Subsidieregeling exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg gemeente Horst aan de Maas

Geldend van 22-11-2024 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg gemeente Horst aan de Maas

Het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas;

overwegende dat:

  • de gemeente samen met haar inwoners, vrijwilligersorganisaties en (overige) maatschappelijke partners wil bouwen aan Vitale Gemeenschappen en een gezonde en duurzame leefomgeving;

  • door de ondersteuning en zorg in de dorpen en wijken te organiseren, met inzet van dorps- en wijkgenoten, een goede bodem ontstaat om mensen langer zelfstandig in de eigen omgeving te kunnen laten meedoen en wonen;

  • het gemeentebestuur vrijwilligersorganisaties wil ondersteunen die actief zijn op het gebied van ondersteuning en zorg voor elkaar en die bezig zijn met het opzetten en in stand houden van lokale algemene voorzieningen die de sociale basis versterken en bijdragen aan een vitale gemeenschap;

  • we extra aandacht hebben voor kwetsbare inwoners en dat initiatieven op gebied van ondersteuning en zorg zich inzetten voor de specifieke doelgroepen zoals kwetsbare inwoners en ouderen;

  • de rol van dergelijke initiatieven steeds belangrijker wordt in het kader van landelijke ontwikkelingen zoals IZA (integraal zorgakkoord) en GALA (gezond en actief leven akkoord) en aansluit bij de transitiebeweging die we willen maken vanuit het sociaal domein;

  • de gemeente op een gelijkwaardige, transparante manier en op basis van vertrouwen deze activiteiten ondersteunt;

gelet op het Subsidiekader Samen werken aan Vitale Gemeenschappen gemeente Horst aan de Maas, de Algemene subsidieverordening gemeente Horst aan de Maas en titel 4.2. Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de:

Subsidieregeling exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg gemeente Horst aan de Maas

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Horst aan de Maas;

  • vrijwilligersorganisatie: organisatie die maatschappelijke doelen nastreeft, geen winst nastreeft en voor de uitvoering van haar activiteiten hoofdzakelijk vrijwilligers inzet;

  • dorpsondersteuner: de dorpsondersteuner of -verbinder organiseert informele (zorg)verbindingen in het dorp met als doel het verbeteren van leefbaarheid en welzijn. De dorpsondersteuner of -verbinder verwijst hulpbehoevende dorpsbewoners door naar vrijwilligers die informele zorg aanbieden of naar formele zorginstanties. Dit (betaalde of vrijwillige) dienstverband is formeel ondergebracht bij een stichting of vereniging. Deze fungeren als opdrachtgever, waar verantwoording aan wordt afgelegd;

  • algemene voorziening: vrij toegankelijke voorziening, zonder (zorg)indicatie, al dan niet met professionele ondersteuning. Voorbeelden: huiskamer, dagvoorziening, vrijwilligersvervoer initiatieven.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op het verstrekken van exploitatiesubsidies ondersteuning en zorg door het college aan vrijwilligersorganisaties voor de in artikel 3 bedoelde doelen en activiteiten.

Artikel 3. Doelen en activiteiten

  • 1. Een exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg wordt verleend aan vrijwilligersorganisaties voor het opzetten en in stand houden van lokale algemene voorzieningen voor ondersteuning en zorg. Deze zijn vooral gericht op kwetsbare inwoners en ouderen. De activiteiten dragen bij aan:

    • het bevorderen van gezondheid;

    • het voorkomen van eenzaamheid;

    • het versterken van het sociale netwerk en de sociale basis;

    • het meedoen van kwetsbare inwoners en ouderen;

    • het versterken van de samenwerking tussen professionele (zorg)organisaties en vrijwilligersorganisaties.

    In het Subsidiekader Samen werken aan Vitale Gemeenschappen gemeente Horst aan de Maas is deze beweging van Vitale Gemeenschappen die we inzetten ‘van zorg naar gezondheid’ en ‘van maatwerk naar collectieve voorzieningen’ nader omschreven.

  • 2. Voor het verstrekken van deze subsidie is maatgevend dat de activiteiten worden gezien als een algemene voorziening binnen het sociaal domein. Om aan deze activiteiten deel te kunnen nemen is geen verwijzing van een arts of de gemeente nodig.

  • 3. Daarnaast komt de inzet van een dorpsondersteuner, als ook enige mate van professionele ondersteuning bij voorliggende voorzieningen in aanmerking voor subsidie.

Artikel 4. Wie deze subsidie kan aanvragen

  • 1. Vrijwilligersorganisaties die activiteiten willen uitvoeren zoals bedoeld in artikel 3 kunnen een subsidie bij het college aanvragen.

  • 2. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan verenigingen met volledige rechtspersoonlijkheid (ex artikel 2:26 Burgerlijk Wetboek), aan stichtingen (ex artikel 2:285 Burgerlijk Wetboek) en aan coöperaties (ex artikel 2:53 Burgerlijk Wetboek).

  • 3. De vrijwilligersorganisatie is in hoofdzaak actief in de gemeente Horst aan de Maas.

  • 4. Als de vrijwilligersorganisatie niet in de gemeente Horst aan de Maas is gevestigd, moet ten minste 25% van de deelnemers aan de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd uit de gemeente Horst aan de Maas komen. Subsidie kan alleen worden aangevraagd voor het aantal deelnemers uit Horst aan de Maas dat daadwerkelijk gebruik maakt van de voorziening.

Artikel 5. Subsidieperiode en bepaling subsidiebedrag

  • 1. De subsidie wordt voor een kalenderjaar of voor maximaal vier kalenderjaren verleend.

  • 2. De subsidie wordt berekend op basis van de subsidieaanvraag en (het tekort in) de exploitatiebegroting.

  • 3. Voor nieuwe initiatieven geldt een aanloopperiode van minimaal 2 jaar, voordat zij voor een meerjarige subsidie in aanmerking komen. Dat betekent dat na deze periode wordt bepaald of een initiatief levensvatbaar is en voor een periode van maximaal 4 jaar subsidie kan aanvragen (gekoppeld aan de lopende subsidieperiode).

Artikel 6. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1. Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks door het college wordt vastgesteld.

  • 2. Voor initiatieven die jaarlijkse of meerjarig subsidie aanvragen voor de aanvraagtermijn van 1 oktober, geldt dat wanneer het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden, de beschikbare middelen evenredig worden verdeeld over alle toegekende aanvragen. Dit betekent dat de voor elke aanvraag berekende subsidie met een gelijk percentage wordt verminderd en zo elke aanvraag een proportioneel deel van de beschikbare middelen ontvangt.

  • 3. Voor nieuwe initiatieven die gedurende het jaar worden aangevraagd geldt dat aanvragen worden behandeld op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 4. Als de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 5. Als het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag zijn ontvangen, door middel van loting gerangschikt.

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 1. De aanvraag voor een subsidie voor nieuwe activiteiten wordt bij het college ingediend uiterlijk 12 weken voor de start van het nieuwe initiatief.

  • 2. De aanvraag voor een subsidie voor bestaande activiteiten waarvoor al een exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg voor een voorliggende periode is verstrekt, wordt ingediend voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 3. Bij de aanvraag wordt gebruik gemaakt van een door het college ter beschikking gesteld aanvraagformulier (webformulier).

  • 4. Bij de aanvraag verstrekt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de naam en het adres van de vrijwilligersorganisatie;

    • b.

      een omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      een beschrijving van hoe de activiteiten bijdragen aan de in artikel 3 bedoelde doelen;

    • d.

      een exploitatiebegroting (begroting van inkomsten en uitgaven).

    • e.

      een overzicht van de aanwezige financiële middelen en reserve.

  • 5. Het college kan de aanvraag buiten behandeling stellen als de in het eerste of tweede lid genoemde termijn wordt overschreden of als de aanvraag, ook na verzoek tot aanvulling daarvan, onvolledig is.

Artikel 8. Beslissing college

  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een subsidie binnen 12 weken nadat de volledige aanvraag is ontvangen.

  • 2. Indien de subsidie voor twee of meer kalenderjaren wordt verleend, kan aan de subsidie de verplichting worden verbonden tot het periodiek aan het college verstrekken van de gegevens die voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt welke gegevens de subsidieontvanger krachtens het tweede lid moet verstrekken, alsmede op welke tijdstippen de gegevens moeten worden verstrekt.

Artikel 9. Betaling

Het college betaalt de subsidie jaarlijks uit. In de subsidiebeschikking wordt nader aangegeven wanneer en hoe de betaling plaatsvindt.

Artikel 10. Vermogensvorming

Een vrijwilligersorganisatie mag 10% van een op basis van deze subsidieregeling verstrekte subsidie als financiële reserve aanhouden. Het totaalbedrag van alle reserves mag maximaal € 15.000 bedragen.

Artikel 11. Verantwoording

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000 worden verantwoord door bij het college een inhoudelijk verslag in te dienen van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend.

  • 2. Subsidies hoger dan € 5.000 worden verantwoord door bij het college een inhoudelijk en financieel verslag in te dienen van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend. Tevens dient een overzicht te worden ingediend van de aanwezige spaargelden of opgebouwde reserve.

  • 3. In het geval de subsidie voor één kalenderjaar wordt verstrekt, wordt de verantwoording ingediend voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteiten zijn uitgevoerd, via een door het college beschikbaar gesteld digitaal verantwoordingsformulier (webformulier).

  • 4. Wordt de subsidie voor twee of meer kalenderjaren verleend, dan wordt de (definitieve) verantwoording ingediend voor 1 april van het jaar volgend op het jaar waarin de meerjarige subsidieperiode afloopt, via een door het college beschikbaar gesteld digitaal verantwoordingsformulier (webformulier).

Artikel 12. Vaststelling subsidie

  • 1. Subsidies tot en met € 5.000 worden bij de verlening door het college direct vastgesteld. Voor de vaststelling van de subsidie wordt gekeken naar de jaarlijkse hoogte van het subsidiebedrag, niet naar het totaalbedrag van een subsidieperiode.

  • 2. Subsidies hoger dan € 5.000 stelt het college vast binnen 12 weken na ontvangst van en op basis van het volledige inhoudelijk en financieel verslag, zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid.

  • 3. Het vast te stellen subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van het tekort in de exploitatiebegroting; de subsidie is aanvullend op eigen inkomstenbronnen.

  • 4. Het college kan een verleende subsidie lager vaststellen en besluiten dat de ontvangen subsidie geheel of deels moet worden terugbetaald.

  • 5. Een initiatief mag een financiële reserve aanhouden, groter dan € 15.000,- als deze reserve dient voor een concreet spaardoel. Dit kan in overleg met het college en moet bij de aanvraag en verantwoording expliciet benoemd worden.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan een artikel of meerdere artikelen van deze subsidieregeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 14. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet voldoende voorziet, of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 15. Inwerkingtreding, intrekking oude subsidieregeling en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking en is van toepassing op subsidies voor 2025 en verder.

  • 2. De Subsidieregeling exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg gemeente Horst aan de Maas, vastgesteld op 12 juni 2023, wordt ingetrokken. Deze blijft van toepassing op de afhandeling van subsidies voor 2024.

  • 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling exploitatiesubsidie ondersteuning en zorg gemeente Horst aan de Maas.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 12 november 2024.

Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas,

De burgemeester,

drs. R.F.I. Palmen

De secretaris,

drs. H. Mensink