Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727114
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727114/1
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Bronckhorst 2025
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Bronckhorst 2025De raad van de gemeente Bronckhorst;
gelezen het voorstel van het college van b en w van 24 september 2024;
besproken op de Politieke Avond van 24 oktober 2024;
gelet op de artikelen 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening:
‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Bronckhorst 2025’.
Artikel 1 Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer;
- b.
bio-afval: groente-, fruit- en tuinafval;
- c.
restafval: dat gedeelte van de afvalstroom dat overblijft nadat alle bruikbare en recyclebare afvalstromen van de hoofdstroom zijn gescheiden;
- d.
P.M.D.-afval: plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons
- e.
grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
- f.
grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om dezelfde wijze als G.F.T.-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
- g.
minicontainer: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;
- h.
verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer, die al dan niet kan worden ontsloten door middel van combi-afvalpassen;
- i.
inworp: opening van een per groep van percelen ter beschikking gestelde of geplaatste inzamelvoorziening.
Artikel 2 Voorwerp van de belasting
-
1. Voorwerp van de belasting is een perceel.
-
2. Als perceel wordt aangemerkt:
- a.
de onroerende zaak, bedoeld in artikel 16, onder a, c, d en f, van de Wet waardering onroerende zaken;
- b.
de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;
- c.
een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
- d.
een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren.
- e.
het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
- a.
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.
-
2. De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van de in de tarieventabel gegeven aanwijzingen.
-
2. Voor de berekening van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel wordt uitgegaan van het aantal malen dat een minicontainer of een vuilniszak, onderverdeeld naar de verschillende volumina en afvalfracties wordt aangeboden of ingeworpen en daarbij wordt geregistreerd.
Artikel 6 Belastingjaar
Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 en 1.3 van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
-
2. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.4 van de tarieventabel worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Als contante betaling van de belasting genoemd in hoofdstuk 1.4 wordt mede begrepen een rechtsgeldige ondertekende eenmalige incasso machtiging. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1.3 van de tarieventabel is verschuldigd na afloop van het belastingjaar of, zo dit eerder is na beëindiging van de belastingplicht.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als bedoeld in hoofdstuk 1.1 van de tarieventabel als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
5. Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt en van hetzelfde inzamelmiddel gebruik blijft maken.6. De belastingen bedoeld in hoofdstuk 1.2 en 1.4 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.
Artikel 9 Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk twee kalendermaanden na de op het aanslagbiljet vermelde dagtekening.
-
2. In afwijking van het eerste lid kunnen op verzoek van de belastingplichtige de aanslagen worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste twee bedraagt en maximaal tien, indien aan het navolgende wordt voldaan:
- a.
het totaal bedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen afvalstoffenheffing of andere belastingen moeten minder zijn dan € 7.700,--;
- b.
de verschuldigde bedragen moeten door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven.
- a.
-
De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Kwijtschelding
Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.
Artikel 11 Overgangsrecht
De ‘Verordening reinigingsheffingen Bronckhorst 2024’ vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 12 Inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing Bronckhorst 2025’.
Ondertekening
Aldus besloten door de raad van de gemeente Bronckhorst in zijn openbare vergadering van 7 november 2024,
de plv. griffier,
H.M.P. Smits
de voorzitter,
M. van der Tas
Tarieventabel behorende bij de 'Verordening afvalstoffenheffing Bronckhorst 2025'.
Aanwijzingen
Voor de toepassing van de tarieventabel, wordt een gedeelte van een eenheid of hoeveelheid als een volle eenheid of hoeveelheid aangemerkt.
Hoofdstuk 1.1 Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing |
||
1.1.1 |
De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar |
€201,96 |
1.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.1.1 bedraagt de belasting voor het ter beschikking hebben van een zorgcontainer die door het college van burgemeester en wethouders op verzoek op grond van de beleidsregel toekenning zorgcontainer beschikbaar is gesteld |
€ 0,00 |
Hoofdstuk 1.2 Tarieven omruilen/extra container/nieuwe afvalpas |
||
1.2.1 |
Voor de ingebruikgeving van elke minicontainer boven de vaste inzamelmiddelen geldt per minicontainer van 240 liter eenmalig een bedrag van |
€105,13 |
1.2.2 |
Voor de ingebruikgeving van elke minicontainer boven de vaste inzamelmiddelen geldt per minicontainer van 80 liter en/of 140 liter eenmalig een bedrag van |
€ 96,26 |
1.2.3 |
Voor afgifte van een nieuwe afvalpas geldt een tarief van |
€ 9,93 |
1.2.4 |
Voor vervanging van een beschadigde, gestolen of anderszins verloren minicontainer of afvalpas, alsmede voor omruiling van een minicontainer gelden per vervanging, dan wel omgeruilde minicontainer de tarieven genoemd onder hoofdstuk 1.2.1, 1.2.2en 1.2.3. |
|
1.2.5 |
In verband met het in gebruik nemen van een nieuw perceel geschiedt omruiling gratis onder verstrekking van een bewijs van inschrijving, indien het verzoek tot omruiling uiterlijk 2 maanden na de ingebruikneming van het nieuwe perceel gedaan wordt. |
|
Hoofdstuk 1.3 Maatstaven en tarieven afvalstoffenheffing |
||
1.3.1 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval per perceel met behulp van minicontainers wordt ingezameld, per aangeboden minicontainer van: |
|
1.3.1.1 |
80 liter voor G.F.T. afval |
€1,02; |
1.3.1.2 |
140 liter voor G.F.T. afval |
€1,81; |
1.3.1.3 |
240 liter voor G.F.T. afval |
€3,04. |
1.3.2 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval per perceel met behulp van minicontainers wordt ingezameld, per aangeboden minicontainer van: |
|
1.3.2.1 |
80 liter voor restafval in een zorgcontainer |
€ 8,00 |
1.3.2.2 |
140 liter voor restafval in een zorgcontainer |
€14,01; |
1.3.2.3 |
240 liter voor restafval in een zorgcontainer |
€24,09. |
1.3.3 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval per perceel met behulp van minicontainers wordt ingezameld, per aangeboden minicontainer van: |
|
1.3.3.1 |
240 liter voor P.M.D. afval |
€1,81. |
1.3.4 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. bedraagt de belasting, indien het huishoudelijk afval met behulp van een verzamelcontainer wordt ingezameld: |
|
1.3.4.1 |
in een opening waarin een vuilniszak voor G.F.T. afval past, per inworp: |
€0,27; |
1.3.4.2 |
in een opening waarin een vuilniszak voor restafval past, per inworp: |
€2,35; |
1.3.4.3 |
in een opening waarin een vuilniszak voor P.M.D. afval past, per inworp: |
€0,00. |
Hoofdstuk 1.4 Overige tarieven afvalstoffenheffing |
||
1.4 |
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1 en 1.2 bedraagt de belasting inclusief BTW voor: |
|
1.4.1 |
het achterlaten, per 10 kilogram, met een starttarief van 20 kilogram, op het recycleplein Zutphen van: |
|
1.4.1.1 |
dakleer |
€ 1,97; |
1.4.1.2 |
grof huishoudelijk afval |
€ 1,97; |
1.4.1.3 |
hout (geïmpregneerd) |
€ 1,97; |
1.4.1.4 |
matrassen |
€ 1,97; |
1.4.1.5 |
niet-schoon puin |
€ 1,97; |
1.4.1.6 |
spiegel- en draadglas |
€ 1,97; |
1.4.1.7 |
tapijt |
€ 1,97; |
1.4.1.8 |
autobanden met velg |
€ 0,92; |
1.4.1.9 |
hout (onbehandeld of geverfd) |
€ 0,00; |
1.4.1.10 |
groenafval (>500 kilogram per jaar) |
€ 0,33; |
1.4.1.11 |
schoon puin |
€ 0,00; |
Behoort bij raadsbesluit van 7 november 2024/Raad-00992/7-1.4
De plv. griffier van Bronckhorst,
H.M.P. Smits
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl