Beheersverordening Zeister Bosrust 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Beheersverordening Zeister Bosrust 2025

De raad van de gemeente Zeist,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist d.d.: 10 september 2024,

gelet op de artikelen 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Beheersverordening Zeister Bosrust 2025

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Zeister Bosrust: de gemeentelijke begraafplaats, crematorium en Gedenkpark Zeister Bosrust aan de Woudenbergseweg 46, 3707 HX te Zeist;

  • b.

    een particulier (zand)graf: een graf, keldergraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van overledenen of het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    algemeen (zand)graf: een graf, daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven en begraven houden van overledenen;

  • d.

    keldergraf: een graf met een betonnen of kunststof constructie die in de grond is geplaatst en afgedekt is met een sluitplaat, bovengrondse wandgraven inbegrepen;

  • e.

    kindergraf: een graf waarin gelegenheid wordt geboden tot het begraven en begraven houden van een natuurlijk persoon tot 12 jaar of van levenloos geborene of een asbus of urn van een natuurlijk persoon tot 12 jaar of van levenloos geborene;

  • f.

    dubbelgraf: twee of meer naast elkaar gelegen particuliere graven voorzien van een gezamenlijke grafbedekking;

  • g.

    natuur(urnen)graf: een onderhoudsarm particulier (urnen)graf, waar als grafbedekking uitsluitend de plaatsing van een boomschijf is toegestaan;

  • h.

    urnengraf: een particulier urnengraf, kelderurnengraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • i.

    urnenplaats: een particuliere bovengrondse plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van en geplaatst houden van asbussen met of zonder urnen;

  • j.

    gedenkplaats: een particuliere plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het zonder begrafenis of zonder asbestemming plaatsen van een gedenkteken om overledenen te gedenken;

  • k.

    urnennis: een nis in een urnenmuur, een columbarium daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het plaatsen van en geplaatst houden van asbussen met of zonder urnen;

  • l.

    asbus: een bus, een asbox daaronder begrepen, ter berging van as van een overledene;

  • m.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen of asboxen;

  • n.

    verstrooiplaats: een plaats of kelder bij de gemeente in beheer waar as van een overledene kan worden verstrooid;

  • o.

    grafbedekking: grafbeplanting of gedenkteken die op het graf, de gedenkplaats of de urnenplaats zijn geplaatst;

  • p.

    gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, gedenkplaat voor een urnen nis of ander object ter nagedachtenis van een overledene;

  • q.

    herdenkingsplaatje: een gedenkplaatje ter plaatsing op een monument, zuil of muur ter herinnering van een overledene;

  • r.

    college: de burgemeester en de wethouders van de gemeente Zeist;

  • s.

    manager: de medewerker die namens het college is belast met de exploitatie en de dagelijkse leiding heeft van Zeister Bosrust of degene die de manager vervangt;

  • t.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier (urnen-)graf of kelder, een particuliere urnennis, een particuliere urnenplaats of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • u.

    gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • v.

    eigenaar: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon die met toestemming van de rechthebbende de grafbedekking op een particulier graf in eigendom heeft of de belanghebbende van een algemeen graf die de grafbedekking geplaatst heeft;

  • w.

    belanghebbende: een verzamelnaam voor alle contactpersonen met een belang bij een graf of asbestemmingsplaats, een natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde een rechthebbende;

  • x.

    aanvrager: de persoon of rechtspersoon die, al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer, opdracht geeft voor een begrafenis, bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en hiervoor de betalingsplichtige is. Tevens de persoon of rechtspersoon die de uitgifte van een particulier of algemeen graf, urnen nis, gedenkplaats of gedenkteken verzoekt en hiervoor de betalingsplichtige is;

  • y.

    wet: Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving;

  • z.

    grafrecht: het gebruiksrecht op het gebruik van een ruimte in een algemeen graf en het uitsluitend recht op een particulier (kelder-)graf, urnengraf, urnennis, urnenplaats, gedenkplaats of natuur(urnen)graf;

  • aa.

    grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • bb.

    lijkbezorging: het lichaam van een overledene of levenloos geborene laten begraven of cremeren of op een andere bij of krachtens de wet voorziene wijze;

  • cc.

    ruimen: het verwijderen van de grafbedekking na afloop of na afstand van het grafrecht en in een latere fase van het volledige graf, waarbij de stoffelijke resten worden overgebracht naar een verzamelgraf;

  • dd.

    verzamelgraf: een algemeen graf, bij de gemeente in beheer, waar stoffelijke resten van geruimde graven worden bewaard;

  • ee.

    rijweg: deel van Zeister Bosrust dat geschikt is gemaakt voor wegverkeer;

  • ff.

    medewerker Zeister Bosrust: een persoon in dienst van de gemeente die belast is met administratie, dienstverlening binnen en buiten.

  • gg.

    samenvoegen: Bij samenvoegen worden de stoffelijke resten van de bovenste laag samengebracht op de onderste beschikbare laag. Dit kan slecht éénmaal per laag gedaan worden. Dit is mogelijk indien de resterende grafrusttermijn nog minimaal tien jaar bedraagt en het samenvoegen technisch uitvoerbaar is.

  • hh.

    Buiten-aula: een buiten-aula is een plek in de buiten ruimte die geschikt gemaakt is om buiten een gebouw een uitvaart en dienst te houden.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier graf

  • 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'particulier graf’ mede verstaan: kindergraf, keldergraf, natuurgraf, urnengraf, natuururnengraf, urnennis, urnenplaats en gedenkplaats.

  • 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'algemeen graf’ mede verstaan: algemeen verzamelgraf.

Artikel 3. Beheer

  • 1. Het beheer van Gedenkpark Zeister Bosrust berust bij het college.

  • 2. Het beheer omvat:

    • a.

      dagelijkse leiding van Gedenkpark Zeister Bosrust;

    • b.

      het faciliteren van uitvaarten en diensten;

    • c.

      de bijbehorende administratie;

    • d.

      het onderhouden van Gedenkpark Zeister Bosrust.

  • 3. Het college wijst een manager aan voor de exploitatie van Gedenkpark Zeister Bosrust en de dagelijkse leiding. De manager en medewerkers kunnen gemandateerd worden voor specifieke taken en verantwoordelijkheden.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST

Artikel 4. Openstelling Gedenkpark Zeister Bosrust

  • 1. Zeister Bosrust is dagelijks toegankelijk gedurende door het college vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden via nadere regels bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op Zeister Bosrust kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten. Ten behoeve van werkzaamheden op Zeister Bosrust kan de manager tijdelijk delen voor publiek afsluiten.

  • 3. Het is verboden gedurende de tijd dat Zeister Bosrust niet voor het publiek geopend is, zich daar te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een uitvaart, de bezorging van as of een herdenkingsbijeenkomst.

Artikel 5. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op Zeister Bosrust hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de manager.

  • 2. Tijdens plechtigheden mogen op Zeister Bosrust zonder toestemming van de manager geen werkzaamheden plaatsvinden.

  • 3. De manager kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzingen houden van Zeister Bosrust verwijderen of laten verwijderen.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen voor ordemaatregelen.

Artikel 6. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en overige plechtigheden op Zeister Bosrust kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste twee werkdagen van tevoren zijn gemeld aan de manager van Zeister Bosrust. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de manager vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht, zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de manager.

Artikel 7. Opgraven, samenvoegen en ruimen

  • 1. Bij het opgraven van overledenen en het samenvoegen van stoffelijke resten, alsmede de ruiming van graven, zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de manager met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 2. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent het opgraven van overledenen, het samenvoegen van stoffelijke resten en het ruimen van graven.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 8. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven of cremeren, as wil doen bijzetten of as wil (doen) verstrooien, meldt dit schriftelijk aan de manager, bij voorkeur zes werkdagen en ten minste twee werkdagen voorafgaande aan de begraving, crematie, bijzetting of verstrooiing. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven of cremeren moet de kennisgeving aan de manager zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van Zeister Bosrust of door derden die daarvoor opdracht hebben verkregen op aanwijzingen en onder toezicht van de manager.

  • 3. Nabestaanden kunnen onder toezicht van een medewerker van Zeister Bosrust betrokken worden bij het dalen van de kist en het geheel of gedeeltelijk sluiten van het graf indien de aanvrager hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag schriftelijk aan de manager heeft kenbaar gemaakt en de omstandigheden het toelaten. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Aanwijzingen van de medewerkers van Zeister Bosrust dienen ten alle tijde te worden opgevolgd.

  • 4. De rechthebbende van een aangrenzend graf is verplicht te gedogen dat de daarop zich bevindende grafbedekking vanwege en op kosten van Zeister Bosrust geheel of gedeeltelijk wordt weggenomen of verplaatst indien uitzonderlijke werkzaamheden dit noodzakelijk maken. De manager bepaalt.

  • 5. Nabestaanden kunnen onder toezicht van een medewerker van Zeister Bosrust betrokken worden bij het invoeren van een kist in de crematieoven indien de aanvrager hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag schriftelijk aan de manager heeft kenbaar gemaakt en de omstandigheden het toelaten. De zaterdag en zondag gelden voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Aanwijzingen van de medewerkers van Zeister Bosrust dienen ten alle tijden te worden opgevolgd.

Artikel 9. Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1. Rechthebbenden of gebruikers, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eisen voldoen, kan de manager een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eisen te voldoen dan kan de begraving of crematie geweigerd worden.

  • 2. Aanvragers zijn verplicht op het aanvraagformulier voor een begrafenis of crematie het gebruik van lijkhoezen en medische implantaten aan de manager door te geven.

  • 3. Het is verboden om te begraven en te cremeren in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen)kist.

  • 4. Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van de overledene belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

  • 5. De manager kan bij het ter begraving of crematie aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel verzoeken om een schriftelijke verklaring omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen.

  • 6. De manager kan door middel van steekproeven controleren of aan de bepalingen in dit artikel is voldaan.

  • 7. Voor het gebruik van lijkomhulsels en grafgiften kan het college nadere regels vaststellen.

Artikel 10. Te overleggen stukken

  • 1. Tot begraven of cremeren wordt niet eerder overgegaan dan nadat het verlof tot begraven of cremeren en het registratiedocument behorende bij het omhulsel van de overledene zijn overgelegd aan de manager. Het registratiedocument bevat een registratienummer dat overeenkomt met het nummer op het omhulsel van de overledene, de naam van de overledene, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel het geslacht van de levenloos geborene.

  • 2. Indien de begraving, crematie of de bezorging van as in een bestaand particulier graf zal plaatsvinden, dient vooraf een machtiging tot het openen van het graf en het plaatsen van de asbus aan de manager van Zeister Bosrust te worden overlegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de nieuwe rechthebbende.

  • 3. Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de dan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de nieuwe rechthebbende.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren, gerekend vanaf de vorige begraving.

  • 5. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om een overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven of uitstel heeft verleend voor begraving na 6 werkdagen, dient het bedoelde verlof van de burgemeester worden overlegd.

  • 6. De manager van Zeister Bosrust onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn en geeft pas toestemming tot begraven indien deze in orde zijn.

Artikel 11. Tijden van begraven, cremeren en as bezorging

Het college bepaalt bij nadere regels de tijden van begraven, cremeren, bijzetten en van asbezorging.

Artikel 12. Gemeentelijke voorzieningen

  • 1. Het gebruik van gemeentelijke voorzieningen, voor zover aanwezig of beschikbaar, dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de manager, bij voorkeur zes werkdagen en uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan die waarop de opbaring, begraving, bijzetting, asverstrooiing of crematie zal plaatsvinden.

  • 2. Voor het gebruik van gemeentelijke voorzieningen kan het college nadere regels vaststellen.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 13. Indeling graven en as bezorging

  • 1. Op Zeister Bosrust kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particuliere (zand)graven;

    • b.

      particuliere enkelgraven;

    • c.

      particuliere dubbelgraven;

    • d.

      particuliere keldergraven;

    • e.

      particuliere kindergraven;

    • f.

      particuliere foetusgraven;

    • g.

      particuliere (onderhoudsarme) natuurgraven;

    • h.

      particuliere (onderhoudsarme) natuur urnengraven;

    • i.

      particuliere (kelder-)urnengraven;

    • j.

      particuliere urnennissen;

    • k.

      particuliere urnenplaatsen;

    • l.

      particuliere gedenkplaatsen;

    • m.

      algemene graven.

  • 2. Op Zeister Bosrust kan as worden verstrooid op een verstrooiplaats. De manager bepaalt welke (wissel-)verstrooiplaatsen daarvoor in gebruik zijn. De gehele oppervlakte van de begraafplaats komt voor asverstrooiing in aanmerking.

  • 3. Het college kan nadere regels opstellen voor de indeling van graven en as bezorging.

Artikel 14. Aantal overledenen in graven en asbussen in as voorzieningen

  • 1. Het college bepaalt bij nadere regels hoeveel overledenen en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven.

  • 2. Het college bepaalt bij nadere regels hoeveel overledenen kunnen worden bijgezet in algemene graven. Bijzettingen van asbussen in algemene graven zijn niet toegestaan. Het college kan tevens de afmetingen van de algemene graven bepalen.

  • 3. Het college bepaalt bij nadere regels hoeveel asbussen met of zonder urn in urnengraven, urnennissen en urnenplaatsen worden bijgezet.

Artikel 15. Volgorde van uitgifte en reserveren

  • 1. Het college bepaalt bij nadere regels de wijze van volgorde en op welke wijze er kan worden gereserveerd.

  • 2. Het college kan nadere regels vaststellen onder welke voorwaarden het reserveren van graven mogelijk is.

Artikel 16. Specifieke categorieën graven

Het college kan nadere regels vaststellen voor het onderverdelen van de algemene en particuliere graven in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en gebruiksvoorwaarden.

Artikel 17. Termijnen particuliere en algemene graven, urnennissen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

  • 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van Zeister Bosrust dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, grafrechten. Het college bepaalt bij nadere regels de termijnen. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf wordt uitgegeven.

  • 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met via nadere regels vast te stellen termijnen, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3. Als het grafrecht niet voor het einde van de termijn van de afloop van het recht is verlengd vervalt het grafrecht na het einde van die termijn terug aan Zeister Bosrust.

  • 4. Het gebruik van algemene graven wordt verleend voor een bij nadere regels vast te stellen termijn. Deze termijn kan niet worden verlengd.

  • 5. De bijzetting van een asbus impliceert dat de rechthebbende of gebruiker opdracht geeft tot wijziging van de bestemming van de as in die zin dat de as dient te worden verstrooid, indien het grafrecht niet wordt verlengd en niet tijdig voor afloop een andere bestemming kenbaar is gemaakt. De verstrooiing vindt ambtshalve plaats, op een door de manager te bepalen tijdstip en plaats, zonder kennisgeving aan en buiten aanwezigheid van nabestaanden.

Artikel 18. Keldergraven

  • 1. Voor het oprichten van een keldergraf is een vergunning vereist.

  • 2. Het college kan bij nader vast te stellen regels voorwaarden stellen aan het oprichten van nieuwe keldergraven.

  • 3. Het college kan bij nader vast te stellen regels voorwaarden stellen aan het gebruik van bestaande keldergraven.

  • 4. Het college kan bij nader vast te stellen regels voor reeds bestaande keldergraven de vergunningsvoorwaarden wijzigen of intrekken.

Artikel 19. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het recht op een particulier (urnen-)graf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een andere natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het college kan nadere regels vaststellen en voorwaarden verbinden aan wie het recht kan worden overgeschreven.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf, urnengraf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen negen maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan. Het college kan nadere regels vaststellen voor voorwaarden aan wie het recht kan worden overgeschreven.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel genoemde termijn van negen maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf, urnengraf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats te doen vervallen verklaren.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het particuliere graf, urnengraf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf, urnengraf, urnenplaats, urnen nis of gedenkplaats dat inmiddels is geruimd.

  • 5. De rechthebbende en/of belanghebbende is verplicht om contactgegevens aan de manager door te geven, alsmede de wijziging van deze gegevens.

  • 6. Aan het overschrijven van grafrechten zijn kosten verbonden.

Artikel 20. Vervallen (graf-)rechten

  • 1. Het (graf-)recht vervalt:

    • a.

      door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      indien de rechthebbende schriftelijk afstand doet van het recht;

    • c.

      indien na het overlijden van de rechthebbende geen schriftelijke aanvraag tot overschrijving van het recht wordt gedaan binnen de in artikel 19, lid 2 genoemde termijn van zes maanden na het overlijden van de rechthebbende;

    • d.

      indien (een deel van) Zeister Bosrust wordt gesloten.

  • 2. Het college kan de (graf-)rechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het (graf-)recht ̶ ondanks een aanmaning ̶ niet binnen zes maanden na aanvang van die termijn is geschied;

    • b.

      indien de rechthebbende ̶̶ ̶ ondanks een aanmaning ̶ in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende – ondanks een aanmaning ̶ niet binnen een jaar overgaat tot herstel van een graf of gedenkplaats dat in verval is.

  • 3. Onder in verval zijnde graven en gedenkplaatsen wordt verstaan:

    • a.

      breuk van het monument of de afdekplaat;

    • b.

      een verzakking van het monument van meer dan 10 cm ten opzichte van het maaiveld;

    • c.

      het onleesbaar afgesleten zijn van teksten;

    • d.

      beplanting buiten de toegestane afmetingen (groeiend boven de toegestane hoogte en buiten de grafafmeting);

    • e.

      omgevallen monumenten, dan wel monumenten die (deels) beschadigd zijn geraakt;

    • f.

      graven die een risico vormen voor de veiligheid van medewerkers en bezoekers van Zeister Bosrust, zoals ondeugdelijke constructies volgens huidige richtlijnen.

  • 4. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b, c en d en in het tweede lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

21. Afstand doen van (graf-)rechten

  • 1. Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van Zeister Bosrust van het recht op het particuliere (urnen-)graf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats, ongebruikte voorzieningen inbegrepen. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 2. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde rechten.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 22. Melding en vergunning gedenkteken en grafbedekking

  • 1. Voor het plaatsen van een gedenkteken als grafbedekking is een vergunning vereist.

  • 2. Voor het plaatsen van grafbedekkingen zonder gedenkteken en voor voorzetplaten van een urnennis is een melding verplicht.

  • 3. Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van indienen van de vergunningaanvraag voor een gedenkteken en voorwaarden voor grafbedekkingen, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4. Het college kan in speciale situaties de rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen voor een gedenkteken dat afwijkt aan de voorwaarden van de gestelde nadere regels. Een duidelijke onderbouwing van het verzoek is vereist.

  • 5. Het college regelt bij nadere regels het plaatsingsrecht voor herdenkingsplaatjes op herdenkingszuilen en herdenkingsmonumenten.

Artikel 23. Aansprakelijkheid grafbedekking

  • 1. Het plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking gebeurt door, voor rekening van, en voor risico van de rechthebbende of belanghebbende van de grafbedekking of gedenkplaats.

  • 2. Al hetgeen wat op het graf, urnenplaats en gedenkplaats geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of belanghebbende van de grafbedekking of gedenkplaats te zijn aangebracht.

  • 3. Indien naar het oordeel van de manager een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan de manager direct maatregelen treffen. De kosten van de maatregelen kunnen worden verhaald op de rechthebbende of belanghebbende van het graf.

  • 4. Het college kan niet aansprakelijk worden gesteld voor diefstal van of schade aan voorwerpen welke op de graven zijn geplaatst.

Artikel 24. Onderhoud park en graven door de manager van Zeister Bosrust

  • 1. Het college voorziet in het algemeen- en grafonderhoud van Zeister Bosrust, tenzij anders bepaald.

  • 2. Het college voorziet in jaarlijks basisonderhoud van de grafbedekking, tenzij anders bepaald.

  • 3. Het college voorziet in het onderhoud van cultuurhistorisch waardevolle graven indien geen rechthebbende meer bekend is.

  • 4. De manager van Zeister Bosrust is gerechtigd om altijd, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.

  • 5. Voor het algemeen onderhoud van Zeister Bosrust en voor het graf onderhoud is een vergoeding verschuldigd.

  • 6. Het college kan nadere regels vaststellen voor grafonderhoud door de manager van Zeister Bosrust.

Artikel 25. Onderhoud graf door rechthebbende of gebruiker

  • 1. De eigenaar van de grafbedekking is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2. Basisgrafonderhoud moet verplicht worden afgenomen van Zeister Bosrust, tenzij anders bepaald.

  • 3. Indien de eigenaar van de grafbedekking nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan de manager hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de eigenaar van de grafbedekking en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het college de eigenaar van de grafbedekking en de rechthebbende of de belanghebbende van het graf door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de belanghebbende niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van Zeister Bosrust op het mededelingenbord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

  • 5. Het college kan de eigenaar van de grafbedekking per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van de manager het uiterlijk aanzien van Zeister Bosrust schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

  • 6. Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, storm, bliksem, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, is voor rekening van de eigenaar van de grafbedekking.

  • 7. Het college kan nadere regels vaststellen voor grafonderhoud door de manager van Zeister Bosrust.

Artikel 26. Grafbeplanting

  • 1. Beplanting op een graf die, naar oordeel van de manager, in een verwaarloosde staat verkeert kan door de manager worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.

  • 2. Het college kan nadere regels vaststellen voor voorschriften omtrent de aard, de afmetingen en de wijze van aanbrengen van grafbeplanting.

Artikel 27. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

  • 1. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking bij het niet verlengen van het grafrecht maakt het college ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het grafrecht eindigt per brief aan de rechthebbende bekend, gelijktijdig met de aanbieding van een verlenging. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking of gedenkteken gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het (graf-)recht eindigt, door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van Zeister Bosrust op het mededelingenbord bekend.

  • 2. Tot het verstrijken van de termijn van het grafrecht kan de eigenaar van de grafbedekking de grafbedekking of en het gedenkteken zelf laten verwijderen. Melding aan en toestemming van de manager is nodig over het tijdstip en wijze van verwijdering.

  • 3. Indien de grafbedekking of het gedenkteken bij afloop van de termijn van het verleende recht niet verwijderd is, vervalt deze aan Zeister Bosrust, zonder dat Zeister Bosrust tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. De grafbedekking wordt na het verstrijken van de termijn van uitgifte in opdracht van het college, door de manager verwijderd, zonder tijdelijke opslag.

  • 5. Het college is gerechtigd om het graf en de grafbedekking over te dragen aan een nieuwe rechthebbende.

Artikel 28. Voorwerpen op en rond graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

  • 1. Het is niet toegestaan om losse voorwerpen te plaatsen op, achter en in de nabijheid van graven en urnenplaatsen en algemene gedenkplaatsen.

  • 2. Zolang het graf en de grafbedekking niet geruimd mogen worden, blijven de op de grafbedekking bevestigde voorwerpen ter beschikking van de eigenaar van de grafbedekking.

  • 3. Na afloop van het grafrecht vervalt het recht op de in lid 2 genoemde voorwerpen aan Zeister Bosrust, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 4. Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot voorwerpen op en rond graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen.

HOOFDSTUK 6. RUIMING VAN GRAVEN, URNENNISSEN EN URNENPLAATSEN

Artikel 29. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. Na afloop van de graftermijn bepaalt de manager de bestemming van het (urnen)graf, urnennis, urnenplaats en gedenkplaats, alsmede het tijdstip en de werkwijze van verwijdering. Bovengrondse verwijdering van grafbedekking en gedenkteken kunnen eerder plaatsvinden dan ondergrondse verwijdering van de aanwezige resten.

  • 2. De manager draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het (urnen-)graf, nog aanwezige menselijke resten en asbussen te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van Zeister Bosrust niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden overgebracht naar een verzamelgraf.

  • 4. De aanwezige asbussen in graven en nissen worden verstrooid op een van de daartoe bestemde verstrooiplaatsen van Zeister Bosrust.

  • 5. De rechthebbende op een particulier graf of belanghebbende van een algemeen graf kan voorafgaand aan de afloop van het grafrecht bij de manager een schriftelijke aanvraag indienen om bij ruiming de menselijke resten, indien mogelijk, bijeen te brengen voor crematie of voor particuliere herbegrafenis.

  • 6. Het college kan nadere regels vaststellen voor het ruimen, samenvoegen en bezorgen van overblijfselen.

HOOFDSTUK 7. IN STAND HOUDEN CULTUURHISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 30. Lijst cultuurhistorische graven en opvallende grafbedekkingen

  • 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van cultuurhistorische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Van de in het eerste lid bedoelde lijst wordt aantekening gemaakt in het grafdossier en het grafregister.

  • 3. Voordat tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de in lid 1 genoemde lijst te worden bijgeschreven.

  • 4. Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

  • 5. Het college kan nadere regels vaststellen ten aanzien van het actualiseren van de lijst uit lid 1, de toetsingscriteria en het onderhoud van deze graven.

HOOFDSTUK 8. INRICHTING ADMINISTRATIE

Artikel 31. Voorschriften inrichting registers en dossiers

  • 1. De administratie van Zeister Bosrust houdt een openbaar register bij van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden het grafnummer, de naam en voornamen van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2. De administratie van Zeister Bosrust houdt een openbaar register bij van diegenen die zijn gecremeerd. In dit register worden het crematienummer, de naam en voornamen van de overledene, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de dag van de crematie.

  • 3. De administratie van Zeister Bosrust houdt gegevens bij van alle rechthebbenden en gebruikers, alsmede belanghebbenden van de (urnen-)graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen, met hun namen en adressen. De grafdossiers zijn niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien hun belangen dit rechtvaardigen.

  • 4. De in lid 3 genoemde personen en rechtspersonen zijn verplicht de wijziging van hun NAW-gegevens binnen een maand aan de manager door te geven.

  • 5. De administratie van Zeister Bosrust houdt een plattegrond bij van de velden waarop de graven genummerd zijn aangeduid.

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 32. Beslissingsbevoegdheid

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 33. Intrekking oude regeling.

De Beheersverordening Gemeentelijke begraafplaats en crematorium Zeister Bosrust 2018, vastgesteld op 28 augustus 2018 en alle voorgaande regelgeving worden ingetrokken gelijktijdig met het in werking treden van deze nieuwe verordening.

Artikel 34. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de in artikel 33 genoemde verordening gelden als besluiten genomen krachtens die verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van artikel 18 of 22 van deze verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze nieuwe verordening toegepast.

Artikel 35. Strafbepaling

Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 36. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 01 januari 2025.

Artikel 37. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Beheersverordening Gedenkpark Zeister Bosrust 2025

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 12 november 2024,

De griffier

De voorzitter

TOELICHTING BEHEERSVERORDENING GEDENKPARK ZEISTER BOSRUST 2025

A. Algemene toelichting

1. De verordenende bevoegdheid bij een begraafplaats op grondgebied van de eigen gemeente

In artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet is bepaald dat gemeentelijke verordeningen door de raad worden vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of burgemeester is toegekend. Ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet maakt de raad de verordening die de raad in het belang van de gemeente nodig acht. Sinds de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur op 7 maart 2002 zijn in de gemeente de bevoegdheden van de raad en het college ontvlecht. In het kader hiervan zijn de bestuursbevoegdheden van de Gemeentewet geconcentreerd bij het college en zijn de kaderstellende en controlerende bevoegdheden van de raad versterkt.

De grondslag voor de verordenende bevoegdheid voor begraafplaatsen berust op artikel 149 van de Gemeentewet. Daarnaast moet worden genoemd artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging dat een verordening eist voor de dagen en uren dat de gemeente gelegenheid moet geven tot begraven.

2. Gemeentelijk begraafplaatsbeleid

De Beheersverordening Gedenkpark Zeister Bosrust 2025 bevat verschillende regels die de gemeente Zeist hanteert voor de instandhouding van en de dienstverlening op begraafplaats, crematorium en Gedenkpark Zeister Bosrust.

De nabestaanden en bezoekers hebben vaak een grote emotionele betrokkenheid bij de begraafplaats en alles wat zich daarop afspeelt. Daarbij stelt de dienstverlening hen voor financiële lasten. Dit maakt het nodig om de rechten en verplichtingen duidelijk vast te leggen. Er is naar gestreefd om overbodige regelgeving te voorkomen en procedures kort te houden.

Het beheer van de begraafplaats, crematorium zijnde het Gedenkpark rust bij het college. Het college heeft de uitvoerende verantwoordelijkheden en bevoegdheden gemandateerd aan de manager van Zeister Bosrust. De manager is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en exploitatie van Zeister Bosrust.

De verantwoordelijkheid van de gemeente voor Zeister Bosrust kan worden vergeleken met de verantwoordelijkheid die zij heeft bij de zorg voor andere collectieve voorzieningen zoals wandelgebieden en fietspaden. De verschillende aspecten van Zeister Bosrust begraafplaats, crematorium en Gedenkpark vragen in bestuurlijk opzicht om een speciale aanpak. Aangezien het dienstenaanbod van de begraafplaats en het crematorium ook sterk afhankelijk is van marktwerking, is een oriëntatie op ontwikkelingen in de markt en afstemming daarop van belang. Een nieuw crematorium of particuliere natuurbegraafplaats in de regio heeft immers directe gevolgen voor de exploitatie van Zeister Bosrust.

Voor het toekennen van waarde aan Zeister Bosrust is het nodig dat er een inventarisatie wordt gemaakt van o.a. de ecologische, landschappelijke en de historische en culturele waarden die op de begraafplaats/Gedenkpark aanwezig zijn. Deze waarden worden uitgewerkt in het beheerplan. De manager houdt een lijst bij van gedenkwaardige graven en bijzondere monumenten en gedenktekens die het waard zijn om zo lang mogelijk in stand te worden gehouden. Deze lijst geeft zo uitdrukking aan de cultuurhistorische waarden van Zeister Bosrust als zodanig.

Voor de dienstverlening op Zeister Bosrust geeft de beheersverordening een uitgebreid voorzieningenpakket. De regeling noemt algemene en particuliere graven, bestemmingen voor as en gedenkplaatsen. Hiermee wordt voldaan aan datgene waar de samenleving om vraagt. In deze regeling is vastgelegd dat de gemeente in beginsel bereid is om de voorzieningen te treffen. Dat wil dus niet zeggen dat alle voorzieningen daadwerkelijk op Zeister Bosrust aanwezig moeten zijn. Met het treffen van sommige feitelijke voorzieningen wordt gewacht tot de vraag zich aandient.

Van belang is wel om vast te leggen en bekend te maken dat de gemeente in principe bereid is om deze voorzieningen te bieden zodra blijkt dat daaraan behoefte is. De als mogelijkheid aanwezige dienstverlening is dan in de volle breedte voor iedereen duidelijk.

De beheersverordening geeft het college de bevoegdheid om de graven en urnennissen in te delen in categorieën. Daarbij worden niet in de eerste plaats de verschillende soorten graven als uitgangspunt genomen, maar wordt zo veel mogelijk aangesloten bij de natuurlijke situatie van Zeister Bosrust en de daar aanwezige beplanting en kunstvoorwerpen. Op deze wijze kan een te strakke en starre inrichting worden voorkomen en behoudt Zeister Bosrust haar aantrekkelijkheid voor veel inwoners van de gemeente.

Door mandaat van beslissingsbevoegdheid aan de manager kunnen verzoeken voor de overschrijving van grafrechten en vergunningverlening voor gedenktekens door de manager worden behandeld en afgewikkeld onder verantwoordelijkheid van het college.

Gezien de snelle ontwikkelingen in de uitvaartbranche en de afhankelijkheid van marktwerking biedt deze verordening ruimte voor flexibiliteit en het snel inspelen op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Gekozen is voor een beheersverordening op hoofdlijnen en verdere uitwerking in nader vast te stellen regels. Nadere regels zijn snel aan te passen aan veranderende omstandigheden, aangezien die geen raadsbesluit vereisen en volstaan met een collegebesluit.

In de volgende artikelen van de beheersverordening is de mogelijkheid van het stellen van nadere regels door B&W mogelijk gemaakt:

Artikel 4, lid;

Artikel 5, lid4;

Artikel 7, lid 2;

Artikel 9, lid 7;

Artikel 11;

Artikel 12, lid 2;

Artikel 14, lid 1, 2 en 3;

Artikel 15,lid 1 en 2;

Artikel 16;

Artikel 17, lid 1, 2 en 4;

Artikel 18, lid 3 en 4;

Artikel 19, lid 1 en 2;

Artikel 22, lid 4 en 8;

Artikel 24, lid 5;

Artikel 25, lid 9;

Artikel 26, lid 2;

Artikel 29, lid 6 en ten slotte

Artikel 30, lid 5.

3. Wet- en regelgeving

3.1. Wet op de lijkbezorging

Het juridische kader voor de lijkbezorging wordt voornamelijk bepaald door de Wet op de lijkbezorging en het Besluit op de lijkbezorging, aangevuld met Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing. De integrale teksten van de Wet op de lijkbezorging en het Besluit op de lijkbezorging staan vermeld op de website www.overheid.nl.

De technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing staan vermeld op de website van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (www.vng.nl: https://www.vng.nl/onderwerpenindex/openbare-gezondheid/wet-op-de-lijkbezorging/brieven/technische-adviezen-voor-inrichting-begraafplaatsen-graven-en-asverstrooiing).

Deze verordening is een nadere invulling van deze regelgeving. Regels die al in de genoemde wetten en richtlijnen staan worden in deze verordening niet herhaald. Waar dat relevant is, wordt in deze toelichting naar de hogere regelgeving verwezen. Voor een volledig beeld van de regelgeving moet echter de betreffende wet- en regelgeving zelf worden geraadpleegd (www.overheid.nl en www.vng.nl).

3.2. Vermindering administratieve lasten

Een aantal zaken zijn in de beheersverordening geregeld door middel van een meldingsplicht, zoals het houden van plechtigheden (art. 6), het doen begraven en het doen bijzetten of (doen) verstrooien van as (art. 8). Een melding genereert weinig administratieve lasten.

Slechts in twee gevallen dient een vergunning te worden aangevraagd, namelijk voor het aanpassen van bestaande en nieuwe keldergraven (art. 18, lid 1) en de plaatsing of aanpassing van een gedenkteken of grafbedekking die afwijken van de regels (art. 22).

De manager van Zeister Bosrust heeft de bevoegdheid om direct op te treden tegen ongewenste praktijken. Dit leidt tot vermindering van administratieve en bestuurlijke lasten.

3.3. Inwerkingtreding

Artikel 37 van de beheersverordening betreft de inwerkingtreding van de verordening. Sinds 1 januari 2005 geldt artikel 142 van de Gemeentewet: Alle verordeningen treden in werking op de achtste dag na bekendmaking, tenzij daarvoor een ander tijdstip is aangewezen. In deze verordening wordt de inwerkingtreding vastgesteld op 01 januari 2025.

B. Artikelsgewijze toelichting BEHEERSVERORDENING GEDENKPARK ZEISTER BORSUST 2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

Algemeen: De omschrijvingen zijn opgenomen zodat voor eenieder duidelijk is wat en wie met de diverse begrippen bedoeld wordt. Dit artikel is aangevuld met nieuwe begrippen die voortkomen uit de wetswijzigingen van 2010 en het Besluit op de lijkbezorging van 2013.

Onderdeel a: Zeister Bosrust, de gemeentelijke begraafplaats, inclusief aula en crematorium (het Gedenkpark) waarvan de gemeente de houder is. Bijzondere begraafplaatsen, zoals kerkelijke begraafplaatsen binnen de gemeentegrond, zijn niet inbegrepen. Ook de gesloten begraafplaatsen zijn niet meegenomen.

Het begrip begraafplaats sluit aan bij de definitie van ‘Begraafplaats van de toekomst’, zoals verwoord in het gelijknamige rapport van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (2021):

‘De begraafplaats van de toekomst is een uitnodigende, multifunctionele omgeving. Hier worden overledenen begraven of wordt hun as bijgezet. Deze plek wordt bezocht door mensen die overledenen herdenken, genieten van de natuur- en/of historische waarden, deelnemen aan activiteiten die in het teken staan van herdenken en/of het bespreekbaar maken van de dood en rouw.’

Onderdeel b: een particulier graf werd in het verleden vaak aangeduid als ‘eigen’ graf. Ook in het algemeen spraakgebruik wordt de term ‘eigen graf’ nog altijd gebezigd. De nieuwe beheersverordening volgt echter de terminologie van de Wet op de lijkbezorging. Sinds 2010 is in de Wet op de lijkbezorging het begrip ‘particulier graf’ opgenomen voor een graf “met uitsluitend recht”. De rechthebbende bepaalt wie er in het graf begraven worden en voor hoe lang deze overledene(n) begraven worden gehouden. Particuliere graven met een grafrecht voor onbepaalde tijd werden vaak uitgegeven als ‘koopgraven”.

Particuliere graven kunnen ook bij voorbaat uitgegeven worden of gereserveerd worden, dat wil zeggen zonder dat er direct in het graf begraven wordt.

Onderdeel c: algemene graven hebben een gebruiksrecht en geen uitsluitend recht. Het college bepaalt dan als houder van Zeister Bosrust wie waar begraven wordt. Algemene graven worden op Zeister Bosrust uitgegeven voor een periode van tien jaar en kennen geen recht van verlenging. Ze worden ook uitgegeven voor o.a. uitvaarten die op kosten van de gemeente plaatsvinden. De manager bepaalt het tijdstip van ruiming en dat kan ook op een later tijdstip.

Onderdeel d: keldergraven zijn er in meerdere soorten en maten. Vanouds zijn het betonnen of gemetselde bouwwerken, deels ondergronds en deels bovengronds, ook wel grafkelders genoemd. De afmetingen konden afwijken van de gangbare afmetingen. De huidige generatie grafkelders betreft betonnen of kunststofkelders die ondergronds geplaatst worden en afgedekt worden met een afsluitplaat en/of gangbaar grafmonument. Een nieuwe variant zijn wandgraven, die in populariteit toenemen. Ook deze vallen onder de categorie keldergraven. Gezien veel voorkomende problemen met lekkage en slechte beluchting en de daarmee gepaard gaande slechte vertering zijn vergunningen aan strenge voorwaarden onderhevig.

Onderdeel e: voor stoffelijke resten van kinderen zijn graven in aparte velden of rijen beschikbaar tegen een gereduceerd tarief. Er is voor ouders uiteraard geen verplichting om van een kindergraf gebruik te maken. Kinderen kunnen ook worden begraven in een ander particulier graf, maar dan tegen het volledige tarief. Voor kinderen tot 8 jaar en levenloos geboren kinderen en foetussen onder de 24 weken, zijn graven met kleinere afmetingen beschikbaar tegen een aangepast tarief. Ook voor kinderen van 8 tot 12 jaar zijn graven beschikbaar tegen een aangepast tarief.

Onderdeel f: Dubbelgraven zijn twee of meer naast elkaar gelegen graven met een gezamenlijke grafbedekking. Aangezien de grafbedekking de tussenruimte tussen de graven overlapt zijn aparte voorwaarden nodig voor de afmetingen van de grafbedekking. Tevens is er de voorwaarde dat beide graven gelijktijdig uitgegeven en verlengd moeten worden in verband met de afmetingen van de grafbedekking.

Onderdeel g: steeds vaker is er de wens om nabestaanden te ontlasten van de zorg voor het graf en tevens het begraven in een natuurlijke omgeving of voor langere termijnen. Onderhoudsvrije natuurgraven en natuururnengraven voldoen aan genoemde wensen. Als grafbedekking is slechts een boomschijf met inscriptie toegestaan of een herdenkingsplaatje op een algemene herdenkingszuil. De houder van Zeister Bosrust draagt zorg voor collectief onderhoud van het betreffende begraafvak. Deze grafsoort kan op meerdere plaatsen gerealiseerd worden bij voldoende belangstelling.

Onderdeel h: voor het bijzetten van asbussen zijn aparte urnengraven beschikbaar. Het betreft speciale urnenkeldertjes en eventueel grond-urnengraven of het begraven van as in verteerbare urnen.

Onderdeel i: bovengrondse urnenplaatsen voorzien in de behoefte aan bovengrondse asbestemmingen in een sierurn, kunstobject of zuil.

Onderdeel j: particuliere gedenkplaatsen voorzien in de behoefte aan gedenkplaatsen zonder begraving van een overledene of plaatsing van een asbus. Het betreft verzoeken van nabestaanden die een asbus verstrooid hebben en later alsnog een fysieke gedenkplaats wensen, bij verhuizing van de nabestaanden, overlijden in het buitenland of bij vermissing.

Onderdeel k: op Zeister Bosrust zijn naast urnengraven ook urnennissen aanwezig in een muur of staand object. De nissen worden uitgegeven als particuliere nis onder uitsluitend recht. Verlenging van de termijn is mogelijk. Algemene urnennissen zijn beschikbaar voor het kortstondig bewaren van asbussen na afloop van een crematie.

Onderdeel l: een bus of box/zak voor de berging van as, meestal door het crematorium verstrekt.

Onderdeel m: urnen zijn er in grote variatie en afmetingen. Urnen op grafbedekkingen en staande zuilen moeten vast op de ondergrond bevestigd worden. Urnen die geplaatst worden in urnenmuren moeten inpasbaar zijn in de beschikbare ruimte van de nis.

Onderdeel n: as kan verstrooid worden op een verstrooiveld of verstrooiplaats, een verzamelkelder met bovengrondse verstrooiplaat. De manager bepaalt waar as verstrooid kan worden.

Onderdeel o: een grafbedekking kan bestaan uit een liggende en of staande steen, maar ook uit grafbeplanting of een monument of kunstwerk als gedenkteken.

Onderdeel p: een gedenkteken kan zijn een liggende en/of staande steen, monument zijn, maar ook een sierurn of ander gedenkteken, zoals een beeld of kunstobject.

Onderdeel q: herdenkingsplaatjes voorzien in een toenemende behoefte om ook na het verstrooien van as of het ruimen van een graf een fysieke herinnering aan de overledene te hebben. Ook voor doodgeboren kindjes jonger dan 24 weken kan een herdenkingsplaatje geplaatst worden. Herdenkingsplaatjes hebben een plaatsingsrecht voor 10 jaar.

Onderdeel r en s: het college van de gemeente Zeist heeft de dagelijkse leiding van Zeister Bosrust belast bij de manager. Het college verleent mandaat aan de manager om een aantal zaken namens het college te behartigen.

Onderdeel t, u, v en w: de termen rechthebbende, gebruiker, eigenaar en belanghebbende zijn nader gedefinieerd. De gravenadministratie gebruikt de benaming rechthebbende voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen aan wie een ‘uitsluitend recht’ is verleend op een particulier (urnen)graf, urnennis, urenplaats en particuliere gedenkplaats. Alle overige contactpersonen zijn belanghebbenden. Het betreft o.a. de gebruiker van een algemeen graf of algemene urnennis, de aanvrager van een herdenkingsplaatje en overige contactpersonen met belangen voor zover deze niet de rechthebbende zijn.

Onderdeel x: de aanvrager zal meestal een nabestaande van de overledene zijn, maar dat is niet noodzakelijk. Het kunnen bijvoorbeeld ook vrienden of buren zijn. Bij een begraving in een algemeen graf wordt de aanvrager als gebruiker van het graf aangemerkt.

Bij een particulier (kelder)graf, urnengraf, urnenplaats en particuliere gedenkplaats is tevens tenaamstelling van de grafrechten vereist. De grafrechten kunnen ook gevestigd worden op naam van een andere (rechts)persoon dan de aanvrager.

Niet de aanvrager, maar de rechthebbende van een particulier graf geeft toestemming voor het begraven of de bijzetting van een asbus in een reeds uitgegeven graf.

Onderdeel y: de huidige Wet op de lijkbezorging is in 1991 vastgesteld en heeft in 2010 en 2011 veranderingen ondergaan. In het Besluit op de lijkbezorging van 2013 zijn praktische zaken verder uitgewerkt evenals via Technische adviezen voor de inrichting van begraafplaatsen en graven en voorschriften ten aanzien van asverstrooiing (2014).

Onderdeel z: grafrechten voor particuliere graven worden uitgegeven als uitsluitend recht. De rechthebbende van dat graf bepaalt wie er in het graf begraven worden, voor welke termijn en de verlenging van het grafrecht. Tevens welke asbussen worden bijgezet.

Algemene graven en urnennissen kennen een gebruiksrecht, waarbij de houder van de Zeister Bosrust bepaalt wie wordt begraven en bijgezet. Gebruiksrechten kennen geen verlengingsrecht, maar kunnen na afloop van de termijn wel opnieuw worden uitgegeven aan dezelfde gebruiker indien de situatie dit toelaat.

Onderdeel aa: de grafakte is de schriftelijke bevestiging van alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het aangaan van een grafrecht, conform de geldende beheersverordening en nadere regels.

Onderdeel bb: de Wet op de lijkbezorging biedt drie mogelijkheden van lijkbezorging, namelijk begraven, cremeren en ter beschikking stellen van de wetenschap (ontleding). Andere vormen van lijkbezorging, zoals resomeren, zijn nu nog niet toegestaan.

De wet verstaat onder een lijk het lichaam van een overledene of doodgeborenen. Een doodgeborene is een na een zwangerschap van ten minste 24 weken levenloos ter wereld gekomen menselijke vrucht. Vanaf 24 weken geldt een registratieplicht.

Voor een doodgeborene jonger dan 24 weken en een overledene jonger dan 24 weken en 24 uur die begraven wordt in een graf, en daarmee geregistreerd wordt, gelden dezelfde voorwaarden als voor doodgeborenen ouder dan 24 weken, dus ook de overhandiging van een verlof tot begraven en registratiedocument.

Onderdeel cc: Ruimen betreft de verwijdering van het graf inclusief grafbedekking na afloop van de graftermijn. Ruiming vindt meestal plaats in twee fasen, bovengronds ruimen van de grafbedekking onmiddellijk na afloop van de graftermijn, waarbij de manager de bestemming bepaalt. Ondergronds ruimen vindt plaats op het moment dat het graf opnieuw wordt uitgegeven, waarbij de stoffelijke resten verzameld worden en overgebracht naar een verzamelgraf. In uitzonderlijke gevallen kunnen de stoffelijke resten ook verdiept worden begraven in hetzelfde graf. In dat geval wordt gesproken over schudden, een vorm van ruimen door de houder van Zeister Bosrust, waarbij stoffelijke resten worden samengebracht tot onder de onderste laag. De intentie van Zeister Bosrust is om gebruikte graven schoon op te leveren.

Onderdeel dd: een verzamelgraf is een algemeen graf bij de gemeente in beheer waar de resten van geruimde graven collectief bewaard worden.

Onderdeel ee: verharde paden die geschikt zijn voor motorvoertuigen.

Onderdeel ff.: medewerker Zeister Bosrust: in dienst van de gemeente die belast is met administratie, dienstverlening binnen en buiten.

Onderdeel gg.: samenvoegen: Bij samenvoegen worden de stoffelijke resten samengebracht op de onderste beschikbare laag. Dit kan slecht 1 keer per laag gedaan worden. Dit is mogelijk indien de resterende grafrusttermijn nog minimaal tien jaar bedraagt en het samenvoegen technisch uitvoerbaar is.

Onderdeel hh.: buiten-aula: Bij natuurbegraven ontstaan ook meer de behoefte om de uitvaart / dienst duurzamer in te richten zonder gebruik te maken van een gebouw dat moet worden verwarmd of verlicht.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier graf

Dit artikel is opgenomen omdat met de wetswijziging van 2010 de begrippen particulier en algemeen graf zijn gewijzigd. Particuliere graven werden voorheen vaak koop- familie- of eigen graf genoemd. Algemene graven stonden vaak bekend als huurgraven. Per regio kunnen de benamingen verschillen.

Voor een particulier graf, particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnenplaats en particuliere gedenkplaats gelden vrijwel dezelfde rechten en plichten.

Voor een algemeen graf, algemeen keldergraf en algemene urnennis gelden eveneens vrijwel dezelfde rechten en plichten. Algemene kindergraven worden niet meer uitgegeven omdat er een betaalbaar alternatief is in de vorm van een grafrecht voor 10 jaar. Hiermee wordt voorkomen dat ouders na 10 jaar niet meer kunnen verlengen en alleen kunnen kiezen voor afstand of een kostbare opgraving. De gemeente Zeist geeft algemene graven ook uit voor begravingen op kosten van de gemeente.

Artikel 3: Beheer

Dit artikel is toegevoegd om de verantwoordelijkheden en taken ten aanzien van de werkzaamheden van Zeister Bosrust te verduidelijken. Het college van de gemeente Zeist heeft de eindverantwoording voor het beheer. Het college heeft een manager aangesteld voor de exploitatie en dagelijkse leiding. Benodigde bevoegdheden worden gemandateerd.

Artikel 4. Openstelling Gedenkpark ZeisterBosrust

De openingstijden worden geregeld bij nadere regels om snel en adequaat in te kunnen spelen op maatschappelijke veranderingen en behoeften.

Dit artikel maakt het voor de manager tevens mogelijk Gedenkpark Zeister Bosrust geheel of gedeeltelijk tijdelijk te sluiten wanneer dit voor het ruimen van graven of andere werkzaamheden noodzakelijk is.

Artikel 5. Ordemaatregelen

De beheersverordening geeft aan dat bezoekers, personeel en personen die werkzaamheden verrichten zich moeten houden aan de aanwijzingen van de manager en de medewerkers. Extra ordemaatregelen kunnen uitgewerkt worden in nadere regels. Nadere regels zijn sneller aan te passen omdat ze geen raadsbesluit vereisen.

Tegen overtreding van de voorschriften zijn strafbepalingen van kracht (zie artikel 35). De politie kan als gevolg van de strafbedreiging tegen ordeverstoringen optreden en zo nodig proces-verbaal opmaken.

Steenhouwers en hoveniers moeten zich er steeds van bewust zijn dat hun werkzaamheden storend kunnen zijn voor rouwenden en voor uitvaartplechtigheden.

De bevoegdheid van de manager om personen weg te sturen als zij zich niet aan de aanwijzingen houden biedt, samen met de verbodsbepalingen van de nadere regels, voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te treden.

Aannemers worden gevraagd om ter controle een bewijs te overleggen dat men in opdracht van de rechthebbende van het graf aan het werk is.

Dat honden alleen aangelijnd toegestaan zijn, o.a. ter voorkoming van schrikreacties bij andere bezoekers, en dat uitwerpselen onmiddellijk verwijderd dienen te worden, wordt geregeld via nadere regels. Nadere regels zijn sneller toe te voegen of te wijzigen.

Asverstrooiing op grafbedekkingen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen is verboden vanuit esthetisch oogpunt ter voorkoming van ongewenst aanzicht voor bezoekers en vanuit ethisch en milieuoogpunt ter voorkoming van de verspreiding van as door wind en regenwater naar naburige graven en paden. Ook dit wordt via nadere regels geregeld.

Artikel 6. Plechtigheden

Met dit artikel wordt beoogd plechtigheden ordelijk te doen verlopen. Door te eisen dat de mededeling minimaal twee werkdagen vooraf moet plaatshebben, kan worden voorkomen dat de plechtigheid samenvalt met een begrafenis of crematie. Een begrafenis of crematie dient volgens de wet uiterlijk op de zesde werkdag na het overlijden te geschieden.

Bijeenkomsten die het karakter van een plechtigheid te buiten gaan, kunnen aangemerkt worden als een openbare manifestatie. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties van 1988 en mogelijk van toepassing zijnde APV-bepalingen.

Artikel 7. Opgraven, samenvoegen en ruimen

Uitdrukkelijk is gesteld dat bij opgraving van een lichaam en bij samenvoeging van graflagen of ruiming van een of meer graven alleen de personen aanwezig mogen zijn die met de werkzaamheden zijn belast. Dit ter voorkoming van ongewenste psychische belasting van derden en ter voorkoming van hinder bij de werkzaamheden.

Samenvoeging van de resten van een overledenen tot op de onderste laag(laag 1), conform de Handleiding Opgraven en ruimen van de brancheorganisaties, is alleen mogelijk bij graven waar op meerdere lagen begraven kan worden.

Specifieke zaken worden uitgewerkt in de nadere regels, bijvoorbeeld dat per graf slechts één keer een samenvoeging kan plaatsvinden per laag ter voorkoming van een ophoping van niet verteerde stoffelijke resten.

Artikel 8. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

Een schriftelijke kennisgeving is nodig omdat duidelijk vast moet liggen wie de aanvrager of opdrachtgever is, wat voor graf er wordt gevraagd en als het een bestaand graf betreft wie de (nieuwe) rechthebbende is die toestemming geeft voor opening van het graf.

De as kan volgens artikel 62 van de Wet op de lijkbezorging worden bijgezet in of op een graf dan wel op een afzonderlijke plaats, bijvoorbeeld een urnennis.

Gekozen is voor een aanmeldingstermijn van twee werkdagen om de medewerkers van Gedenkpark Zeister Bosrust voldoende tijd te geven om alle voorbereidingen zorgvuldig uit te voeren.

Artikel 9. Lijkomhulsel en grafgiften

Dit artikel bevat een verwijzing naar het Besluit op de lijkbezorging (2020) en de eerdergenoemde bijbehorende Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing (APV). Het is voor een goede lijkvertering van belang dat lijkomhulsels een goede doorlatendheid hebben. Alleen zo kan er voldoende vocht en zuurstof toetreden die noodzakelijk zijn voor de lijkvertering. Dit geldt voor de kleding die de overledene draagt, maar ook voor de kist en de bekleding waarin deze begraven wordt of de lijkhoes waarin deze gewikkeld is. Voor het gebruik van lijkhoezen bestaan regels. Genoemde regels waren vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998 en zijn integraal overgenomen in het Besluit op de lijkbezorging. De lijkhoezen die voldoen aan de normen van het Besluit op de lijkbezorging, staan op de ‘witte lijst’ van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB: www.begraafplaats.nl).

Het toepassen van verkeerde lijkhoezen of slecht doorlatende lijkomhulsels (kunststof kleding, lijkwaden) kan leiden tot het stopzetten van de lijkvertering waardoor vanuit milieu hygiënisch opzicht belastende situaties kunnen ontstaan en graven niet meer ter beschikking kunnen komen voor nieuwe, toekomstige begravingen omdat het hergebruiken van de ruimte problematisch is geworden.

In dit artikel is eveneens een bepaling opgenomen dat geen vervuilende voorwerpen aan de grafruimte mogen worden toegevoegd, alsmede voorwerpen die de vertering van het lijk kunnen belemmeren of voorkomen.

Uitvaartondernemers worden verzocht te handelen volgens de kernprincipes van de GreenLeave certificering.

Artikel 10. Te overleggen stukken

De Wet op de lijkbezorging eist dat er een verlof tot begraven aanwezig is, afgegeven door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van overlijden. Sinds april 2016 volstaat een digitale versie. Hierbij aansluitend is het gewenst om de manager van Zeister Bosrust een eigen bevoegdheid te geven medewerking aan de lijkbezorging te weigeren, indien niet aan de wettelijke vereisten is voldaan. Tevens zal de uitvaartondernemer een registratiedocument moeten overleggen met een registratienummer dat overeenkomt met het registratienummer van het omhulsel van de overledene, ter voorkoming van een verwisseling van overledenen.

Voor een asbusbijzetting zal door degene die opdracht geeft voor de crematie een crematieverklaring van het crematorium moeten worden overlegd. De bezorging van as omvat zowel het bijzetten van een asbus als de verstrooiing van as. Bij een crematie op Zeister Bosrust is aanlevering van een crematieverklaring niet verplicht omdat uitgifte en administratieve verwerking door dezelfde administratie plaatsvindt (intern proces).

Bijzetting van een overledene in een bestaand graf kan leiden tot verlenging van de lopende graftermijn. Dat kan betekenen dat de minimale grafrusttermijn van tien jaar moet worden gegarandeerd door het grafrecht met zoveel noodzakelijke termijnen van een jaar te verlengen of met de verlengingstermijnen zoals vastgelegd in de nadere regels.

Lid 5 van artikel 17 regelt dat asbussen die later zijn bijgeplaatst en niet voldoen aan de termijn van tien jaar (artikel 66 Wet op de lijkbezorging) niet bewaard hoeven te worden tot de termijn van tien jaar verstreken is, en na afloop van de graftermijn direct verstrooid kunnen worden.

Artikel 11. Tijden van begraven en asbezorging

Artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging verplicht tot de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd, met uitzondering van zon- en feestdagen. Gemeenten zijn vrij te bepalen dat ook op zondag of een algemeen erkende feestdag wordt begraven. Joodse begrafenissen vinden niet plaats op de sabbat (i.e. zaterdag). Daarnaast zijn er ook andere gevallen denkbaar waarin de nabestaanden er een belang bij hebben om op een zon- of feestdag een begrafenis of asbezorging te kunnen doen plaatshebben. In de praktijk is het mogelijk om Zeister Bosrust alleen in bijzondere gevallen hiervoor open te stellen.

Een bijzonder geval kan zich voordoen als de burgemeester toestemming heeft gegeven om een overledene binnen 36 uur te begraven. Sommige nabestaanden vragen om deze toestemming om godsdienstige redenen. Daarnaast kan spoed geboden zijn in geval van lijkvinding. Voor het begraven op buitengewone uren wordt een extra tarief in rekening gebracht. Vanuit het oogpunt van dienstverlening is in de zomerperiode begraven in de vroege avond mogelijk gemaakt. Hiervoor wordt een toeslag in rekening gebracht.

Artikel 12. Gemeentelijke voorzieningen

Dit artikel maakt duidelijk welke procedure er is voor het gebruik van speciale voorzieningen, zoals touwen voor het dalen van een kist of schep voor het dichten van een graf, voor zover deze beschikbaar zijn en door Zeister Bosrust worden geboden. Tevens ten aanzien van het gebruik van de aula of opbaarruimten voor zover in het beheer van de gemeente.

Artikel 13. Indeling graven en asbezorging

Naast de verschillende soorten particuliere graven noemt dit artikel de verschillende andere soorten van voorzieningen op Zeister Bosrust. Particuliere gedenkplaatsen kunnen bijvoorbeeld worden uitgegeven voor vermisten, voor overledenen wiens as na crematie verstrooid is of als de persoon in het buitenland is overleden en het stoffelijk overschot niet naar Nederland is vervoerd. Tevens voor foetussen jonger dan 24 weken die niet onder de Wet op de lijkbezorging vallen.

Artikel 14. Aantal overledenen in graven en asbussen in asvoorzieningen

Het Besluit op de lijkbezorging van 1 januari 2020 bevat in artikel 5, derde lid, de bepaling dat er ten hoogste drie overledenen boven elkaar mogen worden begraven:

“Ten hoogste drie lijken mogen boven elkaar worden begraven, mits boven elke kist of elk ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht, die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Boven de (bovenste) kist of het (bovenste) omhulsel bevindt zich een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter. De graven bevinden zich ten minste dertig centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand.”

Voor enkelgraven en kindergraven betreft het ten hoogste één overledene.

Artikel 15. Volgorde van uitgifte en reserveren

Graven, urnengraven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen zijn alleen vrij te kiezen en te reserveren als er bestaande graven zijn vrijgekomen door het vervallen of aflopen van grafrechten. Die vrijgekomen plekken kunnen opnieuw worden uitgegeven na ruiming van het graf of de plaats. De overige graven worden op rij uitgegeven.

Urnennissen worden uitgegeven op basis van beschikbaarheid.

Artikel 16. Specifieke categorieën graven

Een indeling in categorieën is nodig als het college verschillende regels wil vaststellen voor het gebruik van de voorzieningen op Zeister Bosrust, bijvoorbeeld verschillende grafafmetingen of ten aanzien van de grafbedekkingen op de graven die liggen op de verschillende delen (categorieën) van Zeister Bosrust. In de nadere regels kunnen bepalingen worden opgenomen, o.a. voor onderhoudsvrije natuurgraven en natuururnengraven.

Artikel 17. Termijnen particuliere en algemene graven, urnennissen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

Door de wetswijzigingen van 2010 wordt het voor de gemeente mogelijk gemaakt grafrechten voor verschillende perioden uit te geven. In de versie van 2025 worden de termijnen geregeld via de nadere regels voor vijf jaar of een veelvoud van vijf jaar. Uit onderzoek is gebleken dat er ook behoefte is aan langere termijnen. Vaststelling via nadere regels maakt toekomstige aanpassingen sneller mogelijk. Algemene graven worden uitgegeven voor een vaste korte termijn (tien jaar), waarbij verlengen niet mogelijk is. Hierdoor wordt de grafrusttermijn geborgd en blijft het tarief betaalbaar voor nabestaanden met beperkte financiële middelen. Het tijdstip van ondergronds ruimen staat hier los van en kan later plaatsvinden.

Particuliere (urnen-)graven, urnenplaatsen, urnennissen en gedenkplaatsen hebben de mogelijkheid om deze rechten te verlengen. De gemeente Zeist kiest voor verlengingstermijnen van vijf jaar of een veelvoud van 5 jaar. Ook deze zijn vastgelegd in de nadere regels, zodat ze in het geval van nieuwe ontwikkelingen snel aangepast kunnen worden. Verlengen is een blijvend recht.

De rechthebbende bepaalt wie er in het graf wordt begraven, dan wel welke asbus wordt bijgezet, en of er verlenging van het grafrecht plaatsvindt. Een grafrecht wordt verleend aan één persoon of een rechtspersoon. De verlenging dient tijdig te worden aangevraagd, voor afloop van de termijn. De Wet op de lijkbezorging bepaalt dat vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn verlenging van de graftermijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar na het begin van deze periode (dus uiterlijk een jaar voor afloop van de termijn) moet het college vervolgens de rechthebbende op het graf mededelen dat de graftermijn gaat aflopen, hetzij per brief (als de rechthebbende bekend is), hetzij door plaatsing van een bordje bij het graf en aanplakking op publicatiebord bij de ingang van Zeister Bosrust tot aan het einde van de periode dat de rechthebbende om verlenging van de termijn van uitgifte kan vragen (in het geval de rechthebbende niet bekend is of niet reageert op het verzoek het antwoordformulier te retourneren).

Soms verkeren rechthebbenden in de onjuiste veronderstelling dat de uitgiftetermijn pas begint te lopen op het moment van de tweede begraving of bijzetting. Daarom is de laatste zin in het eerste lid van artikel 17, betreffende de aanvang van de termijn, opgenomen.

In het kader van de vermindering van administratieve lasten komt de verantwoordelijkheid voor het geven van het juiste adres nu uitdrukkelijk bij de rechthebbende te liggen. Van de manager van Zeister Bosrust wordt dan niet méér verlangd dan dat hij het adres uit zijn eigen administratie gebruikt. Tevens ontslaat dit de administratie van de plicht het BRP-netwerk (Basisregistratie personen) te (doen) raadplegen. Wanneer niet binnen negen maanden om verlenging van het recht is verzocht, dient de mededeling bekend te worden gemaakt bij het graf en bij de ingang van Zeister Bosrust tot aan het einde van de periode dat de rechthebbende om verlenging van de termijn van uitgifte kan vragen.

Indien er ten tijde van de opheffing van Zeister Bosrust nog rechten op particuliere graven bestaan, zal in overleg met de rechthebbenden moeten worden bezien welke beslissingen er ten aanzien van die graven zullen worden genomen.

Ten aanzien van asbestemmingen die achterblijven na afloop van de termijn is bepaald dat deze vervallen aan de manager van Zeister Bosrust en door de manager verstrooid worden.

Artikel 18. Keldergraven

Het college bepaalt aan welke voorwaarden door rechthebbenden voldaan moet worden om een particulier keldergraf op te richten en in gebruik te hebben. Er zijn voorwaarden opgenomen voor het gebruik van bestaande keldergraven en het intrekken of wijzigen van bestaande vergunningen. Door problemen met het verteringsproces in keldergraven (onder andere als gevolg van onvoldoende zuurstoftoevoer en waterophoping) is het van belang dat het college bevoegdheden krijgt om snel en adequaat te handelen in dergelijke situaties.

Artikel 19. Overschrijving van verleende rechten

Het recht op een particulier (urnen-)graf, urnenplaats, urnennis of gedenkplaats wordt verleend door een beschikking van het college. Hierin wordt aan de aanvrager het uitsluitend recht gegeven om overledenen in een bepaald graf te doen begraven of as te doen bijzetten of om te gedenken. In juridisch opzicht is een vergelijking mogelijk met de vergunning een standplaats in te nemen op de openbare weg. De koopman mag op een bepaalde plaats staan. Net als bij de standplaatsvergunning steunt het recht om overledenen in een bepaald graf te begraven, as te mogen bijzetten of een gedenkplaats te mogen oprichten op een persoonlijke beschikking. De eigenaar kan zijn recht dus niet verkopen. Het recht kan op verzoek van de rechthebbende wel worden overgeschreven op een ander.

In het verleden werd vaak bepaald dat het recht op een graf slechts kon worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner van de (overleden) rechthebbende dan wel op naam van een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Slechts wanneer er gewichtige redenen bestonden was overschrijving op naam van een ander mogelijk. Uit de praktijk bleek dat deze beperking niet of lastig te handhaven is en onvoldoende aansloot bij maatschappelijke veranderingen (bijvoorbeeld het toenemende belang van vriendenrelaties boven familierelaties). Bovendien veroorzaken ze extra administratieve lasten. Daarom is deze regel in 2010 geschrapt. Wel wordt nu de mogelijkheid geboden het recht over te schrijven op naam van een rechtspersoon.

Zeister Bosrust neemt via nadere regels voorlopig nog wel een beperking op met betrekking tot overschrijving van grafrechten ter voorkoming van ongewenste overdracht van grafrechten voor onbepaalde tijd aan derden. Derden kunnen anders zonder betaling van grafrechten begraven worden.

Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende een nieuwe rechthebbende wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. De termijn, waarbinnen de aanvraag tot overschrijving kan worden gedaan, is gesteld op zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.

In het geval dat de stoffelijke resten van de rechthebbende in het graf moeten worden bijgezet dient het verzoek tot overschrijving vóór de bijzetting te worden gedaan. Doorgaans worden, na een overlijden, door de nabestaanden meteen al de noodzakelijke regelingen getroffen. Logischerwijs is dan het aanwijzen van een nieuwe rechthebbende daar één van.

Wanneer nabestaanden ontbreken is er de mogelijkheid de rechten over te schrijven op naam van de notaris of executeur die de nalatenschap beheert.

Rechthebbenden kunnen ook bij leven al schriftelijk bij de administratie van Zeister Bosrust aangeven wie de rechthebbende wordt nadat de geregistreerde rechthebbende komt te overlijden.

Artikel 20. Vervallen (graf-)rechten

Dit artikel beschrijft wanneer grafrechten automatisch komen te vervallen en wanneer het college actief grafrechten mag beëindigen, bijvoorbeeld bij nalatigheid van de rechthebbende. Dit artikel geeft de gemeente meer bevoegdheden om op te treden tegen rechthebbenden die in verzuim blijven een op grond van deze verordening op hen rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelen. Het laten vervallen van grafrechten kan ook een juridische stok achter de deur zijn bij geschillen. De positie van de gemeente als houder van Zeister Bosrust wordt hiermee versterkt.

Artikel 21. Afstand doen van (graf-)rechten

Dit artikel is opgenomen om buiten twijfel te stellen dat de rechthebbende voortijdig afstand van het (graf-)recht kan doen. Tevens dat geen terugbetaling plaats vindt van reeds betaalde rechten.

Artikel 22. Meldingen en vergunning gedenkteken en grafbedekking

Als elke regelgeving voor grafbedekkingen ontbreekt kan het aanzien van Zeister Bosrust chaotisch worden. Tevens dienen de veiligheidsaspecten te worden genoemd. Het andere uiterste, een strak keurslijf van bepalingen die elke persoonlijke of kunstzinnige uiting aan banden legt of onmogelijk maakt, moet worden voorkomen. Deze beheersverordening geeft de nodige vrijheid; het beperkt zich tot het aangeven van minimumeisen voor de afmetingen, constructie en materiaalkeuze waaraan de grafbedekking, urnenplaats en gedenkplaats moet voldoen.

Voor aanpassingen en plaatsing van gedenktekens blijft een vergunning verplicht. Voor overige grafbedekkingen en voorzetplaten van urnennissen volstaat een meldingsplicht.

Het monument of gedenkteken zal op punten als vormgeving, constructie en materiaalkeuze aan bepaalde minimumeisen moeten voldoen. Deze eisen zijn uitgewerkt in de nadere regels.

Indien de gewenste grafbedekking, urnenplaats of gedenkplaats niet voldoet aan alle voorwaarden maar wel een meerwaarde heeft voor Zeister Bosrust als geheel kan het college besluiten alsnog vergunning te verlenen. Het betreft veelal afwijkingen van de afmetingen van gedenktekens/monumenten die geplaatst worden als grafbedekking, bijvoorbeeld kunstwerken of beelden.

Een gedenkteken of andere grafbedekking wordt voor de uitvoering van deze verordening geacht het eigendom van de rechthebbende op een particulier graf, urnenplaats of gedenkplaats te zijn, tenzij anders is overeengekomen en in de administratie een andere belanghebbende als eigenaar is geregistreerd.

Als er geen grafbedekking wordt aangebracht zal wel moeten worden aangeduid dat er iemand begraven ligt om te voorkomen dat bezoekers ongewild over het graf lopen en voor medewerkers duidelijk is dat die plek niet uitgegeven kan worden. Uit een aanduiding(bordje geplaatst door gemeente) bij het graf en uit de administratie zal voorts moeten blijken wie daar begraven is. Een uitzondering betreft natuurgraven die geïntegreerd worden in het groen en de natuur.

Het plaatsen van herdenkingsplaatjes voorziet in een behoefte om ook na de ruiming van een graf of het verstrooien van as een fysieke herdenkingsplek te hebben voor nabestaanden.

Artikel 23. Aansprakelijkheid grafbedekking

Middels dit artikel wordt de aansprakelijkheid ten aanzien van het plaatsen, aanbrengen en herstellen van grafbedekkingen, urnenplaatsen en gedenkplaatsen nadrukkelijk bij de rechthebbende van het betreffende graf, urnenplaats of gedenkplaats gelegd. Ook indien de eigenaar van de grafbedekking niet de rechthebbende is, is de rechthebbende verantwoordelijk aangezien deze toestemming geeft aan de eigenaar.

De gemeente bepaalt middels dit artikel nadrukkelijk geen verantwoordelijkheid te dragen voor de zich eenmaal op Zeister Bosrust bevindende grafbedekkingen.

In het geval van gevaarlijke situaties is de manager bevoegd direct maatregelen te treffen op kosten van de rechthebbende of belanghebbende van het graf.

Tevens is opgenomen dat het college niet aansprakelijk is voor diefstal en vandalisme.

Artikel 24. Algemeen onderhoud park en graven door de manager van ZeisterBosrust

Het onderhoud dat door Zeister Bosrust namens de gemeente wordt uitgevoerd bestaat uit het algemeen onderhoud van Zeister Bosrust, met de bedoeling dat Zeister Bosrust als geheel een verzorgd aanzien heeft. Hiervoor wordt een vastrecht per jaar vastgesteld.

De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de (urnen-)graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen ligt primair bij de eigenaren van de grafbedekkingen en gedenktekens.

Wel zijn de eigenaren van grafbedekkingen verplicht om een basisonderhoud pakket af te nemen voor minimaal jaarlijks onderhoud. Hier zijn kosten aan verbonden.

Artikel 25. Onderhoud grafdoor rechthebbende of gebruiker

De rechthebbenden op particuliere graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen zijn verplicht het grafoppervlak en de zich daarop bevindende grafbedekking en gedenktekens behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen, voor zover ze buiten het basisonderhoud vallen.

Bij nalatig onderhoud kan het college, na aanmaning, overgaan tot verwijdering van de grafbedekking en het gedenkteken. Met dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van de rechthebbenden en gebruikers, c.q. de eigenaren van de grafbedekkingen en gedenktekens uiteengezet, ook ten aanzien van te herstellen beschadigingen.

Gedurende de tijd dat een graf niet geruimd mag worden (dat wil zeggen, gedurende de periode dat de wettelijk vereiste minimale grafrust van tien jaar niet is verstreken en tot het moment dat het grafrecht vervalt) is de duurzaam aan de ondergrond verbonden grafbedekking, inclusief beplanting en de in het graf aangebrachte kelder in eigendom van de eigenaar (meestal de rechthebbende op het particuliere graf, maar het kan ook een andere persoon zijn als deze als zodanig geregistreerd is).

Het natrekkkingsrecht is gedurende de genoemde periode niet van toepassing, maar wel erna. Dat betekent dat de grafbedekking en het (kelder)graf na die periode direct in eigendom komt van de gemeente (de houder van Zeister Bosrust) en dat deze erover kan beschikken, om bijvoorbeeld de steen te verwijderen of door een (kelder-)graf weer opnieuw uit te geven. Dit gegeven geldt met terugwerkende kracht en is van toepassing op alle op Zeister Bosrust aangebrachte grafbedekkingen (monumenten, grafbeplantingen en keldergraven). Omdat sprake is van een eigendom van een eigenaar, niet zijnde de gemeente, berust het onderhoud van de grafbedekking eveneens bij de eigenaar, waarbij er voor de uitvoering van de beheersverordening vanuit gegaan wordt dat de rechthebbende op een particulier graf en de gebruiker van een algemeen graf de eigenaar van de grafbedekking is, tenzij via de administratie anders aangegeven.

Artikel 26. Grafbeplanting

De rechthebbenden zijn verplicht het grafoppervlak en de zich daarop bevindende grafbedekking en beplanting behoorlijk te onderhouden en zo nodig te herstellen. In de dagelijkse praktijk rijzen er vaak moeilijkheden over het verwijderen van bloemen en eenjarige planten. Omdat de bloemen en planten economisch eigendom zijn van de rechthebbende van de graven is een waarschuwing vooraf op zijn plaats. Het zou veel te omslachtig zijn de rechthebbenden steeds per brief te waarschuwen dat de verwaarloosde planten of verwelkte bloemen zullen worden verwijderd. Het verdient aanbeveling om op een mededelingenbord op Zeister Bosrust doorlopend algemeen bekend te maken hoe daarmee wordt gehandeld.

Dit artikel geeft de manager van Zeister Bosrust meer mogelijkheden om een nette uitstraling van Zeister Bosrust te bereiken. Wanneer het onderhoud ten aanzien van niet-blijvende beplantingen, losse bloemen et cetera nalatig is, kan de manager optreden en overgaan tot verwijdering ervan.

In de nadere regels kan opgenomen worden welke planten niet in aanmerking komen voor plaatsing op graven.

Artikel 27. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

Dit artikel beschrijft de procedure die gevolgd wordt alvorens tot verwijdering van een grafbedekking wordt overgegaan. Beschreven is dat, wanneer de termijn van het (graf-)recht beëindigd is, het college bevoegd is de grafbedekking weg te nemen. Dit is een voortvloeisel uit de in 2010 gewijzigde wet op dit punt. Het eigendom (ook van een grafbedekking) in het algemeen is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (artikel 20, eerste lid, aanhef en onder e en f, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek). In de aangepaste Wet op de lijkbezorging (per 1 januari 2010) is bepaald dat gedurende de periode waarin een graf niet mag worden geruimd, dit artikel uit het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing is op hetgeen op het graf geplaatst is. Daarmee is het geplaatste gedenkteken ten aanzien van deze verordening eigendom van de rechthebbende. In dit artikel in de beheersverordening is dit als uitgangspunt genomen. Wanneer immers het grafrecht of het gebruik beëindigd is, treedt het natrekkingsrecht in werking en wordt alles dat duurzaam met de ondergrond verbonden is eigendom van de eigenaar van de grond, in dit geval de gemeente. De consequentie van deze natrekking is dat de gemeente dan als eigenaar van grafmonumenten aansprakelijk is voor de schade die het grafmonument aan een ander grafmonument of aan een ander object, mens of dier aanbrengt (risicoaansprakelijkheid), indien dit niet goed geregeld zou zijn in de beheersverordening. De aankondiging van de voorgenomen verwijdering van de grafbedekking of het gedenkteken vindt plaats samen met de aankondiging van de afloop van het (graf-)recht. De rechthebbende heeft de keus om de grafbedekking en het gedenkteken zelf te laten verwijderen voor afloop van de termijn van het grafrecht, of dit over te laten aan de gemeente na afloop van de termijn van het grafrecht.

Tevens wordt vermeld dat het college bevoegd is het graf met de bijbehorende grafbedekking en gedenkteken opnieuw uit te geven aan een andere belanghebbende.

Artikel 28. Voorwerpen op en rond graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen

Ter voorkoming van overlast en vervuiling door wegwaaiende voorwerpen, veiligheidsproblemen als gevolg van het stuk raken van glazen voorwerpen en ter preventie van diefstal zijn losse voorwerpen niet toegestaan. Losse voorwerpen rond en achter de grafbedekking bemoeilijken bovendien het onderhoud door de medewerkers van Zeister Bosrust. Ook ten aanzien van de losse voorwerpen dient bepaald te worden welk traject gevolgd wordt bij afloop van de termijn van het grafrecht. Het natrekkingsrecht is immers niet van toepassing op deze voorwerpen en zolang ze op de grafoppervlakken staan, is ook artikel 23 hierop niet van toepassing.

Artikel 29. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

Dit artikel beschrijft de werkwijze na afloop van het (graf-)recht en het ruimen van graven, urnenplaatsen en gedenkplaatsen. Aan de rechthebbende op een particulier graf moet worden medegedeeld dat deze verlenging van de graftermijn kan vragen volgens artikel 28, eerste en tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging. Aan de belanghebbende van een algemeen graf moet volgens artikel 27a uiterlijk negen maanden voor afloop van de termijn schriftelijk worden meegedeeld dat de termijn afloopt.

De mededeling dat de termijn van een grafrecht zal gaan verlopen, vaak gecombineerd met de mededeling dat het college voornemens is om de graven c.q. nissen te ruimen wanneer niet zal worden verlengd, wordt gedaan aan de rechthebbende op een particulier graf en aan de gebruiker van een algemeen graf.

Indien een nieuwe belangstellende voor het grafrecht zich meldt kan het college het grafrecht opnieuw uitgeven aan een andere belanghebbende.

Bij het ruimen van graven wordt in eerste instantie uitgegaan van bovengronds ruimen, het verwijderen van de grafbedekking. Bij een nieuwe uitgifte van het graf worden de nog aan te treffen stoffelijke overblijfselen verzamelt en overgebracht naar een verzamelgraf.

Het op verzoek schudden van graven met het oogmerk de dan beschikbare grafruimte weer opnieuw in gebruik te nemen is niet meer toegestaan vanwege risico op onvolledige lijkvertering. De belangrijkste oorzaken zijn een te hoge grondwaterstand, cultuurtechnische knelpunten, kleding en lijkomhulsels die niet of onvoldoende afbreekbaar zijn en de doorwerking van medicinale behandelingen (chemotherapie en antibiotica gebruik).

Voor het samenbrengen van de bovenste laag bij de onderste laag op verzoek van een rechthebbende wordt conform de handleiding Opgraven en ruimen van de brancheorganisaties niet de term schudden, maar de term samenvoegen gebruikt.

Artikel 30. Lijst historische graven en opvallende grafbedekkingen

Begraafplaatsen en Gedenkparken zijn vormgegeven uitingen van rouw, zoals die door de eeuwen heen hebben plaatsgevonden. Door de informatie op grafstenen vormen begraafplaatsen en Gedenkparken daarnaast een stenen archief. Door het gezamenlijke beeld van de aanleg van de begraafplaats en de oorspronkelijke begraafplaats, het materiaalgebruik, de vormgeving en de symboliek van graftekens of van poorten of hekwerken, maar ook van eventuele lijkenhuisjes, muren en van het groen, wordt een beeld gevormd van de identiteit van een dorp, de stad of de gemeente.

Het is voorgekomen dat graven die van bijzondere waarde zijn ondoordacht werden geruimd.

Een graf kan van betekenis zijn vanwege de persoon die er is begraven, maar ook uitsluitend vanwege het gedenkteken. Middels selectiecriteria worden maatregelen getroffen zodat graven van bekende overledenen niet meer ondoordacht worden geruimd en zeldzame voorwerpen op een terrein dat zozeer aan het verleden herinnert, behouden blijven. Bij twijfel over de betekenis van het gedenkteken wordt een deskundige geraadpleegd.

Gestart wordt met het opstellen van een lijst van gedenkwaardige graven en bijzondere monumenten en gedenktekens die het waard zijn om zo lang mogelijk in stand te worden gehouden. Deze lijst geeft zo uitdrukking aan de waarden van Zeister Bosrust als zodanig.

De rechthebbende van het grafrecht is verantwoordelijk voor onderhoud en herstel. Pas indien er geen rechthebbende meer bekend is kan de houder van de begraafplaats de onderhoudsverplichting overnemen.

Artikel 31. Voorschriften inrichting register en dossiers

Dit artikel maakt duidelijk aan welke eisen de administratie volgens de wet moet voldoen en de toegankelijkheid ervan. Het betreft een register van al diegenen die begraven zijn (artikel 27, lid 1 Wet op de lijkbezorging), een register van alle overledenen die gecremeerd zijn (artikel 50 lid 1, Wet op de lijkbezorging en artikel 10, lid 1 Besluit op de lijkbezorging) en een register van alle bijgezette asbussen (artikel 65, lid 1 Wet op de lijkbezorging en artikel 10, lid 2 Besluit op de lijkbezorging).

Tevens wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan bij wijziging van de NAW-gegevens van rechthebbenden, gebruikers en overige belanghebbenden. Het vragen naar een BSN is vanuit de wetgeving met betrekking tot persoonsgegevens juridisch niet toegestaan, maar het BSN kan via het BRP wel gekoppeld worden aan de interne administratie.

Het opnemen van de naam en adresgegevens van de aanvrager/opdrachtgever van een begrafenis, crematie of as bestemming en de rechthebbende of belanghebbende van een graf wordt niet in het openbare register opgenomen maar apart geregistreerd, omdat openbaarheid in strijd is met de AVG.

Artikel 32. Beslissingsbevoegdheid

Er zullen zich altijd voorvallen voordoen waarin de beheersverordening en de nadere regels geen volledige duidelijkheid geven. Dit artikel geeft aan dat in die gevallen het college beslissingsbevoegd is. Het college laat zich adviseren door de manager van Zeister Bosrust.

Artikel 33. Intrekking oude regeling

Dit artikel bepaalt dat de vigerende verordeningen met ingang van een nader te bepalen datum niet langer van kracht zijn behalve voor de graven met grafrechten die er onderhavig aan zijn. Alle oude verordeningen blijven van toepassing op verleende grafrechten. Grafrechten die in het verleden zijn verleend, vallen onder de verplichtingen, vereisten en bepalingen uit de verordening die van kracht was ten tijde van de uitgifte van het recht tenzij deze inmiddels in strijd zijn met de wet.

Alleen bij de verlenging van grafrechten kunnen wijzigingen in sommige verplichtingen tot stand komen, bijvoorbeeld de mogelijkheid van afkoop van onderhoud of de toepassing van een onderhoudstarief. Aan de rechten kan niets gewijzigd worden. Van het ongeldig verklaren van oude beheersverordening, ook als die vastgesteld zijn door voormalige gemeenten, kan daarom geen sprake zijn.

Artikel 34. Overgangsbepaling

Dit artikel bevestigt de intentie van het voorgaande artikel 34: oude besluiten blijven nog steeds van kracht (mits niet in strijd met de huidige wet) en blijven hun rechtsgeldigheid behouden alsof ze zijn genomen krachtens de nieuwe vigerende verordening.

Voorts worden alle nog lopende vergunningsaanvragen alleen volgens de nieuwe vigerende verordening behandeld.

Indien rechthebbenden oude rechten claimen die niet zijn terug te vinden in de gravenadministratie, dienen zij deze zelf aan te tonen met behulp van akten of betaalbewijzen. Het college is bevoegd om in het geval van onduidelijke communicatie over oude rechten een coulanceregeling aan te bieden.

Artikel 35. Strafbepaling

Zonder dit artikel kan geen sanctionering van de in de verordening gestelde verboden plaatsvinden. Terugkoppeling van deze bepalingen met het arrondissement waarbinnen de gemeente valt is hiervoor eerst noodzakelijk.

Artikel 36. Inwerkingtreding

Hier geldt artikel 142 van de Gemeentewet: Alle verordeningen treden in werking op de achtste dag na bekendmaking, tenzij daarvoor een ander tijdstip wordt aangewezen.

Artikel 37. Citeertitel

In de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.