Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2025

Geldend van 22-11-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2025

De raad van de gemeente Zeist;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 september 2024;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgeld 2025

Artikel 1 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats voor de verkoop van levensmiddelen en geregelde en ongeregelde goederen op enig gedeelte van de pleinen of straten welke voor het houden van de markt zijn aangewezen.

  • 2. Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid wordt het recht geheven van degene aan wie de standplaats is toegewezen en wordt berekend voor elke standplaats afzonderlijk.

Artikel 2 Maatstaf van heffing

Het recht als bedoeld in artikel 1 wordt geheven:

  • 1.

    a voor een standplaats naar de frontbreedte van de standplaats in strekkende meters (m¹);

  • 2.

    b voor een zogenaamde standplaats voor standwerkers naar een vast bedrag.

Artikel 3 Belastingtarieven

Het recht bedraagt:

1. Voor een vaste standplaats:

  • a.

    per dag, per strekkende meter

€ 3,80

  • met een minimum per dag van

€ 15,10

  • b.

    per kwartaal, per strekkende meter

€ 45,30

  • met een minimum van

€ 181,20

2. Voor een dagstandplaats:

Per dag per strekkende meter

€ 3,80

Met een per marktdag van

€ 15,10

Artikel 4 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een mondelinge of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegelnota of andere schriftuur dan wel bij wege van aanslag.

Artikel 5 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald voor vaste standplaatsen:

    • a.

      indien per dag wordt betaald: vóór het innemen van een zodanige plaats;

    • b.

      indien per kwartaal wordt betaald: binnen 1 maand na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het recht worden betaald voor de dagstandplaatsen en standplaatsen voor standwerkers: vóór het innemen van een zodanige plaats.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 6 Kwijtschelding

Bij de invordering van dit recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 7 Overgangsrecht

  • 1. De ‘Verordening marktgeld 2024’ van 7 november 2023, laatstelijk gewijzigd op 28 mei 2024, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 8, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening marktgeld 2025’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 12 november 2024.

mr. J. Janssen, griffier

drs. J. Langenacker, voorzitter