Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Beleefbaar Erfgoed Leidschendam-Voorburg 2024

Geldend van 23-11-2024 t/m heden

Intitulé

Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Beleefbaar Erfgoed Leidschendam-Voorburg 2024

Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg

gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg 2019;

overwegende dat het college initiatieven die bijdragen aan het beleven van erfgoed wil stimuleren en hiervoor nadere regels wil vastleggen.

overwegende dat het college input heeft gevraagd aan de betrokken belanghebbenden.

overwegende dat het college de raad in de gelegenheid heeft gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken en de raad hier geen gebruik van heeft gemaakt;

BESLUITEN

vast te stellen de volgende specifieke nadere regels:

‘Specifieke nadere regels subsidieverstrekking Beleefbaar Erfgoed Leidschendam-Voorburg 2024’

Artikel 1 Definities

  • 1.

    ASV: algemene subsidieverordening Leidschendam-Voorburg 2019 of de vervangende ASV.

  • 2.

    Erfgoedpartner: een door de gemeente benoemde erfgoedpartner die activiteiten organiseert of faciliteert op het gebied van het beleven van erfgoed binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 genoemde activiteiten.

Artikel 3 Doel subsidieregeling

De subsidieregeling is bedoeld als een stimulans voor initiatieven die bijdragen aan het beleven van erfgoed.

Artikel 4 Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend verstrekt worden voor de volgende activiteiten:

  • 1.

    a. Organisatie Erfgoedpodium: een reeks (minimaal 2) overleg- en netwerkbijeenkomsten voor erfgoedpartners;

    b. Organisatie, penvoerderschap of coördinatie ter ondersteuning van één of meerdere erfgoedinitiatieven waarbij minimaal 5 erfgoedpartners betrokken zijn

  • 2.

    Gezamenlijk erfgoedinitiatief: een initiatief gericht op het beleven van erfgoed waarbij minimaal 2 erfgoedpartners betrokken zijn.

  • 3.

    Individueel erfgoedinitiatief: een initiatief gericht op het beleven van erfgoed waarbij maximaal 1 erfgoedpartner betrokken is.

Artikel 5 Subsidiecriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt cumulatief voldaan aan de volgende vereisten:

  • 1.

    De subsidie aanvrager is door de gemeente benoemd als erfgoedpartner via postbuserfgoed@lv.nl;

  • 2.

    De subsidie aanvrager organiseert of faciliteert een activiteit op het gebied van het beleefbaar maken van erfgoed binnen de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • 3.

    De activiteit vindt plaats in de gemeente Leidschendam-Voorburg en is openbaar toegankelijk;

  • 4.

    De subsidie aanvrager is vertegenwoordigd bij minimaal 2 bijeenkomsten van het erfgoedpodium per jaar;

  • 5.

    De subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een vereniging, stichting of een natuurlijk persoon;

  • 6.

    Indien er sprake is van meerdere aanvragen voor de subsidie voor de organisatie van het erfgoedpodium, wordt de aanvraag die door de meeste erfgoedpartners wordt ondersteund, gehonoreerd;

  • 7.

    Indien er sprake is van meerdere aanvragen voor de organisatie, penvoerderschap of coördinatie ter ondersteuning van een of meerdere erfgoedinitiatieven waarbij minimaal 5 erfgoedpartners betrokken zijn, wordt de aanvraag die door de meeste erfgoedpartners wordt ondersteund, gehonoreerd;

  • 8.

    Een gezamenlijk erfgoedinitiatief gericht op het beleven van erfgoed wordt georganiseerd door minimaal 2 erfgoedpartners;

  • 9.

    Een gezamenlijke aanvraag bestaat uit maximaal 1 erfgoedinitiatief;

  • 10.

    Een individuele aanvraag kan bestaan uit meerdere erfgoedinitiatieven;

  • 11.

    De erfgoedpartners kunnen voor de activiteiten vermeld onder artikel 4 lid 1 sub a en b maximaal een vrijwilligersvergoeding ontvangen gebaseerd op de door de belastingdienst gehanteerde vrijwilligersvergoeding (artikel 2, zesde lid van de Wet op de loonbelasting 1964);

  • 12.

    Activiteiten waarvoor een voorlopige subsidiebeschikking is verleend, kunnen alleen met toestemming van het college gewijzigd worden.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als genoemd in artikel 4.

  • 2.

    Niet subsidiabel zijn in ieder geval de volgende kosten:

    • a.

      structurele huisvestingskosten;

    • b.

      structurele kosten voor beheer en onderhoud van onroerend goed;

    • c.

      niet noodzakelijke en bovenmatige kosten;

    • d.

      investeringen en niet-projectgebonden materiaalkosten.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    a. Een subsidie voor de organisatie van het Erfgoedpodium bedraagt maximaal €2.500,-;

    b. Een subsidie voor de organisatie, penvoerderschap of coördinatie ter ondersteuning van een of meerdere erfgoedinitiatieven waarbij minimaal 5 erfgoedpartners betrokken zijn bedraagt maximaal €10.000,-

  • 2.

    Een subsidie voor een individuele aanvraag bedraagt maximaal €1.000,- of maximaal €1.500,- per aanvraag, afhankelijk van de prioritering.

  • 3.

    Een subsidie voor een gezamenlijke aanvraag bedraagt maximaal €1.000,- per partner per aanvraag.

Artikel 8 Subsidieplafond

Het subsidieplafond, voor de verstrekking van subsidies zoals opgenomen in artikel 4, is gelijk aan het in de begroting opgenomen bedrag voor Beleefbaar Erfgoed.

Artikel 9 Wijze van verdeling

De wijze van verdeling geschiedt op basis van onderstaande prioritering waarbij het eerste lid voorrang heeft op het volgende lid en die weer op het volgende lid:

  • 1.

    Er kan voor de organisatie van het Erfgoedpodium maximaal 1 keer per jaar subsidie worden aangevraagd;

  • 2.

    Er kan voor de organisatie, penvoerderschap of coördinatie ter ondersteuning van een of meerdere erfgoedinitiatieven waarbij minimaal 5 erfgoedpartners betrokken zijn, maximaal 1 keer per jaar subsidie worden aangevraagd;

  • 3.

    In de verdeling van de subsidie voor erfgoedinitiatieven geldt de volgende prioritering:

    • 3.1

      Maximaal één individuele aanvraag per erfgoedpartner tot €1000,-;

    • 3.2

      Gezamenlijke aanvragen van maximaal €1000.- per meewerkend erfgoedpartner;

    • 3.3

      Maximaal één individuele aanvraag per erfgoedpartner tot €1.500,-;

    • 3.4

      Indien er na toekenning onder lid 3.3 nog subsidiebudget binnen het subsidieplafond resteert, wordt lid 3.3 herhaald totdat het volledige subsidiebedrag opgemaakt is;

    • 3.5

      Indien er meer aanvragen worden ingediend dan het subsidiebudget toelaat, worden de aanvragen gescoord aan de hand van onderstaande wegingscriteria, waarbij de aanvraag met de hoogste score wordt gehonoreerd.

Wegingscriteria

Punten

  • 1.

    De nadruk ligt op het bereiken en betrekken van jongeren (tot 25 jaar);

2

  • 1.

    Het bereiken van zoveel mogelijk mensen;

Bereik < 100

1

Bereik 100-500

2

Bereik > 500

3

  • 1.

    Het versterken van de onderlinge samenwerking tussen erfgoedpartners.

2

Artikel 10 Subsidieaanvraag

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend via het gemeentelijke subsidieportaal: https://subsidies.lv.nl/.

  • 2.

    De aanvraag dient vergezeld te gaan van een plan waarin in ieder geval het volgende beschreven staat:

    • a.

      het aangevraagde subsidiebedrag;

    • b.

      de omschrijving en doelstelling van de activiteit; voorzien van een beschrijving van de planning, de communicatie, het publieksbereik en de organisatie van de activiteiten van dit initiatief;

    • c.

      een sluitende begroting met toelichting.

  • 3.

    Indien er sprake is van een gezamenlijke aanvraag, waarbij meerdere erfgoedpartners betrokken zijn, wordt de aanvraag door 1 penvoerder ingediend.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag wordt ingediend tussen 1 september en 1 november voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 12 Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 9 van de ASV wordt geen subsidie verstrekt als:

  • 1.

    de subsidieaanvrager al een toereikende subsidie ontvangt voor culturele doeleinden waarbinnen de activiteit redelijkerwijs kan worden uitgevoerd;

  • 2.

    de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 5 Subsidiecriteria, artikel 11 Aanvraag en artikel 7 subsidiabele kosten.

Artikel 13 Verplichtingen

Het college kan in aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de ASV, aan de subsidieontvanger bij de beschikking tot subsidieverlening in ieder geval de volgende verplichting opleggen:

de subsidieontvanger draagt zorg voor de vergunningen, ontheffingen en overige toestemmingen die nodig zijn voor de uitvoering van de activiteit van het project.

Artikel 14 Subsidievaststelling

De subsidie wordt direct vastgesteld. Er kan steekproefsgewijs een controle plaatsvinden of de activiteit is uitgevoerd conform de subsidieaanvraag. Als de aanvraag in de steekproef valt, levert de subsidieontvanger in ieder geval de volgende documenten aan:

Bij het verantwoorden van de subsidie na afloop van een initiatief, voegt de aanvrager onderstaande stukken toe:

  • a.

    inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd;

  • b.

    financieel verslag waarbij er wordt gereflecteerd op de eerder ingediende begroting voorzien van facturen en betaalbewijzen die betrekking hebben op de activiteit waar subsidie voor is aangevraagd.

Artikel 15 Bijzondere bepalingen

Het college kan van deze subsidieregeling afwijken voor zover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Specifieke nadere regels subsidieverstrekking beleefbaar erfgoed Leidschendam-Voorburg 2024’.

  • 2.

    De subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 16 september 2024.

mr. drs. R.J. den Haan, M.W. Vroom

secretaris, burgemeester

bijlage

Specifieke toelichting bij artikel 9 Wijze van verdeling:

Het totale subsidiebedrag bedraagt €29.150 in 2024. Voor opeenvolgende jaren komt het subsidiebedrag in de programmabegroting te staan. Van dit bedrag is maximaal €2.500 gereserveerd voor de organisatie van het Erfgoedpodium (lid 1a). Van het resterende bedrag is vervolgens maximaal €10.000 gereserveerd voor de organisatie, penvoerderschap of coördinatie ter ondersteuning van een of meerdere erfgoedinitiatieven waarbij minimaal 5 erfgoedpartners betrokken zijn (lid 1b). Deze 2 onderdelen komen jaarlijks terug en deze posten hebben in deze volgorde voorrang op alle andere aanvragen.

Het resterende budget voor lid 2 wordt op basis van de beschreven prioritering toegekend. Het subsidieplafond mag niet worden overschreden, dus als er meer aanvragen zijn dan er geld is, moet er een keuze worden gemaakt. Hiervoor is een puntensysteem op basis van wegingscriteria (lid 3.5). Aanvragen met meer punten hebben een grotere kans van slagen. Als er meer aanvragen zijn dan er geld is, worden de punten gebruikt om te prioriteren.

Onder lid 3.1 wordt eerst per erfgoedpartner een aanvraag tot €1000,- toegekend. Hierdoor hebben kleinere aanvragen een grotere kans op subsidie dan grotere aanvragen. Als een erfgoedpartner meerdere aanvragen tot €1000,- heeft ingediend, wordt geprioriteerd op basis van de aanvullende wegingscriteria. De aanvraag met de meeste punten per erfgoedpartner tot €1000,- wordt onder lid 3.1 toegekend. Aanvragen met een lagere prioritering worden onder lid 3.3 en verder nogmaals beoordeeld.

Onder lid 3.2 worden alleen aanvragen toegekend waarbij spraken is van een samenwerking tussen 2 of meer erfgoedpartners. Zo wordt samenwerking tussen de leden gestimuleerd. Aanvragen kunnen aanspraak maken op een maximaal bedrag van: aantal aanvragers per aanvraag x €1.000.

Onder lid 3.3 wordt per erfgoedpartner een aanvraag tot €1.500,- toegekend. Daarmee blijft het mogelijk om grotere aanvragen te doen. Als een erfgoedpartner meerdere aanvragen tot €1.500,- heeft ingediend, wordt geprioriteerd op basis van de wegingscriteria. De aanvraag met de meeste punten per erfgoedpartner tot €1000,- wordt onder lid 3.3 toegekend. Aanvragen met een lagere prioritering worden onder lid 3.4 en verder nogmaals beoordeeld.

Onder lid 3.4 wordt lid 3.3 herhaald tot het geld op is, of tot alle aanvragen zijn gehonoreerd.