Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727338
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727338/1
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de heffing en invordering van forensenbelasting (Forensenbelastingverordening Den Helder 2025)
Geldend van 23-11-2024 t/m heden
Intitulé
Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de heffing en invordering van forensenbelasting (Forensenbelastingverordening Den Helder 2025)De raad van de gemeente Den Helder;
gelezen het raadsvoorstel 2023-120752 van het college van burgemeester en wethouders van 17 september 2024;
gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;
kennisgenomen hebbende van het advies van de voorbereidende commissievergadering Bestuur en Middelen op 10 oktober 2024;
besluit:
de volgende verordening vast te stellen.
Forensenbelastingverordening Den Helder 2025
Artikel 1 Definitie
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning:
een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
-
1. Onder de naam "forensenbelasting" wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er op meer dan 90 dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.
-
2. Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 3 Vrijstellingen
-
1. Niet belastingplichtig is degene die ter tijdelijke waarneming van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een algemeen vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.
-
2. Niet belastingplichtig is degene die een gemeubileerde woning aanbiedt voor welk verblijf toeristenbelasting is verschuldigd.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
-
1. De belasting wordt geheven naar de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaak- belastingen zoals die voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt, voor het tijdvak waarbinnen het belastingjaar valt, is vastgesteld.
-
2. In afwijking van het eerste lid wordt de belasting geheven naar de waarde, indien de heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaak belastingen voor het belastingobject waarvan de woning deel uitmaakt voor het belastingjaar is vastgesteld met toepassing van artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken.
-
3. In geval geen heffingsmaatstaf voor de onroerende-zaak belastingen is vastgesteld, wordt de belasting geheven naar de waarde.
-
4. De vaststelling van de waarde bedoeld in het tweede en derde lid geschiedt overeenkomstig de artikelen 220 tot en met 220d van de Gemeentewet, met dien verstande dat daarbij artikel 16, onderdeel e, van de Wet waardering onroerende zaken niet wordt toegepast.
Artikel 5 Belastingtarief
De belasting bedraagt bij een waarde van:
minder dan € 75.000 |
€ 1.030,06 |
€ 75.000 doch minder dan € 100.000 |
€ 1.078,40 |
€ 100.000 doch minder dan € 125.000 |
€ 1.131,93 |
€ 125.000 doch minder dan € 160.000 |
€ 1.187,20 |
€ 160.000 en meer |
€ 1.233,03 |
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet één aanslag bevat, het bedrag daarvan meer is dan € 100,00 en minder is dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1. De Verordening forensenbelasting Den Helder 2024 van 1 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
-
4. Deze verordening wordt aangehaald als “Forensenbelastingverordening Den Helder 2025”.
Ondertekening
Aldus besloten in de raadsvergadering van 4 november 2024.
voorzitter
J.A. (Jan) de Boer MSc.
griffier
mr. drs. M. (Menno) Huisman
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl