Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727215
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727215/1
Verordening liggeld voor woonschepen 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening liggeld voor woonschepen 2025De Raad van de gemeente Rotterdam,
gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2024
(raadsvoorstel nr. 24bb006323/24bo007085); 24bb006339;
gelet op de artikelen 216 en 228 van de Gemeentewet;
overwegende dat:
de precariobelasting voor woonschepen bij verordening wordt geregeld;
besluit:
Artikel 1 Definities
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- -
aangewezen ligplaatsgebied: bij het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013 aangewezen gebied voor het verblijf van woonschepen, varende woonschepen of schepen van oud-schippers of een gebied waar het innemen van een ligplaats uitdrukkelijk van gemeentewege wordt gedoogd;
- -
scheepsoppervlak: product van de grootste lengte over alles van het woonschip en de grootste breedte over alles van het woonschip uitgedrukt in vierkante meters, waarbij dat product wordt afgerond op gehele vierkante meters naar beneden;
- -
vergunning: door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
- -
woonschip: schip als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek dat uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt wordt of bestemd is voor bewoning.
Artikel 2 Belastbaar feit
-
1. Onder de naam liggeld voor woonschepen wordt precariobelasting geheven voor het innemen van een ligplaats met een woonschip op een aangewezen ligplaatsgebied binnen de gemeente Rotterdam, voor zover de ligplaats gelegen is in water waarbij de ondergrond ervan eigendom is van de gemeente Rotterdam en het water voor de openbare dienst is bestemd.
-
2. Uitsluitend voor de toepassing van deze verordening wordt onder aangewezen ligplaatsgebied tevens begrepen het gebied als bedoeld in artikel 4 van het Besluit aanwijzing ligplaatsen woonschepen 2013.
Artikel 3 Belastingplicht
-
1. Het liggeld voor woonschepen wordt geheven van degene die de ligplaats inneemt.
-
2. Als degene die de ligplaats inneemt, wordt achtereenvolgens aangemerkt:
- a.
de houder van een ligplaatsvergunning; dan wel
- b.
de hoofdbewoner van het woonschip; dan wel
- c.
de eigenaar van het woonschip.
- a.
-
3. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
-
1. In dit artikel wordt onder het voor bewoning bestemde deel van het scheepsoppervlak verstaan het aan boord gemeten deel van het scheepsoppervlak waar zich de gemeubileerde gedeelten, alsmede de gedeelten met de keuken-, toilet-, bad- of douchegelegenheden bevinden, dan wel, indien na uitdrukkelijk verzoek daartoe meting aan boord van het woonschip door de gebruiker ervan niet wordt toegestaan, het gehele scheepsoppervlak.
-
2. De precariobelasting wordt geheven naar de grootte van het scheepsoppervlak van het woonschip.
-
3. Voor een woonschip geldt het volgende tarief:
- a.
indien het scheepsoppervlak 40 m² of minder bedraagt, € 24,20 per kalendermaand dan wel € 290,40 per kalenderjaar;
- b.
indien het scheepsoppervlak meer dan 40 m² bedraagt, worden de bedragen, genoemd in onderdeel a, per volle 10 m² extra vermeerderd met € 10,90 per maand dan wel € 130,80 per jaar.
- a.
-
4. Voor een woonschip dat van oorsprong geen woonschip is, gelden de in het derde lid genoemde tarieven voor het voor bewoning bestemde deel van het scheepsoppervlak en 50% van deze tarieven voor het overige deel van het scheepsoppervlak.
Artikel 5 Vrijstelling
Er wordt geen liggeld voor woonschepen geheven over woonschepen waarvan de historische of bijzondere waarde voor de Rotterdamse haven, voor Rotterdam of voor de regio is vastgesteld na advies van een daartoe ingestelde commissie van deskundigen als bedoeld in het Besluit aanwijzing ligplaatsen historische vaartuigen.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdgelang
-
1. Het liggeld voor woonschepen is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, is het liggeld voor woonschepen verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op teruggaaf voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingjaar verschuldigde recht als er in dat belastingjaar, na het eindigen van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven. Het verzoek om ontheffing wordt binnen zes weken na de opgetreden wijziging ingediend.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in één termijn welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.
-
2. Zolang de verschuldigde bedragen door middel van een betalingsregeling kunnen worden voldaan, worden de aanslagen betaald in maximaal twaalf termijnen. De eerste termijn vervalt in dat geval één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.
-
3. Met betrekking tot een, op grond van artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de aanslag.
Artikel 10 Overgangsbepalingen
De Verordening liggeld voor woonschepen 2024 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2025 hebben voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 12 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening liggeld voor woonschepen 2025.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 12 november 2024.
De griffier,
I.C.M. Broeders
De voorzitter,
C.J. Schouten
Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl
Toelichting op de Verordening liggeld voor woonschepen 2025
Algemeen
De precariobelasting is gebaseerd op artikel 228 van de Gemeentewet. Bij de heffing van precariobelasting is altijd sprake van een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Die gemeentelijke prestatie bestaat uit het bij wege van gunst toestaan dat iemand voorwerpen heeft onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond.
Artikelsgewijs
Artikel 2 Belastbaar feit
Ingevolge artikel 228 van de Gemeentewet kan de gemeente een precariobelasting heffen ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. De onderhavige verordening ziet specifiek op woonschepen die een ligplaats innemen op een aangewezen ligplaatsgebied binnen de gemeente voor zover de ligplaats gelegen is in water waarbij de ondergrond eigendom is van de gemeente Rotterdam en het water voor de openbare dienst is bestemd.
Artikel 3 Belastingplicht
In deze bepaling is gekozen voor een ruime omschrijving van de belastingplicht, om te voorkomen dat in bepaalde situaties geen belastingplichtige aangewezen zou kunnen worden.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
Het tarief bestaat uit een basisbedrag van € 24,20 per maand voor de eerste 40 m² (€ 290,40 per jaar) en € 10,90 per maand (€ 130,80 per jaar) voor elke volle 10 m² extra, afhankelijk van de grootte van het schip.
Voor schepen van 40 m² tot 60 m² leidt dit bijvoorbeeld tot de volgende bedragen.
Opp. m2 |
standaard 1e 40 m² per maand |
elke 10 m² extra per maand |
totaal per maand |
totaal per jaar |
40 |
€ 24,20 |
€ 24,20 |
€ 290,40 |
|
50 |
€ 24,20 |
€ 10,90 |
€ 35,10 |
€ 421,20 |
60 |
€ 24,20 |
€ 21,80 |
€ 46,00 |
€ 552,00 |
Artikel 5 Vrijstelling
Voor woonschepen waarvan de historische of bijzondere waarde voor de Rotterdamse haven, voor Rotterdam of voor de regio is vastgesteld geldt een vrijstelling.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl