Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727056
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR727056/1
Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen
Geldend van 21-11-2024 t/m heden
Intitulé
Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland TubbergenDe colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Dinkelland en Tubbergen;
overwegende:
dat zij, vanuit de wens om de gemeentelijke taken kwalitatief goed en doelmatig te laten uitvoeren door een toekomstbestendige gemeenschappelijke ambtelijke organisatie, het openbaar lichaam werkorganisatie Tubbergen-Dinkelland hebben ingesteld, en daartoe een gemeenschappelijke regeling hebben getroffen, die op 20 september 2012 in werking is getreden;
dat de gemeenschappelijke regeling per 19 december 2015 is gewijzigd in een bedrijfsvoeringsorganisatie onder de naam bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;
dat de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022 is gewijzigd en bestaande gemeenschappelijke regelingen dienen te worden aangepast aan de wet, en nu ook de mogelijkheid wordt benut om de regeling waar nodig te actualiseren;
gelet op:
de Wet gemeenschappelijke regelingen;
de toestemmingsbesluiten van de gemeenteraad van Tubbergen van 24 september 2024 en van de gemeenteraad van Dinkelland van 22 oktober 2024;
besluiten:
de Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen te wijzigen waardoor deze als volgt komt te luiden:
Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
bedrijfsvoeringsorganisatie: de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland-Tubbergen;
- -
bestuur: het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie;
- -
de (beide) colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten;
- -
deelnemers: de aan de regeling deelnemende gemeenten Dinkelland en Tubbergen;
- -
kostenverrekenmodel: het door de beide gemeenteraden vastgestelde model volgens welke de kosten van de bedrijfsvoering worden verdeeld;
- -
de (beide) gemeenteraden: de gemeenteraden van de deelnemers;
- -
de(ze) regeling: de “Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen”;
- -
de wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 2 Bedrijfsvoeringsorganisatie
-
1. Er is een bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in artikel 8, derde lid, van de wet, genaamd: “Noaberkracht Dinkelland Tubbergen”.
-
2. De bedrijfsvoeringsorganisatie is gevestigd te Denekamp.
Hoofdstuk 2. Belang, taken en bevoegdheden
Artikel 3 Belang en doelstelling
-
1. Het belang waarvoor de regeling is getroffen, is het bewerkstelligen van een kwalitatief goede en doelmatige uitvoering van de gemeentelijke taken van de deelnemers.
-
2. De bedrijfsvoeringsorganisatie handelt volgens de kernwaarden die zijn vastgelegd in een door het bestuur vast te stellen organisatievisie.
Artikel 4 Taken
-
1. De deelnemers laten met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van deze regeling door de bedrijfsvoeringsorganisatie gemeentelijke taken uitvoeren.
-
2. Dit takenpakket bevat in ieder geval:
- a.
beleidsontwikkeling en beleidsvoorbereiding;
- b.
uitvoering van het door de gemeentelijke bestuursorganen vastgestelde beleid;
- c.
inkoop en aanbestedingstrajecten;
- d.
uitvoering van door de rijksoverheid aan de deelnemende gemeenten opgedragen medebewindstaken;
- e.
toezicht op en handhaving van de hiervoor genoemde uitvoering voor zover deze niet aan anderen is opgedragen.
- a.
-
3. Daarnaast is de bedrijfsvoeringsorganisatie in ieder geval belast met:
- a.
de bedrijfsvoering;
- b.
inkoop en aanbesteding van opdrachten ten behoeve van de bedrijfsvoering.
- a.
-
4. De bedrijfsvoeringsorganisatie voert uitsluitend taken uit voor de bestuursorganen van de deelnemers. Uitvoering voor derden is slechts toegestaan na een expliciet besluit van het bestuur.
Artikel 5 Bevoegdheidstoedeling
De bestuursorganen van de deelnemers bepalen in afzonderlijke delegatie-, mandaat- en volmachtbesluiten, welke bevoegdheden worden over- of opgedragen, of toegekend aan het bestuur.
Artikel 6 Planning- en controlcyclus
-
1. Voor de uitvoering van de taken zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de regeling zijn de begrotingen van de deelnemers leidend.
-
2. De kosten voor de uitvoering van het bepaalde in artikel 4, derde lid, van de regeling worden opgenomen in de begroting van de bedrijfsvoeringsorganisatie.
-
3. De kosten per deelnemer worden jaarlijks afgerekend op basis van het kostenverrekenmodel.
Artikel 7 Kwaliteitsborging
-
1. De bedrijfsvoeringsorganisatie draagt zorg voor een kwalitatief goede en doelmatige uitvoering van haar taken.
-
2. De bedrijfsvoeringsorganisatie draagt zorg voor een adequate verzekering van de risico’s die samenhangen met de uitvoering van haar taken en die niet vallen onder de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering van de deelnemers.
-
3. Over de wijze van afhandeling van aan de bedrijfsvoeringsorganisatie toe te rekenen schade die in het kader van de uitvoering van de taken van de bedrijfsvoeringsorganisatie is ontstaan, maar niet voor vergoeding door een verzekeraar in aanmerking komt, wordt besloten door het bestuur.
Hoofdstuk 3. Het bestuur
Artikel 8 Samenstelling
Het bestuur bestaat uit al de leden van de beide colleges.
Artikel 9 Werkwijze bestuur
Het bestuur stelt voor zijn vergaderingen en overige werkzaamheden een reglement van orde vast, waarin onder meer besluitvormingsaspecten zijn uitgewerkt.
Artikel 10 Besluitvorming van het bestuur
-
1. Aan het bestuur komen alle bevoegdheden toe die aan de bedrijfsvoeringsorganisatie zijn opgedragen.
-
2. Voor zover deze regeling niet anders bepaalt, kunnen de gemeenteraden van de deelnemers geen zienswijze indienen over voorgenomen besluiten van het bestuur.
-
3. Ingezetenen van de deelnemers en belanghebbenden worden niet betrokken bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van deze regeling.
Artikel 11 Inlichtingen- en verantwoordingsplicht
-
1. Het bestuur en elk van zijn leden afzonderlijk geven de raad van een deelnemer zo spoedig mogelijk maar in ieder geval binnen twee maanden schriftelijk de door één of meer leden van die raad schriftelijk gevraagde inlichtingen, eventueel door tussenkomst van het college van de betreffende gemeente, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
-
2. Het bestuur geeft de gemeenteraden alle inlichtingen die de gemeenteraden nodig hebben voor de uitoefening van hun taken. De openbare besluitenlijst van het bestuur wordt na elke vergadering gepubliceerd.
-
3. Een lid van het bestuur is aan het college dat hem of haar heeft aangewezen verantwoording schuldig over het door hem of haar in het bestuur gevoerde beleid.
Hoofdstuk 4. De voorzitter en de secretaris
Artikel 12 De voorzitter
-
1. Het voorzitterschap wordt in gezamenlijkheid bekleed door zowel de burgemeester van Tubbergen als de burgemeester van Dinkelland.
-
2. Bij verhindering of ontstentenis van één of beide voorzitters, wordt deze vervangen door degene die hem of haar als burgemeester vervangt.
-
3. De voorzitter heeft stemrecht.
-
4. De voorzitter vertegenwoordigt de bedrijfsvoeringsorganisatie in en buiten rechte. Hij of zij kan deze bevoegdheid aan een ander opdragen.
Artikel 13 De bestuurssecretaris
-
1. De daartoe benoemde algemeen directeur is tevens bestuurssecretaris.
-
2. De bestuurssecretaris is bij de vergaderingen van het bestuur aanwezig, en voert de taken uit zoals zijn opgenomen in het reglement van orde van het bestuur.
-
3. Bij verhindering of ontstentenis van de bestuurssecretaris, wordt deze vervangen door de concerncontroller.
Hoofdstuk 5. Directie en personeel
Artikel 14 Directie
-
1. De directie wordt tezamen gevormd door drie directeuren: de directeuren tevens gemeentesecretaris van Dinkelland of Tubbergen en de directeur tevens bestuurssecretaris van de bedrijfsvoeringsorganisatie.
-
2. De directie staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie en is voor het functioneren daarvan ambtelijk eindverantwoordelijk. Zij is verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
-
3. De taken van de directie zijn opgenomen in een door het bestuur vast te stellen organisatieregeling.
-
4. De bestuurssecretaris is de bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 15 Personeel
Het bestuur hanteert bij de regeling van de rechtspositie van het personeel de CAO Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (CAO SGO) en de aanvullende door het bestuur vastgestelde rechtspositionele bepalingen, die zijn vastgelegd in het Personeelshandboek Noaberkracht Dinkelland Tubbergen.
Hoofdstuk 6. Financiële bepalingen
Artikel 16 Jaarrekening
Het bestuur stelt de jaarrekening niet eerder vast dan acht weken nadat de ontwerpjaarrekening aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten is toegezonden.
Artikel 17 Voldoende middelen in verband met verplichtingen jegens derden
-
1. De deelnemers zijn verplicht om te zorgen dat de bedrijfsvoeringsorganisatie te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen.
-
2. Indien aan het bestuur blijkt dat een deelnemer weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het bestuur onverwijld aan gedeputeerde staten het verzoek over te gaan tot toepassing van de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet.
-
3. De deelnemers verbinden zich in geval van opheffing van de bedrijfsvoeringsorganisatie de rechten en verplichtingen van de bedrijfsvoeringsorganisatie over de deelnemers te verdelen door het opstellen van een liquidatieplan dat voorziet in de verplichting van de deelnemers alle rechten en verplichtingen van de bedrijfsvoeringsorganisatie over de deelnemers te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Artikel 18 Reserves en voorzieningen
-
1. Reserves en voorzieningen kunnen overeenkomstig richtlijnen van het bestuur worden gevormd.
-
2. De richtlijnen worden niet vastgesteld dan nadat de beide gemeenteraden een ontwerpbesluit is toegezonden en zij in de gelegenheid zijn gesteld binnen 8 weken hun zienswijze bij het bestuur in te dienen.
Hoofdstuk 7. Archief
Artikel 19 Archiefbeheer
-
1. Het bestuur is belast met de zorg voor de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de bedrijfsvoeringsorganisatie en van de deelnemers overeenkomstig een door het bestuur vast te stellen regeling.
-
2. De directie is belast met de bewaring van de archiefbescheiden als bedoeld in het vorige lid, overeenkomstig de door het bestuur vast te stellen nadere regels.
-
3. Bij opheffing van de regeling worden de archiefbescheiden in een door het bestuur aan te wijzen archiefbewaarplaats geplaatst.
Hoofdstuk 7a. Oprichting en/of deelneming in externe instanties
Artikel 20 Deelname in externe instanties
-
1. Het bestuur kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 31a van de wet, besluiten tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, corporaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.
-
2. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de beide gemeenteraden een ontwerpbesluit is toegezonden en zij in de gelegenheid zijn gesteld binnen 8 weken hun zienswijze bij het bestuur in te dienen.
Hoofdstuk 8. Toetreding, wijziging, opheffing
Artikel 21 Toetreding
Toetreding tot de regeling is uitgesloten.
Artikel 22 Wijziging
-
1. Wijziging van de regeling vindt plaats indien de beide colleges, na verkregen toestemming van de raden van Dinkelland en Tubbergen, daartoe gezamenlijk besluiten. Hierbij is de zienswijzeprocedure als genoemd in artikel 1 lid 3 van de Wet van toepassing.
-
2. Indien het bestuur wijziging van de regeling wenselijk acht, doet het bestuur een daartoe strekkend voorstel aan de beide colleges.
Artikel 23 Duur, uittreding en opheffing
-
1. De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
-
2. Elk van beide colleges kan, na verkregen toestemming van de raad van de betreffende gemeente, besluiten dat de deelneming aan deze regeling wordt opgezegd. Hierbij is de zienswijzeprocedure als genoemd in artikel 1 lid 3 van de Wet van toepassing.
-
3. Een uittredingsbesluit gaat in twee kalenderjaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit tot opzegging is genomen.
-
4. Alvorens een college een besluit als bedoeld in het tweede lid neemt, voert het over het voornemen overleg met het college van de andere gemeente.
-
5. Het besluit als bedoeld in het tweede lid wordt terstond ter kennis gebracht van het bestuur.
-
6. Uittreding door een van beide colleges van Dinkelland of Tubbergen heeft tot gevolg dat de regeling wordt opgeheven.
-
7. Onverminderd het bepaalde in het zesde lid kan opheffing van de regeling tevens plaatsvinden indien de beide colleges, na verkregen toestemmingen van de raden, daar gezamenlijk toe besluiten. Hierbij is de zienswijzeprocedure als genoemd in artikel 1 lid 3 van de Wet van toepassing.
-
8. In geval van opheffing van de regeling stelt het bestuur een regeling op met betrekking tot de gevolgen van de opheffing; de regeling wordt vastgesteld door de beide colleges.
-
9. Het bestuur is belast met de uitvoering van de liquidatie.
-
10. Zo nodig blijft het bestuur functioneren tot de liquidatie voltooid is.
-
11. De gemeente Dinkelland maakt de regeling, de wijziging, verlenging of opheffing van de regeling, alsmede besluiten tot toetreding en uittreding bekend.
Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 24 Inwerkingtreding, onvoorzienbaarheden en evaluatie
-
1. De regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking en kan worden aangehaald als “Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen”.
-
2. Alle voorgaande versies van “Gemeenschappelijke regeling Noaberkracht Dinkelland Tubbergen” worden ingetrokken.
-
3. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
-
4. Indien een van de gemeenteraden, een van de colleges, of het bestuur daarom verzoekt, vindt een evaluatie van deze regeling plaats.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 november 2024 van het college van de gemeente Tubbergen en in de vergadering van 5 november 2024 van het college van de gemeente Dinkelland.
Burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland,
de secretaris,
Drs. C.H.A.A. Luttikhuis
de burgemeester,
J.G.J. Joosten
Burgemeester en wethouders van de gemeente Tubbergen,
de secretaris,
Ing. J.L.M. Scholten
de burgemeester,
drs. A.H. Postma
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl