Verordening toeristenbelasting Molenlanden 2025

Geldend van 01-01-2025 t/m heden

Intitulé

Verordening toeristenbelasting Molenlanden 2025

De raad van de gemeente Molenlanden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2024 en nummer 1225882;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet

besluit vast te stellen

de Verordening toeristenbelasting Molenlanden 2025

Artikel 1. Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: Woningen en andere verblijven, uitgezonderd mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebruikt als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, stacaravans en soortgelijke onderkomens of voertuigen (of een gedeelte daarvan), bestemd voor en gebruikt als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    kampeerterrein: een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en bestemd voor het plaatsen of geplaatst houden van mobiele kampeeronderkomens welke bestemd zijn voor en gebruikt worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • d.

    vaste standplaats: terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van hetzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar en gebruikt door dezelfde gasten;

  • e.

    toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens gedurende het jaar of seizoen.

  • f.

    woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbaar ander onderkomen, welke niet is bestemd voor en gebezigd wordt als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 1.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3.

    De belastingplichtige die gelegenheid biedt tot het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2, in hem daartoe ter beschikking staande ruimten, dan wel ter beschikking staande terreinen kan ter zake van elk van die ruimten en/of terreinen afzonderlijk in de heffing worden betrokken.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • a.

    van degene die verblijft in een instelling als bedoeld in artikel 4 van de Wet toetreding zorgaanbieders;

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigt met het aantal nachten dat zij verblijf houden.

Artikel 6. Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting per persoon € 2,00

Artikel 7. Belastingtarieven op verzoek belastingplichtige

  • 1.

    In afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 5 en 6 kan, op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige, de belasting voor het houden van verblijf naar vaste bedragen worden geheven.

  • 2.

    Het tarief bedraagt, bij toepassing van lid 1, op vaste standplaatsen (artikel 1, lid d), per standplaats:

  • ten hoogste zes maanden mogen worden gebruikt: € 160,00

  • meer dan zes maanden doch ten hoogste negen maanden: € 200,00

  • meer dan negen maanden: € 240,00

  • 3.

    Het tarief bedraagt, bij toepassing van lid 1, voor woningen (artikel 1 onder f) per slaapplaats: € 184,00

Artikel 8. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9. Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2.

    Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

  • 3.

    Een voorlopige aanslag kan met inachtneming van het in lid 2 van dit artikel bepaalde, door een of meer voorlopige aanslagen worden aangevuld.

Artikel 10. Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 11. Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de definitieve aanslagen worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt op de laatste dag van het jaar waarin de aanslag wordt opgelegd.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12. Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13. Aanmeldplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij (voor de eerste maal) na het in werking treden van deze verordening gelegenheid biedt tot het houden van verblijf, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is, tenzij het verblijf plaatsvindt in een nieuwe of andere locatie.

Artikel 14. Registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige is verplicht per belastingjaar een nachtverblijfsregister bij te houden.

  • 2.

    De vorm van het nachtverblijfregister is vrij, maar bevat tenminste met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft, de volgende gegevens:

    • a.

      naam en woonplaats van de (hoofd)persoon die overnacht;

    • b.

      aantal van het gezin of de groep waarmee men reist;

    • c.

      datum van aankomst en datum van vertrek;

    • d.

      het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3.

    De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet voor zover de belastingplichtige gebruik maakt van de vaste tarieven van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 7 van deze verordening. In deze gevallen is de in het eerste lid genoemde verplichting beperkt tot de in het tweede lid onder sub a genoemde gegevens tezamen met de periode en de aanduiding (naam of nummer) van de standplaats waar wordt overnacht.

Artikel 15. Overgangsrecht

De verordening toeristenbelasting Molenlanden 2024, vastgesteld op 12 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede, lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking, doch niet eerder dan 1 januari 2025.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Molenlanden 2025’.

Ondertekening

Vastgesteld tijdens de openbare raadsvergadering gemeente Molenlanden,

gehouden op 14 november 2024.

de griffier,

Marjolein Teunissen

de voorzitter,

Theo Segers