Afvalstoffenverordening gemeente Tynaarlo 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Tynaarlo 2025

Intitulé

Afvalstoffenverordening gemeente Tynaarlo 2025

De raad van de gemeente Tynaarlo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 september 2024, zaaknummer: 1565885;

overwegende dat

het noodzakelijk is om actuele, effectieve en doelmatige regels te stellen ter bescherming van het milieu en doelmatig beheer van afvalstoffen

gelet op

de artikelen 10.23, eerste lid, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, eerste lid, van de Wet milieubeheer of de opvolger van deze wet, het bepaalde in de artikelen 108, leden 1 en 2, 149 en 154 van de Gemeentewet en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende:

AFVALSTOFFENVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO 2025

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- andere inzamelaars: de krachtens artikel 4 aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

- bioafval: biologisch afbreekbaar tuin- en keukenafval afkomstig van huishoudens. Ook wel GFT-afval genoemd, wat staat voor groente-, fruit en tuinafval en etensresten;

- gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer of de opvolger van deze wet een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

- gezelschapsdier: een dier dat de mens in of rond het huis houdt en verzorgt, niet zijnde een hobby- of landbouwhuisdier;

- inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

- inzameldienst: de krachtens artikel 3, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

- inzamelmiddel: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, ten behoeve van een huishouden;

- inzamelplaats: daartoe op grond van artikel 5 aangewezen plaats;

- inzamelvoorziening: voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of –plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer of wijkcontainer ten behoeve van meerdere huishoudens;

- motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

- perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan;

- ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

- wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

- zwerfafval: afval van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals sigarettenpeuken, kauwgom, (eet- en drink)verpakkingen of etenswaren die in de openbare ruimte liggen, niet zijnde afvaldumpingen of klein chemisch afval.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. De inzameldienst

1. Burgemeester en wethouders besluiten wie de inzameldienst is die is belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

2. Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.

3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over de wijze waarop de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen inzamelt.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

1. Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

a. bij besluit van burgemeester en wethouders toestemming heeft gekregen;

b. bij nadere regels van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld; of

c. verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer of de opvolger van deze wet.

2. Op het toestemming geven aan een inzamelaar, bedoeld in het eerste lid, onder a, is artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Inzamelplaats

1. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats binnen de gemeente of binnen de gemeenten waarmee wordt samengewerkt, waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

2. Het achterlaten van afvalstoffen mag op de inzamelplaats, als bedoeld in dit artikel, alleen op afspraak met bedrijfsvoertuigen en landbouwvoertuigen gebeuren.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

a. ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid;

b. over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid; of

c. achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Gescheiden afvalinzameling

1. Burgemeester en wethouders stellen regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

2. In ieder geval de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

- bioafval (GFT);

- oud papier en karton;

- metaal;

- harde kunststoffen, verpakkingsafval (voorheen PMD) wordt via nascheiden uit het restafval gehaald;

- glas;

- textiel;

- klein chemisch afval (gevaarlijke afvalstoffen);

- afgedankte elektrische of elektronische apparatuur.

3. In het belang van een doelmatig afvalstoffenbeheer kunnen burgemeester en wethouders het inzamelen van afzonderlijke bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen achterwege laten of kiezen voor het nascheiden van afvalstoffen.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

1. Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

a. ter inzameling aan te bieden;

b. achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door burgemeester en wethouders daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouder vast te stellen regels over het gebruik van:

a. inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel;

b. inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel;

c. de inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

2. Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de bepaalde dag en tijden, bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

3. Burgemeester en wethouders kunnen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

4. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

5. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat voor de locatiebepaling van een (ondergrondse) inzamelvoorziening zienswijzen kunnen worden ingediend. De door burgemeester en wethouder vastgestelde plaatsingscriteria voor inzamelvoorzieningen liggen hieraan ten grondslag.

§ 3. Afvalstoffen op grond van reinigingsrechten en bedrijfsafval

Artikel 11. Inzameling op grond van reinigingsrechten

Burgemeester en wethouders kunnen bestanddelen van afvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst, die is aangewezen op grond van artikel 3 of artikel 4, in gevallen waarin de voor deze inzameling krachtens Verordening reinigingsrechten verschuldigde heffing is of wordt voldaan.

Artikel 12. Regeling van inzameling van afvalstoffen op grond van reinigingsrechten

1. Het is verboden afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door burgemeester en wethouders te stellen regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 11 aangewezen afvalstoffen.

2. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor het aanbieden, overdragen of achterlaten van afvalstoffen als bedoeld in artikel 11. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

Artikel 13. Aanbieding ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden of over te dragen, of bij een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5, achter te laten.

§ 4. Zwerfafval en overige

Artikel 14. Dumpingsverbod

1. Het is verboden zonder ontheffing van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

a. het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

b. het composteren van huishoudelijk bioafval op het perceel waar dit is ontstaan oftewel in eigen tuin of op eigen grond;

c. het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

d. handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Omgevingswet of het Besluit bodemkwaliteit.

3. Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 15. Zwerfafval in de openbare ruimte

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen.

2. Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

3. Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen

1. Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

2. Degene die de inrichting drijft verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen, die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd, binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

3. De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer of de opvolger van dit besluit.

Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg

1. Het is verboden een weg, bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

2. Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt, of diens opdrachtgever, zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden, achterlaten of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen. Het verbod geldt niet als voor de opslag van afvalstoffen een (omgevings)vergunning is afgegeven.

Artikel 19. Ongewenste ontvangst reclame

Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner ervan of de gebruiker ervan, conform de door burgemeester en wethouders te stellen regels, duidelijk kenbaar maakt het ongeadresseerd reclamedrukwerk niet te willen ontvangen.

Artikel 20. Ontdoen van autowrakken

Het is verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan de houder van een omgevingsvergunning voor het demonteren van autowrakken of wrakken van tweewielige motorvoertuigen.

§ 4a. Kadavers van gezelschapsdieren

Artikel 21. Kadavers van gezelschapsdieren

1. Burgemeester en wethouders wijzen één of meer verzamelplaatsen aan waar kadavers van gezelschapsdieren worden ingezameld.

2. Burgemeester en wethouders kunnen een ondernemer aanwijzen die tevens belast is met de inzameling van kadavers van gezelschapsdieren.

3. Van de ingezamelde kadavers op de aangewezen inzamelplaatsen wordt aangifte gedaan bij Rendac Son B.V. De kadavers worden bewaard en overgedragen aan Rendac Son B.V. in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens artikel 3.1 van de Wet dieren.

4. Uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de dag waarop het gezelschapsdier dood is aangetroffen, geeft de houder van het kadaver dit af op een aangewezen verzamelplaats.

5. Tot het tijdstip van afgifte bewaart de houder het kadaver zodanig dat er geen vermenging is met ander materiaal.

6. Het vierde lid is niet van toepassing op het kadaver dat wordt begraven op een terrein dat ter beschikking staat van de houder van het kadaver of dat uiterlijk de eerste werkdag na overlijden wordt afgegeven aan een ondernemer die is erkend op grond van artikel 24, eerste lid, onder b, c of d, van de Verordening 1069/2009/EG.

7. Het is toegestaan een gezelschapsdier te begraven in eigen tuin of op eigen grond met inachtneming van de risico’s voor de volksgezondheid, diergezondheid en milieu. Het dier dient minstens 75 centimeter diep begraven te worden.

§ 5. Handhaving en toezicht

Artikel 22. Strafbare feiten

Overtreding van het bij of krachtens de artikelen 4, 6, 8 tot en met 10 en 12 tot en met 21 bepaalde en de daarbij gegeven voorschriften en beperkingen, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 23. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of artikel 18.6 van de Omgevingswet door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

§ 6. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 24. Intrekking oude verordening

De Afvalstoffenverordening gemeente Tynaarlo 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Tynaarlo 2025.

Vries, 12 november 2024

De raad voornoemd,

drs. M.J.F.J. Thijsen, voorzitter

R.J. Puite, griffier

Ondertekening