Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727389
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727389/1
Subsidieregeling klimaatadaptatie gemeente Duiven 2024
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-03-2025
Intitulé
Subsidieregeling klimaatadaptatie gemeente Duiven 2024Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven;
Gelet op:
Titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht en
Algemene subsidieverordening gemeente Duiven
overwegende:
- •
dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke nadere regelingen vast te stellen;
- •
dat het gewenst is klimaatadaptatie maatregelen te stimuleren;
BESLUITEN:
Vast te stellen de
Subsidieregeling klimaatadaptatie gemeente Duiven 2024:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Aanvraag:
Een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze regeling die de aanvrager indient;
- b.
Aanvrager:
- -
Een natuurlijk persoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter is van het pand en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;
- -
- c.
Afkoppelen:
Hemelwater aangesloten op het rioolstelsel via fysieke ingrepen loskoppelen en ter plaatse vasthouden of infiltreren en wanneer dat niet mogelijk is via oppervlaktewater of het hemelwaterriool verwerken;
- d.
Asv:
Algemene subsidieverordening gemeente Duiven 2024;
- e.
Awb:
Algemene wet bestuursrecht;
- f.
BAG:
Basisregistraties Adressen en Gebouwen;
- g.
College:
College van burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven;
- h.
Groen dak:
Dak met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, hoofdzakelijk bestaand uit levende planten (vegetatiedak), zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’;
- i.
Groengevels:
Een begroeide gevel voorzien van klimplanten (grondgebonden systeem) of cassettes die in rijen aan de gevel worden vastgemaakt met een kunstmatige bodem voor planten (modulair systeem);
- j.
Hemelwater:
Regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;
- k.
Kruidendak
Groendak waarbij de beplanting bestaat uit minimaal 30 procent bloemen en kruiden;
- l.
Infiltratie:
Het op eigen terrein hemelwater infiltreren van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating in de bodem door via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een (boven- of ondergrondse)voorziening;
- m.
Natuurlijk persoon:
Een mens (individu) die in het recht als rechtssubject is erkend en daarmee drager is van wettelijke rechten en plichten;
- n.
Oppervlaktewater:
Openbaar water, bijvoorbeeld een vijver of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden;
- o.
Pand:
Woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), met bijbehorend erf, tuin, terrein en ondergrond en opgenomen in de BAG en legaal gebouwd;
- p.
Vergroenen:
Verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of grind of ander vergelijkbaar materiaal, in een tuin of op een terrein vervangen door beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd;
- q.
Verhard oppervlak:
Het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen, waarvan hemelwater tot afstroming komt naar een riool;
- r.
Voorziening:
Maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat, te weten: het plaatsen van een regenton, -zuil of -schutting, het planten van bomen, het afkoppelen van verhard oppervlak, vergroenen en het aanleggen van een groendak/gevel.
Artikel 1.2 Doel subsidie
Deze regeling heeft als doel inwoners in de gemeente Duiven te stimuleren om zelf klimaatadaptatie maatregelen te treffen op/bij het pand. Het gaat om lokale maatregelen op privaat terrein waarmee effecten van de klimaatverandering worden beperkt, zoals wateroverlast, droogte en hitte. De maatregelen leiden tot een afname van de risico’s op (economische) schade of ongemak.
Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten
Het college kan aan een aanvrager voor de volgende categorieën voorzieningen a t/m f subsidie verstrekken onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden:
- a.
het planten van bomen;
- b.
ontstenen en vergroenen;
- c.
het afkoppelen van verhard oppervlak, eventueel in combinatie met infiltratievoorzieningen;
- d.
het aanleggen van een groen dak en groengevels
- e.
voorzieningen voor regenwateropslag;
Artikel 1.4 Subsidieplafond en verdeelregels
-
1. Het college stelt jaarlijks voor het daaropvolgende kalenderjaar een subsidieplafond, als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb vast en neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.
-
2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.
-
3. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.
Artikel 1.5 Algemene voorwaarden en verplichtingen
-
1. Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:
- a.
met het treffen van de voorzieningen wordt het beleidsdoel zoals genoemd in artikel 1.2 in voldoende mate gediend;
- b.
de aanvraag is ingediend binnen zes maanden na aankoop én realisatie van de voorzieningen waar de aanvraag betrekking op heeft;
- c.
de aanvraag is ingediend op een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld en in artikel 1.6 staan opgenomen;
- d.
per categorie voorzieningen zoals genoemd in artikel 1.3 kan er één aanvraag per pand worden ingediend;
- e.
ontwerp, aanleg en/of installatie zijn deugdelijk uitgevoerd;
- f.
de voorziening voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (waaronder het welstandsbeleid en de bouwverordening) en is voorzien van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, monumentenvergunning, etc.);
- g.
de aanvrager dient de voorzieningen blijvend in stand te houden en deugdelijk te onderhouden;
- h.
herstel of reparatie van een bestaande voorziening is uitgesloten van subsidie, en;
- i.
de aanvrager is verplicht medewerking te verlenen aan een eventuele controle ter plaatse.
- a.
-
2. Naast deze algemene voorwaarden en verplichtingen die voor iedere voorziening gelden, gelden er per voorziening ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Die zijn hieronder in hoofdstuk 2 t/m 6 per voorziening opgenomen.
Artikel 1.6 Aanvraag
-
1. Na aankoop en realisatie van de voorziening(en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door het insturen van:
- a.
een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
- b.
bij aankopen tot € 250,- een aankoopbewijs met aankoopdatum van de voorzieningen waarvoor een aanvraag wordt ingediend;
- c.
bij aankopen van € 250,- of meer een factuur met technische specificaties en aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum;
- d.
Een foto van de bestaande situatie zonder voorziening en de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het pand op de foto duidelijk zichtbaar is. Bij een ondergrondse voorziening ook een foto van tijdens de aanleg;
- e.
als deze is vereist: een omgevingsvergunning of de monumentenvergunning;
- a.
-
2. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.
Artikel 1.7 Beslissing op aanvraag
-
1. Het college neemt binnen acht weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.
-
2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.
-
3. Als het college de subsidie verleent, wordt deze gelijktijdig vastgesteld.
-
4. Het college stelt de subsidie vast met inachtneming van de maximale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.2, 3.2, 4.2, 5.2, 6.2 en 7.3.
-
5. De betaling van de subsidie vindt plaats binnen acht weken na de subsidievaststelling.
-
6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.
Hoofdstuk 2 Planten van bomen
Artikel 2.1 Subsidievoorwaarden
-
1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel a, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:
- a.
de aanplant van bomen is subsidiabel voor maximaal twee loofbomen per pand zover er geen sprake is van een herplantingsplicht.
- b.
de aan te planten soorten staan beschreven op de bomenlijst en hebben een minimale stamomtrek van 12 tot 14 cm stamomtrek (fruitbomen: 10 tot 12 cm stamomtrek).
- c.
De standplaats van de boom is overeenkomstig de geldende erfgrensregels.
- a.
Artikel 2.2 Hoogte subsidie
- a.
De subsidie voor het plaatsen van bomen bedraagt maximaal € 35,- per boom.
- b.
De vergoeding bedraagt niet meer dan de werkelijke kosten.
Hoofdstuk 3 Ontstenen en vergroenen
Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden
De voorzieningen die aangelegd worden betreffen een groenere tuin of terrein waarbij verharding wordt vervangen voor groen (heesters, hagen, vaste planten, bomen, gras, klimop etc.). Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel b, gelden er geen aanvullende voorwaarden dan de voorwaarden benoemd in artikel 1.5 van deze regeling.
Artikel 3.2 Hoogte subsidie
-
1. De subsidie voor het vergroenen ofwel ontstenen bedraagt € 4,- per m2;
-
2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 500 subsidie toegekend.
Hoofdstuk 4 Afkoppelen van verhard oppervlak
Artikel 4.1 Subsidievoorwaarden
Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel c, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:
- a.
er wordt minimaal 20 mm per m2 afgekoppeld verhard oppervlak (= 20 liter per m2) berging op eigen terrein gerealiseerd;
- b.
bij infiltratie moet de bodem daarvoor geschikt zijn, en;
- c.
de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater op eigen terrein of de afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is in de specifieke situatie naar het oordeel van het college haalbaar en kan op generlei wijze overlast veroorzaken.
Artikel 4.2 Hoogte subsidie
-
1. De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak zonder specifieke voorzieningen bedraagt per pand € 40,-;
-
2. De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak met specifieke voorzieningen bedraagt voor:
- a.
het plaatsen van infiltratiekratten € 50 per opslagcapaciteit van 100 liter, en;
- b.
het aanleggen van een infiltratieveld € 100 per m3 verwijderde grond ten behoeve van berging middels maaiveldverlaging.
Per pand wordt niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 1.000 subsidie toegekend.
- a.
Hoofdstuk 5 Aanleg van een groen dak en groengevel
Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden
Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel b, gelden in aanvulling op artikel 1.5. de volgende subsidievoorwaarden:
- a.
bij het aanleggen van een groengevel gaat het hier om de aanleg van een gevel met kunstmatige bodem (modulair systeem) in of op de gevel.
- b.
bij het aanleggen van een kruidendak moet de beplanting bestaan uit minimaal 30 procent bloemen en kruiden.
Artikel 5.2 Hoogte subsidie
-
1. De subsidie voor het aanleggen van een groen dak/gevel bedraagt
- •
€ 20,- per m2 aangelegd dak met een laagdikte van 8-20 centimeter;
- •
€ 30,- per m2 aangelegd dak met een laagdikte van meer dan 20 centimeter;
- •
€ 50,- per m2 aangelegd kruidendak;
- •
€ 30,- per m2 aangelegde gevel met kunstmatige bodem.
- •
-
2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 2.500 subsidie toegekend.
Hoofdstuk 6 Voorzieningen voor regenwateropslag
Artikel 6.1 Subsidievoorwaarden
Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:
- a.
de regenton of het regenschuttingsegment heeft een minimale capaciteit van 100 liter;
- b.
per pand wordt subsidie verstrekt voor maximaal twee regentonnen;
- c.
per pand wordt subsidie verstrekt voor maximaal vier regenschuttingsegmenten.
Artikel 6.2 Hoogte subsidie
-
1. De subsidie voor het plaatsen van een regenton bedraagt € 45 per regenton.
-
2. De subsidie voor het plaatsen van een regenschutting bedraagt € 55 per segment.
-
3. De vergoeding bedraagt niet meer dan de werkelijke kosten.
Hoofdstuk 7 Weigerings- intrekkings- en terugvorderingsgronden algemeen
Artikel 7.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen
-
1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:
- a.
er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 van de Awb of in artikel 9 van de Asv,
- b.
het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd het subsidieplafond overschrijdt;
- c.
de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 1.2;
- d.
de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 1.3;
- e.
er niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen: 1.5, 1.6, 2.1, 4.1, 5.1 of 6.1 van deze regeling;
- f.
er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere overheid instellingen) al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.
- a.
-
2. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien:
- a.
er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:49 van de Awb
- b.
achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.
- a.
-
3. De subsidie wordt teruggevorderd indien de subsidie is ingetrokken.
Hoofdstuk 8 Slotbepalingen
Artikel 8.1 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule
-
1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
-
2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Artikel 8.2 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. Deze regeling treedt in werking op 1 maart 2025.
-
2. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling klimaatadaptatie gemeente Duiven 2024’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 oktober 2024
A.F. (Anton) van der Gaag
Secretaris
mr. H.B. (Huub) Hieltjes
Burgemeester
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl