Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726934
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726934/1
Nadere regels werknemersvoorzieningen gemeente Emmen 2024
Geldend van 21-11-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023
Intitulé
Nadere regels werknemersvoorzieningen gemeente Emmen 2024Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen,
- •
gelet op artikel 35 tot en met 38 van de Re-integratieverordening gemeente Emmen 2023;
- •
gelet op artikel 3 lid 3 van de Algemene subsidieverordening Emmen 2017
overwegende dat het wenselijk is nadere regels vast te stellen voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de werknemersvoorzieningen;
besluit:
vast te stellen de Nadere regels werknemersvoorzieningen gemeente Emmen 2024.
Artikel 1. Begripsomschrijving
-
1. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (PW) de Wet inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijke Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW), de Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
-
2. In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
Uitkering: de Participatiewet (PW), de IOAW en IOAZ;
- b.
Doelgroep: de doelgroep Participatiewet als bedoeld in artikel 7 lid1 onder a met een arbeidsbeperking:
- c.
Werknemer: De persoon uit de doelgroep die een arbeidsovereenkomst aangaat of is aangegaan en die vanwege zijn arbeidsbeperking een werknemersvoorziening nodig heeft om de functie naar behoren te kunnen uitoefenen.
- d.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen;
- e.
Proefplaatsing: Het tijdelijk verrichten van reguliere werkzaamheden met behoud van uitkering voor een in overleg te bepalen periode met een maximum van 6 maanden;
- f.
Duurzame uitstroom: (gedeeltelijke) uitstroom uit de uitkering voor tenminste 26 weken;
- g.
Professional: een medewerker in dienst van de gemeente of een daartoe door de gemeente gecontracteerde (uitvoerings-)organisatie;
- h.
Werknemersvoorziening: een voorziening om structurele, functionele of fysieke belemmeringen te verminderen of weg te nemen teneinde werk mogelijk te maken voor mensen die als gevolg van een aandoening een afstand tot de arbeidsmarkt hebben.
- i.
werkplekaanpassing: niet meeneembare voorziening op of rond de werkplek gericht op het wegnemen van beperkingen die een persoon, behorende tot de doelgroep, nodig heeft om op de werkplek te kunnen functioneren. Het betreft een niet algemeen gebruikelijk aanpassing.
- a.
Artikel 2. Vormen van werknemersvoorzieningen
-
1. De gemeente Emmen biedt de volgende werknemersvoorzieningen:
- a.
Werkplekaanpassing;
- b.
Vervoersvoorziening;
Voorziening voor reizen van en naar werk om werk te kunnen krijgen of te behouden.
- c.
Meeneembare voorziening;
Voorziening die meegenomen kunnen worden; de voorziening is niet aan de specifieke werkplek gebonden. Oftewel de voorziening is niet aard- en nagelvast.
- d.
een noodzakelijke intermediaire activiteit/voorziening indien er sprake is van een motorische handicap’.
- a.
Artikel 3. Algemene voorwaarden werknemersvoorzieningen
-
1. Om voor een werknemersvoorziening in aanmerking te kunnen komen moet in ieder geval aan onderstaande voorwaarden worden voldaan:
- a.
de voorziening is een noodzakelijkheid. Het college kan voor de vaststelling daarvan deskundigenadvies inwinnen;
- b.
werknemer voor wie de voorziening is, is woonachtig binnen de gemeente Emmen;
- c.
de aanvraag wordt ingediend bij de gemeente van de werknemer;
- d.
er sprake is van een dienstverband/arbeidsovereenkomst voor de duur van ten minste 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week. Het toekennen van een werknemersvoorziening gedurende de proefplaatsing behoort tot de mogelijkheden;
- e.
de voorziening vermindert of neemt de belemmeringen weg waardoor de aanvrager werk kan behouden of verkrijgen;
- f.
de gemeente biedt de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord;
- g.
het gaat niet om een algemeen gebruikelijke werknemersvoorziening die tot de standaarduitrusting van de werkgever of werknemer behoort.
- a.
Artikel 4. Weigeringsgrond
-
1. Het college weigert in ieder geval een aanvraag voor subsidie indien er sprake is van één van de volgende weigeringsgronden:
- a.
in de werknemersvoorziening is reeds voorzien op het moment dat een aanvraag voor de voorziening is ingediend;
- b.
een weigeringsgrond genoemd in de artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing;
- c.
een weigeringsgrond in artikel 9 van de Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2017 is van toepassing;
- d.
er is geen sprake van een voorliggende voorziening waarop door de aanvrager een beroep op kan worden gedaan of op grond waarvan aanvrager zelf verantwoordelijk is voor de werknemersvoorziening.
- a.
Artikel 5. Specifieke voorwaarden werknemersvoorzieningen
-
1. Naast de algemene voorwaarden zijn er per werkvoorziening gerichte voorwaarden waaraan voldaan moet worden.
-
2. Werkplekaanpassing specifieke voorwaarden:
- a.
De werkplekaanpassing wordt in principe in bruikleen beschikbaar gesteld aan de werkgever.
- b.
algemeen gebruikelijke werkplekaanpassingen die tot de standaarduitrusting van de werkgever behoren worden ook niet vergoed. Hiervan is sprake indien van de werkgever, op basis van wat gangbaar is in het bedrijfsleven, verwacht mag worden dat hij de investering zelf doet;
- c.
De kosten van de werkplekaanpassing dienen proportioneel te zijn, dat wil zeggen dat de investering in de werkplekaanpassing moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere meegewogen:
- –
de duur van de arbeidsovereenkomst in termen van looptijd (aantal maanden/ jaren/bepaalde tijd/onbepaalde tijd);
- –
de omvang van de arbeidsovereenkomst in termen van het aantal uren dat de kandidaat gaat werken;
- –
- d.
Een professional beoordeelt of er voldaan wordt aan art. 5, lid 1, sub c.
- a.
-
3. Vervoersvoorziening specifieke voorwaarden:
- a.
de vervoersvoorziening is voor woon/werk verkeer;
- b.
een eventuele vervoersvergoeding van de werkgever wordt in mindering gebracht op de toe te kennen vervoersvoorziening;
- c.
de kosten van de vervoersvoorziening moeten proportioneel zijn, dat wil zeggen dat de investering in de vervoersvoorziening moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Alleen de meerkosten boven de kosten voor het gebruik van regulier openbaar vervoer worden vergoed;
- a.
-
4. Meeneembare voorzieningen specifieke voorwaarden:
- a.
Een professional beoordeelt of een meeneembare voorziening mogelijk noodzakelijk is.
- a.
-
5. Intermediaire activiteit/voorziening indien er sprake is van een motorische handicap gelden de volgende specifieke voorwaarde:
- a.
Een professional beoordeelt of een tolkvoorziening mogelijk noodzakelijk is, voordat hij het aanvraagformulier ondertekend.
- a.
Artikel 6. Hoogte van de vergoeding eenmalige kosten
-
1. De subsidiabele kosten bedragen maximaal € 7.500.
Artikel 7. Voorziening in natura of in bruikleen
-
1. In afwijking van een geldelijke verstrekking kan het college de werknemersvoorziening in natura – in eigendom of in bruikleen - verstrekken.
-
2. In geval de voorziening in natura wordt verstrekt kan van de werkgever een eigen bijdrage gevraagd worden tot maximaal € 500,-.
Artikel 8. De aanvraag
-
1. De aanvrager kan een werkgever zijn die iemand uit de doelgroep in dienst neemt/heeft. De aanvrager kan ook een werknemer met een arbeidsbeperking zijn.
-
2. De aanvraag voor een werknemersvoorziening wordt schriftelijk ingediend bij de gemeente van de werknemer waarvoor de werknemersvoorziening noodzakelijk is.
-
3. De aanvrager verstrekt bij de aanvraag, in ieder geval de volgende gegevens:
- a.
naam, adres, woonplaats en Burgerservicenummer van de werknemer;
- b.
een kopie van de arbeidsovereenkomst waaruit de aard, de duur en de omvang van het dienstverband blijken;
- c.
een beschrijving van de werknemersvoorziening waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
- d.
een gespecificeerde prijsopgave;
- a.
-
4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn.
-
5. De gemeente of een daartoe gecontracteerde derde partij handelt de aanvraag af binnen de daarvoor gestelde termijn van 8 weken;
-
6. Indien nodig kan de gemeente of een daartoe gecontracteerde derde partij schriftelijk aanvullende informatie opvragen of een aanvrager uitnodigen voor een gesprek waarin aanvullende informatie kan worden gevraagd;
-
7. In aanvulling op het voorgaande lid kan in het geval van een meeneembare voorziening een aanvrager ook uitgenodigd worden door een arbeidsdeskundige of een door de gemeente aangewezen arts.
Artikel 9. Besluit
-
1. Het besluit wordt middels een beschikking kenbaar gemaakt;
-
2. In geval van een meeneembare voorziening koopt de gemeente of een daartoe gemandateerde derde partij de voorziening in bij één van haar leveranciers. De leverancier bezorgt de voorziening kosteloos bij de aanvrager;
-
3. In geval van een toekenning tolkvoorziening kan kandidaat zelf een tolk inschakelen. Deze moet geregistreerd staan bij de stichting RTG (www.stichtingrtg.nl). De gemeente kan hier bij assisteren.
Artikel 10. Terugvordering
-
1. Het college kan de financiële bijdrage of voorziening in natura terugvorderen als deze ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verleend.
-
2. Onder terugvordering van de voorziening in natura als bedoeld in het vorige lid wordt het terughalen van de voorziening verstaan alsmede het terugvorderen van de door het college betaalde bedragen aan de leverancier die de voorziening heeft geleverd.
Artikel 11. Citeertitel
-
1. Dit besluit kan worden aangehaald als “Nadere regels werknemersvoorzieningen gemeente Emmen 2024”.
Artikel 12. Inwerkingtreding
-
1. Dit besluit treedt inwerking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2023.
Ondertekening
Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Emmen, gehouden op 12 november 2024.
Toelichting Nadere regels werknemersvoorzieningen gemeente Emmen 2024
Algemeen
Met de invoering van de Participatiewet zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking én arbeidsvermogen bij het verkrijgen of behouden van werk. Het is aan het college om te beoordelen of de persoon behorende tot de doelgroep (artikel 7 lid 1 onderdeel a van de Participatiewet) op eigen kracht in staat is algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden of dat deze persoon ondersteuning nodig heeft richting arbeidsinschakeling. In dat laatste geval is het college verantwoordelijk voor het leveren van deze ondersteuning in de vorm van voorzieningen.
Op grond van hoofdstuk 3 van de Wet Suwi (structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) hebben gemeenten en UWV de opdracht samen te werken in regio’s bij de dienstverlening aan werkgevers. Binnen het Werkbedrijf Drenthe zijn afspraken gemaakt over een gezamenlijk minimumpakket aan voorzieningen ter ondersteuning aan werkgevers. De ondersteuning beschreven in dit document kan onder andere plaatsvinden via werkplekaanpassing (niet meeneembare voorziening) of overige werknemersvoorzieningen (meeneembare voorziening).
Dit document regelt de werknemersvoorzieningen (w.o. de werkplekaanpassing) die het college kan bieden bij de arbeidsinschakeling van/aan werkloze werkzoekenden die vanwege een arbeidsbeperking niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Werknemersvoorzieningen zijn voorzieningen of kosten die moeten worden gemaakt om een kandidaat optimaal te faciliteren in het uitvoeren van de functie. Deze voorzieningen maken onderdeel uit van het instrumentarium dat de Participatiewet beschikbaar stelt om te stimuleren dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt duurzaam geplaatst worden bij werkgevers.
De niet meeneembare en meeneembare voorzieningen vallen uiteen in vier categorieën:
- a.
Werkplekaanpassing;
- b.
Vervoersvoorziening;
- c.
Meeneembare voorziening;
- d.
Intermediaire of tolk voor doven, slechthorenden of doofblinden.
Bij de beoordeling of sprake is van een niet meeneembare voorziening wordt gekeken naar de aard- en nagelvastheid van de voorziening. Een voorziening is niet meeneembaar als deze aard- en nagelvast is verbonden met het eigendom van de werkgever. Achtergrond van deze gedachte is dat men iets wat zonder schade is los te maken, mee kan nemen en datgene, dat bij verwijdering schade veroorzaakt, moet laten zitten. Dit geldt voor bouwkundige aanpassingen van het bedrijfspand, aanbouwen, opbouwen, verbouwen. Voorbeelden: rolstoeloprit, een aangepast toilet, elektrische deuren, een extra leuning bij de trap, een video-intercom etc.
Bij het verlenen van een voorziening voor de aanpassing van de werkplek zal het veelal gaan om een financiële bijdrage. Wanneer door het college een financiële bijdrage wordt verstrekt met het oog op één of bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten, is sprake van een subsidie. De Algemene subsidieverordening Emmen 2017 is dan ook van overeenkomstige toepassing.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1.Begripsomschrijving
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2.Vormen van werknemersvoorzieningen
Dit artikel regelt welke vormen van werknemersvoorziening onder deze ‘Nadere regels’ vallen.
Artikel 3.Algemene voorwaarden werknemersvoorzieningen
Dit artikel regelt de algemene voorwaarden die gelden om in aanmerking te komen voor een werknemersvoorziening.
Onder a;
Er moet sprake zijn van noodzakelijke ondersteuning. Er is sprake van noodzakelijke ondersteuning als de werknemer zonder de ondersteuning niet in staat is om zijn werkzaamheden in redelijkheid te verrichten. Bovendien moet er een behoefte zijn aan deze ondersteuning van zowel de werkgever als de werknemer. Het college kan de noodzakelijkheid (op bijvoorbeeld medische of arbeidskundige gronden) van een werkplekaanpassing beoordelen door het inwinnen van deskundigenadvies. De bepalingen over het deskundigenadvies van de Algemene wet bestuursrecht (afdeling 3.3 - Advisering) zijn hierbij van overeenkomstige toepassing.
Onder b:
Om aanspraak te kunnen maken op deze voorziening is het woonplaatsbeginsel van de persoon behorende tot de doelgroep van belang en niet de plaats van vestiging van de onderneming.
Onder e;
Om voor een werkplekaanpassing in aanmerking te komen moet in principe sprake zijn van een dienstverband. In bijzondere omstandigheden kan ook al gedurende de proefplaatsing een werkplekaanpassing worden verleend. Dit is aan de orde indien zonder deze werkplekaanpassing niet kan worden beoordeeld of de persoon behorende tot de doelgroep voldoende geschikt is voor de vacature en of deze persoon past binnen het bedrijf. Daarnaast dient het aannemelijk te zijn dat de persoon na afloop van de proefplaatsing een dienstverband wordt aangeboden, zoals ook met het doel van de proefplaatsing beoogd wordt.
Onder g;
Onder de meest adequate en goedkoopste oplossing, kwalitatief verantwoord wordt het volgende verstaan; de algemeen aanvaarde norm is dat van overheidswege getroffen voorzieningen sober en doelmatig dienen te worden uitgevoerd. De werknermersvoorziening dient dan ook sober, doelmatig en proportioneel te zijn, reëel bij te dragen aan het vergroten van het functioneren op de werkplek. Indien naar het oordeel van het college sprake is van een disproportionele aanpassing zal deze worden geweigerd.
Onder h;
Er is sprake van een algemeen gebruikelijke werknemersvoorziening indien van de werkgever of werknemer, op basis van wat gangbaar is in het bedrijfsleven, verwacht mag worden dat hij de investering zelf doet. Van een algemeen gebruikelijk werknemersvoorziening is ook sprake als de werkgever geacht wordt zelf verantwoordelijk te zijn voor de werkplekaanpassing op basis van bijvoorbeeld het Bouwbesluit. Het Bouwbesluit kan bijvoorbeeld aangeven dat een pand/ gebouw aangepast moet worden om het toegankelijker te maken voor rolstoelgebruikers.
Artikel 4.Weigeringsgronden
Artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 5.Specifieke voorwaarden werknemersvoorzieningen
Dit artikel regelt per werknemersvoorziening de specifieke voorwaarden.
Ten aanzien van lid 2.
Bij werkplekaanpassingen gaat het om aanpassingen die niet algemeen gebruikelijk zijn en die deel uit maken van de werkplek of de omgeving daarvan en die nodig zijn om het werk te kunnen doen. Bijvoorbeeld aanpassing aan een machine, deurpost, werkblad, maar ook een aangepast toilet of traplift in het bedrijf. Een medewerker van de gemeente bepaalt per geval op basis van maatwerk waar behoefte aan is. Daarnaast maakt de professional een redelijkheidsoverweging. De kosten van de voorziening moeten in redelijke verhouding staan tot de baten.
Ten aanzien van lid 3.
Bij vervoersvoorzieningen gaat het om bijvoorbeeld een taxi, aanpassingen aan een auto of bruikleen van een aangepaste auto. Een medewerker van de gemeente bepaalt per geval op basis van maatwerk waar behoefte aan is. Daarnaast maakt de professional een redelijkheidsoverweging. De kosten van de voorziening moeten in redelijke verhouding staan tot de baten. Tot slot geldt dat alleen de meerkosten boven de kosten voor het gebruik van regulier openbaar vervoer worden vergoed.
Met ‘de kosten van een voorziening moeten in redelijke verhouding staan tot de baten’ wordt bedoeld dat de investering in de werkplekaanpassing of vervoersvoorziening moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn wordt onder andere betrokken:
- •
de kosten van de voorziening
- •
de arbeidsovereenkomst in termen van omvang, duur in maanden/jaren en bepaalde/onbepaalde tijd
- •
de opbrengsten in termen van besparing op de uitkeringslasten en eventuele andere lasten (bijv. in het kader van de Wmo 2015) in relatie tot de kosten van de voorziening
Ten aanzien van lid 4.
Een meeneembare voorziening is een voorziening die kan worden meegenomen, met andere woorden de voorziening is niet aan de specifieke werkplek gebonden. We noemen dit ook wel dat de voorziening niet aard- en nagelvast is. Hoewel een werkgever de plicht heeft om zijn werknemers van deugdelijk materiaal te voorzien, kan het toch nodig en redelijk zijn om deze kosten als gemeente te dragen.
We maken dit in een voorbeeld duidelijk. In een aantal beroepen is het vanuit veiligheidsvoorschriften nodig dat er werkschoenen (met stalen neuzen) worden gedragen. De werkgever is verplicht om deze te verstrekken. Heeft een werknemer een zodanige beperking dat er een noodzaak bestaat tot het dragen van aangepast orthopedisch schoeisel, dan kunnen aangepaste orthopedische werkschoenen als een voorziening worden verstrekt.
In de Participatiewet wordt niet nader beschreven wat meeneembare voorzieningen zijn. Te denken valt aan de volgende type voorzieningen:
- •
Orthopedisch schoeisel;
- •
Orthesen t.b.v. extremiteiten;
- •
Hulpmiddelen voor alarmeren/signaleren;
- •
Hulpmiddelen bij het lezen (bijv. brailleleesregel, software);
- •
Hulpmiddelen bij het schrijven;
- •
Hulpmiddelen voor telecommunicatie;
- •
Handgereedschap;
- •
Meetinstrumenten;
- •
ADL2-hulpmiddelen (met name voor ernstige gewrichts- en neurologische aandoeningen).
Bovenstaande lijst met meeneembare voorzieningen is niet limitatief.
Ten aanzien van lid 4
Wanneer een intermediaire tolkvoorziening voor doven, slechthorenden of doofblinden noodzakelijk is om werk te krijgen of behouden, dan wordt aangesloten bij de ‘Landelijke regeling tolkdiensten 2019’.
Artikel 6.Hoogte van de kosten
In de rechtspraak wordt het maximeren van een vergoeding voor een voorziening in beginsel niet onredelijk geacht, maar aan de hand van de bijzondere omstandigheden van het concrete geval zal moeten worden beoordeeld of met de maximale vergoeding een niet alleen goedkoopste, maar ook adequate voorziening kan worden verleend.
Artikel 7.Voorziening in natura of in bruikleen
Zoals in de toelichting op artikel 4 al is aangegeven zal het in veel gevallen gaan om een financiële bijdrage. Het college kan ook besluiten de voorziening in natura te verstrekken. Op het moment dat de voorziening in natura wordt verstrekt is dit in eigendom. In afwijking hiervan kan het college besluiten de voorziening in bruikleen te verstrekken. De voorziening wordt niet eerder verstrekt dan nadat er met de aanvrager een bruikleenovereenkomst als bedoeld in artikel 7A:1777 van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan.
Artikel 8.De aanvraag
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 9.Besluit
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 10.Terugvordering
Het betreffende artikel over terugvordering is bedoeld om zorgvuldig en rechtvaardig om te gaan met situaties waarin een terugvordering noodzakelijk is. Hierbij wordt niet zomaar tot terugvordering overgegaan; er moet sprake zijn van omstandigheden die dit rechtvaardigen, zoals misbruik.
Bovendien wordt bij elke terugvordering een zorgvuldige afweging gemaakt om te voorkomen dat dit leidt tot onevenredig nadeel voor de belanghebbende. Dit betekent dat er rekening wordt gehouden met de persoonlijke en financiële situatie van de betrokkene en dat, waar mogelijk, maatwerk wordt toegepast. Op deze manier wordt een eerlijke en evenwichtige behandeling gewaarborgd.
Artikel 11.Citeertitel
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 12.Inwerkingtreding
Dit artikel spreekt voor zich.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl