Regeling vervalt per 01-04-2025

Tijdelijke beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Gouda

Geldend van 27-11-2024 t/m 31-03-2025

Intitulé

Tijdelijke beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Gouda

Het college van de gemeente Gouda;

Gelet op artikel 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht; titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 35 van de Participatiewet;

Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het verstrekken van de individuele bijzondere bijstand aan huishoudens die huur- en zorgtoeslag missen door de samenloop van fiscaliteit, sociale zekerheid en toeslagen.

Artikel 1. Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gouda;

  • b.

    toeslag: huurtoeslag of zorgtoeslag;

  • c.

    wet: Participatiewet;

  • d.

    toeslagenjaar: het kalenderjaar waarin het gezin recht heeft op huur- en/of zorgtoeslag van de Belastingdienst-Toeslagen.

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. De bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek kan worden verstrekt aan een gezin wanneer:

    • a.

      één partner een loongerelateerde uitkering van het UWV ontvangt, zo mogelijk aangevuld met een uitkering op grond van de Toeslagenwet, een uitkering van een particuliere inkomensverzekeraar of algemene bijstand op grond van artikel 19 van de wet, en de andere partner geen dan wel een laag inkomen heeft;

    • b.

      vergeleken met een vergelijkbaar gezin voor wie algemene bijstand op grond van artikel 19 van de wet de enige bron van inkomsten is, minder huur- en zorgtoeslag ontvangt, en

    • c.

      hierdoor in een toeslagenjaar een besteedbaar inkomen heeft dat lager ligt dan het inkomen van een vergelijkbaar gezin met een volledige bijstandsuitkering.

  • 2. Tot het gezin wordt niet gerekend de persoon die op de datum van aanvraag:

    • a.

      niet woonachtig is in de gemeente Gouda;

    • b.

      ingeschreven staat in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.

  • 3. Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

Artikel 3. Aanvraag

  • 1. Aan huishoudens die op de lijst alleenverdieners van het Inlichtingenbureau staan, wordt de bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek voor het toeslagenjaar 2023 en/of 2024 ambtshalve verstrekt.

  • 2. Huishoudens die niet op de lijst alleenverdieners van het Inlichtingenbureau staan en niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning, kunnen een aanvraag bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek digitaal indienen via de website van de gemeente Gouda voor het toeslagenjaar 2023 en/of 2024.

  • 3. Een aanvraag bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek kan worden ingediend tot 1 april 2025.

Artikel 4. Hoogte en vorm van bijstand

  • 1. De hoogte van de bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek bedraagt €675,- per huishouden per toeslagenjaar.

  • 2. De bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek wordt om niet verstrekt.

Artikel 5. Inwerkingtreding

  • 1. De beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na publicatie in het gemeentelijk publicatieblad op overheid.nl en werken terug tot en met het toeslagenjaar 2023.

  • 2. De beleidsregels vervallen met ingang van 1 april 2025.

  • 3. De beleidsregels blijven nog geldig voor aanvragen die voor de vervaldatum zijn ingediend en waarop nog geen besluit is genomen.

Artikel 6. Citeertitel

De beleidsregels worden aangehaald als ‘Tijdelijke beleidsregels bijzondere bijstand alleenverdienersproblematiek Gouda’.

Ondertekening

Toelichting

Algemene toelichting

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft op 27 september 2022 (ECLI:NL:CRVB:2022:1952) geoordeeld dat een gemeente een echtpaar met terugwerkende kracht compensatie moest geven voor het niet ontvangen van de maximale toeslagen. Naar aanleiding van deze uitspraak werd in Gemeentenieuws SZW 2023-1 een handelingsperspectief gegeven voor gemeenten om deze doelgroep via bijzondere bijstand te compenseren voor het gemis aan zorg- en huurtoeslag, totdat een structurele landelijke oplossing gevonden is. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft voor 2028 een structurele oplossing voor de alleenverdienersproblematiek aangekondigd. Voor de periode 2025 tot en met 2027 zal worden voorzien in een tijdelijke regeling. Tot 2025 worden getroffen gehuwden gecompenseerd via de individuele bijzondere bijstand.

De problematiek treft gehuwden of daarmee gelijkgestelden, van wie één van de partners een loongerelateerde uitkering van het UWV ontvangt, zo mogelijk aangevuld met een uitkering op grond van de Toeslagenwet, of een uitkering vanuit een particuliere inkomensverzekering. De andere partner heeft geen of weinig inkomen. Het gezamenlijke inkomen kan ook met algemene bijstand worden aangevuld tot bijstandsniveau. Deze huishoudens ontvangen door gebrekkige afstemming van (fiscale) regelingen minder zorg- of huurtoeslag dan huishoudens die een volledige bijstandsuitkering ontvangen. De getroffen huishoudens hebben hetzelfde netto-inkomen (exclusief huur- of zorgtoeslag) op het sociaal minimum, maar een lager besteedbaar inkomen (inclusief huur- of zorgtoeslag). De getroffen huishoudens komen hiermee onder het bestaansminimum. Het vastgestelde toeslagenbedrag komt voor de betreffende huishoudens lager uit dan noodzakelijk wordt geacht om in die kosten te voorzien.

Omdat een structurele oplossing voor dit probleem nu nog niet voorhanden is, kan het college tijdelijk ondersteuning bieden in de vorm van bijzondere bijstand. Aangezien dit het gevolg is van een reeds jarenlang bestaande samenloop van overheidsregelingen en fiscaliteit, die voor bepaalde categorieën tot een niet voorziene benadeling heeft geleid, worden die omstandigheden aangemerkt als bijzondere omstandigheden, als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet op grond waarvan een beroep kan worden gedaan op individuele bijzondere bijstand.

Artikel 1. Definities

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Doelgroep

Lid 1

Bij de bepaling van de doelgroep is voor een groot deel aangesloten bij en wordt geanticipeerd op de doelgroep zoals gedefinieerd in het concept “Voorstel van wet tot wijziging van de Participatiewet in verband met categoriale bijzondere bijstand voor alleenverdieners”.

Met de term besteedbaar inkomen wordt bedoeld het netto-inkomen plus de huur- en zorgtoeslag, het inkomen waar het gezin over kan beschikken.

Lid 2

De doelgroep wordt verder beperkt tot gezinnen die daadwerkelijk in de gemeente wonen en daar ook over eigen woonruimte beschikken waarvoor commerciële huurlasten verschuldigd zijn.

Lid 3

Bij verstrekking van bijzondere bijstand wordt normaliter ook beoordeeld of er draagkracht uit vermogen is. De op grond van deze beleidsregels te verstrekken bijzondere bijstand komt in de plaats van gederfde toeslagen, met name de zorg- en huurtoeslag. Deze toeslagen komen immers niet volledig tot uitbetaling. De huur- en zorgtoeslag kennen veel hogere vermogensgrenzen voor een gezin dan de vermogensgrens binnen de Participatiewet. Daarom is in het derde lid bepaald dat het vermogen buiten beschouwing blijft bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand op grond van deze regeling.

Artikel 3. Aanvraag

Lid 1

De Participatiewet regelt dat bijstand schriftelijk moet worden aangevraagd. Alleen als een schriftelijke aanvraag niet mogelijk is, om welke reden dan ook, kan een gemeente het recht op (bijzondere) bijstand ook ambtshalve vaststellen. Het college ziet dat Goudse inwoners die door deze problematiek worden geraakt hier onvoldoende zicht op hebben en niet zelf naar de gemeente stappen voor ondersteuning. Deze ervaringen en de individuele gevolgen die de problematiek voor Goudse inwoners heeft, namelijk het moeten rondkomen van een inkomen onder het sociaal minimum, rechtvaardigen de keuze om deze specifieke bijzondere bijstand ambtshalve toe te kennen aan een afgebakende groep.

Artikel 4. Hoogte en vorm van bijstand

Lid 1

Het bedrag van €675,- aan uitgekeerde bijzondere bijstand per betrokken huishouden per toeslagenjaar is gebaseerd op de analyse door de Belastingdienst, en benadert zoveel als mogelijk de totale hoogte van de daadwerkelijk misgelopen toeslagen.

Artikel 5. Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 6. Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.