Gemeenschappelijke regeling Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek 2024

Geldend van 22-11-2024 t/m heden

Intitulé

Gemeenschappelijke regeling Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek 2024

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dalfsen, Dronten, Hardenberg, Hattem, Kampen, Ommen, Zwartewaterland en Zwolle;

Overwegende dat de sociale recherche in deze regio geconcentreerd in een groter samenwerkingsverband betere kwaliteit van dienstverlening kan bieden;

Overwegende dat deelnemende gemeenten minder kwetsbaar zijn in deze specialistische functies binnen de Participatiewet en meer eenheid in de uitvoering scheppen;

Gelet op de verleende toestemming van de gemeenteraden als bedoeld in artikel 1 vierde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

Besluiten de Gemeenschappelijke regeling Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek 2024 vast te stellen:

I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    gemeenten: de gemeenten die deelnemen aan deze gemeenschappelijke regeling;

  • b.

    teamleider: de teamleider Sociale Recherche, als bedoeld in artikel 4;

  • c.

    uitkeringsgerechtigde: de belanghebbende die een uitkering heeft, heeft gehad of tracht te verkrijgen op grond van de door de gemeenten uitgevoerde Participatiewet;

  • d.

    sociale zekerheidsregelingen: de algemeen verbindende voorschriften op het gebied van de sociale zekerheid of sociale voorzieningen, uit te voeren door de gemeenten zoals Participatiewet, IOAW en IOAZ;

  • e.

    cliëntendossier: het dossier van een uitkeringsgerechtigde, gemaakt en bewaard bij de gemeente;

  • f.

    Sociale recherche: medewerkers in dienst van de gemeente Zwolle welke belast zijn met het voorkomen en opsporen van fraude binnen de sociale zekerheidsregelingen.

Artikel 2. Doelen

  • 1. Het doel van deze regeling is het inrichten van een samenwerkingsverband met betrekking tot het voorkomen van en de opsporing van fraude met de door de gemeenten uit te voeren sociale zekerheidsregelingen.

  • 2. De gemeenten dragen hiertoe de uitoefening van hun bevoegdheden in het kader van de opsporing of voorkoming van fraude met de door de gemeenten uit te voeren sociale zekerheidsregelingen over aan de gemeente Zwolle.

II Organisatie, bevoegdheden en werkwijze

Artikel 3. Sociale recherche

  • 1. In de gemeente Zwolle is de Sociale Recherche, belast met het voorkomen en opsporen van fraude met de sociale zekerheidsregelingen.

  • 2. De medewerkers Sociale Recherche en hun teamleider zijn een onderdeel van de afdeling Inkomensondersteuning van de gemeente Zwolle.

Artikel 4. Teamleider

De teamleider heeft tot taak:

  • a.

    dagelijks leiding te geven aan de medewerkers binnen de Sociale Recherche en daarbij zorg te dragen voor een evenredige verdeling van de beschikbare tijd van de Sociale Recherche over de deelnemende gemeenten;

  • b.

    het opstellen van kwartaalverslagen en jaarverslagen van de werkzaamheden van de Sociale Recherche en het verzenden daarvan naar de gemeenten.

Artikel 5. Onderzoeken

  • 1. Een gemeente beslist zelf of de Sociale Recherche wordt opgedragen een onderzoek in te stellen.

  • 2. Op het moment dat met een onderzoek wordt begonnen, stelt de gemeente in wier opdracht het onderzoek wordt ingesteld, desgevraagd het cliëntendossier, alsmede alle verdere relevante gegevens voor de duur van het onderzoek en het natraject ter beschikking van de Sociale Recherche. In overleg kan worden volstaan met kopieën uit het cliëntendossier.

  • 3. De Sociale Recherche draagt er zorg voor dat op een verantwoorde wijze wordt omgegaan met de aan haar ter beschikking gestelde gegevens.

  • 4. Van het onderzoek maakt de Sociale Recherche een rapport op, waarin tevens een advies wordt gegeven over de te nemen maatregelen. Dit rapport wordt zo spoedig mogelijk aan de betreffende gemeente overhandigd.

  • 5. De opdrachtgevende gemeente beslist zelf tot het doen van aangiften, het eventueel opleggen van administratieve sancties en de gevolgen voor de uitkeringverstrekking.

Artikel 6. Bestuurlijk overleg

  • 1. Er is een Bestuurlijk Overleg. Dit overleg heeft tot taak:

    • a)

      het instemmen met de begroting met daarin opgenomen de gemeentelijke bijdragen als bedoeld in artikel 11, lid 4 en 5;

    • b)

      het vaststellen van het jaarverslag;

  • 2. De voorzitter van het Bestuurlijk Overleg is de portefeuillehouder sociale zaken van de gemeente Zwolle of diens plaatsvervanger.

  • 3. De portefeuillehouders Sociale Zaken van de gemeenten of hun plaatsvervangers zijn lid van het Bestuurlijk Overleg.

  • 4. In de vergaderingen van het Bestuurlijk Overleg is een afdelingshoofd van de gemeente Zwolle als adviseur aanwezig:

Artikel 7. Secretaris

De teamleider Sociale Recherche is secretaris van het Bestuurlijk Overleg en het Beleidsoverleg. Hij is verantwoordelijk voor:

  • a)

    het inventariseren van onderwerpen en opstellen van de agenda voor de vergaderingen;

  • b)

    het tijdig toezenden van de uitnodiging voor de vergadering;

  • c)

    de verslaglegging van de vergaderingen;

  • d)

    het toezenden van de verslagen van de vergaderingen;

  • e)

    het verzorgen van de correspondentie.

Artikel 8. Vergaderingen

  • 1. Het Bestuurlijk Overleg vergadert tenminste tweemaal per jaar over het jaarverslag van het voorafgaande jaar en de begroting voor het komende jaar.

  • 2. Op verzoek van een gemeente kan een extra vergadering worden uitgeschreven. Het verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter. De secretaris schrijft in ieder geval binnen één maand na de ontvangst van het verzoek een extra vergadering uit.

Artikel 9. Stemmen

  • 1. De stemverdeling tussen de leden van het Bestuurlijk Overleg is als volgt bepaald:

    • a)

      een gemeente met minder dan 500 uitkeringsgerechtigden heeft één stem;

    • b)

      een gemeente met een aantal uitkeringsgerechtigden tussen de 500 en de 1.500 heeft twee stemmen;

    • c)

      een gemeente met meer dan 1.500 uitkeringsgerechtigden heeft drie stemmen.

  • 2. De peildatum voor de vaststelling van het in lid 1 genoemde aantal is 31 december van het voorafgaande jaar.

  • 3. Er kunnen alleen rechtsgeldige besluiten worden genomen, indien een meerderheid van de leden tijdens de vergadering aanwezig is.

  • 4. Er wordt mondeling gestemd. Besluiten worden genomen met een meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen.

  • 5. Bij het staken van de stemmen, wordt het onderwerp opnieuw in stemming gebracht in een binnen zes weken speciaal daarvoor uitgeschreven vergadering. Staken de stemmen opnieuw, dan is het voorstel verworpen.

Artikel 10. Beleidsoverleg

  • 1. Er is een Beleidsoverleg. Dit overleg heeft tot taak de werkzaamheden van de Sociale Recherche te bespreken en de kwartaalverslagen vast te stellen.

  • 2. Het Beleidsoverleg bestaat uit de leidinggevenden of beleidsmedewerkers van de sociale dienst en/of sociale zaken van de gemeenten of hun plaatsvervangers.

  • 3. De teamleider Sociale Recherche van de gemeente Zwolle of diens plaatsvervanger is voorzitter van het Beleidsoverleg.

  • 4. Het Beleidsoverleg vergadert tenminste tweemaal per kalenderjaar, een maand voorafgaand aan de vergaderingen van het Bestuurlijk Overleg.

III Financiën, personeel en huisvesting

Artikel 11. Begroting

  • 1. Het begrotings- en rekeningjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

  • 2. Binnen de begroting van de gemeente Zwolle zijn afzonderlijke begrotingsposten voor de Sociale Recherche vastgesteld.

  • 3. Als begrote uitgaven ten laste van de Sociale Recherche worden aangemerkt:

    • a.

      de salariskosten, inclusief detacheringskosten, sociale lasten en andere personeelskosten,

    • b.

      een aandeel in de overige algemene beheerskosten, zoals deze uit de begroting van de gemeente Zwolle in relatie tot het aantal formatieplaatsen kan worden vastgesteld.

  • 4. Op basis van de in lid 3 bedoelde kosten en het aantal uitkeringsgerechtigden op 31 december van het voorgaande jaar maakt de gemeente Zwolle jaarlijks vóór 1 juli voorafgaand aan het betreffende jaar een begroting welke ter instemming aan het Bestuurlijk Overleg wordt voorgelegd.

  • 5. Na de instemming van het Bestuurlijk Overleg stelt de gemeente Zwolle de bijdragen voor het komende begrotingsjaar vast en worden deze bedragen door de gemeenten bij vooruitbetaling per kwartaal voldaan. Deze termijnen vervallen per 16 januari, 16 april, 16 juli en 16 oktober.

  • 6. De gemeente Zwolle stelt jaarlijks vóór 1 april de definitieve, op het voorgaande jaar betrekking hebbende, bijdragen vast overeenkomstig de in lid 4 genoemde methode en daadwerkelijk per gemeente ingezette uren.

  • Een eventuele verrekening van de bijdrage vindt vóór 16 juli plaats.

Artikel 12. Evaluatie

  • 1. De gemeente Zwolle stuurt binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar aan alle deelnemende gemeenten een verslag over resultaten, de ingezette uren, de afgehandelde onderzoeken uitgesplitst naar soort en omvang, klachten en sluit af met een blik op de komende jaren en het functioneren van deze regeling.

  • 2. Het Bestuurlijk Overleg kan besluiten tot een nadere evaluatie van de werkzaamheden over het voorkomen en de opsporing van fraude met de uit te voeren sociale zekerheidsregelingen.

IV Toetreding, uittreding, wijziging, opheffing

Artikel 13. Toetreding

  • 1. Gemeenten kunnen tot het samenwerkingsverband toetreden.

  • 2. Een gemeente, die wil toetreden, geeft van haar voornemen schriftelijk kennis aan de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg.

  • 3. De voorzitter van het Bestuurlijk Overleg vraagt over de toetreding de instemming van het Bestuurlijk Overleg.

  • 4. Indien het Bestuurlijk Overleg met de toetreding instemt, bepaalt de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg, met inachtneming van de te volgen wettelijk voorgeschreven procedures, de datum van de toetreding.

  • 5. Met ingang van de dag van de toetreding is deze regeling onverkort van toepassing op de toetredende gemeente.

Artikel 14. Voortzetting deelname

  • 1. Deelname aan deze samenwerking wordt jaarlijks per 1 januari stilzwijgend verlengd.

  • 2. Deelname aan het samenwerkingsverband kan worden opgezegd per 1 januari, met een opzegtermijn van één kalenderjaar.

  • 3. Opzeggen geschiedt door middel van een schriftelijke mededeling van het college van de deelnemende gemeente aan de voorzitter van het Bestuurlijk Overleg.

Artikel 15. Uittreding

  • 1. Voor de gemeenten die uit het samenwerkingsverband treden blijven de financiële verplichtingen die door de gemeenten ten behoeve van de Sociale Recherche zijn aangegaan, gedurende drie jaren na de datum van de uittreding van kracht, waarbij gedurende het eerste jaar een verplichting geldt van 100% van de bijdrage van het laatste bij het samenwerkingsverband aangesloten jaar, en gedurende het tweede en derde jaar respectievelijk 75% en 50% van deze bijdrage.

  • 2. De financiële afwikkeling van de beëindiging van de deelname geschiedt met inachtneming van artikel 11.

Artikel 16. Wijziging en opheffing

  • 1. Het Bestuurlijk Overleg kan voorstellen de gemeenschappelijke regeling te wijzigen of op te heffen. Een deelnemende gemeente kan aan het Bestuurlijk Overleg een wijzigings- of opheffingsvoorstel voorleggen. 2. De deelnemende colleges kunnen besluiten tot het wijzigen van deze gemeenschappelijke regeling, dan wel tot het opheffen van het samenwerkingsverband nadat zij daartoe toestemming hebben verkregen van hun vertegenwoordigende organen.

  • 3. De in lid 1 genoemde besluiten worden genomen door het Bestuurlijk Overleg in een daartoe speciaal belegde vergadering. De uitnodiging voor deze vergadering wordt tenminste zes weken tevoren aan de leden toegezonden.

  • 4. De in lid 1 genoemde besluiten kunnen slechts worden genomen met een drie-vierde meerderheid van de stemmen, in een vergadering waarin tenminste drie-vierde van de leden aanwezig is.

  • 5. Indien op de vergadering niet drie-vierde van de leden aanwezig is, wordt binnen vier weken een volgende vergadering gehouden. In die vergadering kunnen de in lid 1 genoemde besluiten worden genomen met drie-vierde meerderheid van de dan aanwezige leden.

Artikel 17. Vereffening

Alle rechten en verplichtingen voortvloeiend uit dit samenwerkingsverband gaan na opheffing bij de vereffening in een evenredige verhouding over naar de deelnemers aan de regeling. Voor de bepaling van de evenredigheid wordt de verdeling van artikel 11 overeenkomstig gehanteerd.

V Slotbepalingen

Artikel 18. Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2024 onder intrekking van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek 2012.

  • 2. De gemeente Zwolle maakt de regeling en de inwerkingtreding zo spoedig mogelijk na vaststelling op de gebruikelijke wijze bekend.

  • 3. De gemeente Zwolle neemt deze regeling zo spoedig mogelijk na de datum van de inwerkingtreding op in het register als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 19. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als “Gemeenschappelijke Regeling Sociale Recherche IJssel-Vechtstreek 2024”