Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727304
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727304/1
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025De raad van de gemeente Hengelo,
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 1 oktober 2024;
Gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,
aanhef onderdeel b, van de Gemeentewet, de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet en artikel 13.1a van de Omgevingswet;
besluit:
vast te stellen de volgende
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2025 (Legesverordening 2025)
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
dag: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
maand: het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;
- d.
jaar: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
kalenderjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een dienst of het nemen van een besluit;
- b.
het verlenen van een dienst op aanvraag; of
- c.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een document;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager of degene voor wie de aanvraag is gedaan.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 13.6 van de Omgevingswet zijn of worden verhaald;
- b.
diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend;
- c.
de attestaties de vita en verklaringen van in leven zijn ten behoeve van door publiekrechtelijke lichamen toe te kennen pensioenen, ouderdoms-, invaliditeits-, wezen- of weduwenuitkeringen;
- d.
de inzage in stukken dan wel de verstrekking van informatie en/of stukken, welke vallen onder de werking van de Archiefwet en/of de Wet Milieubeheer, voor zover niet elders in de bij deze verordening behorende tarieventabel genoemd;
- e.
vergunningen uitsluitend voor een wetenschappelijk of filantropisch doel;
- f.
voor het in behandeling nemen van een door de afdeling Wijkbeheer van de gemeente Hengelo ingediende aanvraag tot het verkrijgen van een kapvergunning;
- g.
het aan belanghebbende uitreiken van beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een aanvraag om gemeentelijke subsidie;
- h.
het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het plaatsen van een mobiele onderzoek unit die wordt gebruikt voor het doen van bevolkingsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het bevolkingsonderzoek, voor welk onderzoek op grond van die wet vergunning is verleend.
Artikel 5 Maatstaven en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde.
-
2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
-
3. Het bedrag van de heffing op grond van hoofdstuk 2 van de Tarieventabel wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op hele euro’s.
Artikel 6 Wijze van heffing
-
1. De leges op basis van hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden bij wege van aanslag geheven.
-
2. De overige leges worden geheven door middel van een mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. De bij wege van aanslag geheven leges zijn, in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgende op die waarin het aanslagbiljet is gedagtekend. Dit geldt ook in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven.
-
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de aanslag of kennisgeving bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving;
- c.
langs elektronische weg in het aanvraagproces wordt gedaan onverwijld, dan wel als die mogelijkheid wordt geboden, op het moment van mailing van de kennisgeving;
- d.
langs elektronische weg na indiening van de aanvraag wordt gedaan, op het moment van mailing van de kennisgeving.
- a.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van hoofdstuk 1 van de tarieventabel betreft:
- 1.
paragraaf 1.2 (reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart)
- 2.
paragraaf 1.3 (rijbewijzen)
- 3.
artikel 1.20 (verklaring omtrent het gedrag)
- 4.
artikel 1.24 (Wet op de kansspelen)
- 1.
-
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Overgangsrecht
-
1. De ‘Legesverordening 2024’ van 8 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Legesverordening 2025’.
Ondertekening
Vastgesteld door de gemeenteraad van Hengelo
in de openbare vergadering van 6 november 2024,
de griffier,
de voorzitter,
Tarieventabel
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING |
|||
Paragraaf 1.1 Burgerlijke stand |
|||
Artikel 1.1 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op het stadhuis |
|||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op het stadhuis: |
|||
a. |
Maandag: |
€ 222,00 |
|
b. |
Dinsdag tot en met vrijdag: |
€ 506,00 |
|
c. |
Zaterdag: |
€ 765,00 |
|
d. |
De onder a, b en c genoemde leges worden niet geheven als de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap plaatsvindt op een voor kosteloze huwelijksvoltrekking of kosteloze partnerschapsregistratie aangewezen tijd. |
||
Artikel 1.2 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis |
|||
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een bijzonder huis op grond van artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek op: |
|||
a. |
Maandag tot en met vrijdag: |
€ 506,00 |
|
b. |
Zaterdag of zondag: |
€ 570,00 |
|
c. |
De onder a en b genoemde tarieven zijn exclusief de kosten van de trouwlocatie zelf |
||
Artikel 1.3 Huwelijksvoltrekking, registratie partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een eenmalig aangewezen trouwlocatie |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk in een eenmalig aangewezen trouwlocatie: |
€ 765,00 |
|
b. |
Het onder a genoemde tarief is exclusief de kosten van de trouwlocatie zelf. |
||
Artikel 1.4 Aanwijzing buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor één dag |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om bij besluit een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand aan te wijzen voor één dag: |
€ 132,00 |
||
Artikel 1.5 Annuleren of wijzigen datum |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een gereserveerde datum voor de huwelijksvoltrekking, registratie van het partnerschap of omzetting van het geregistreerd partnerschap in een huwelijk te annuleren of te wijzigen binnen een periode van veertien dagen voorafgaand aan die gereserveerde datum: |
€ 56,00 |
||
Artikel 1.6 Trouwboekje of partnerschapsboekje |
|||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van: |
|||
a. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een normale uitvoering: |
€ 22,70 |
|
b. |
een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering: |
€ 48,70 |
|
Artikel 1.7 Verstrekken pen of USB-stick |
|||
a. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een pen bij een huwelijk of partnerschap: |
€ 19,50 |
|
b. |
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van een USB-stick met de geluidsopname van de huwelijksvoltrekking of partnerschapsregistratie: |
€ 19,50 |
|
Paragraaf 1.2 Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart |
|||
Artikel 1.8 Paspoorten of andere reisdocumenten |
|||
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
1. |
Van een nationaal paspoort |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
2. |
Van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel a (zakenpaspoort) |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
3. |
Van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
4. |
Van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
||
Artikel 1.9 Nederlandse identiteitskaart |
|||
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
1. |
een Nederlandse identiteitskaart |
||
a. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is: |
||
b. |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt |
||
2. |
Voor een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor een persoon met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon |
||
Artikel 1.10 Spoedaanvraag |
|||
Het tarief bedraagt het maximum tarief zoals dat voor dit document is opgenomen in artikel 6, tweede lid, van het Besluit paspoortgelden afgerond op een veelvoud van € 0,05 naar beneden voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag: |
|||
a. |
voor de versnelde uitreiking van een in de artikelen 1.8 en 1.9 genoemd document, zijnde een toeslag op de in die artikelen genoemde bedragen |
||
Paragraaf 1.3 Rijbewijzen |
|||
Artikel 1.11 Rijbewijzen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs: het in bijlage VI, onderdeel rijbewijs, van de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer genoemde bedrag, vermeerderd met het in artikel 104b van het Reglement rijbewijzen genoemde bedrag, waarbij de som van deze bedragen naar beneden wordt afgerond op een veelvoud van € 0,05. |
|||
Artikel 1.12 Spoedaanvraag |
|||
Het tarief genoemd in artikel 1.11 wordt bij een spoedaanvraag vermeerderd met het bedrag genoemd in de Regeling tarieven Dienst Wegverkeer en verminderd met het bedrag genoemd in bijlage VI onder afdracht van gemeenten van die Regeling. |
|||
Paragraaf 1.4 Verstrekkingen in het kader van de basisregistratie personen |
|||
Artikel 1.13 Definities |
|||
Voor de toepassing van artikel 1.14 wordt onder één verstrekking verstaan verstrekking van een of meer gegevens over één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd. |
|||
Artikel 1.14 Verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1. |
Tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking: |
€ 18,60 |
|
2. |
Tot het verstrekken van een uittreksel uit de basisregistratie personen: |
€ 18,60 |
|
3. |
Tot het verstrekken van een persoonslijst: |
€ 18,60 |
|
Artikel 1.15 Op aanvraag doornemen basisregistratie personen |
|||
Het tarief bedraagt voor het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen, ter verstrekking van gegevens, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan: |
€ 26,00 |
||
Artikel 1.16 Verstrekking van gegevens bij onvoldoende overlegde gegevens |
|||
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van persoonsgegevens, wanneer onvoldoende gegevens worden overlegd om de benodigde persoonsgegevens direct te kunnen achterhalen, voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan |
€ 26,00 |
||
Artikel 1.17 Optreden door gemeente als ‘doorgeefluik’ |
|||
Het tarief bedraagt voor het optreden door de gemeente als ‘doorgeefluik’ per brief |
€ 1,30 |
||
Paragraaf 1.5 Vastgoedinformatie |
|||
Artikel 1.18 Plan- of kaartinformatie |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
a. |
Informatie uit het gemeentelijk kadastraal systeem omtrent uitleg over de ligging van kadastrale grenzen, per kwartier |
€ 26,20 |
|
b. |
Informatie uit de ‘gemeentelijke kadastrale balie (Kadaster online)’ per raadpleging |
€ 3,35 |
|
c. |
Het tarief onder b wordt vermeerderd per kwartier of gedeelte daarvan met |
€ 26,20 |
Artikel 1.19 Informatie uit registers |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of een uittreksel uit: |
|||
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen, per adres of object: |
€ 26,20 |
||
Paragraaf 1.6 Overige publiekszaken |
|||
Artikel 1.20 Overige publiekszaken |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. |
Tot het verstrekken van een verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen: |
€ 41,35 |
|
b. |
Tot het verstrekken van een attestatie de vita of een bewijs van in leven zijn: |
€ 16,60 |
|
c. |
Tot het verstrekken van een legalisatie van een handtekening of fotokopie: |
€ 18,60 |
|
Paragraaf 1.7 Gemeentearchief |
|||
Artikel 1.21 Naspeuringen in gemeentearchief |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1. |
Voor het doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor het eerste half uur: |
€ 8,70 |
|
2. |
Voor het op verzoek doen van naspeuringen in de in het gemeentearchief berustende stukken langer dan een half uur, per half uur of gedeelte daarvan: |
€ 26,10 |
|
3. |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het behulpzaam zijn bij naspeuringen in de gehouden archieven voor ieder daaraan besteed kwartier: |
€ 5,55 |
|
Artikel 1.22 Afschrift of uittreksel uit gemeentearchief |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van fotokopieën van stukken uit het gemeentearchief voor: |
|||
1. |
A-4 formaat per afdruk in zwart-wit: |
€ 0,45 |
|
2. |
A-3 formaat per afdruk in zwart-wit: |
€ 0,85 |
|
3. |
A-0 formaat per afdruk in zwart-wit: |
€ 5,10 |
|
4. |
A-4 formaat per afdruk in kleur: |
€ 0,85 |
|
5. |
A-3 formaat per afdruk in kleur: |
€ 1,70 |
|
6. |
A-0 formaat per afdruk in kleur: |
€ 10,20 |
|
De beheerder van de gemeentelijke archiefbewaarplaats is bevoegd te bepalen dat van bepaalde archiefbescheiden een bepaald soort reproductie vervaardigd mag worden. De tarieven zijn inclusief administratie, verzend- en verpakkingskosten. |
|||
Paragraaf 1.8 Bijzondere wetten |
|||
Artikel 1.23 Leegstandswet |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
Tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandswet: |
€ 251,70 |
||
Tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandswet: |
€ 201,10 |
Artikel 1.24 Wet op de kansspelen |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen: |
||
a. |
voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
b. |
voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 56,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 34,00 |
||
c. |
voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd: |
€ 226,50 |
|
d. |
voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat: |
€ 226,50 |
|
en voor iedere volgende kansspelautomaat: |
€ 136,00 |
||
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning): |
||
Indien de prijzen en premies gezamenlijk een waarde hebben van maximaal €4.500,--: |
€ 101,20 |
||
Artikel 1.25 Wegenverkeerswetgeving |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
Tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: |
|||
1. |
a. |
voor zover noodzakelijk voor en direct samenhangend met de uitvoering van bijzondere transporten: |
€ 46,00 |
b. |
in samenhang met de Beleidsregels toegang autovrije gebied binnenstad Hengelo 2024 voor een eenmalige ontheffing per voertuig/kenteken voor maximaal 4 dagen, per dag: |
€ 9,50 |
|
c. |
in samenhang met de Beleidsregels toegang autovrije gebied binnenstad Hengelo 2024, voor een eenmalige ontheffing per voertuig/kenteken voor een periode van 5 dagen tot en met 61 dagen, voor de gehele periode: |
€ 45,00 |
|
d. |
in samenhang met de Beleidsregels toegang autovrije gebied binnenstad Hengelo 2024, voor een permanente ontheffing voor bewoners van een pand binnen het autovrije gebied binnenstad zonder parkeergelegenheid op eigen terrein, voor 1 voertuig/kenteken, per jaar : |
€ 45,00 |
|
e. |
in samenhang met de Beleidsregels toegang autovrije gebied binnenstad Hengelo 2024, voor een permanente ontheffing:
|
||
e.1. |
voor 1 voertuig/kenteken, per jaar |
€ 45,00 |
|
e.2. |
voor maximaal 3 voertuigen/kentekens, per jaar |
€ 130,00 |
|
f. |
in samenhang met de Beleidsregels toegang autovrije gebied binnenstad Hengelo 2024, voor een permanente ontheffing:
|
||
f.1. |
voor 1 voertuig/kenteken, per jaar |
€ 45,00 |
|
f.2. |
voor maximaal 3 voertuigen/kentekens, per jaar |
€ 130,00 |
|
f.3. |
voor maximaal 10 voertuigen/kentekens, per jaar |
€ 255,00 |
|
g. |
Anders dan bedoeld onder 1.a. t/m 1.f.3 |
€ 45,00 |
|
2. |
Tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen (tarief RDW): |
€ 47,00 |
|
3. |
Tot het verstrekken van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW): |
€ 58,20 |
|
4. |
Tot het verlenen van een vergunning ingevolge de Wet vervoer personen te water: |
€ 115,10 |
|
5. |
Tot het verlenen van een eenmalige ontheffing voor een termijn van maximaal 3 maanden als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen: |
€ 186,40 |
|
6. |
Tot het verlenen van een ontheffing voor een termijn van 1 tot 3 jaar als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen: |
€ 186,40 |
|
7. |
Tot het verlenen van een bewonersontheffing voor één jaar als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een bewoner met een 1e auto woonachtig in een parkeerschijfzone: |
€ 41,10 |
|
8. |
Tot het verlenen van een 2e bewonersontheffing voor één jaar als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een bewoner met een 2e en volgende auto woonachtig in een parkeerschijfzone: |
€ 118,70 |
|
9. |
Tot het verlenen van een ontheffing voor één jaar als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor een bedrijf gevestigd in een parkeerschijfzone: |
€ 118,70 |
|
10. |
Tot het verlenen van een ontheffing voor één jaar als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor bezoekers van een bewoner woonachtig in een parkeerschijfzone: |
€ 41,10 |
|
11. |
Tot het verlenen van een ontheffing voor één jaar als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 voor houders van een E-laad voertuig woonachtig in de omgeving van een parkeerschijfzone: |
€ 41,10 |
|
Paragraaf 1.9 Diversen |
|||
Artikel 1.26 Diverse aanvragen |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
a. |
Tot het verlenen van een verklaring van geen bezwaar: |
€ 100,90 |
|
b. |
Tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Verordening Verblijfsrecreatie: |
€ 353,00 |
|
c. |
Tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 4:6 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 100,30 |
|
d. |
Tot het verlenen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Verordening Verblijfsrecreatie: |
€ 101,20 |
|
e. |
Tot het verlenen van een vergunning tot het verkopen van vuurwerk ingevolge de Wet gevaarlijke stoffen en artikel 2.72 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
||
1. |
Voor een nieuwe verkoopgelegenheid: |
€ 402,20 |
|
2. |
Voor een bestaande verkoopgelegenheid (verlenging): |
€ 201,10 |
|
f. |
Voor het afgeven van nummerbordjes, in die gevallen dat de huisnummering geen onderdeel uitmaakt van een omgevingsvergunning: |
€ 50,10 |
Artikel 1.27 Kopieën, beschikkingen, uittreksels |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van: |
|||
a. |
Fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
||
1. |
Per pagina op papier van A4-formaat of kleiner in zwart-wit: |
€ 0,10 |
|
2. |
Per pagina op papier van A3-formaat in zwart-wit: |
€ 0,20 |
|
3. |
Per pagina op papier van A0-formaat in zwart-wit: |
€ 1,90 |
|
4. |
Per pagina op papier van A4-formaat of kleiner in kleur: |
€ 0,35 |
|
5. |
Per pagina op papier van A3-formaat in kleur: |
€ 0,50 |
|
6. |
Per pagina op papier van A0-formaat in kleur: |
€ 3,80 |
|
7. |
In digitale vorm: |
€ 0,00 |
|
b. |
Een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
€ 23,15 |
|
c. |
Stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze titel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina: |
€ 7,40 |
|
Artikel 1.28 Gemeentegarantie |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1. |
Tot het verstrekken van een gemeentegarantie: |
€ 93,60 |
|
2. |
Tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening: |
€ 95,70 |
|
Artikel 1.29 Kabels en leidingen |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming of vergunning omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Hengelo 2016: |
€ 461,40 |
|
2. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van toestemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden, waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning is vereist, als bedoeld in artikel 2.1 lid 2 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren Hengelo 2016: |
€ 86,70 |
|
Artikel 1.30 Toepassing coördinatieregeling op grond van afdeling 3.5 Awb |
|||
Indien de coördinatieregeling wordt toegepast waarbij meerdere vergunningen of ontheffingen uit hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3 van deze verordening gelijktijdig en in samenhang worden aangevraagd, dan wordt een korting toegepast op de som van de afzonderlijk verschuldigde leges van: |
20% |
HOOFDSTUK 2 DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET |
||||||||
Paragraaf 2.1 Algemene bepalingen |
||||||||
Artikel 2.1 Algemene bepalingen |
||||||||
1. |
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||||||
2. |
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald. |
|||||||
3. |
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: |
|||||||
a. |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan; |
|||||||
4. |
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ betreffen de in die omschrijving: |
|||||||
- onder a genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567; |
||||||||
- onder b bedoelde bouwkosten de kosten voor de fysieke realisatie (het bouwen) van het bouwwerk; |
||||||||
- onder c bedoelde prijs de prijs exclusief omzetbelasting. |
||||||||
5. |
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de normbouwkosten voor de bouwactiviteit voor zover daarin is voorzien in onderstaande bouwkostentabel en de bij de aanvraag opgegeven bouwkosten meer dan 5 % afwijken van deze normbouwkosten. |
|||||||
I. Woningen: |
||||||||
Rijtjeswoningen |
€ 260 per m3 |
|||||||
Twee onder één kapwoningen |
€ 291 per m3 |
|||||||
Vrijstaande woning tot en met 600 m3 |
€ 291 per m3 |
|||||||
Vrijstaand woning > 600 m3 |
€ 327 per m3 |
|||||||
Appartement, één of meer bouwlagen |
€ 327 per m3 |
|||||||
Woonwagens (nieuw en verplaatst) |
€ 230 per m3 |
|||||||
(tijdelijk) Woonunit |
€ 230 per m3 |
|||||||
II. Bijgebouwen bij woningen: |
||||||||
Latere aanbouw/opbouw zoals een erker, dakopbouw |
€ 373 per m3 |
|||||||
Garage / berging / tuinhuisje |
Hout |
€ 112 per m3 |
||||||
Halfsteens met plat dak |
€ 143 per m3 |
|||||||
Halfsteens met kap |
€ 153 per m3 |
|||||||
Spouw met plat dak |
€ 173 per m3 |
|||||||
Spouw met kap |
€ 199 per m3 |
|||||||
Dakkapel |
€ 1.164 per meter breedte |
|||||||
Carport |
€ 174 per m3 |
|||||||
Schuttingen en hekwerken |
€ 107 per m3 |
|||||||
III. Agrarische bouwwerken: |
||||||||
Stallen |
€ 51 per m3 |
|||||||
Werktuigberging / schuur |
Damwandprofiel |
€ 26 per m3 |
||||||
Metselwerk |
€ 56 per m3 |
|||||||
Mestkelders onder de stallen |
€ 97 per m3 |
|||||||
Kassen |
€ 36 per m4 |
|||||||
IV. Niet agrarische bouwwerken: |
||||||||
Opslagloodsen |
Plaatstaal damwandprofiel |
€ 20 per m3 |
||||||
Metselwerk |
€ 61 per m3 |
|||||||
Kantoren / showroom / winkel / horeca |
€ 352 per m3 |
|||||||
Scholen / sporthal / verkoophal / grootschalige detailhandels vestiging |
€ 276 per m3 |
|||||||
Noodschool / kleedgebouw (sportvereniging) / semi-permanente unit |
€ 214 per m3 |
|||||||
Industriehal |
Plaatstaal geïsoleerd |
|||||||
tot 10.000 m3 |
€ 71 per m3 |
|||||||
10.000 m3 tot 100.000 m3 |
€ 56 per m3 |
|||||||
100.000 m3 tot 200.000 m3 |
€ 46 per m3 |
|||||||
200.000 m3 of meer |
€ 36 per m3 |
|||||||
Metselwerk |
€ 123 per m3 |
|||||||
Artikel 2.2 Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven |
||||||||
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: |
||||||||
1. |
een conceptverzoek en een verzoek "verken uw idee"; |
|||||||
2. |
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit; |
|||||||
3. |
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet; |
|||||||
4. |
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet; |
|||||||
5. |
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning; |
|||||||
6. |
intrekking van een omgevingsvergunning; |
|||||||
7. |
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen 2, 3, 4 en 5; |
|||||||
8. |
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen 2 tot en met 7. |
|||||||
Artikel 2.3 Bepalen tarief |
||||||||
1. |
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk. |
|||||||
2. |
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten. |
|||||||
3. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met het tarief voor een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12. |
|||||||
4. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13. |
|||||||
5. |
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|||||||
6. |
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||||||
Paragraaf 2.2 Voorfase |
||||||||
Artikel 2.4 Conceptverzoek en verzoek "verken uw idee" |
||||||||
1. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een conceptverzoek en een verzoek "verken uw idee" over een of meer activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving (behalve een milieubelastende activiteit), bedraagt: |
€ 175,00 |
||||||
2. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een conceptverzoek voor een milieubelastende activiteit, bedraag: |
€ 1.134,30 |
||||||
Paragraaf 2.3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken |
||||||||
Artikel 2.5 Bouwactiviteit (bouwtechnische deel) |
||||||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten, met bouwkosten zoals aangegeven in onderstaande tabel. |
|||||||
Indien de bouwactiviteit enkel betrekking heeft op een bouwtechnische bouwactiviteit geldt als tarief het percentage en het minimumbedrag in de kolom “individuele aanvraag”. Als in de aanvraag een gecombineerde bouwactiviteit (bouwtechnisch en omgevingsplanactiviteit) wordt aangevraagd geldt als tarief het percentage en het minimumbedrag in de kolom “gecombineerde aanvraag”. |
||||||||
Individuele aanvraag |
Gecombineerde aanvraag |
Individuele aanvraag |
Gecombineerde aanvraag |
|||||
€0 tot €25.000 |
1,05% |
0,84% |
Met een minimum van |
€ 225,00 |
€ 225,00 |
|||
€25.000 tot €50.000 |
1,05% |
0,84% |
Met een minimum van |
€ 265,00 |
€ 225,00 |
|||
€50.000 tot €100.000 |
1,03% |
0,80% |
Met een minimum van |
€ 525,00 |
€ 420,00 |
|||
€100.000 tot €250.000 |
1,00% |
0,78% |
Met een minimum van |
€ 1.030,00 |
€ 800,00 |
|||
€250.000 tot €500.000 |
0,98% |
0,76% |
Met een minimum van |
€ 2.500,00 |
€ 1.950,00 |
|||
€500.000 tot €1.000.000 |
0,95% |
0,72% |
Met een minimum van |
€ 4.900,00 |
€ 3.800,00 |
|||
€1.000.000 tot €2.500.000 |
0,92% |
0,70% |
Met een minimum van |
€ 9.500,00 |
€ 7.200,00 |
|||
€2.500.000 tot €5.000.000 |
0,89% |
0,66% |
Met een minimum van |
€ 23.000,00 |
€ 17.500,00 |
|||
€5.000.000 tot €10.000.000 |
0,87% |
0,64% |
Met een minimum van |
€ 44.500,00 |
€ 33.000,00 |
|||
€10.000.000 of meer |
0,84% |
0,61% |
Met een minimum van |
€ 87.000,00 |
€ 64.000,00 |
|||
Met een maximum van |
€ 352.629,00 |
€ 258.593,00 |
||||||
Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel) |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een binnenplanse omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
1. |
binnenplanse omgevingsplanactiviteit bestaande uit een bouwactiviteit (inclusief welstandbeoordeling) met bouwkosten als aangegeven in de onderstaande tabel |
|||||||
€0 tot €25.000 |
2,50% |
met een minimum van |
€ 323,00 |
|||||
€25.000 tot €50.000 |
2,50% |
met een minimum van |
€ 625,00 |
|||||
€50.000 tot €100.000 |
2,42% |
met een minimum van |
€ 1.250,00 |
|||||
€100.000 tot €250.000 |
2,34% |
met een minimum van |
€ 2.420,00 |
|||||
€250.000 tot €500.000 |
2,26% |
met een minimum van |
€ 5.850,00 |
|||||
€500.000 tot €1.000.000 |
2,16% |
met een minimum van |
€ 11.300,00 |
|||||
€1.000.000 tot €2.500.000 |
2,09% |
met een minimum van |
€ 21.600,00 |
|||||
€2.500.000 tot €5.000.000 |
2,00% |
met een minimum van |
€ 52.250,00 |
|||||
€5.000.000 tot €10.000.000 |
1,92% |
met een minimum van |
€ 100.000,00 |
|||||
€10.000.000 of meer |
1,84% |
met een minimum van |
€ 192.000,00 |
|||||
met een maximum van |
€ 775.779,00 |
Artikel 2.7 Afwijken omgevingsplan |
||||||||
Onverminderd de bepalingen in de andere artikelen bedragen de leges voor het afwijken van regels/voorschriften in het omgevingsplan door het toepassen van: |
||||||||
1. |
een binnenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||||||
a. |
voor afwijken van de bouwregels van het omgevingsplan |
€ 500,00 |
||||||
b. |
voor afwijken van de gebruiksregels van het omgevingsplan |
€ 1.000,00 |
||||||
c. |
voor afwijkingen van de bouwregels en/of gebruiksregels voor bijbehorende bouwwerken en erf- en perceelafscheidingen waarbij de bouwkosten lager zijn dan €25.000 |
€ 500,00 |
||||||
d. |
voor afwijken van de overige regels van het omgevingsplan (zoals regels voor uitvoeren van een werk of werkzaamheid, sloopvergunningstelsel, eisen aan het uiterlijk van een bouwwerk) |
€ 500,00 |
||||||
2. |
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit: |
|||||||
a. |
voor afwijken van de bouwregels van het omgevingsplan |
€ 500,00 |
||||||
b. |
voor afwijken van de gebruiksregels van het omgevingsplan (inclusief een eerste beoordeling van twee inhoudelijke rapportages/onderzoeken als bedoeld in artikel 2.34), niet zijnde een planologisch basisbesluit |
€ 2.500,00 |
||||||
c. |
voor afwijken van de gebruiksregels van het omgevingsplan voor een gebiedsontwikkeling ('planologisch basisbesluit') (inclusief een eerste beoordeling van vier inhoudelijke rapportages/onderzoeken als bedoeld in artikel 2.34) |
€ 5.000,00 |
||||||
d. |
voor afwijkingen van de bouwregels en/of gebruiksregels voor bijbehorende bouwwerken en erf- en perceelafscheidingen waarbij de bouwkosten lager zijn dan €25.000 |
€ 500,00 |
||||||
e. |
voor afwijken van de overige regels van het omgevingsplan (zoals regels voor uitvoeren van een werk of werkzaamheid, sloopvergunningstelsel, eisen aan het uiterlijk van een bouwwerk, et cetera) |
€ 500,00 |
||||||
Artikel 2.8 Omgevingsplanactiviteit: slopen van een bouwwerk |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit, niet zijnde een sloopactiviteit met betrekking tot een monument of beschermd stads- en dorpsgezicht, als bedoeld in paragraaf 2.4, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 432,50 |
|||||||
Paragraaf 2.4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed |
||||||||
Artikel 2.9 Omgevingsplanactiviteit: monumenten |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, rijksmonument, voorbeschermd gemeentelijk monument, voorbeschermd provinciaal monument of voorbeschermd rijksmonument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
|||||||
Artikel 2.10 Rijksmonumentenactiviteiten |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 0,00 |
|||||||
Paragraaf 2.5 Milieubelastende activiteiten |
||||||||
Artikel 2.11 Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.062,40 |
|||||||
Artikel 2.12 Overige milieubelastende activiteiten (afeling 3.2 tot en met 3.9 Besluiten activiteiten leefomgeving |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 2.062,40 |
|||||||
Paragraaf 2.6 Aanlegactiviteiten |
||||||||
Artikel 2.13 Omgevingsplanactiviteit: uitvoeren werk of werkzaamheden |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het uitvoeren van een werk of werkzaamheden in gevallen waarin dat in het (tijdelijk) omgevingsplan is bepaald: |
€ 897,30 |
|||||||
Artikel 2.14 Omgevingsplanactiviteit: uitweg/uitrit |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
a. |
voor het maken of hebben van een uitweg (waaronder ook wordt verstaan het 'verplaatsen' van een uitweg: |
€ 441,40 |
||||||
b. |
voor het veranderen of het veranderen van het gebruik van een vergunde uitweg: |
€ 224,60 |
||||||
De aanlegkosten worden afzonderlijk in rekening gebracht. |
||||||||
Paragraaf 2.7 Overige activiteiten |
||||||||
Artikel 2.15 Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3 van de gemeentelijke Bomenverordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
1. |
voor het kappen van maximaal 4 bomen |
€ 221,30 |
||||||
2. |
voor 5 bomen of meer |
€ 441,40 |
||||||
Artikel 2.16 Omgevingsplanactiviteit/APV-activiteit: opslag van roerende zaken of objecten plaatsen op de weg |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit/APV-activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg of een openbare plaats in strijd met de publieke functie ervan, bedoeld in artikel 2:10A van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
1. |
indien 50m2 of minder gemeentegrond in gebruik wordt genomen |
€ 221,30 |
||||||
2. |
indien meer dan 50m2 gemeentegrond in gebruik wordt genomen |
€ 441,40 |
||||||
Artikel 2.17 Omgevingsplanactiviteit/APV-activiteit: standplaatsen |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit/APV-activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:18van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
||||||||
1. |
voor het verkrijgen van een vergunning voor een standplaats van één tot maximaal 5 dagen per kalenderjaar |
€ 186,80 |
||||||
2. |
voor het verkrijgen van een vergunning voor een standplaats van vijf dagen of meer per kalenderjaar |
€ 249,10 |
||||||
Artikel 2.18 Andere activiteiten |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit dan in deze paragraaf en voorgaande paragrafen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit betreft een bij of krachtens artikel 5.1 van de Omgevingswet aangewezen vergunningplichtige activiteit, uitgezonderd de activiteit bedoeld in onderdeel b, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten: |
€ 202,40 |
|||||||
Paragraaf 2.8 Maatwerkvoorschriften |
||||||||
Artikel 2.19 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten |
||||||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouw- of sloopactiviteit, bedraagt het tarief: |
||||||||
1. |
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op: |
|||||||
a. |
het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||||||
b. |
bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||||||
c. |
het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of |
|||||||
d. |
het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; |
|||||||
per maatwerkvoorschrift: |
€ 224,60 |
|||||||
e. |
het in gebruik nemen van een bouwwerk zonder gereedmelding en/of zonder verklaring van de kwaliteitsborger |
€ 2.500,00 |
||||||
2. |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1, per maatwerkvoorschrift: |
€ 224,60 |
||||||
Artikel 2.20 Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten |
||||||||
1. |
Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op: één of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief: |
€ 1.031,20 |
||||||
2. |
Als de aanvraag om één of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief: |
€ 1.031,20 |
||||||
Artikel 2.21 Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten |
||||||||
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.18 en 2.19, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift: |
€ 224,60 |
|||||||
Paragraaf 2.9 Gelijkwaardigheid |
||||||||
Artikel 2.22 Gelijkwaardige maatregel |
||||||||
1. |
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op: |
|||||||
a. |
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief |
€ 225,00 |
||||||
b. |
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief |
€ 0,00 |
||||||
c. |
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 96,80 |
||||||
d. |
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur: |
€ 96,70 |
||||||
2. |
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||||||
Paragraaf 2.10 Overige tarieven |
||||||||
Artikel 2.23 Verlengen tijdelijke omgevingsvergunning bouwactiviteit |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om verlenging van de in een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit gestelde termijn, bedoeld in artikel 10.23, tweede lid, van het Omgevingsbesluit: |
€ 322,40 |
|||||||
Artikel 2.24 Wijzigen omgevingsvergunning |
||||||||
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is hetzelfde tarief verschuldigd als op grond van dit hoofdstuk verschuldigd is voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteit of activiteiten waarop de aanvraag tot wijziging betrekking heeft. |
||||||||
Artikel 2.25 Wijzigen voorschriften omgevingsvergunning |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning: |
€ 216,80 |
|||||||
Artikel 2.26 Intrekken omgevingsvergunning |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning |
||||||||
1. |
voor één of meer milieubelastende activiteiten, tenzij artikel 2.39 van toepassing is |
€ 1.031,20 |
||||||
2. |
voor andere activiteiten, behalve kappen/vellen van houtopstanden |
€ 96,70 |
||||||
3. |
activiteit voor kappen/vellen van houtopstanden |
€ - |
Artikel 2.27 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||||||
De in artikel 2.31 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ander besluit. |
||||||||
Artikel 2.28 Wijzigen van het omgevingsplan |
||||||||
1. |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan bedraagt in ieder geval: |
€ 691,60 |
||||||
2. |
Het in lid 1 vermelde tarief wordt, vanaf het moment van indienen, tot het vaststellen van een omgevingsplan (beoordelen aanvraag, opstellen omgevingsplan en volgen procedure) vermeerderd met: |
|||||||
a. |
minimaal |
€ 4.884,40 |
||||||
b. |
en maximaal |
€ 111.186,90 |
||||||
3. |
Het ingevolge het bepaalde in onderdeel 2 verschuldigde tarief wordt, indien van toepassing, verhoogd met de externe advieskosten, met een maximum van: |
€ 34.892,70 |
||||||
4. |
Het ingevolge het bepaalde in onderdeel 1 en 2 verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het verlenen van de aldaar bedoelde medewerking aan de aanvrager schriftelijk medegedeeld middels een begroting welke ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||||||
5. |
Indien een begroting als bedoeld in onderdeel 4 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de tiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager is verzonden, tenzij de aanvraag voor deze tiende werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
|||||||
6. |
Indien de aanvraag wordt afgewezen bedraagt het tarief voor de in onderdeel 2 en 3 vermelde diensten: |
€ 698,30 |
||||||
Artikel 2.29 Niet genoemd besluit op aanvraag |
||||||||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan: |
€ 216,80 |
|||||||
Paragraaf 2.11 Modaliteiten |
||||||||
Artikel 2.30 Achteraf ingediende aanvraag |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
20% |
|||||||
met een maximum van: |
€ 1.406,50 |
|||||||
Artikel 2.31 Uitgebreide voorbereidingsprocedure |
||||||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit: |
||||||||
1. |
als sprake is van een milieubelastende activiteit: |
€ 8.225,10 |
||||||
2. |
voor overige activiteiten, behalve een rijksmonumentenactiviteit |
€ 2.500,00 |
||||||
Artikel 2.32 Opvragen raadsadvies |
||||||||
Als voor de aanvraag om een omgevingsvergunning een raadsadvies nodig is op basis van artikel 16.15 en 16.15a Omgevingswet, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met: |
€ 2.000,00 |
Artikel 2.33 Advisering regionale omgevingstafel |
||||||||
Het tarief voor de behandeling van het conceptverzoek en/of verzoek (voor afwijking van het omgevingsplan) door de regionale omgevingstafel, indien de activiteiten daartoe aanleiding geven, bedraagt: |
€ 1.000,00 |
|||||||
Indien een verzoek meerdere keren wordt behandeld op de omgevingstafel wordt iedere behandeling in rekening gebracht. |
||||||||
Artikel 2.34 Beoordeling onderzoeksrapporten |
||||||||
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als krachtens wettelijk voorschrift vor de betreffende aanvraag een rapport moet worden beoordeeld: |
||||||||
1. |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport: |
€ 380,30 |
||||||
2. |
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport: |
€ 432,50 |
||||||
3. |
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende de geluid- of luchtbelasting: |
€ 432,50 |
||||||
4. |
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk: |
€ 432,50 |
||||||
5. |
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport: |
€ 432,50 |
||||||
6. |
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van het verzoek voor beoordeling van een MER aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||||||
Het verzoek wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken |
||||||||
7. |
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport: |
€ 432,50 |
||||||
8. |
voor het verstrekken van een integrale beoordeling en het opstellen van een geschiktheid verklaring per locatie, per uur of gedeelte daarvan: |
€ 96,70 |
||||||
Paragraaf 2.12 Vermindering |
||||||||
Artikel 2.35 Vermindering na conceptverzoek |
||||||||
1. |
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, worden de volgens artikel 2.4, lid 1 en 3 geheven leges voor het conceptverzoek in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning. |
|||||||
2. |
Voor de toepassing van het eerste lid is vereist dat de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gedaan: |
|||||||
a. |
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had; |
|||||||
b. |
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en |
|||||||
c. |
binnen 12 maanden na dagtekening van de kennisgeving op het conceptverzoek. |
|||||||
Artikel 2.36 Vermindering bij meervoudige aanvraag |
||||||||
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op vijf of meer activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van leges voor de milieubelastende activiteiten als bedoeld in paragraaf 2.5 en het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. De vermindering bedraagt: |
7% |
|||||||
Paragraaf 2.13 Teruggaaf |
|||
Artikel 2.37 Teruggaaf bij aanvraag en oordeel geen omgevingsvergunning nodig |
|||
Als het college van burgemeester en wethouders op grond van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning oordeelt dat voor de voorgenomen activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
100% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, een en ander met een minimum te vorderen legesbedrag van: |
€ 175,00 |
||
Artikel 2.38 Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten |
|||
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gelaten, bestaat aanspraak op teruggaaf. De teruggaaf bedraagt: |
65% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges, een en ander met een minimum te vorderen legesbedrag van |
€ 224,60 |
||
het minimumbedrag geldt niet voor de activiteit kappen/vellen van een houtopstand. |
|||
Artikel 2.39 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning of maatwerkvoorschrift |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
|||
1. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking voordat de aanvraag naar de inhoud is beoordeeld en getoetst aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving |
75% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; een en ander met een minimum te vorderen legesbedrag van: |
€ 224,60 |
||
2. |
bij gehele of gedeeltelijke intrekking nadat deze naar de inhoud is beoordeeld en getoetst aan de daarvoor geldende wet - en regelgeving, maar voordat daarop een besluit is genomen |
20% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges; een en ander met een minimum te vorderen legesbedrag van: |
€ 224,60 |
||
Artikel 2.40 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning |
|||
Als het college van burgemeester en wethouders een verleende omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
20% |
||
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges. |
|||
Artikel 2.41 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning |
|||
1. |
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
20% |
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, met een minimum te vorderen legesbedrag van: |
€ 224,60 |
||
2. |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. |
||
het minimumbedrag geldt niet voor de activiteit kappen/vellen van een houtopstand. |
|||
Artikel 2.42 Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten |
|||
In afwijking van de voorgaande artikelen van deze paragraaf wordt geen teruggaaf verleend van het legesdeel dat betrekking heeft op de modaliteiten genoemd in paragraaf 2.11. |
|||
Artikel 2.43 Gedeeltelijke verrekening leges eerdere aanvragen |
|||
Indien na een weigering, een besluit tot buiten behandeling laten of een intrekking van een vergunning en/of ontheffing, dezelfde vergunning en/of ontheffing binnen één jaar na het besluit of intrekking opnieuw wordt aangevraagd, waarbij het gebrek is hersteld, wordt 75% van het in rekening gebrachte bedrag in mindering gebracht op de leges. |
HOOFSTUK 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN |
|||
Paragraaf 3.1 Horeca |
|||
Artikel 3.1 Exploitatie |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|||
1. |
Een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
||
a. |
Voor de exploitatie van een horecabedrijf: |
€ 413,90 |
|
b. |
Voor de exploitatie van een slijtersbedrijf: |
€ 402,20 |
|
Artikel 3.2 Uitoefenen horeca- of slijtersbedrijf |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van: |
|||
a. |
Een ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 2:29 zevende lid van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 251,20 |
|
b. |
Een vergunning op grond van artikel 3 van de Alcoholwet: |
€ 402,20 |
|
c. |
Een verlof op grond van artikel 2:34k van de Algemene Plaatselijke Verordening (verstrekken van alcoholvrije dranken voor gebruik ter plaatse in een besloten ruimte anders dan om niet): |
€ 201,10 |
|
d. |
Een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Alcoholwet: |
€ 99,70 |
|
e. |
Een wijziging van een verlof op grond van artikel 2:34k lid 1 en 2 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 150,50 |
|
f. |
Een terrasvergunning: |
€ 201,10 |
|
Artikel 3.3 Melding |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Alcoholwet, dan wel naar aanleiding van een wijziging van een leidinggevende: |
€ 201,10 |
||
Artikel 3.4 Niet-ontvankelijk |
|||
Indien een aanvraag als bedoeld in de artikel 3.1, 3.2 of 3.3 niet-ontvankelijk is en aanvullende stukken moeten worden opgevraagd, worden de leges voor de desbetreffende vergunning verhoogd met: |
€ 211,50 |
||
Paragraaf 3.2 Seksbedrijven |
|||
Artikel 3.5 Vergunning seksbedrijf |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
1. |
Om een vergunning of om de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 3:4 lid 1 van de Algemene plaatselijke verordening: |
€ 1.213,00 |
|
2. |
Als bedoeld in artikel 2.1 van de nadere regels seksinrichtingen en escortbedrijven: |
||
a. |
Bij een inrichting met 1 tot 5 werkkamers, bovenop het bedrag dat vermeld staat onder 1: |
€ 719,80 |
|
b. |
Bij een inrichting met 5 tot 10 werkkamers, bovenop het bedrag dat vermeld staat onder 1: |
€ 1.290,50 |
|
c. |
Bij een inrichting met 10 of meer werkkamers, bovenop het bedrag dat vermeld staat onder 1: |
€ 1.866,40 |
|
Paragraaf 3.3 Winkeltijdenwet |
|||
Artikel 3.6 Ontheffing winkeltijden |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet: |
€ 193,00 |
||
Paragraaf 3.4 Organiseren evenement |
|||
Artikel 3.7 Organiseren evenement |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot: |
|||
1. |
Het verlenen van een vergunning op grond van artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
||
a. |
Een evenement categorie A: |
€ 83,50 |
|
b. |
Een meerdaags evenement categorie A: |
€ 133,40 |
|
c. |
Een evenement categorie B: |
€ 249,30 |
|
d. |
Een meerdaags evenement categorie B: |
€ 311,60 |
|
e. |
Een evenement categorie C: |
€ 373,90 |
|
f. |
Een meerdaags evenement categorie C: |
€ 473,60 |
|
Artikel 3.8 Vermindering of teruggaaf vanwege intrekking aanvraag evenementenvergunning |
|||
1. |
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een evenementenvergunning geheel of gedeeltelijk intrekt, bestaat aanspraak op vermindering of teruggaaf van een deel van de verschuldigde leges. De vermindering of teruggaaf bedraagt: |
65% |
|
van de voor het in behandeling nemen van de ingetrokken onderdelen van de aanvraag verschuldigde leges, een en ander met een minimum legesbedrag van: |
€ 55,10 |
||
2. |
Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken nadat deze naar de inhoud is beoordeeld en getoetst aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving, maar voordat daarop een besluit is genomen, bedraagt de vermindering of teruggaaf: |
20% |
|
van de voor het in behandeling nemen van de ingetrokken onderdelen van de aanvraag verschuldigde leges, een en ander met een minimum legesbedrag van: |
€ 55,10 |
||
Paragraaf 3.5 Standplaatsen |
|||
Artikel 3.9 Marktstandplaatsvergunningen |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
a. |
Voor het verkrijgen van een vergunning voor een standplaats van 1 tot maximaal 5 dagen per kalenderjaar als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 186,80 |
|
b. |
Voor het verkrijgen van een vergunning voor een standplaats van 5 dagen of meer per kalenderjaar als bedoeld in artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening: |
€ 249,10 |
|
Paragraaf 3.6 Kinderopvang |
|||
Artikel 3.10 Exploitatie gastouderopvang, gastouderbureau of kindercentrum |
|||
1. |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45, lid 1 en 2, Wet kinderopvang voor het in exploitatie nemen van: |
||
a. |
Een voorziening voor een gastouderopvang: |
€ 600,00 |
|
b. |
Een gastouderbureau of een kindercentrum: |
€ 2.145,00 |
|
Paragraaf 3.7 In dit hoofdstuk niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
|||
Artikel 3.11 Verlenen van een andere vergunning, ontheffing of beschikking |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking: |
€ 101,10 |
||
Artikel 3.12 Coördinatieregeling |
|||
Indien de coördinatieregeling wordt toegepast waarbij meerdere vergunningen of ontheffingen uit hoofdstuk 1 en 3 van deze verordening gelijktijdig en in samenhang worden aangevraagd, dan wordt een korting toegepast op de som van de afzonderlijk verschuldigde leges van: |
20% |
||
Artikel 3.13 Verlenen van een vergunning in het kader van de opkoopbescherming |
|||
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning om een woonruimte te verhuren in het kader van de opkoopbescherming, als bedoeld in de Huisvestingsverordening opkoopbescherming gemeente Hengelo 2022: |
€ 357,35 |
||
Paragraaf 3.8 Vermindering of teruggaaf |
|||
Artikel 3.14 Vermindering of teruggaaf vanwege intrekking aanvraag binnen hoofdstuk 3 (behalve paragraaf 3.4) |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een vergunning of ontheffing, geheel of gedeeltelijk intrekt nadat deze is ingediend, bestaat aanspraak op vermindering of teruggaaf van een deel van de verschuldigde leges. De vermindering of teruggaaf bedraagt: |
|||
a. |
Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken voordat deze naar de inhoud is beoordeeld en getoetst aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving: |
65% |
|
Van de voor het in behandeling nemen van de ingetrokken onderdelen van de aanvraag verschuldigde leges, een en ander met een minimum legesbedrag van: |
€ 83,70 |
||
b. |
Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken nadat deze naar de inhoud is beoordeeld en getoetst aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving, maar voordat daarop een besluit is genomen: |
20% |
|
Van de voor het in behandeling nemen van de ingetrokken onderdelen van de aanvraag verschuldigde leges, een en ander met een minimum legesbedrag van: |
€ 83,70 |
||
Artikel 3.15 Vermindering of teruggaaf vanwege intrekking verleende vergunning en/of ontheffing |
|||
Als op verzoek van de vergunninghouder een verleende vergunning en/of ontheffing geheel of gedeeltelijk wordt ingetrokken, bestaat aanspraak op vermindering of teruggaaf van een deel van de verschuldigde leges, mits het verzoek is gedaan binnen een jaar na de verlening van de vergunning en/of de ontheffing en van het onderdeel of de onderdelen van die vergunning en/of ontheffing waarop het verzoek betrekking heeft, geen gebruik is gemaakt. De vermindering of teruggaaf bedraagt: |
20% |
||
van de voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het onderdeel of de onderdelen van de vergunning en/of ontheffing waarop het verzoek om intrekking betrekking heeft verschuldigde leges, een en ander met een minimum legesbedrag van: |
€ 83,70 |
||
Artikel 3.16 Vermindering of teruggaaf vanwege het weigeren van een vergunning en/of ontheffing |
|||
1. |
Als de gemeente een vergunning en/of ontheffing geheel of gedeeltelijk weigert, bestaat aanspraak op vermindering of teruggaaf van een deel van de verschuldigde leges. De verminder of teruggaaf bedraagt: |
20% |
|
van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor het betreffende onderdeel of de betreffende onderdelen van de vergunning en/of ontheffing verschuldigde leges, een en ander met een minimum legesbedrag van: |
€ 83,70 |
||
2. |
Onder een weigering als bedoeld onder het eerste lid van dit artikel wordt mede verstaan geheel of gedeeltelijke vernietiging van een vergunning en/of ontheffing in bezwaar of beroep. |
Artikel 3.17 Teruggaaf als gevolg van het niet behandelen van een aanvraag voor een vergunning en/of ontheffing |
|||
1. |
Als de gemeente een ingediende omgevingsvergunning niet behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
65% |
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges, met een minimum te vorderen bedrag van: |
€ 83,70 |
||
2. |
Indien na een weigering, een besluit tot buiten behandeling laten of een intrekking van een vergunning e/of ontheffing, dezelfde vergunning en/of ontheffing binnen één jaar na het besluit of intrekking opnieuw wordt aangevraagd waarbij het gebrek is hersteld, wordt 75% van het op grond van artikel 2.5 in rekening gebrachte bedrag in mindering gebracht op de leges. Dit betekent dat de aanvrager uiteindelijk 120% van de leges betaalt in die gevallen dat een weigering leidt tot een nieuwe aanvraag. |
Behorende bij het raadsbesluit van 6 november 2024
De griffier van de gemeente Hengelo,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl