Beleidsregels Ontheemden Oekraïne Rijswijk 2025

1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne (TWO), de Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

2. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Wet: Wet tijdelijke opvang ontheemden Oekraïne (TWO);

• b.

  Regeling: Regeling opvang ontheemden Oekraïne (RooO);

• c.

  College: Het college van burgmeester en wethouders van de gemeente Rijswijk

• d.

  Leefgeld: De financiële toelagen voor kleding en persoonlijke uitgaven;

• e.

  Inkomen: tot het inkomen worden gerekend het inkomen uit of in verband met arbeid, de loondervingsuitkeringen en de toeslag op grond van de Toeslagenwet;

• f.

  Noodsituatie: De zeer dringende redenen zoals benoemd in artikel 16 lid 1 van de Participatiewet.

  Een acute noodsituatie en de behoeftige omstandigheden die op geen enkele andere wijze is te verhelpen zodat het verstrekken van de buitengewone kosten onvermijdelijk is en het evident is dat weigering van het verstrekken van de buitengewone kosten zonder meer onaanvaardbaar is;

• g.

  Peildatum: elke eerste dag van de maand.

1. De financiële toelage voor de ontheemde die in de Gemeentelijke Opvang Oekraïners (GOO) verblijft bestaat uit een bedrag ten behoeve van voedsel en een bedrag voor kleding en persoonlijke uitgaven. Hierbij wordt het component voedsel voor de ontheemden in de GOO in natura uitgekeerd;

2. De financiële toelage voor de ontheemde die in de Particuliere Opvang Oekraïners (POO) verblijft bestaat uit een bedrag ten behoeve van voedsel, een bedrag voor kleding, persoonlijke uitgaven en een wooncomponent;

3. De financiële toelage voor de ontheemden die verblijft in een instelling voor langdurige zorg, die niet een gemeentelijke opvang is, bestaat uit een bedrag ten behoeve van kleding en persoonlijke uitgaven.

4. De hoogte van de financiële toelage voor de ontheemden in de gemeentelijke opvang zijn vastgelegd in artikel 10 van de RooO en voor de ontheemden in de particuliere opvang in artikel 12 van de RooO.

1. Buitengewone kosten zijn noodzakelijke kosten die het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden en die vanwege hun aard of hoogte in redelijkheid niet geacht worden door de ontheemde zelf te worden betaald en waarvoor geen passende en toereikende voorliggende voorziening aanwezig is. Voor de buitengewone kosten dient vooraf door het college toestemming te worden verleend. Uitzondering hierop zijn kosten die voortvloeien uit noodsituaties.

2. Bij de bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten wordt uitgegaan van de goedkoopste adequate voorziening.

3. De volgende kosten worden in elk geval als buitengewoon aangemerkt:

• a.

  reiskosten voor een verblijfsrechtelijke procedure;

• b.

  kosten voor vervoer naar school van leerplichtige minderjarigen buiten Rijswijk.

4. Met betrekking tot de beoordeling of iemand de kosten zelf wel of niet kan betalen beoordelen wij de draagkracht uit inkomen en vermogen. Ook wordt er getoetst of iemand middelen heeft zoals omschreven is in artikel 31 en 32 van de Participatiewet.

5. De draagkracht uit inkomen is het inkomen boven de 130% van de voor de ontheemde van toepassing zijnde financiële toelagen na aftrek van de eigen bijdrage. De draagkracht wordt vastgesteld per maand voor een draagkrachtperiode van 12 maanden.

6. Bij de hoogte van de draagkracht uit vermogen wordt aangesloten bij de berekening van het vermogen zoals vastgelegd onder artikel 5 en 7 van de beleidsregels bijzondere bijstand en participatieregelingen Rijswijk.

1. Het college stopt de opvang indien:

• a.

  de ontheemde de opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen zonder het college hiervan op de hoogte te stellen.

• b.

  Niet heeft voldaan aan de verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn verblijfplaats en gezinssamenstelling.

2. Het college beëindigt de financiële toelage geheel of ten dele in indien:

• a.

  De ontheemde of een meerderjarig gezinslid van de ontheemde inkomen ontvangt.

• b.

  Gedurende twee weken niet heeft voldaan aan de verzoeken van of namens het college om informatie te verstrekken over zijn inkomen, verblijfplaats en gezinssamenstelling.

• c.

  de maandelijkse financiële toelage van een minderjarig lid van het gezin wordt gestopt wanneer deze inkomen uit loondienst ontvangt.

3. Beëindiging gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin van één of meer van de bovengenoemde omstandigheden is gebleken.

1. De volwassen ontheemden die inkomsten uit arbeid, in binnen- of buitenland, een loondervingsuitkering of toeslag ontvangen en in de gemeentelijke opvang (GOO) verblijven dienen een eigen bijdrage te betalen. Een gezin (met geen of minderjarige kinderen) betaalt maximaal twee keer de eigen bijdrage.

2. De eigen bijdrage bestaat uit een bedrag voor Gas, Water en Elektra en catering ongeacht of de ontheemde in de GOO gebruikmaakt van de catering.

3. De hoogte van de eigen bijdrage voor catering wordt vastgesteld op grond van artikel 10 lid 2 van de RooO en de hoogte van de eigen bijdrage voor Gas, Water en Elektra wordt vastgesteld op grond van artikel 8 lid 2 van de RooO.

4. De inning van de eigen bijdrage gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin er is vastgesteld dat de ontheemde verplicht is om de eigen bijdrage te betalen.

5. Er wordt (gedeeltelijk) afgezien van de inning van de eigen bijdrage wanneer de ontheemde of het gezin na aftrek van de eigen bijdrage een besteedbaar inkomen overhoudt dat onder de 130% van de van toepassing zijnde financiële toelage uitkomt.

6. De ontheemde is verplicht om onverwijld uit eigen beweging dan wel uiterlijk binnen twee weken nadat het college hierom heeft verzocht mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling. De ontheemde is tevens verplicht om in geval van verandering in inkomsten of gezinssamenstelling daarvan onverwijld mededeling te doen aan het college.

7. Wanneer een ontheemde van mening is dat deze door de inning van de eigen bijdrage onevenredig zwaar zou worden getroffen dan kan hij een schriftelijk verzoek indienen om tijdelijk van de inning van de eigen bijdrage vrijgesteld te worden.

8. Bij de beoordeling of dat de ontheemde door inning van de eigen bijdrage onevenredig zwaar zou worden getroffen worden de volgende overwegingen gedaan:

• a.

  Hoogte van de bijdrage ten opzichte van het (gezins)inkomen

• b.

  Beschikbaar (gezins)budget na betaling van de bijdrage

• c.

  Schulden of andere aantoonbare financiële verplichtingen

• d.

  Uitgaven als gevolg van aantoonbare of aannemelijke bijzondere persoonlijke omstandigheden.

1. Een aanvraag voor de financiële toelage, de participatieregelingen alsmede de buitengewone kosten dient schriftelijk via het aanvraagformulier te worden ingediend.

2. Een aanvraag voor de financiële toelage kan met terugwerkende kracht worden gedaan mits de periode niet langer dan drie maanden is.

3. Wanneer een ontheemde na het stopzetten van de financiële toelage zonder inkomen komt te zitten dient deze een nieuwe aanvraag voor de financiële toelage in te dienen.

4. Een aanvraag voor de buitengewone kosten dient plaats te vinden voordat de kosten daadwerkelijk gemaakt worden. De kosten die ontstaan zijn door een noodsituatie kunnen met terugwerkende kracht worden gedaan mits de kosten niet ouder zijn dan drie maanden.

1. De ontheemde is verplicht om onverwijld uit eigen beweging dan wel uiterlijk binnen twee weken nadat het college hierom heeft verzocht mededeling te doen over zijn inkomsten en gezinssamenstelling. De ontheemde is tevens verplicht om in geval van verandering in inkomsten of gezinssamenstelling daarvan onverwijld mededeling te doen aan het college.

2. Wanneer de ontheemde binnen twee weken na het verzoek om informatie te delen nalaat informatie te verstrekken dan int de gemeente de eigen bijdrage en worden de financiële toelage gestopt vanaf de eerstvolgende keer dat de gemeente de hoogte van de toelagen en de eigen bijdrage berekent.

3. Om te controleren of de ontheemde de correcte toelage ontvangt of de gemeente gemachtigd is om de eigen bijdrage te innen wordt gebruik gemaakt van de polis administratie UWV.

4. De mededeling als bedoeld in het eerste lid dient door de ontheemde schriftelijk te worden gedaan via het ter beschikking gestelde inlichtingenformulier.

1. De uitbetaling vindt maandelijks plaats op de eerste van maand.

2. De uitbetaling vindt plaats op een Nederlandse bankrekening.

3. In afwijking van lid 2 kan uitbetaling contant plaatsvinden. Dit kan alleen in omstandigheden waarin het openen van een Nederlandse bankrekening niet tot de mogelijkheden behoort.

1. Het college vordert de financiële toelage en de buitengewone kosten, zoals genoemd in artikel 4 en 5 van deze regeling, terug als deze ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt aan de ontheemde.

2. Het college gaat over tot invordering van de eigen bijdrage over die maanden waarover de ontheemde geen inlichtingen heeft verstrekt of waarover hij/zij inkomsten verborgen heeft gehouden.

3. De ten onrechte of te hoog verstrekte financiële toelage, de buitengewone kosten en de niet betaalde eigen bijdragen kunnen van de ontheemden worden geïncasseerd via executoriaal beslag.

1. Deze beleidsregels treden in werking per 1 januari 2025;

2. De leefgeldregeling Oekraïense vluchtelingen in gemeentelijke en particuliere opvang van 22 april 2022 vervalt bij inwerkingtreding van deze beleidsregels.