuur en historie. Op dit moment heeft het geen officiële status als Nationaal Park, maar gemeenten hebben samen afgesproken hier aan te willen werken. Ook de gemeente Noordwijk is aangesloten als partner van de stichting.

-Strategische Agenda Ruimte Duin- en Bollenstreek

De strategische agenda van de Duin- en Bollenstreek formuleert ambities, doelen en uitwerkingsrichtingen van de gezamenlijke gemeenten in de Duin- en Bollenstreek. De gemeenten zorgen daarbij samen voor een leefbare, goed bereikbare, gezonde en aantrekkelijke regio.

De strategische agenda benoemd drie kwaliteiten:

  • aantrekkelijke kustplaatsen en duinen,

  • duurzame Greenport, bollenteelt en -toerisme, en

  • goed wonen en werken

Vanuit de strategische agenda wordt ingezet om deze kwaliteiten te behouden en te koesteren en zo de gemeenten aantrekkelijk te houden om gezond te leven, wonen, werken en vertoeven. Het gaat hier om gezamenlijke gemeentelijke belangen die de kwaliteit van de omgeving raken.

-Raadsagenda en Collegewerkprogramma gemeente Noordwijk

Op 21 november 2023 heeft de gemeenteraad een raadsagenda met focuspunten opgesteld voor de resterende raadsperiode tot 2026. Hierbij blijft het collegewerkprogramma van kracht. Hierbinnen zijn de pijlers onder duurzaamheid en leefomgeving en wonen en ruimte van belang.

-Motie verduurzaming monumentale panden

De raad heeft op 7 maart 2023 unaniem een motie aangenomen om de verduurzaming van monumentale panden te bevorderen. Bevordering hiervan wordt meegenomen in de nota.

2. Verbeterpunten voor het huidige omgevingskwaliteitsbeleid

Het huidige omgevingskwaliteitsbeleid is gedifferentieerd en bevind zich binnen verschillende regelingen en beleidsstukken en of regels. In hoofdlijn dient de nota omgevingskwaliteit te voorzien in een betere integrale afstemming van deze stukken. Daarnaast zijn ook andere meer concrete verbeterpunten geconstateerd.

Verouderd erfgoedbeleid

Het erfgoedbeleid van Noordwijk is op verschillende punten verouderd. Hoewel vanwege de fusie verschillende regelingen zijn geharmoniseerd, zijn de beleidsnota’s nog ingericht op de voormalige gemeenten. Ingevolge loopt het beleid hierdoor niet meer synchroon met overige regelingen. Daaronder valt:

-Het onderdeel archeologiebeleid is ingericht op verouderde kennisgegevens

Noordwijk heeft samengewerkt met de gemeenten Hillegom, Lisse en Teylingen om onderzoek te doen naar bollenpercelen. Dit heeft geresulteerd in het archeologisch onderzoeksrapport “Graven in archieven. Een niet-gravend verstoringsonderzoek in de bollengemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk en Teylingen”. Dit heeft geresulteerd in een veranderd kaartbeeld. Daarnaast is het zinvol een minder statisch archeologiebeleid te ontwikkelen.

-De instandhoudingsregeling is niet ingericht op duurzaamheid

Noordwijk heeft een instandhoudingsregeling voor Monumenten in het voormalig Noordwijkerhout werd hier gepast gebruik van gemaakt. Een uitdijende groep uit het oude Noordwijk maakt ook gebruik van de subsidieregeling en de mogelijkheid om onderhoudsadvies te ontvangen via de Monumentenwacht. Gebruikers waarderen deze service, maar het stimuleren van duurzaamheidsmaatregelen, zoals isolatiemaatregelen is geen onderdeel van de subsidieregeling.

-Cultuur- en bouwhistorie onvoldoende juridisch verankerd

Inzet van de Erfgoednota in oud Noordwijk betrof ook de juridische verankering van bouwhistorisch waardevol te verwachten objecten. Deze verankering heeft niet plaatsgevonden. De Wro verplicht het meewegen van cultuurhistorie bij bestemmingsplannen. Ondanks kwalitatieve waardevolle invullingen in Noordwijkerhout, is deze verplichting in veel gevallen niet in voldoende mate meegewogen.

Druk op de kwaliteit van de omgeving

De welstandsnota is redelijk recent. In de praktijk blijkt deze voor onderwerpen waarop deze toeziet goed te werken. Nieuwe ontwikkelingen maken wel dat het verstandig is om goed te kijken of de huidige welstandsnota nog wel op ieder vlak voldoende voldoet voor de gemeente.

-De welstandsnota toont weinig houvast bij duurzaamheidsmaatregelen

Veel mensen willen hun woning verduurzamen. Hiervoor maken ze gebruik van isolatiemaatregelen, warmtepompen of ze laten bijvoorbeeld een groen dak aanleggen. De welstandsnota houdt echter maar weinig rekening met dat soort mogelijkheden. Door deze mogelijkheden beter te verankeren in de Nota Omgevingskwaliteit kunnen mensen geholpen worden met hun eigen verduurzamingsstrategie.

-Druk op de Noordwijkse Badplaatsarchitectuur

Om een badplaats met voldoende allure te behouden en verkrijgen zet Noordwijk bij nieuwe bouwplannen in op een badplaatsarchitectuur met Noordwijkse stijl. Hoewel positieve voorbeelden van deze stijl in de loop der jaren in Noordwijk zijn gebouwd, blijkt de stijl in behoorlijk aanzienlijke gevallen niet in voldoende mate te handhaven. Een nota die zich hard maakt voor de Noordwijkse stijl en doelen in heldere zin verwoord kan een kwaliteitsimpuls zijn voor inwoners en de toeristische sector.

-Kwaliteiten van het landschap als bollentuin onder druk

De bollenteelt is zeer belangrijk binnen de Duin- en Bollenstreek, zowel vanwege het vervaardigde product als zijnde een toeristische motor. Tegelijkertijd staat deze onder constante druk van andere ruimtevragers. Door dit soort zaken staan ook de kwaliteiten van het bollenlandschap als jaarrond trekker onder druk en is er soms te weinig oog voor de groene randen langs de kamers van de bollenvelden, open zichtlijnen naar de bollenvelden en kwalitatieve bebouwing in het landschap.

-De kwalitatieve buitenruimte van wegen en kunstwerken

De kwalitatieve uitstraling van wegen en kunstwerken draagt op een belangrijke manier bij aan de kwaliteit van gebieden. Daar waar we vinden dat de buitenruimte meer aandacht verdient dan gemiddeld, zouden we dat moeten aangeven. De nota omgevingskwaliteit is geschikt om in aan te geven waar we meer kwaliteit willen en waar een hoogwaardige standaardkwaliteit voldoende is. De nota omgevingskwaliteit kan zich integreren met een uitvoeringsvisie voor de inrichting van de openbare ruimte (UVOR) of handboek openbare ruimte (HOR). Voor details is een LIOR meer geschikt.

-Klimaatadaptief ontwerp

Geveltuintjes, bloemrijke bermen, wadi’s, groene parkeerplaatsen en oplossingen voor vogels en vleermuizen in en aan gebouwen zijn niet meer weg te denken in hedendaags stedenbouwkundig, landschaps- en gebouwontwerp. Vanwege klimaatverandering komt de vraag steeds vaker op hoe gemeenten om gaan met natuurinclusief ontwerp. Natuurinclusief en klimaatadaptief ontwerp speelt in de welstandsnota geen rol. De nota omgevingskwaliteit kan hiervoor wel handvatten aandragen. Bij het implementeren van groen/blauwe infrastructuur kunnen namelijk meerdere voordelen genoten worden, naarmate het ontwerp en de kwaliteit hiervan goed worden ingepast.

afbeelding binnen de regeling

Geïntegreerde opzet van de Nota Omgevingskwaliteit en relatie tot eventuele sectorale uitwerkingsdocumenten. De indeling onder beleidsregels is een suggestie.

3. Mogelijkheden van omgevingskwaliteitsbeleid

De Omgevingswet biedt kansen om op een andere manier met zaken om te gaan. Deze kansen worden hieronder verder benoemd.

-Van Welstand naar Omgevingskwaliteit

-Meer rekening houden met landschap

Het welstandsbeleid kwam van oorsprong voort uit de Woningwet, die als eerste in werking trad in 1902, met als doel slechte en ongezonde woningen onmogelijk te maken en de bouw van goede woningen te bevorderen. Het effect hiervan is dat regels en richtlijnen zich enkel op de gebouwde omgeving richtte.

Hoewel de architectuur nog wel het sterkst verankerd is in het kader van regels omtrent het uiterlijk van bouwwerken, biedt de omgevingswet met de thematische term omgevingskwaliteit meer ruimte om ook sterker in te zetten op andere ontwerprichtingen, zoals landschap.

-Veranderende omgang met cultureel erfgoed

-De juiste bescherming waar nodig

Zoals boven reeds aangegeven dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken expliciet ook rekening moet houden met het thema behoud van cultureel erfgoed. Dit is verbreed naar al het cultureel erfgoed dat onder de Omgevingswet valt en brengt een gedeeltelijke paradigmawisseling met zich mee.

Daar waar voorheen het erfgoed alleen kon worden meegewogen indien hier expliciet een aanwijzing voor was opgenomen, dan wel door het Rijk, de Provincie, of de gemeente en een overweging hierbuiten zou zijn uitgesloten, geldt dat erfgoed binnen de Omgevingswet altijd dient te worden meegewogen bij een initiatief.

Niet bij ieder initiatief is een erfgoedadvies echter even zinvol of waardevol. Geheel praktisch beschouwd is de vraag om erfgoedadvies achteraf bij ieder initiatief ook overdadig meerwerk en mogelijk onnodige lastenverzwaring. Het is van belang dat daarom voorafgaand al explicieter wordt gemaakt waar het om gaat bij behoud van erfgoedwaarden.

In feite dienen net als bij archeologie al gebruikelijk is, vooraf kaders te worden opgesteld wanneer dit beleidsadvies noodzakelijk is. In de omgevingsvisie is de hoofdkoers voor dit thema reeds uitgezet en is de cultuurhistorische waardenkaart van Noordwijk geïntroduceerd. Deze waardenkaart vormt de basis voor de “beleidsadvieskaart”. Aan de hand daarvan is vooraf al duidelijk inzichtelijk hoe zwaar het erfgoedbelang zou moeten meewegen.

-De omgeving van het monument

Een ander nieuw onderdeel betreft de bescherming van de omgeving van het monument. Het gaat hier altijd om een maatwerkbeoordeling. Binnen de regio kan hierover naar gezamenlijke consensus worden gezocht. Voorbeelden van “bestaande” omgevingen van een monument zijn:

  • Molenbiotopen: een cirkel waarbinnen niet te hoog mag worden gebouwd.

  • Landgoedbiotopen: een gebied rondom een landgoed, met een groen karakter.

- Individuele lastenverlichting door kennisdeling, professionalisering, en voldoende lusten

Inzetten op kwaliteit brengt wat op, maar brengt tegelijkertijd ook een bepaalde vorm van lastenverzwaring met zich mee. Het is zaak dit zo veel mogelijk te beperken en te kijken of er ook mogelijkheden zijn om in te zetten op kwaliteit met minder zware lasten.

-Samenwerking

Verbeterde samenwerking kan zorgen voor eenduidigere regels in hetzelfde gebied. Ook kan het helpen om inwoners beter te helpen bij datgene waar zij geen kennis over hebben als effectief gebruik kan worden gemaakt van de expertise van de ander. Het is slim om te onderzoeken hoe en op welke wijze dit mogelijk is.

-Versimpelen subsidieverordening

Met name voor Erfgoed betekent dat ook een simpelere subsidieverordening een sterke verbetering kan zijn. Een verordening die niet alleen is gericht op onderhoudswerkzaamheden, maar ook rekening houdt met de noodzaak tot verduurzaming van een pand. Te kijken valt ook of gesubsidieerd onderzoek direct door de gemeente (eventueel via partners) kan worden uitgevoerd.

4. Taak en plaatsbepaling Adviescommissie Omgevingskwaliteit

De gemeente Noordwijk gaat vanaf de invoering van de omgevingswet werken met een adviescommissie omgevingskwaliteit. In eerste instantie zijn voor de commissie de welstandsnota en de algemene principes van de monumentenzorg de belangrijkste beoordelingscriteria. Wanneer advies gevraagd moet worden bij een omgevingsvergunning is daarbij standaard bepaald.

Uitgangspunt met ingang van de omgevingswet is om advies te vragen wanneer dit voor voldoende kwaliteitsadvisering noodzakelijk is. Het gaat dan om advisering bij zaken waarop intern onvoldoende kennis in huis is om tot een goed advies te komen. Het omgevingsplan is daarbij het juiste instrument in de bepaling welke vorm van advisering hierbij aan de orde zou moeten zijn:

In de basis zijn er in het kader van omgevingskwaliteit drie verschillende smaken te herkennen:

1. de burger zelf aan zet (geen omgevingskwaliteitsadvies, mogelijk wel afstemming),

De burger is in ieder geval zelf aan zet bij door de wet bepaalde vergunningsvrije werkzaamheden. In sommige gevallen kan een nadere invulling in wat omgevingskwaliteit is wel nodig geacht worden, maar zou verondersteld mogen worden dat burgers daar voldoende zelfredzaam in zijn. In zo’n geval kan ook enkel het opnemen van een zorgplicht voldoende zijn of in uiterste geval een meldingsplicht worden ingesteld.

2. gemeentelijke regie door ambtelijke adviseurs (ambtelijk advies)

In bepaalde gevallen is wel een overweging nodig, maar is ambtelijk voldoende kennis in huis om hierover te adviseren. Het opnemen van verplichting tot onafhankelijk advies kan dan tot vertraging leiden in het proces. Dit speelt bij meldingsplichtige of vergunningsplichtige werkzaamheden waarvoor de gemeente ook daadwerkelijk een adviseur in huis heeft.

3. extern onafhankelijk deskundig advies (adviescommissie).

De adviescommissie omgevingskwaliteit kan altijd gevraagd worden om advies. In specifieke gevallen heeft de wetgever al bepaald dat verplicht advies gevraagd moet worden. In andere gevallen ligt daar een noodzaak als voldoende kwalitatief advies niet gewaarborgd kan worden. Het moet voor het college voldoende duidelijk zijn wanneer zij advies van de externe adviescommissie dient te verlangen.

Het omgevingsplan of een beleidsregel dient daarom voldoende te verduidelijken wanneer de adviescommissie om advies gevraagd wordt en welke rol zij vertegenwoordigd. Dit kan een complete rol zijn, of een rol alleen gericht op architectuur, landschap of bijvoorbeeld enkel op erfgoed, of in samenhang.

Uitgangspunt is om de omgevingskwaliteit minimaal gelijk te houden en zo nodig te verbeteren. Daarbij dient in achterhoofd gehouden te worden dat hoe meer de burger zelf aan zet is hoe meer toezicht en handhaving dit vraagt. De nota zal een uitspraak moeten doen over deze richtinggevende overweging.

afbeelding binnen de regeling

Beleidscyclus Omgevingswet en relatie Adviescommissie Omgevingskwaliteit zoals omschreven door Dorp, Stad en Land

5. Positie ten opzichte van het omgevingsplan

Beoordeling van omgevingskwaliteit hangt sterk samen met de regels die worden opgesteld in het omgevingsplan. De raad stelt deze vast. Gemeenten hebben zeer veel vrijheid in de wijze waarop zij regels opstellen.

Wel dienen uiteraard de instructieregels van hogere overheden in acht te worden genomen. Aangezien omgevingskwaliteit een van de hoofddoelen van de omgevingswet is, is het belangrijk dat regels hierover goed in het omgevingsplan worden verankerd. Voor inwoners en medewerkers is het belangrijk dat omgevingskwaliteit op heldere en overzichtelijke wijze wordt opgenomen, zodat iedereen weet waar hij aan toe is.

Met het casco omgevingsplan wordt een eerste stap gezet voor het toekomstige Noordwijkse Omgevingsplan. Dit casco dient uiteindelijk gevuld te worden. Zinvol is daarbij rekening te houden met regels bij activiteiten, maar ook om na te denken over de toedeling van functies aan locaties. De gemeente Noordwijk hoeft hier gelukkig niet alleen over na te denken. Er wordt al gewerkt aan een omgevingsvisie en omgevingsplan.

Daarnaast zijn er directe partners die nadenken over de wijze waarop regels op het gebied van omgevingskwaliteit kunnen worden opgenomen, zoals Dorp Dorp, Stad en Land, het Erfgoedhuis Zuid-Holland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Ook andere gelijkwaardige organisaties zoals Mooi Noord-Holland, het Gelders Genootschap en de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit bieden hiervoor handreikingen aan of zijn bezig met handreikingen die een hulpmiddel hiervoor kunnen bieden.

Het is zinvol om regels voor omgevingskwaliteit per gebiedstype op te nemen, echter in verschillende gevallen is een specifiek (thematische) functieaanduiding zinvoller. Een voorbeeld is het ook in Noordwijk aanwezige buitenplaatslandschap, waar in samenwerking tussen de provincies Zuid- en Noord-Holland en de functieaanduiding “Cultuurlandschap - Buitenplaatsen” wordt geënt als zinvolle constructie. Ook voor rijksmonumenten is een functieaanduiding “rijksmonument” verplicht met daaraan gekoppelde regels.

Op deze wijze zijn op overzichtelijke wijze regels voor specifieke werkingsgebieden, gericht op omgevingskwaliteit, voor te stellen. De nota zal in wisselwerking rekening moeten houden met de structuur van het omgevingsplan.

6. Samenhang met andere beleidsvelden

De nota omgevingskwaliteit staat niet los van andere beleidsdoelstellingen. De Nota omgevingskwaliteit sluit hierbij aan op verschillende vlakken.

Kuuroordvisie

De gemeente Noordwijk heeft de ambitie om zich internationaal te positioneren als gekwalificeerde heilzame zeebadplaats, aangeduid met de internationale term “Health Destination”. De criteria voor de badstatus hebben betrekking op een tiental onderwerpen:

1.Landschap, klimaat 2. ‘Heilmittel’ 3. Omgeving 4. Therapie 5.Infrastructuur vitaliteit 6. Thalasso 7. Kwaliteit service 8. Positief leven/life style 9. Holistische (lichaam en geest als eenheid) benadering 10. Ontspanning/sociale contacten.

De nota sluit direct aan op criteria 1 en 3 van de badstatus. Van belang is dat de nota versterkend werkt voor de aanwijzing van Noordwijk als heilzame badplaats door de European Spas Association. Om deze aanwijzing te behouden in de toekomst zal verder ingezet moeten worden op een kwalitatief hoogwaardige publieke ruimte en uiterlijk van bebouwing voor inwoners en bezoekers. Daarmee bevordert de gemeente Noordwijk kwalitatief hoogwaardige baukultur en onderscheidt ze zich meer van andere badplaatsen. Wat ten goede komt aan het trekken van toeristen.

Woonvisie

In de “Woonvisie 2020-2030. Alle zeilen bij voor voldoende en juiste woningen” worden bouwstenen geboden voor de afweging vanuit het beleidsveld wonen, met het antwoord op de vraag: wat is vanuit wonen belangrijk voor een toekomstbestendige en leefbare gemeenschap, waar mensen hun plek weten te vinden?

De woonvisie zet daarbij in op de prioriteiten meer nieuwbouw, het toevoegen van de juiste woningen, mogelijkheden voor prettig thuis wonen en een klimaatneutraal Noordwijk.

Daarin gaat het om een passend woonaanbod en om een aantrekkelijke woonomgeving: groen, met voorzieningen, ruimte voor recreatie, werkgelegenheid en goede bereikbaarheid. Dit vraagt een afweging rond benutting van schaarse ruimte.

Dit is tevens een ontwerptechnisch stedenbouwkundig en landschappelijk vraagstuk.

Welzijnsbeleid

De nota “Gelukkig Leven, Welzijnsbeleid 2021-2024” bevat de visie van de gemeente Noordwijk op het welzijnswerk en hoe deze visie ter uitvoering kan worden gebracht. Die visie houdt de ambitie in om een betrokken samenleving te zijn, waarin iedereen mee kan doen, het prettig samenleven is en waar je gelukkig oud kan worden. Punten waarop de Nota Omgevingskwaliteit een bijdrage levert zijn:

  • In elk dorp zijn aantrekkelijke ontmoetingsplekken in de buitenlucht.

  • De openbare ruimte en publieke gebouwen zijn toe- en doorgankelijk.

Cultuurnota

De Cultuurnota gemeente Noordwijk 2022-2025 “Cultuur in de Kern” biedt verschillende uitvoeringslijnen op het gebied van cultuur en museale uitingen. In de nota is de volgende passage opgenomen:

De vier kernen kennen een rijk cultuurhistorisch verleden en er zijn meerdere verenigingen, stichtingen en genootschappen die zich bezighouden met cultureel erfgoed; variërend van WO II musea en het monumentaal- en agrarisch erfgoed tot de fietsen wandelroutes met historische thema’s. Beeldende kunst, bouwkunst en vormgeving is het enige deelgebied waarbij Noordwijk achterblijft op het VNG-ringenmodel ten aanzien van het ambitieniveau.

De Nota omgevingskwaliteit kan een bijdrage leveren op het gebied van bouwkunst. De ambitie om een canon op te stellen van de gemeente Noordwijk in de cultuurnota, biedt daarbij een richtinggevend hulpmiddel.

Verkeer en parkeren

Een verkeersveilige omgeving en een goede bereikbaarheid te voet, op de fiets, met openbaar vervoer of auto raakt de kwaliteit van de omgeving. Voldoende parkeergelegenheid draagt hier ook aan bij. In de Kadernota parkeren Noordwijk is de visie opgenomen hoe de gemeente om wil gaan met het parkeren in de gemeente. In de Nota parkeernormen Noordwijk 2020 beschrijft de gemeente het kader ten aanzien van het aantal te realiseren parkeerplaatsen voor fiets en auto bij nieuwbouw of transformatieprojecten. Voor de nota omgevingskwaliteit is dit een vaststaand kader.

De gemeente werkt aan een update van het mobiliteitsbeleid waar ingezet wordt op een goede verkeersveiligheid, bereikbaarheid en het bevorderen van lopen, fietsen en openbaar vervoer. Bij de inrichting van de openbare ruimte worden ten behoeve van een uniforme verkeersveilige infrastructuur in de basis de landelijke (ontwerp)richtlijnen (CROW) gevolgd. Daarnaast is een strategische plankaart voor laadpalen vastgesteld. Daar waar deze van invloed zijn op de omgevingskwaliteit zal deze nota daar gebruik van maken.

Groen

Bomen, struiken en planten dragen bij aan een positieve beleving van de omgeving. Daarnaast vermindert groen hittestress en geluid, en heeft het een positieve impact op de opslag van hemelwater en luchtvervuiling. Op dat terrein raakt het beleidsveld groen aan het thema omgevingskwaliteit.

Het Beheerplan groen 2023-2027 is het belangrijkste kader van de gemeente Noordwijk met betrekking tot de uitgangspunten binnen beheer en onderhoud van openbaar groen. Uitgangspunten uit het beheerplan groen dienen opgenomen te worden in de Uitwerkingsvisie Openbare Ruimte dan wel uiteraard het hier bedoelde beleidsdocument. De uitgangspunten zijn uitgewerkt op basis van vier ambitiethema’s, te weten:

  • 1.

    Identiteit; De gemeente Noordwijk profileert zich als groene gemeente en ontwikkeling als heilzame badplaats. Duurzaam versterken en behouden van het landschap is uitgangspunt samen met de versterking van typische beplanting.

  • 2.

    Biodiversiteit; De natuurgebieden, het NNN, de gemeentelijke ecologische verbindingen en groengebieden als dragers van de groen/blauwe structuur.

  • 3.

    Duurzaamheid en klimaatadaptatie; Gericht op het beperken van klimaateffecten, vergroten van de biodiversiteit, circulariteit, hergebruik, elektrisch materiaal en het goede voorbeeld geven.

  • 4.

    Leefbaarheid en participatie; Een fijne groene leefomgeving zorgt dat inwoners meer bewegen, zich mentaal beter voelen en voor meer sociale interactie. Groen moet dichtbij aanwezig zijn. Daarnaast wordt ingezet op kleinschalig zelfbeheer van openbaar groen.

Verder is het Gebiedsprogramma Groen, dat door de gezamenlijke gemeenten in de Duin- en Bollenstreek is opgesteld en wordt hernieuwd, een van de uitvoeringsdocumenten. Het ontwikkelen van groene bermen en kwalitatief hoogwaardige aanrijroutes zijn voorbeelden uit het gebiedsprogramma.

Bovengenoemde ambities staan in verband met elkaar, en hebben een impact op de omgevingskwaliteit binnen de gemeente. De nota omgevingskwaliteit kan handvatten bieden om groen/blauwe infrastructuur aan te laten sluiten bij onze bebouwde omgeving.

Integraal waterketenplan bollenstreek

Het integraal waterketenplan (vastgesteld 28 maart 2023) richt zich op gezamenlijk beleid in de waterketen door de gemeenten Katwijk, Noordwijk, Lisse, het Hoogheemraadschap Rijnland en Dunea. Naast rioleringszaken richt het beleid zich ook op voor het voorkomen van toekomstige wateroverlast als gevolg van klimaatontwikkelingen.

Met name in de kernen Noordwijk aan Zee en Noordwijk Binnen is er een tekort aan oppervlaktewater. Het waterketenplan beoogt hierin – maar ook bij nieuwbouw en andere gebieden met bestaande wijken – dan ook verbeteringen toe aan te brengen. Door hierop in te spelen in de nota omgevingskwaliteit kunnen adviseurs hier vooraf in het proces bij het ontwikkelen van nieuwe plannen in voldoende mate rekening mee houden.

7. Samenhang met andere gemeenten, provincie en hoogheemraadschap

De gemeente Noordwijk profileert zich als sterke partner in de regio. Samenwerking met andere gemeenten is daarbij van belang. De belangrijkste samenwerkingsverbanden voor vervaardiging van de nota omgevingskwaliteit zijn hieronder benoemd.

Nationaal Park Hollandse Duinen

Het Nationaal Park werkt concepten uit om de aantrekkelijkheid van het landschap voor inwoners en toeristen te verbeteren, zoals het versterken van de binnenduinrandzone en parkways. Hieraan kan Noordwijk meeprofiteren.

Holland Rijnland

De organisatie Holland Rijnland stimuleert en faciliteert de samenwerking tussen dertien gemeenten in de gelijknamige regio. De samenwerkende gemeenten zijn Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.

Regionale strategieën op het gebied van ruimte, landschap, natuur en erfgoed zijn belangrijk om mee te nemen binnen de nota.

Duin- en Bollenstreek

De gemeente Noordwijk maakt onderdeel uit van de Duin- en Bollenstreek samen met de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse en Teylingen. De Duin- en Bollenstreek kent een grotendeels gelijkvormig landschap.

Het is zinvol om zoveel mogelijk eenduidige advisering in het buitengebied te waarborgen.

Landgoederenzone langs de kust van Holland

De landgoederenzone is een cultuurlandschappelijk gebied dat zich over meerdere gemeenten en twee provincies uitstrekt. Deze heeft zich vanaf de zeventiende eeuw langs de Hollandse kust van Kennemerland tot en met het Westland ontwikkeld. De oorspronkelijke herenwegen, trekvaarten en weteringen bieden grensoverschrijdende verbindingen.

Noordwijk kan een positieve schakel zijn voor andere gemeenten binnen de uitwerkingen voor een eenduidige hoofdopzet van deze zone. De zone biedt tevens een mogelijkheid om er voor te zorgen dat de dorpen niet aan elkaar gebouwd worden en kan een bijdrage leveren om ecologische verbindingen te leggen die doorlopen tot in de dorpen.

Hoogheemraadschap Rijnland

Het hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor een goed watersysteem. Hiervoor stelt zij een zogenaamde waterschapsverordening op. In deze verordening komen ook klimaatbestendige regels voor nieuwe grootschalige gebiedsontwikkelingen. Deze klimaatbestendige regels moeten ervoor zorgen dat een gebied zo wordt ingericht dat het goed voorbereid is op de gevolgen van klimaatverandering.

Door vooraf rekening te houden met de Waterschapsverordening in de eigen regelgeving, kunnen verrassingen worden voorkomen.

8. Reikwijdte van de nota

Het doel van de definitieve nota is om een integraal kwalitatief hoogwaardige leefomgeving te verkrijgen en in stand te houden. Daarmee voorziet de nota in de eerder genoemde taak die de gemeente van het Rijk op dit vlak heeft gekregen en de daarbij behorende ingekaderde beleidsruimte. Daarnaast dient deze te passen binnen of te voldoen aan de vijf thema’s die genoemd worden in de omgevingsvisie.

De vijf thema’s uit de omgevingsvisie zijn hieronder verwoord:

  • 1.

    Een ondernemende gemeente met voldoende welvaart voor iedereen.

  • 2.

    Prettig wonen met voldoende woningen voor iedereen.

  • 3.

    Een betrokken gemeenschap; een plek waar we prettig samenleven en gelukkig oud worden.

  • 4.

    Goede bereikbaarheid en beheersbare parkeerdruk op topdagen.

  • 5.

    Een duurzame gemeente Noordwijk; klimaatneutraal en -bestendig.

De thema’s raken elk op verschillende wijze en in verschillende mate het omgevingskwaliteitsbeleid. De nota is dus een concretisering van de omgevingsvisie op een intersectoraal gebied.

Opzet

De nota geeft aan waarop de gemeente Noordwijk zich wil inzetten om omgevingskwaliteit in de gemeente te bevorderen. Hiervoor worden beleidsmatige keuzes gemaakt, die voor een deel belanden in een toetsingskader. De nota valt daarom dus uiteen in twee delen:

1. Beleidsnota/Programma omgevingskwaliteit:

Hierin worden de beleidskeuzes genoemd en toegelicht op het gebied van omgevingskwaliteit (architectuur, stedenbouw, landschap en erfgoed). Daarin komen in ieder geval naar voren:

  • Omgang met de tekortkomingen en mogelijkheden van de omgevingswet;

  • Uitgangspunten uit bijlage 2 van de het Beheerplan groen 2023-2027;

  • Een opzet van wanneer de adviescommissie wel een niet gevraagd wordt om te komen tot voldoende kwaliteitsadvies;

  • Samenwerking met andere gemeenten en partners op het gebied van omgevingskwaliteit;

  • Het bevorderen van het gebruik van monumenten, zo nodig door wijziging van die monumenten, rekening houdend met de monumentale waarden;

  • Inventarisatie van de gemeentelijke roerende erfgoedcollectie en het bevorderen van kennis(overdracht) over erfgoed;

  • Omgang met het Noordwijkse bodemarchief (archeologiebeleid);

  • Rekening houden met het veranderende klimaat bij zowel groen (biodiversiteit) als gebouwen (verduurzaming);

  • Visie op de openbare ruimte.

2. Handboek Omgevingskwaliteit:

Het tweede deel van de nota bestaat uit toetsingskaders. In het kader van de omgevingswet gaat het dan om beoordelingsregels omtrent het uiterlijk van bouwwerken die een nadere toelichting behoeven. Dat betekent dus dat delen van de huidige welstandsnota in het omgevingsplan kunnen belanden en delen in de nota omgevingskwaliteit.

Wat hier in ieder geval in aan bod moet komen is:

  • Richtlijnen omgang met groen en openbare ruimte;

  • Verduurzaming van gebouwen en in het bijzonder het Noordwijkse Erfgoed;

  • Toetsing op (Rijks)monumenten;

  • Toetsing op door de Provincie aangewezen kaders;

  • Inzet op een kwalitatief hoogwaardig bollenlandschap;

  • Ruimte maken voor ontmoeting;

  • Richtlijnen uiterlijk bouwwerken.

Aanpassingsruimte

Juist door verschillende transities, ontdekkingen, vragen van inwoners en beleidswijzigingen zal er behoefte blijven aan verandering. Hoewel toetsingskaders juridische houvast bieden, zal de nota ook ruimte voor aanpassingen en toevoegingen moeten bieden.

Daarnaast zijn andere instrumenten, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan, nog volop in beweging. De opzet zelf kan daardoor door toekomstige keuzes elders anders uitpakken dan op dit moment voorgesteld.

9. Onderzoek en ontwikkeling

Bij toekomstige ontwikkelingen is onderzoek nodig om randvoorwaarden vast te kunnen stellen. Beschikbare onderzoeken en ontwikkelingsdocumenten worden hieronder benoemd.

Beeldkwaliteitsplannen en visies

Binnen de gemeente Noordwijk zijn verschillende beeldkwaliteitsplannen en visiedocumenten van kracht waarin de ontwikkeling en kwaliteitsambitie van een gebied wordt omschreven. Deze zijn hieronder opgenomen:

  • -

    Beeldkwaliteitsplan ontwikkeling plangebied Landgoed Oud Leeuwenhorst te Noordwijkerhout

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Noordwijk aan Zee

  • -

    Beeldkwaliteitsplan SpaceBusinesspark

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Witte Mavo terrein (Noordwijk aan Zee)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Boechorst (Noordwijk Binnen)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan het Zoutdepot (De Zilk)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Jan Kroonsplein (Noordwijk aan Zee)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Bavo-terrein (Noordwijkerhout)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Landgoed Sancta Maria (Noordwijk/Noordwijkerhout)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Schippersvaartweg (Noordwijkerhout)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Delfweg (Noordwijkerhout)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Johanna van Hoornstraat (Noordwijk Binnen)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan De Nes 1 Wonen in Steil

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Winkels Centrum Noordwijkerhout

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Offem Zuid deel 1 (Noordwijk Binnen)

  • -

    Beeldkwaliteitsplan Zilverenkruisterrein (Noordwijk Binnen)

  • -

    Omgevingsvisie 1.0. Samen maken we de toekomst voor Noordwijk

  • -

    Partiële wijziging omgevingsvisie Achterweggebied en Vinkeveld-Zuid

  • -

    Recreëren tussen het erfgoed, Visie recreatieve netwerken Duin- en Bollenstreek en trekvaart Haarlem-Leiden (Noordwijkerhout)

De beeldkwaliteitsplannen maken onderdeel uit van de bestaande welstandsnota of zijn los vastgesteld en dienen anderzijds integraal te worden meegenomen als toetsingskader van plannen in het specifieke gebied.

Ook bij nieuwe ontwikkelingen kunnen beeldkwaliteitsplannen een zinvol hulpmiddel blijven om de kwaliteit te begeleiden.

Archeologische waarden- en beleidsadvieskaart Noordwijk

Samen met Hillegom Lisse en Teylingen heeft Noordwijk regionaal onderzoek laten doen naar bollenpercelen met als resultaat het onderzoek: “Graven in archieven. Een niet-gravend verstoringenonderzoek in de bollengemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk en Teylingen” en bijbehorende archeologische waarden- en beleidsadvieskaart.

De beleidsadvieskaart Noordwijk 2020 is de meest recente kaart waarbinnen aangegeven wordt of een advies van de archeoloog nodig is.

Cultuurhistorische waardenkaart Noordwijk

De gemeente Noordwijk heeft in samenhang met andere gemeenten in de Duin- en Bollenstreek een gewaardeerde inventarisatie gemaakt van het aanwezige cultureel erfgoed. Vanuit de cultuurhistorische waardenkaart kan een beleidsadvieskaart bovengronds worden ontwikkeld.

10. Planning, uitwerking en kosten

Planning

De uitvoering van de werkzaamheden zijn beoogd om te starten vanaf de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2024.

Net als het omgevingsplan is het zinvol om de definitieve nota in deelonderwerpen op te leveren. Onderdelen uit deze startnota bieden daarvoor de basis. Inzet is om onderdeel A gereed te hebben op 31 december 2024.

Voor de overige werkzaamheden zijn we deels afhankelijk van de voortgang van het omgevingsplan. Bij schrijven is de planning hiervan nog niet bekend. Het gaat hier om een structuur om per jaar een deelgebied op te pakken.

Een opzet voor de uitwerking van het omgevingsplan zal als volgt kunnen zijn:

Gebied 1: 2024 De Zilk

Gebied 2: 2024 Noordwijkerhout

Gebied 3: 2024 Noordwijk Binnen

Gebied 4: 2025 Kust- en natuurgebieden

Gebied 5: 2025 Noordwijk aan Zee

Gebied 6: 2025 Buitengebied

Nota Bene: De opzet voortvloeiend uit het transitieplan is leidend, maar indien mogelijk kan ingezet worden op het uitwerken van een ander deelgebied dat vanuit het thema omgevingskwaliteit meer prioriteit heeft.

Indien gebied 1 gereed is, is de systematiek van het omgevingsplan wel al duidelijk.

De bedoeling is 31 december 2025 deel 2 in documentvorm gereed te hebben. In latere stadia kan deze dan worden “gedigitaliseerd”.

Milieueffectrapportage

Voor het beleidsdeel moet een milieueffectrapportage worden gemaakt en beoordeeld. Besluitvorming hierop loopt gelijk met de rest van de werkzaamheden.

Uitwerking

De Omgevingswet maakt gebruik van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). Hierbinnen wordt al het beleid weergegeven dat op basis van de Omgevingswet wordt vastgesteld. Ook beleidsdocumenten en beleidsregels kunnen digitaal worden ontsloten. Het streven is om dit ook door te voeren voor de nota omgevingskwaliteit. De planning houdt hier rekening mee.

Kosten

Ten behoeve van de uitwerking zullen in bepaalde gevallen externe bureaus gevraagd moeten worden. Om de kosten laag te houden wordt voorgesteld om de volgens een vooraf opgestelde hoofdstukindeling/opzet input van deze bureaus te vragen. Hierdoor kan ook gebruik gemaakt worden van bureaus met de juiste kennis over een onderwerp.

De verwachte kosten zijn hieronder weergegeven:

Verwachte kosten

Onderdelen

Kosten

Dekkingsgebied

Deel A1

€ 27.500,-

Omgevingswet

Deel A2

€ 12.500,-

Erfgoedbeleid

Deel B

€ 35.000,-

Omgevingswet

Werkzaamheden zijn naar verwachting binnen de huidige relevante budgetten te realiseren.

Relevante budgetten 2024

Onderdelen

Kostenplaats

Budget

P032 Omgevingswet

68100070

€ 490.146,-

P095 Adviescommissie omgevingskwaliteit (Welstand)

68100115

€ 65.626,-

P118 Monumentenbeleid (+subsidies)

65500060

€ 60.883,-

P118 Advisering archeologie

65500070

€ 38.934,-

P118 Adviescommissie omgevingskwaliteit (Erfgoed)

65500000

€ 33.856,-

P118 Onderhoud toren, muren, kerk, hek, plein

65500040

€ 14.120,-

P118 Veteranen Noordwijk

65500080

€ 6.086,-

P118 Monumentendag NWH

65500020

€ 5.696,-

P118 Onderhoud kapel Nw aan Zee

65500050

€ 1.104,-

11. Stakeholders

Ten behoeve van de startnota is een vragenlijst gemaakt en verspreid onder verschillende belangengroepen. Het gaat hier om onder andere wijkverenigingen, historische verenigingen, belangengroepen op het gebied van bollenteelt en verenigingen die zich met landschap bezig houden. Een selectie heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om op deze manier hun standpunten in dit stadium over dit onderwerp kenbaar te maken.

Uit de steekproef blijkt dat deze groepen erg betrokken zijn bij de kwaliteit van hun eigen omgeving. Hoewel de reacties in aantal onvoldoende waren om een kwantitatieve beoordeling te geven kan hierover wel in kwalitatieve zin iets gezegd worden. In algehele zin vinden respondenten dat de omgeving waardevolle kwaliteiten bezit, maar dat deze wel sterk onder druk staat. Wat respondenten betreft mag de gemeente zich daar sterker hard voor maken.

Enkele zaken die men van belang acht onder het thema omgevingskwaliteit zijn daarbij: weinig herrie, rust en ruimte, niet te hoog bouwen, veiligheid, duurzaamheid natuur en ecologie, geen rommelig karakter en mogelijkheden voor ontmoeting.

Er is weinig interesse in de status als heilzame badplaats, maar men geeft wel aan dat het als kans gebruikt kan worden. Als er iets mee wordt gedaan dan zou het gebruikt moeten worden om daadwerkelijk kwaliteit toe te voegen.

Het Nationaal Park Hollandse Duinen kan ook meer aandacht gebruiken. Deze term is ofwel onbekend of het idee van een nationaal park wordt als onvoldoende aanwezig geacht. Dat men hier wel veel belang aan hecht is te merken aan opmerkingen om meer kaders op te stellen voor waardevolle landschappelijke gebieden en om vooral landschap en ecologie mee te nemen in de nota. Ook in woonwijken zou men graag een inzet zien om meer natuur toe te voegen..

Respondenten zijn geen voorstander voor een algehele Noordwijkse stijl voor gebouwen. Ze vinden dat er het best gekeken kan worden naar kenmerken van de wijken en dorpen zelf, eventueel aan de hand van cultuurhistorische gebiedswaarden, om zinvolle nieuwbouw toe te voegen. Juist dorpse verschillen worden gewaardeerd.

Men vindt het karakter van historische panden belangrijk, maar er moet wel in gewoond kunnen worden of anders gebruik van gemaakt kunnen worden om verval te voorkomen. Zowel intern als externe waarden van een pand worden daarbij belangrijk gevonden om te bewaren, maar men vindt de beoordeling soms te streng. Meer hulp en betere kaders vanuit de gemeente zouden hierbij kunnen helpen wat respondenten betreft. Dat er verder verduurzaming nodig is bij historische panden vindt men evident.

Opmerkingen van respondenten zijn duidelijk goed mee te nemen binnen de nota omgevingskwaliteit zonder afbreuk te doen aan gestelde in de omgevingsvisie.

Participatieplan

Voor de nota omgevingskwaliteit zal een participatieplan gemaakt worden volgens de inwonersparticipatieladder. Ook zullen naastliggende gemeenten en medeoverheden worden benaderd.

Definities en bronnen

Verklarende woordenlijst

-Baukultur: Baukultur omvat elke menselijke activiteit die de gebouwde omgeving verandert. De gehele gebouwde omgeving, waaronder elk ontworpen en gebouwd object dat is ingebed in en verband houdt met de natuurlijke omgeving, dient te worden beschouwd als één geheel. Tot de Baukultur behoren zowel bestaande gebouwen, waaronder monumenten en andere cultuurhistorische elementen, als het ontwerp en de bouw van hedendaagse gebouwen, infrastructuur, openbare ruimten en landschappen.

-Bevorderen van gebruik van monumenten: De monumentenzorg is verplicht zich in te zetten het gebruik van gebouwen te bevorderen, rekening houdend met hedendaagse behoeften en of aanpassingen voor nieuw gebruik, rekening houdend met de architectonische en historische aard van het gebouw. Het weigeren van medewerking aan veranderd functioneel gebruik van de monumenten enkel en alleen vanuit erfgoedoogpunt, is dus in overeenstemming met het verdrag van Granada bij wet niet mogelijk. Vanuit andere vlakken, zoals bijvoorbeeld sociaal geografische en gezondheidstechnische, economische, kwalitatieve en maatschappelijke redenen, kan de gemeente uiteraard wel overwegen een bepaalde functie wel of niet toe te staan of hier beleidsmatig op te sturen.

-Betrekken bij: Concretisering van de eis van een zorgvuldige voorbereiding van besluiten. Het bestuursorgaan moet dit onderwerp meenemen bij het besluit, maar heeft wel volledige beoordelingsvrijheid.

-Cultuurhistorie: Cultuurhistorie bestaat uit alles dat in het verleden door menselijke handen is gemaakt en dat tegenwoordig in de fysieke ruimte nog herkenbaar is.

-Cultuurlandschap: Gebieden zoals die door mensen worden waargenomen, waarvan het karakter wordt bepaald door natuurlijke of menselijke factoren en de interactie daartussen, die deel uitmaken van cultureel erfgoed.

-Erfgoed: De goederen en gebruiken die we geërfd hebben van onze voorouders. De term erfgoed wordt toegekend aan zaken die mensen waarderen, zich mee identificeren en willen bewaren voor toekomstige generaties. Als fundament van een maatschappij werkt de materie dus ook toekomstgericht.

-In acht nemen: Instructieregel die voorziet in harde, dwingende doorwerking. Het bestuursorgaan moet zich bij uitoefening van de bevoegdheid aan de gestelde regel houden.

-Instandhouden: In onderhoudstermen gaat instandhouding over het uitvoeren van werkzaamheden die voor algemeen onderhoud nodig zijn. Hiermee voorkom je dat zwaardere maatregelen nodig zijn om een pand opnieuw in goede staat te brengen.

-Omgevingskwaliteit: Goede omgevingskwaliteit is een van de drie hoofddoelen van de wet. Goede omgevingskwaliteit duidt volgens de toelichting bij de wet op het belang van aspecten als cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap. Het is een combinatie van aspecten die integrale benadering mogelijk maken.

-Rekening houden met: Instructieregel die toeziet op inhoudelijke sturing op de door het bestuursorgaan uit te voeren belangenafweging. Het bestuursorgaan wordt daarmee beperkt in haar eigen beoordelingsvrijheid en moet een deugdelijke motivatie aanleveren indien andere belangen de doorslag geven.

-Stads- en dorpsgezichten: Groepen van onroerende zaken, van algemeen belang vanwege hun schoonheid, onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden.

-Kunstwerk: Een niet voor bewoning bestemd bouwwerk zoals een brug, viaduct of geluidsscherm.

Bronnenlijst en andere belangrijke documenten

De hier genoemde bronnen betreft een selectie van door de gemeente vastgestelde beleidsdocumenten die in geheel of gedeeltelijk zullen worden vervangen door de Nota Omgevingskwaliteit of waaruit directe werking geldt welke binnen de nota zal moeten worden opgenomen.

  • -

    Archeologische waardenkaart en beleidsadvieskaart 2020

  • -

    Beleidsnota Monumentenzorg 2008. Gemeente Noordwijkerhout

  • -

    Beleidsnotitie zonne-energie in beschermde gebieden en op beschermde gebouwen

  • -

    Cultuurhistorische waardenkaart Noordwijk (digitaal)

  • -

    Economische agenda Duin- en Bollenstreek

  • -

    Erfgoed op de kaart. Integrale Erfgoednota Noordwijk: Cultuurhistorie, Monumenten en Archeologie, 2011-2020

  • -

    Gebiedsprogramma Duin- en Bollenstreek

  • -

    Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport 2016. Greenport Duin- en Bollenstreek

  • -

    Kansen voor de gemeenschap

  • -

    Uitvoeringsvoorschriften voor instandhoudings- en restauratiewerkzaamheden aan monumenten

  • -

    Omgevingsvisie 1.0. Samen maken we de toekomst voor Noordwijk

  • -

    Omgevingsvisie 2.0

  • -

    Partiële wijziging omgevingsvisie Achterweggebied en Vinkeveld-Zuid

  • -

    Richtlijnen inzake duurzame monumentenzorg

  • -

    Recreëren tussen het erfgoed. Visie recreatieve netwerken Duin- en Bollenstreek en trekvaart Haarlem-Leiden

  • -

    Strategische Agenda Ruimte Duin- en Bollenstreek

  • -

    Uitwerking visie openbare ruimte Noordwijk 2012

  • -

    Welstandsnota Noordwijk 2019

Ondertekening