Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727194
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727194/1
Gemeenschappelijke regeling Solido
Geldend van 22-11-2024 t/m heden
Intitulé
Gemeenschappelijke regeling SolidoBurgemeester en wethouders van Heerlen;
overwegende dat de gemeente Heerlen de centrumregeling regionale samenwerking inzake ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering (bekend als Parkstad-IT) in stand hield;
en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal, het dagelijkse bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg;
elk voor zover het hun bevoegdheden betreft, overwegende dat het wenselijk is om bovengenoemde gemeenschappelijke regeling te wijzigen in verband met eisen op grond van de Aanbestedingswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen en in verband met een verhoogde ambitie op het gebied van IT-samenwerking en IT-centralisatie;
overwegende dat samenwerking op het gebied van specifieke ondersteunende, uitvoerende en beleidsprocessen ten aanzien van IT binnen de gewijzigde gemeenschappelijke regeling meerwaarde oplevert;
overwegende dat de raad op 25 september 2024 toestemming heeft verleend tot het wijzigen van de gemeenschappelijke regeling;
gelet op de verleende toestemmingen door de gemeenteraden van Beekdaelen, Brunssum, , Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Voerendaal en de verleende toestemming van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg,
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
b e s l u i t e n :
de centrumregeling regionale samenwerking inzake ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering (bekend als Parkstad-IT) te wijzigen, zodat die komt te luiden: gemeenschappelijke regeling Solido, door vaststelling van onderstaande integrale tekst:
Hoofdstuk 1 – Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
-
1. In deze gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
- a.
de regeling: de gemeenschappelijke regeling Solido;
- b.
deelnemer(s): het (de) college(s) van burgemeester en wethouders van de gemeente(n) Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld en Voerendaal plus het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg;
- c.
de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen;
- d.
Solido: het rechtspersoonlijkheid bezittende openbaar lichaam, zoals bedoeld in artikel 2 van de regeling;
- e.
het algemeen bestuur (AB): het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Solido;
- f.
het dagelijks bestuur (DB): het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Solido;
- g.
IT: het geheel aan voorzieningen op het gebied van Informatietechnologie, inclusief Communicatietechnologie;
- h.
BIO: Baseline Informatiebeveiliging Overheid.
- a.
-
2. Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, wordt, tenzij anders vermeld, in die artikelen voor de gemeente, de raad en burgemeester en wethouders gelezen: het openbaar lichaam, het algemeen bestuur en dagelijks bestuur.
Artikel 2 Instelling en doel
-
1. Er is een openbaar lichaam dat rechtspersoonlijkheid bezit als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet. De naam van dit openbaar lichaam is Solido.
-
2. Solido is gevestigd te Heerlen.
-
3. Het algemeen bestuur kan de vestigingsplaats wijzigen. Tot wijziging van de vestigingsplaats wordt door het algemeen bestuur met unanimiteit van stemmen besloten.
-
4. Solido is ingesteld om haar deelnemers te ontzorgen op het gebied van IT. De deelnemers treffen deze regeling ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers.
-
5. Solido voert deze regeling uitsluitend in mandaat uit.
-
6. Deze regeling wordt getroffen voor onbepaalde tijd.
Hoofdstuk 2 - Taken
Artikel 3
-
1. De taak van Solido is het leveren van producten en diensten op het gebied van IT. De BIO is van overeenkomstige toepassing.
-
2. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een overzicht op van de ondersteunende, uitvoerende en beleidsprocessen die betrekking hebben op de in het eerste lid genoemde taak.
Artikel 4 Dienstverlening deelnemers
-
1. De taken die Solido voor de deelnemers uitvoert kunnen worden onderverdeeld in basisdienstverlening en aanvullende dienstverlening.
-
2. De nadere omschrijving van basisdienstverlening met het daarbij behorend standaardniveau van uitvoering, alsmede de omschrijving van aanvullende dienstverlening, wordt door het algemeen bestuur vastgelegd in een dienstverleningshandvest zoals bedoeld in artikel 6.
-
3. De deelnemers nemen het pakket aan basisdienstverlening volledig af.
-
4. Ter uitvoering van de taken zoals opgenomen in artikel 3 van de regeling worden dienstverleningsovereenkomsten zoals bedoeld in artikel 8 afgesloten tussen Solido als dienstverlenende instantie (opdrachtnemer) en de deelnemers als afnemende instanties (opdrachtgevers).
Artikel 5 Omgekeerde dienstverlening
Voor bedrijfsvoeringstaken op ander gebied dan IT-gebied, kan Solido deze ondersteuning van de deelnemers krijgen, eveneens op basis van een dienstverleningsovereenkomst (omgekeerde dienstverlening).
Artikel 6 Dienstverleningshandvest
-
1. Het algemeen bestuur stelt een dienstverleningshandvest op, dat nadere uitwerking geeft aan deze regeling. Besluitvorming vindt plaats met een gekwalificeerde meerderheid van twee derde van het aantal stemmen.
-
2. In het dienstverleningshandvest worden in ieder geval geregeld:
- a.
de uitvoeringskaders;
- b.
het onderscheiden tussen basisdienstverlening en aanvullende dienstverlening ten aanzien van producten en diensten;
- c.
de wijze waarop de verrekening van de kosten zal plaatsvinden;
- d.
de wijze waarop het overzicht van de door Solido te leveren producten en diensten wordt vormgegeven en vastgesteld in een producten- en dienstencatalogus;
- e.
de verplichtingen tussen de deelnemers; en
- f.
de wijze waarop de deelnemers elkaar informeren over het niet nakomen van hun verplichtingen en de gevolgen die zij daaraan verbinden.
- a.
Artikel 7 Dienstverleningsovereenkomst
-
1. Voor het afnemen van producten en diensten sluiten de deelnemers een dienstverleningsovereenkomst met de regeling.
-
2. In de dienstverleningsovereenkomst kan een nadere uitwerking worden gegeven aan het dienstverleningshandvest, zoals bedoeld in artikel 6.
Artikel 8 Werkzaamheden voor derden
-
1. Voor zover de producten en diensten vallen binnen het kader van de in artikel 3 vermelde taken, is Solido bevoegd tot het verrichten van diensten voor andere gemeenten dan de deelnemers en/of derden met een publiekrechtelijke status, na instemming door het algemeen bestuur en passend binnen geldende wettelijke kaders. Met deze organisaties worden eveneens dienstverleningsovereenkomsten afgesloten en integrale prijsafspraken gemaakt.
-
2. Het algemeen bestuur besluit niet tot het uitvoeren van diensten / het aangaan van dienstverleningsovereenkomsten / samenwerkingsovereenkomsten / het uitvoeren van projecten met / voor derden dan nadat de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk hun zienswijzen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen met meerderheid van twee derde van de stemmen.
Artikel 9 Deelname aan samenwerkingsvormen
-
1. Solido kan deelnemen aan gemeenschappelijke regelingen overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 93 tot en met 95 van de wet.
-
2. Solido kan deelnemen aan een Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS), overeenkomstig de Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 [Publicatieblad L 210 van 31.7.2006].
-
3. Tot het besluit als bedoeld in de leden 1 en 2 wordt door het algemeen bestuur met ten minste twee derde meerderheid van stemmen besloten. De raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen worden gedurende een periode van twaalf weken in de gelegenheid gesteld om schriftelijk hun zienswijzen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Hoofdstuk 3 – Het bestuur
Artikel 10 bestuursorganen
Het bestuur van Solido bestaat uit het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Artikel 11 Het algemeen bestuur
-
1. Het algemeen bestuur wordt gevormd door één bestuurslid per deelnemer.
-
2. Bij het algemeen bestuur berust alle bevoegdheid, die bij wet, dan wel bij of krachtens deze regeling aan het algemeen bestuur is geattribueerd, opgedragen of gedelegeerd.
-
3. Het algemeen bestuur is bevoegd tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. De raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen worden gedurende een periode van twaalf weken in de gelegenheid gesteld om schriftelijk hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Artikel 12 De werkwijze van het algemeen bestuur
-
1. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus. Indien geen consensus wordt bereikt, vindt besluitvorming plaats op basis van gewone meerderheid van stemmen. Elke deelnemer heeft één stem, vermeerderd met:
- a.
voor gemeenten een stem voor elke 10.000 inwoners of een gedeelte daarvan op 1 januari van het voorafgaande jaar,
- b.
voor elke deelnemer een stem voor elke € 1.000.000 afname aan producten en diensten, of een gedeelte daarvan, in de vigerende begroting.
- a.
-
Het aantal stemmen per deelnemer bedraagt nooit minder dan drie stemmen en nooit meer dan twaalf stemmen.
-
2. Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken besluit aangehouden tot de eerstvolgende vergadering. Indien de stemmen wederom staken, is het voorstel verworpen. Ingeval de stemmen bij herstemming over besluiten met betrekking tot benoeming, voordracht of aanbeveling van personen staken, beslist de voorzitter.
-
3. Bij het doen van benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen betreffende personen wordt schriftelijk gestemd, in de overige gevallen mondeling.
-
4. Het algemeen bestuur vergadert jaarlijks tenminste drie keer en voorts zo vaak als de voorzitter of het algemeen bestuur dit nodig acht, of wanneer ten minste een vijfde van de leden daarom verzoeken.
-
5. De vergaderingen zijn openbaar. Datum, tijdstip, plaats en agenda van de vergadering worden door de voorzitter bekend gemaakt.
-
6. Het algemeen bestuur kan besluiten dat een vergadering besloten is, indien tenminste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dat nodig acht.
-
7. Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast.
Artikel 13 Het dagelijks bestuur
-
1. Het dagelijks bestuur bestaat uit tenminste twee leden en de voorzitter. Het algemeen bestuur kiest uit zijn midden de leden, met inachtneming van het gestelde in artikel 16, lid 1.
-
2. De leden en het aantal leden van het dagelijks bestuur worden zo gekozen dat zij gezamenlijk minder dan de helft van het totale stemrecht als bedoeld in artikel 12 kunnen uitoefenen in het algemeen bestuur.
Artikel 14 Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
-
1. De taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur volgen uit de wet, deze regeling of zijn door de deelnemers in mandaat opgedragen. Het dagelijks bestuur heeft de navolgende taken:
- a.
de uitvoering van specifieke ondersteunende, uitvoerende en interne beleidsprocessen met betrekking tot de in artikel 3 genoemde taken;
- b.
de besturing en de verantwoording van de regeling;
- c.
het bevorderen en invullen van de samenwerking tussen de deelnemers;
- d.
het leggen van dwarsverbanden en initiëren/uitvoeren van overkoepelende activiteiten;
- e.
het vervullen van de werkgeversrol voor de Solido organisatie;
- f.
de communicatie naar de stakeholders, zoals gemeenteraden, algemene besturen, colleges, dagelijkse besturen, provincie, maatschappelijke organisaties en ketenpartners.
- a.
-
2. Aan het dagelijks bestuur worden bij deze regeling alle bevoegdheden opgedragen, die nodig zijn voor de uitvoering van de in het eerste lid genoemde taken.
Artikel 15 De werkwijze van het dagelijks bestuur
-
1. Besluitvorming vindt plaats op basis van consensus. Indien geen consensus wordt bereikt, vindt besluitvorming plaats op basis van gewone meerderheid van stemmen. Elke lid van het dagelijks bestuur heeft één stem.
-
2. Indien de stemmen met betrekking tot een bepaald voorstel staken, wordt het betrokken besluit aangehouden tot de eerstvolgende vergadering. Indien de stemmen wederom staken, is het voorstel verworpen. Ingeval de stemmen bij herstemming over besluiten met betrekking tot benoeming, voordracht of aanbeveling van personen staken, beslist de voorzitter.
-
3. Bij het doen van benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen betreffende personen wordt schriftelijk gestemd, in de overige gevallen mondeling.
-
4. Het dagelijks bestuur vergadert zo vaak als de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig acht, of indien ten minste twee van de leden daarom verzoeken.
-
5. De vergaderingen zijn besloten. Datum, tijdstip, plaats en agenda van de vergadering worden door de voorzitter bekend gemaakt.
-
6. Het dagelijks bestuur kan besluiten dat een vergadering openbaar is, indien tenminste twee van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter dat nodig acht.
-
7. Het dagelijks bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen vast.
Artikel 16 De voorzitter
-
1. Het algemeen bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan, tevens zijnde voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van het dagelijks bestuur.
-
2. De voorzitter vertegenwoordigt Solido in en buiten rechte. De voorzitter kan deze vertegenwoordiging aan een door hem aan te wijzen gemachtigde opdragen.
-
3. De voorzitter ondertekent de stukken die van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan.
Hoofdstuk 4 - Organisatiebepalingen
Artikel 17 De directeur/secretaris
-
1. Solido heeft een ambtelijke organisatie, met aan het hoofd de directeur/secretaris.
-
2. De directeur/secretaris wordt aangesteld, geschorst en ontslagen door het dagelijks bestuur, gehoord hebbende het algemeen bestuur.
-
3. Het dagelijks bestuur wijst een plaatsvervanger voor de directeur/secretaris aan, die de directeur/secretaris in geval van verhindering of ontstentenis vervangt.
-
4. Het dagelijks bestuur stelt de bezoldiging van de directeur/secretaris vast.
-
5. Het dagelijks bestuur stelt een instructie voor de directeur/secretaris vast.
Artikel 18 Taken en bevoegdheden van de directeur/secretaris
-
1. De directeur/secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, en de voorzitter terzijde.
-
2. De directeur/secretaris is aanwezig tijdens de vergaderingen van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en draagt zorg voor de notulering daarvan.
-
3. Door de directeur/secretaris worden alle stukken die van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur uitgaan (mee-) ondertekend.
-
4. De directeur/secretaris is belast met de algemene bedrijfsvoering en de leiding van de ambtelijke organisatie.
Artikel 19 Rechtspositie
-
1. Op het personeel van Solido is de CAO ‘Samenwerkende gemeentelijke organisaties’ van toepassing alsmede de door het dagelijks bestuur vastgestelde personele regelingen. Het openbaar lichaam neemt hiertoe als lid deel aan de Werkgeversvereniging Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (WSGO).
-
2. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de uitvoering van de arbeidsvoorwaarden en de personele regelingen en kan daartoe volmacht/machtiging verlenen aan de directeur/secretaris.
Artikel 20 Personeel
-
1. Het algemeen bestuur stelt een organisatieverordening vast omtrent de ambtelijke organisatie van de regeling.
-
2. Het dagelijks bestuur stelt de formatieomvang vast.
-
3. Het dagelijks bestuur is belast met het aangaan van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht en met het schorsen en ontslaan van het personeel.
-
4. Het dagelijks bestuur kan de in het tweede lid bedoelde bevoegdheden opdragen (en daartoe tevens volmacht verlenen) aan de directeur/secretaris van Solido, tenzij het medewerkers betreft die belast zijn met functies van leidinggevende aard die rechtstreeks onder de directeur/secretaris ressorteren, of de directeur/secretaris zelf.
Hoofdstuk 5 - Financiën, begroting en jaarrekening
Artikel 21 Organisatie van beheer en administratie
-
1. Het algemeen bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van Solido.
-
2. Het algemeen bestuur is bevoegd om geldleningen aan te gaan. De raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen worden gedurende een periode van twaalf weken in de gelegenheid gesteld om schriftelijk hun zienswijzen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen.
Artikel 22 Ontwerpbegroting, algemene financiële/beleidsmatige kaders, voorlopige jaarrekening en strategische plannen
-
1. Het dagelijks bestuur zendt vóór 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de ontwerpbegroting -inclusief de algemene financiële en beleidsmatige kaders - en de voorlopige jaarrekening aan de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen. Een en ander overeenkomstig artikel 34b en 35 van de wet.
-
2. Het algemeen bestuur besluit tot het vaststellen van meerjarige strategische plannen met/voor derden nadat de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen gedurende twaalf weken in de gelegenheid zijn gesteld om schriftelijk op het concept hun zienswijze ter kennis van het bestuur te brengen.
Artikel 23 De begroting
-
1. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting en bijbehorende stukken ten minste twaalf weken voordat deze aan het algemeen bestuur worden aangeboden toe aan de colleges, dagelijks besturen, de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen.
-
2. De ontwerpbegroting wordt door de deelnemers voor eenieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld.
-
3. De raden van de deelnemende gemeenten en algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling wordt aangeboden.
-
4. Het dagelijks bestuur stelt de raden van de gemeenten en algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het derde lid, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
-
5. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks de begroting vast in het jaar voorafgaande aan dat waarvoor zij dient.
-
6. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór de in artikel 34, tweede lid, van de wet genoemde datum, aan Gedeputeerde Staten.
-
7. Nadat de begroting is vastgesteld zendt het algemeen bestuur de begroting aan de raden van de gemeenten en de algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen, die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen.
-
8. Het bepaalde in het eerste, derde, vierde, zesde en zevende lid van dit artikel is, met uitzondering van de in het zesde lid genoemde termijn, van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.
-
9. Het achtste lid is niet van toepassing op wijzigingen van de begroting, die niet leiden tot een overschrijding van de jaarlijkse bijdragen van de deelnemers.
Artikel 24 De jaarrekening en jaarverslag
-
1. Van de baten en lasten van het openbaar lichaam wordt door het dagelijks bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording afgelegd aan het algemeen bestuur, onder overlegging van de conceptjaarrekening, het jaarverslag met daarbij behorende bescheiden, zoals vermeld in artikel 213 van de Gemeentewet. Na de eigen oordeelsvorming zendt het dagelijks bestuur de voorlopige jaarrekening jaarlijks vóór de in artikel 34b van de wet genoemde datum toe aan de deelnemers.
-
2. De voorlopige jaarrekening en het jaarverslag worden door de deelnemers voor eenieder ter inzage gelegd en, tegen betaling van de kosten, algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 197, tweede en derde lid van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
-
3. De raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen kunnen bij het dagelijks bestuur desgewenst hun zienswijze over de voorlopige jaarrekening en het jaarverslag naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de stukken, zoals deze aan het algemeen bestuur ter vaststelling worden behandeld. Nadat een daartoe aangestelde accountant een controleverklaring over de jaarrekening heeft afgegeven, wordt de jaarrekening vervolgens door het algemeen bestuur vastgesteld.
-
4. Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na de vaststelling, doch in ieder geval vóór de in artikel 34, vierde lid, van de wet genoemde datum het jaar volgende op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft aan gedeputeerde staten en voorts aan de deelnemers.
-
5. In de jaarrekening wordt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 van deze regeling, de door iedere deelnemer over het desbetreffende jaar verschuldigde bijdrage opgenomen.
-
6. Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast de vaststelling van de jaarrekening de leden van het dagelijks bestuur ten aanzien van het daarin verantwoorde financieel beheer.
Artikel 25 Inkomstenbronnen
-
1. De begroting van Solido bestaat uit:
- a.
de bijdragen van de deelnemers, tot het bedrag dat jaarlijks bij de vaststelling van de begroting wordt aangegeven naar rato van de afgenomen (basis- en aanvullende-) dienstverlening;
- b.
inkomsten van dienstverlening aan derden;
- c.
subsidies;
- d.
overige inkomsten.
- a.
Artikel 26 Betaling van bijdragen
-
1. De deelnemers betalen voor de vijftiende dag van de maanden januari, april, juli en oktober telkens een vierde deel van de voor het begrotingsjaar geraamde bijdrage voor de basisdienstverlening, plus hun bijdrage voor de geraamde aanvullende dienstverlening.
-
2. Derden betalen voor de vijftiende dag van de maanden januari, april, juli en oktober telkens een vierde deel van hun bijdrage voor de geraamde dienstverlening.
-
3. Daar waar nodig en mogelijk vindt, met in achtneming van het bepaalde in artikel 24 van deze regeling, zo snel als mogelijk na einde van het kalenderjaar een eindafrekening plaats.
Hoofdstuk 6 – Inlichtingenplicht
Artikel 27 Inlichtingenplicht voor deelnemers
De deelnemers verstrekken op verzoek van het openbaar lichaam benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van Solido nodig is.
Artikel 28 Inlichtingen door de leden van het algemeen bestuur
-
1. Een lid van het algemeen bestuur verschaft de deelnemer die hem heeft afgevaardigd op de voor die deelnemer gebruikelijke wijze alle inlichtingen, die door de deelnemer worden verlangd.
-
2. Deze inlichtingen worden, behoudens strijdigheid met het algemeen belang, zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen twee maanden verstrekt.
-
3. De deelnemer die hem heeft afgevaardigd kan een lid van het algemeen bestuur, nadat de inlichtingen in een vergadering of schriftelijk zijn verstrekt of dienden te zijn verstrekt, ter verantwoording roepen voor het door hem in het algemeen bestuur gevoerde beleid.
Artikel 29 Inlichtingen door het algemeen en dagelijks bestuur en de voorzitter
-
1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur maken de vergaderstukken en verslagen uit eigen beweging openbaar, tenzij de artikelen 5.1, eerste, tweede en vijfde lid, en 5.2 van de Wet open overheid daaraan in de weg staan.
-
2. Het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter geven de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen schriftelijk alle inlichtingen die de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken. Deze inlichtingen worden in beginsel verstrekt via een door de regeling uitgegeven nieuwsbrief die periodiek, doch minimaal drie keer per jaar, aan de deelnemers wordt toegezonden.
Hoofdstuk 7 - Het archief
Artikel 30 Archivering
-
1. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam.
-
2. De directeur/secretaris is belast met het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
-
3. Het dagelijks bestuur stelt voorschriften vast voor het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht.
-
4. Voor de bewaring van de over te brengen archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam wordt aangewezen de archiefbewaarplaats Historisch Centrum Limburg.
-
5. Met het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats, is belast de archivaris van Historisch Centrum Limburg.
-
6. De archivaris van Historisch Centrum Limburg van brengt jaarlijks aan het dagelijks bestuur verslag uit over het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden van de organen van het openbaar lichaam die niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.
-
7. Het dagelijks bestuur brengt jaarlijks verslag uit aan het algemeen bestuur over de uitoefening van de aan hen opgedragen zorg voor de archiefbescheiden en de uitvoering van het archiefbeheer van de organen van het openbaar lichaam.
-
8. De deelnemers aan de regeling stellen tijdig aan het dagelijks bestuur de archiefbescheiden beschikbaar, die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.
-
9. In een verklaring van terbeschikkingstelling worden de periode van terbeschikkingstelling en het toezicht op het beheer van de ter beschikking gestelde archiefbescheiden vastgelegd.
-
10. In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden gesteld aan de terbeschikkingstelling.
Hoofdstuk 8 - Toetreden, uittreden, wijzigen of opheffen
Artikel 31 Toetreding
-
1. Toetreding tot deze regeling kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1, derde en vierde lid van de wet, plaatsvinden bij daartoe strekkende besluiten van alle deelnemers alsmede van de potentiële deelnemer.
-
2. Het dagelijks bestuur doet daartoe een voorstel en geeft daarin aan of, en zo ja, welke voorwaarden aan de toetreding zijn verbonden.
-
3. Het algemeen bestuur stelt een toetredingssom vast voor de toetreding tot deze regeling.
-
4. De toetreding gaat in op een in overleg tussen het algemeen bestuur en de toetredende deelnemer te bepalen tijdstip, dat niet ligt vóór het tijdstip dat de in het eerste lid genoemde besluiten zijn genomen.
-
5. Het dagelijks bestuur inventariseert de gevolgen van de toetreding, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan en de voorwaarden voor toetreding, welke nadien worden vastgelegd in een door het algemeen bestuur vast te stellen toetredingsplan.
-
6. Uiterlijk zes maanden na het moment van toetreding stelt het algemeen bestuur het toetredingsplan vast. De daarin voor de toetredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend.
-
7. Nadat het toetredingsplan is vastgesteld, is de toetredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de toetredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan de regeling te voldoen.
-
8. Het bepaalde in de artikelen 33 tot en met 34 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 32 Uittreding
-
1. Een deelnemer kan besluiten tot uittreding uit de regeling, onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de wet.
-
2. Een deelnemer zendt het besluit tot uittreding aangetekend aan het algemeen bestuur. Daarbij wordt een opzegtermijn van 2 jaar, ingaande op 1 januari van het eerstvolgende kalenderjaar, in acht genomen, tenzij het algemeen bestuur bij unaniem besluit instemt met kortere opzegtermijn.
-
3. Het dagelijks bestuur inventariseert de gevolgen van de uittreding, de wijze waarop met deze gevolgen kan of moet worden omgegaan en de voorwaarden voor uittreding, welke nadien worden vastgelegd in een door het algemeen bestuur vast te stellen uittredingsplan.
-
4. Uiterlijk zes maanden na het besluit tot uittreding door de deelnemer stelt het algemeen bestuur het uittredingsplan vast. De daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen zijn bindend.
-
5. Nadat het uittredingsplan is vastgesteld, is de uittredende deelnemer gehouden om binnen zes maanden de daarin voor de uittredende deelnemer omschreven financiële verplichtingen aan de regeling te voldoen.
Artikel 33 Procedure en inhoud van het uittredingsplan
-
1. Het in artikel 32, derde lid, bedoelde uittredingsplan bevat de financiële, juridische, personele en organisatorische consequenties die gedurende een periode van vijf jaar het directe en indirecte gevolg zijn van de uittreding. Tevens bevat het uittredingsplan de uittreedsom die betaald moet worden door de uittredende deelnemer.
-
2. Voor het opstellen van het uittredingsplan wijst het algemeen bestuur een onafhankelijke adviseur aan die in opdracht van het algemeen bestuur het concept-uittredingsplan voorbereidt. De kosten voor het uittredingsplan komen voor rekening van de uittredende deelnemer.
-
3. Het algemeen bestuur wijst de onafhankelijke adviseur aan op basis van een gezamenlijke voordracht van de uittredende deelnemer en de voorzitter. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over een gezamenlijke voordracht, wijst het algemeen bestuur de onafhankelijke adviseur aan op basis van een bindende voordracht van een selectiecommissie bestaande uit drie leden van het algemeen bestuur, waaronder in ieder geval een vertegenwoordiger in het bestuur van de uittredende deelnemer.
-
4. De onafhankelijke adviseur neemt bij het bepalen van de uittreedsom het bepaalde in dit artikel, in artikel 32, artikel 34 en in artikel 35 in acht en baseert zich daarbij op de jaarrekening van het begrotingsjaar direct voorafgaand aan het moment van uittreding. Tevens past de onafhankelijke adviseur bij de berekening van de uittreedsom een risico-opslag van 10% op de uittreedsom toe om eventueel onvoorziene toekomstige kosten gerelateerd aan de uittreding te ondervangen. Deze opslag vrijwaart de uittredende deelnemer van alle toekomstige onvoorzienbare kosten.
-
5. Het algemeen bestuur is gehouden redelijkerwijs al het mogelijke te doen om de uittreedsom zo laag mogelijk te houden. Het dagelijks bestuur onderzoekt in dat kader met de uittredende deelnemer de mogelijkheid tot overname van personeel, activa en contracten. Het voorgaande behoeft echter niet te leiden tot wijziging van overeenkomsten met en verplichtingen jegens derden die zijn aangegaan respectievelijk bepaald voorafgaand aan het tijdstip van ontvangst door het bestuur van het besluit tot uittreding van de deelnemer.
Artikel 34 Te vergoeden kosten
-
1. De voorlopige respectievelijk de definitieve uittreedsom bestaat uitsluitend uit een vergoeding ter compensatie van frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten.
-
2. Onder frictiekosten worden verstaan alle incidentele kosten te maken door Solido die het directe gevolg van de beslissing tot uittreding van een deelnemer zijn.
-
3. Onder desintegratiekosten worden verstaan alle kosten direct dan wel toekomstig te maken dan wel te dragen door Solido die samenhangen met de afbouw van overcapaciteit in personele en materiële sfeer en andere verplichtingen, de afbouw van risico’s daarbij inbegrepen, ontstaan als direct gevolg van de uittreding.
-
4. Het algemeen bestuur brengt alle frictiekosten en desintegratiekosten, onder aftrek van eventuele baten, in rekening bij de uittredende deelnemer.
-
5. Kosten die de uittredende deelnemer maakt ter voorbereiding op of als gevolg van de beslissing tot uittreding komen voor rekening van de deelnemer.
Artikel 35 Verplichtingen uittreder
-
1. De uittredende partij is gehouden zich in te spannen om de formatie van Solido die als gevolg van de uittreding boventallig is geworden met behoud van arbeidsvoorwaarden in dienst te nemen of anderszins in stand te doen houden. De waarde van de formatie die de uittredende partij overneemt van Solido wordt gekapitaliseerd en in mindering gebracht op de uittreedsom.
-
2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op alle andere verplichtingen van Solido die als gevolg van de uittreding overtollig zijn geworden dan wel verminderd of beëindigd dienen te worden.
Artikel 36 Opheffing
-
1. De regeling kan worden opgeheven met instemming van alle deelnemers minus één, onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de wet.
-
2. In geval van opheffing van de regeling en daardoor uiteindelijk de ontbinding van Solido, stelt het algemeen bestuur een liquidatieplan vast, waarin in elk geval een sociaal plan ten aanzien van het personeel is opgenomen. Voordat het algemeen bestuur het liquidatieplan vaststelt worden de raden van de deelnemende gemeenten en de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen gedurende een periode van twaalf weken in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. In het liquidatieplan kan van de bepalingen van de regeling worden afgeweken.
-
3. Zo nodig blijft het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van de regeling ook na de ingangsdatum van de opheffingsbesluiten in functie, totdat de liquidatie is beëindigd.
Artikel 37 Wijziging
De regeling kan worden gewijzigd indien tenminste 3/4 van de deelnemers daartoe besluiten, onverminderd het bepaalde in artikel 1 van de wet. Het bepaalde in artikel 42 van de regeling is van toepassing.
Hoofdstuk 9 - Slotbepalingen
Artikel 38 Onvoorziene situaties
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het dagelijks bestuur, zoveel mogelijk analoog aan of in de geest van de bepalingen van de Gemeentewet, de wet en de regeling.
Artikel 39 Geschillenregeling
-
1. In geval van geschillen als bedoeld in artikel 28 van de wet, geldt eerst de in dit artikel beschreven procedure, alvorens het geschil wordt voorgelegd aan gedeputeerde staten.
-
2. Indien een geschil ontstaat treden het dagelijks bestuur en de betreffende deelnemer(s) terstond met elkaar in overleg om het geschil verder te verkennen en op te lossen.
-
3. Als onderling het geschil niet opgelost kan worden, wijst iedere partij een deskundige aan. Deze deskundigen brengen, als zijnde een geschillencommissie, gezamenlijk een advies uit aan het dagelijks bestuur over de mogelijkheden om partijen tot overeenstemming te brengen. Voorafgaand aan het uitbrengen van het advies hoort de commissie de bij het geschil betrokken bestuursorganen.
-
4. Na ontvangst van het advies treden de in het tweede lid bedoelde partijen nogmaals in overleg om te trachten tot een oplossing van het geschil te komen. Indien het overleg niet tot een oplossing leidt, wordt het geschil voorgelegd aan het algemeen bestuur. Indien het overleg met het algemeen bestuur niet tot een oplossing leidt, is elk der partijen vrij om het geschil overeenkomstig het gestelde in artikel 28 van de wet, voor te leggen aan gedeputeerde staten.
-
5. De kosten voor de geschillencommissie worden door het openbaar lichaam en de betreffende deelnemer(s) ieder in gelijke delen gedragen.
Artikel 40 Evaluatie
De werking van de regeling zal worden geëvalueerd indien twee deelnemers hierom verzoeken. Het dagelijks bestuur zal dan een onderzoeksvoorstel en de daarmee gepaard gaande financiële consequenties aan de deelnemers voorleggen.
Artikel 41 Burgerparticipatie
-
1. Ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden kunnen via de reguliere procedures bij de colleges en de raden van de gemeenten respectievelijk bij de dagelijkse besturen en algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen betrokken worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid.
-
2. In afwijking van het eerste lid kan het dagelijks bestuur besluiten dat bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid met ingrijpende gevolgen een apart participatietraject wordt doorlopen.
-
3. Het tweede lid vindt ook toepassing wanneer ten minste twee van de gemeenteraden en/of algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen het dagelijks bestuur hierom verzoeken.
-
4. Het dagelijks bestuur informeert de deelnemers zo spoedig mogelijk omtrent zijn voornemen tot het mogelijk maken van inspraak als bedoeld in het tweede of het derde lid en de wijze waarop deze inspraak voor ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden zal worden vormgegeven.
Artikel 42 Zienswijzen
-
1. Besluiten van het algemeen bestuur en/of het dagelijks bestuur worden alleen aan zienswijzen onderworpen indien de wet of deze regeling dat expliciet voorschrijft.
-
2. Het algemeen bestuur beslist niet over een voorstel alvorens de raden en algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen om zienswijzen zijn gevraagd, wanneer ten minste twee van de gemeenteraden en/of algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen het dagelijks bestuur hierom verzoeken. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur afzien van het vragen van zienswijzen. Het dagelijks bestuur stelt de raden en algemeen besturen van de gemeenschappelijke regeling hiervan schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte.
-
3. Indien het tweede lid wordt toegepast, dan hebben de raden en algemeen besturen van de gemeenschappelijke regelingen twaalf weken de tijd hun zienswijzen bij het dagelijks bestuur naar voren te brengen. Voorafgaande aan het nemen van het besluit waarover de zienswijzen gegeven is stelt het dagelijks bestuur de raden van de deelnemende gemeenten, de algemeen besturen van de deelnemende gemeenschappelijke regelingen, en het algemeen bestuur schriftelijk en gemotiveerd in kennis van het oordeel over de zienswijzen, alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 43 Rechtskracht eerder genomen besluiten
Vóór de inwerkingtreding van deze regeling door het bevoegde orgaan genomen besluiten op grond van de ‘Gemeenschappelijke regeling regionale samenwerking inzake ICT ondersteuning van de bedrijfsvoering’ (Centrumregeling Parkstad-IT), behouden hun rechtskracht totdat door de bevoegde organen in deze nieuwe besluiten zijn genomen dan wel deze besluiten van rechtswege zijn vervallen.
Artikel 44 Bekendmaking
-
1. Het bestuur van de gemeente Heerlen is belast met de registratie van de regeling overeenkomstig artikel 26, eerste lid, van de wet.
-
2. Het dagelijks bestuur is belast met de registratie van de regeling overeenkomstig artikel 26, tweede lid, van de wet.
Artikel 45 Titel
De regeling kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Solido“.
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Heerlen in de vergadering van 12 november 2024.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl