Regeling vervalt per 01-03-2026

Subsidieregeling Haaglanden leert door Den Haag 2024

Geldend van 26-11-2024 t/m 28-02-2026

Intitulé

Subsidieregeling Haaglanden leert door Den Haag 2024

Toelichting

Met de Subsidieregeling Haaglanden leert door Den Haag 2024 wordt de vitaliteit van de arbeidsmarktregio Haaglanden en de arbeidsmarktpositie van haar inwoners versterkt. Aanvragers uit deze arbeidsmarktregio komen in aanmerking voor om- en bijscholing, waarmee zij aan de slag kunnen in de voor onze stad en regio bepaalde kansrijke sectoren. Het gaat dan onder andere om de sectoren: IT, bouw & techniek, zorg & welzijn, kinderopvang, onderwijs en openbaar bestuur & veiligheid. Deze regeling maakt om- en bijscholing mogelijk voor circa 1.250 mensen, middels een scholingsvoucher van gemiddeld 2.500 euro (maximaal 3.500 euro).

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

besluit vast te stellen de Subsidieregeling Haaglanden leert door Den Haag 2024;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

- aanvrager:

een inwoner uit de arbeidsmarktregio Haaglanden;

- arbeidsmarktpositie:

de positie van individuen op de arbeidsmarkt;

- arbeidsmarktregio Haaglanden:

één van de 35 landelijke arbeidsmarktregio's bestaande uit de gemeenten Den Haag, Delft, Westland, Rijswijk en Midden-Delfland;

- ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

- Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

- college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

- ESF+:

het Europees Sociaal Fonds Plus; een fonds van de Europese Unie waaruit onder meer financiële bijdrages worden verstrekt, waarmee geïnvesteerd kan worden in werkgelegenheid, beter werk voor mensen en betere arbeidskansen;

- kansrijke sector:

een sector op de arbeidsmarkt waar krapte is, oftewel vraag is naar personeel; UWV publiceert jaarlijks een overzicht van de kansrijke beroepen per sector;

- leerbaarheid:

het in staat zijn van de aanvrager om de om- of bijscholing met goed gevolg af te ronden;

- leerwerkloket Haaglanden:

het samenwerkingsverband tussen gemeenten, ROC en UWV in de arbeidsmarktregio Haaglanden, dat werkzoekenden, werknemers, scholieren, studenten en ondernemers adviseert over loopbaanoriëntatie en om- en bijscholing;

- NLQF-register:

kwalificatieregister van alle private kwalificaties van scholing die tot nu toe in Nederland zijn ingeschaald;

- NRTO:

Nederlandse Raad voor Training en Opleiding;

- opleider:

organisatie die iemand om- of bijscholing biedt, die leidt tot het behalen van een diploma, certificaat of praktijkverklaring;

- scholingsvoucher:

subsidie die in de vorm van een voucher wordt verstrekt door de gemeente Den Haag aan een inwoner uit de arbeidsmarktregio Haaglanden

- subsidieontvanger:

een inwoner uit de arbeidsmarktregio Haaglanden die een scholingsvoucher heeft ontvangen;

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidieregeling is om circa 1.250 inwoners van de arbeidsmarkt Haaglanden in staat te stellen om middels om- en bijscholing aan de slag te kunnen in een kansrijke sector.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel van de subsidieregeling is om de vitaliteit van de arbeidsmarktregio Haaglanden te versterken en om inwoners die onder de doelgroep vallen (financiële) bestaanszekerheid te bieden doordat zij beter betaald werk gaan doen en wendbaar zijn op de arbeidsmarkt.

Artikel 1:4 Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor om- en bijscholing van inwoners uit de arbeidsmarktregio Haaglanden, die onder de doelgroep vallen zoals omschreven in artikel 1:5, en daarmee hun arbeidsmarktpositie verbeteren binnen de door het college gekozen kansrijke sectoren.

  • 2.

    Het college heeft de sectoren aangewezen waarbinnen de activiteiten moeten plaatsvinden:

    a. Bouw en Techniek;

    b. ICT;

    c. Zorg en Welzijn;

    d. Kinderopvang;

    e. Onderwijs; en

    f. Openbaar bestuur en Veiligheid.

  • 3.

    Het college kan sectoren toevoegen aan de reeds aangewezen sectoren.

Artikel 1:5 Doelgroep

Voor subsidie komen uitsluitend natuurlijke personen in aanmerking die op het moment van de aanvraag:

  • a. aantoonbaar woonachtig zijn in arbeidsmarktregio Haaglanden;

    b. achttien jaar of ouder zijn en de pensioengerechtigde leeftijd, genoemd in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, nog niet hebben bereikt; en

    c. voldoen aan een van de categorieën zoals omschreven in artikel 2e.4 van de Subsidieregeling ESF+.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 1:4.

  • 2.

    Voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd of verrekend wordt of anderszins in mindering kan worden gebracht; en

    b. de kosten van de om- of bijscholing;

    c. de kosten van leermiddelen, zoals lesboeken en -materialen, zolang deze onderdeel zijn van de om- of bijscholing.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    a. de kosten voor het reizen van en naar de opleidingslocatie;

    b. de kosten voor hulpmiddelen, zoals digitale leermiddelen;

    c. de kosten voor (les)materialen die niet zijn aangemerkt en geleverd als onderdeel van de om- of bijscholing door de opleider;

    d. de kosten die door aanvrager zijn gemaakt voor om- of bijscholing, die gevolgd is vóór de indiening van de aanvraag;

    e. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 100% van de kosten van de subsidiabele activiteiten;

    f. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;

    g. de kosten voor activiteiten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 3.500,- per aanvrager per kalenderjaar.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 15 oktober 2024 tot en met 31 januari 2026 een subsidieplafond van € 3.125.000,-.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

  • 3.

    Een verlaging van het plafond geldt ook voor reeds ingediende aanvragen.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling

  • 1.

    Het college verstrekt de subsidie in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij het college, totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als tijdstip van ontvangst van de aanvraag het tijdstip waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

  • 1.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

    a. een verklaring dat de aanvrager voldoet aan artikel 1:5;

    b. een toelichting op de om- of bijscholing die de aanvrager wil volgen, inclusief startdatum en looptijd en tot welk diploma, certificaat of praktijkverklaring de afgeronde om- of bijscholing leidt;

    c. een bewijs dat de scholing en de opleider:

    1⁰. erkend zijn door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NRTO, dan wel door een branche of sector; of

    2⁰. zijn opgenomen in het NLQF-register;

    d. een individuele toestemmingsverklaring voor het delen van informatie met ESF+ en het college;

    e. de arbeidsmarktrelevantie van de om- en bijscholing door aan te tonen tot welke door het college bepaalde kansrijke sector deze scholing behoort:

    1°. Bouw en Techniek;

    2°. ICT;

    3°. Zorg en Welzijn;

    4°. Kinderopvang;

    5°. Onderwijs; of

    6°. Openbaar bestuur en Veiligheid;

    7°. dan wel, bewijs dat er sprake is van een baangarantie.

    f. een offerte of pro-forma factuur, dan wel opgave of verklaring van de opleider waar de om- of bijscholing gevolgd gaat worden, met betrekking tot de kosten van de om- of bijscholing; en

    g. indien de aanvrager voor dezelfde om- of bijscholing ook subsidie of een andere financiële bijdrage heeft aangevraagd of zal gaan aanvragen bij een ander bestuursorgaan of rechtspersoon, een mededeling daarvan in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken van de beoordeling van die andere aanvraag.

  • 2.

    De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde digitale aanvraagformulier.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag om subsidie ingediend:

  • a. tussen 15 oktober 2024 en 1 november 2025;

    b. minimaal 4 weken tot maximaal 4 maanden voordat de om- of bijscholing start waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 2:3 Subsidievaststelling zonder verlening vooraf

Het college stelt de subsidie direct vast.

Artikel 2:4 Beslistermijn

Het college beslist, in overeenstemming met artikel 10, tweede lid, van de ASV, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf weken nadat de volledige aanvraag om subsidie is ingediend.

Hoofdstuk 3 Weigeringsgronden

Artikel 3:1 Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede, derde en vierde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:

    a. er voorliggende voorzieningen zijn waaruit de om- of bijscholing betaald kan worden, waaronder studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; of

    b. naar het oordeel van het college de subsidie anderszins niet noodzakelijk is.

  • 2.

    Onverlet het bepaalde in de ASV kan het college de subsidie intrekken of ten nadele van aanvrager wijzigen indien:

    a. subsidieontvanger zich onvoldoende heeft ingespannen om de scholing met goed resultaat te voltooien;

    of

    b. na afronding van de activiteiten geen bewijs van de met goed resultaat voltooide scholing wordt geleverd.

Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling

Artikel 4:1 Verplichtingen

  • 1.

    Onverminderd de artikelen 12 en 13 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

    a. de subsidieontvanger is verplicht mee te werken aan een steekproefcontrole door het college om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt;

    b. de subsidieontvanger is verplicht om zich in te spannen om de activiteiten tot een goed resultaat te brengen, resulterend in een diploma, certificaat of praktijkverklaring;

    c. de subsidieontvanger van de scholing moet binnen twee maanden na de datum van de beschikking zijn ingeschreven voor de om- of bijscholing;

    d. de subsidieontvanger van de scholingsvoucher deze uiterlijk 28 februari 2026 verzilvert; en

    e. de subsidieontvanger levert de onder lid 2 gevraagde gegevens uiterlijk binnen vier weken aan bij het college.

  • 2.

    De subsidieontvanger overlegt de volgende gegevens:

    a. een verklaring dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt zijn verricht, dan wel dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden;

    en

    b. de verklaring van het door de subsidieontvanger behaalde diploma, certificaat of praktijkverklaring getekend door zowel subsidieontvanger als opleider waarin staat:

    1°. de naam van de opleiding en de deelnemer;

    2°. door welke externe opleider het diploma, certificaat of praktijkverklaring is afgegeven;

    3°. de periode van de gevolgde scholing; en

    4°. de datum van afronding.

Artikel 4:2 Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze: 100% van de verstrekte subsidie in één keer.

Artikel 4:3 Betaling aan en samenwerking met de opleider

  • 1.

    Het college betaalt de subsidie aan de opleider.

  • 2.

    De opleider verstrekt de volgende informatie aan het college:

    a. informatie over de voortgang van de om- of bijscholing te verstrekken aan het college middels de door het college beschikbaar gestelde sjablonen;

    b. indien de scholing voortijdig wordt afgebroken, meldt de opleider dit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken aan het college;

    c. indien de scholing voortijdig is afgebroken, kan het college in alle redelijkheid en in goed overleg met de opleider, niet gemaakte kosten terugvorderen van de opleider naar rato van de totaal

    d. verwachte scholingsduur; en

    e. de opleider wordt geacht mee te werken aan de steekproefcontrole door ESF+ om te beoordelen of de subsidie terecht is verstrekt.

Artikel 4:4 Verplichtingen van de opleider

  • 1.

    De opleider wordt geacht de onder lid 1 benoemde gegevens aan de subsidieontvanger te verstrekken.

  • 2.

    Indien de subsidieontvanger verzaakt om de onder artikel 4:3 lid 2 benoemde gegevens aan het college te verstrekken, wordt de opleider geacht deze direct aan het college te verstrekken.

Hoofdstuk 5 Overige bepalingen

Artikel 5:1 Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college kan op basis van de ASV 2020 bepalen dat het in bijzondere gevallen van artikel 1:4 activiteiten lid 2 van deze subsidieregeling kan afwijken als daaraan vasthouden, gelet op het belang of de belangen die met deze bepalingen worden gediend, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2.

    Het college kan op basis van de ASV 2020 bepalen dat het in bijzondere gevallen van artikel 1:5 doelgroep lid 1 sub c van deze subsidieregeling kan afwijken als daaraan vasthouden, gelet op het belang of de belangen die met deze bepalingen worden gediend, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 5:2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling uiterlijk 1 mei 2026.

Artikel 5:3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 maart 2026.

Artikel 5:4 Overgangsrecht

De bepalingen van deze subsidieregeling blijven van toepassing op subsidies die vóór 1 maart 2026 zijn verstrekt. Dit geldt mede in het geval van lopende bezwaar- of beroepsprocedures.

Artikel 5:5 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Haaglanden leert door Den Haag 2024.

Den Haag, 1 oktober 2024

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen