Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726908
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726908/1
Algemene Subsidieregeling gemeente Het Hogeland
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Algemene Subsidieregeling gemeente Het HogelandHet college van burgemeester en wethouders van gemeente Het Hogeland;
gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Het Hogeland 2019 (verder: ASV)
besluit vast te stellen de Algemene Subsidieregeling gemeente Het Hogeland.
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1.1 Uitgangspunten
- 1.
Gelijkheid en transparantie
-
Een van de uitgangspunten van deze subsidieregeling is een eenduidig subsidiestelsel. Onder het mom van gelijke monniken, gelijke kappen worden activiteiten met een min of meer gelijke doelstelling op een gelijke manier worden gewaardeerd.
- 2.
Eenvoud
-
In de subsidieregeling streven wij naar eenvoudige regels en het beperken van de administratieve lasten voor zowel de aanvragers als de gemeente.
- 3.
Vertrouwen
-
Als uitgangspunt van het toekennen van subsidies tot € 5.000,00 hanteert de gemeente, conform de algemene subsidieverordening, het vertrouwen dat de activiteiten ook daadwerkelijk uitgevoerd worden waarvoor de subsidie is aangevraagd. De gemeente loopt hierbij het risico dat er subsidie onterecht wordt uitgekeerd. Dit risico wordt beperkt door het uitvoeren van steekproefcontroles. In plaats van het standaard vragen om een verantwoording, kiest de gemeente voor een ‘actieve meldingsplicht’ voor de aanvrager. Hiermee bedoelen wij, dat als de activiteiten waarvoor wij subsidie hebben gegeven niet doorgaan of ingrijpend wijzigen, de aanvrager dit aan ons door moet geven.
- 4.
Inclusief beleid
-
Met inclusief beleid wordt bedoeld dat er rekening wordt gehouden met de mogelijkheden en beperkingen van mensen. Inclusief beleid (en daaruit voortvloeiende activiteiten) sluit geen mensen uit, maar maakt participatie en meedoen voor iedereen mogelijk.
- 5.
Iedereen kan meedoen
-
Het verenigingsleven (zoals bijvoorbeeld sport-, zang-, dansverenigingen en andere verenigingen) worden niet gesubsidieerd. De gemeente heeft wel als uitgangspunt dat alle inwoners lid moeten kunnen zijn van een vereniging. Voor individuele mogelijkheden wordt verwezen naar het minimabeleid.
Artikel 1.2 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- 1.
Eigen vermogen: het vermogen van een organisatie, vermeld op de balans van een organisatie, niet zijnde vreemd vermogen en voorzieningen, onder aftrek van bestemmingsreserves, maar inclusief egalisatiereserves.
- 2.
Egalisatiereserve: het verschil tussen het vastgestelde subsidie en de kosten van de activiteiten waarvoor subsidie werd verleend komt ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve. De reserve wordt gevormd om tot een gelijkmatige verdeling van lasten te komen. De egalisatiereserve wordt gevormd uit exploitatieoverschotten om eventuele toekomstige tekorten op te vangen.
- 3.
Bestemmingsreserve: reserve ter dekking van een vooraf vastgestelde bestemming, passend binnen de doelstelling van de organisatie.
- 4.
Representatiekosten en vergoedingen: kosten die de organisatie maakt om de activiteit goed te presenteren, waar geen directe tegenprestatie aan verbonden is. Te denken valt aan bijvoorbeeld bedankjes, bloemen etc.
Artikel 1.3 Algemene Bepalingen
- 1.
Activiteiten waarvoor subsidie wordt verstrekt, moeten een openbaar karakter hebben. Onder een activiteit verstaan wij een gebeurtenis waaraan je deel kunt nemen of die je kunt bezoeken.
- 2.
Een subsidie wordt uitsluitend verleend aan rechtspersonen zonder winstoogmerk. Het college kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken.
- 3.
Subsidie wordt niet toegekend, indien de subsidieontvanger zelf over voldoende eigen vermogen beschikt voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Bij de beoordeling van de hoogte van het eigen vermogen, speelt de omvang van het eigen vermogen zonder bestemmingsreserve, maar met egalisatiereserve een belangrijke rol. Een uitzondering op deze regel vormen de organisaties waarmee afspraken zijn gemaakt over het reserveren van gelden voor grote, toekomstige noodzakelijke uitgaven.
- 4.
Subsidie is altijd een aanvulling op de eigen inkomsten van de organisatie. Eigen inkomsten van organisaties betreffen bijvoorbeeld contributies van leden, heffen van entree, zelfwerkzaamheid, fondsen, sponsoring, etc. De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van in welke mate de activiteit ten goede komt aan de inwoners van gemeente Het Hogeland, het aantal deelnemers en/of bezoekers en in hoeverre het aansluit bij gemeentelijk beleid.
- 5.
Representatiekosten en -vergoedingen, consumpties, reis- en verblijfskosten, cadeautjes, presentjes en prijzen, reisjes en uitstapjes worden niet gesubsidieerd.
- 6.
Overeenkomstig artikel 15, derde lid van de Algemene subsidieverordening Het Hogeland 2019 bevat een aanvraag tot vaststelling bij subsidies tussen € 50.000,00 - € 125.000,00:
- a.
Een inhoudelijk verslag waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht en aan de verplichtingen is voldaan;
- b.
Een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening), inclusief een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop, opgesteld door een onafhankelijke derde (bijvoorbeeld door een administratiekantoor of accountant);
- c.
Op subsidies van meer dan € 125.000,00 is artikel 15, eerste en tweede lid van de Algemene subsidieverordening van toepassing. Voor deze subsidies moet naast een inhoudelijk- en financieel verslag ook een controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijke accountant, worden ingediend.
Hoofdstuk 2 Veiligheid
Artikel 2.1 Bestrijding jeugdcriminaliteit
Doelstelling: De wettelijke taak om grensoverschrijdend gedrag van jongeren te bestraffen wordt voor het Ministerie van Justitie door Halt uitgevoerd. De gemeente heeft een belangrijke rol om de straftrajecten door preventieve maatregelen te voorkomen.
2.1.1 Subsidiecriteria
- a.
Bureau Halt dient bij de gemeente een voorstel voor een werkplan in;
- b.
Na goedkeuring van het werkplan door de gemeente, inventariseert Bureau Halt bij scholen voor het basis- en voortgezet onderwijs in gemeente Het Hogeland hun wensen voor deelname aan specifieke Halt-projecten, conform het Halt-aanbod;
- c.
Bureau Halt stelt op basis van deze inventarisatie een lijst op van alle gewenste projecten per school;
- d.
Bureau Halt zorgt voor:
- •
Het aanleveren van advies en cijfers;
- •
Afstemming met ketenpartners;
- •
Aansluiting bij jongeren/signaleringsoverleg.
- e.
De subsidie heeft betrekking op de preventieve taken van Bureau Halt.
2.1.2 Subsidienormen
- a.
Bureau Halt ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De hoogte van het subsidiebedrag vloeit voort uit de vooraf gemaakte afspraken tussen Bureau Halt en de gemeente inzake de werkzaamheden die Bureau Halt verricht om de gemeentelijke doelstellingen te behalen.
Artikel 2.2 Discriminatie
Doelstelling: De Wet gemeentelijke anti-discriminatievoorzieningen heeft als doel dat eenieder toegang heeft tot een laagdrempelige gemeentelijke voorziening die klachten over discriminatie behandeld. Iedere gemeente is wettelijk verplicht om een laagdrempelige, onafhankelijke voorziening in te stellen, waar burgers terecht kunnen met klachten over discriminatie.
2.2.1 Subsidiecriteria
- a.
Het antidiscriminatiebureau geeft aan personen, die een klacht hebben over discriminatie, onafhankelijk advies en verleent ondersteuning bij de afwikkeling van die klacht;
- b.
Het antidiscriminatiebureau registreert en rapporteert de klachten, zodat de gemeente weet wat er speelt op het gebied van discriminatie;
- c.
Voorafgaand aan het subsidiejaar bespreekt de gemeente met het antidiscriminatiebureau het aanbod voor de gemeente;
- d.
De gemaakte afspraken worden vastgelegd in de beschikking.
2.2.2 Subsidienormen
- a.
Het antidiscriminatiebureau ontvangt een jaarlijkse subsidie op basis van de vooraf gemaakte afspraken. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De subsidie bestaat uit een bedrag per inwoner. Als peildatum wordt gehanteerd 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Artikel 2.3 Slachtofferhulp
Doelstelling: het bieden van praktische, juridische en psychosociale ondersteuning van slachtoffers, betrokkenen, getuigen en nabestaanden van rampen of calamiteiten, misdrijven, verkeersongevallen, vermissingen en (online) fraude.
2.3.1 Subsidiecriteria
- a.
Het gratis hulp bieden en verlenen aan slachtoffers, betrokken, getuigen en nabestaanden van:
- •
Geweldsmisdrijven zoals moord, doodslag, zware mishandeling, gijzeling, mensenroof en huiselijk geweld;
- •
Zedenmisdrijven zoals verkrachting, incest, aanranding;
- •
Stalking/bedreiging;
- •
Oplichting / (online) fraude;
- •
Vermogensdelicten als diefstal met geweld en woninginbraken;
- •
Bedrijfsongevallen;
- •
Vermissing;
- •
Verkeersongelukken met dodelijke afloop of lichamelijk letsel;
- •
Zelfdoding;
- •
Ramp/crisis;
- •
Lijkvinding;
- •
Overvallen;
- •
Grensoverschrijdend gedrag.
2.3.2 Subsidienormen
- a.
Slachtofferhulp Nederland ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De subsidie bestaat uit een bedrag per inwoner. Als peildatum wordt gehanteerd 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Hoofdstuk 3 Bereikbaarheid
[GERESERVEERD]
Voor dit hoofdstuk zijn (nog) geen subsidieregels van toepassing.
Hoofdstuk 4 Economie & Werkgelegenheid
Artikel 4.1 Toeristische Regiomarketingorganisatie
Doelstelling: het doel van de toeristische regiomarketingorganisatie is om meer toeristen naar Het Hogeland te trekken die langer verblijven en meer besteden. Hier wordt gebruik gemaakt van het vermarkten van het Kleine Geluk. De organisatie verbindt ondernemers om elkaar te versterken.
4.1.1 Subsidiecriteria
- a.
De toeristische regiomarketingorganisatie voor Het Hogeland is verantwoordelijk voor de toeristische informatievoorziening;
- b.
De toeristische regiomarketingorganisatie voor Het Hogeland is verantwoordelijk voor de regiomarketing waaronder het vermarkten van het Kleine Geluk, realiseren hotspots, sleutelervaringen;
- c.
De toeristische regiomarketingorganisatie voor Het Hogeland is verantwoordelijk voor de toeristische productontwikkeling zoals aangegeven in het plan voor de toeristische regiomarketingorganisatie;
- d.
De toeristische regiomarketingorganisatie voor Het Hogeland zorgt voor een aantoonbaar draagvlak bij ondernemers (taakstellend substantiële financiële bijdrage van ondernemers);
- e.
Er wordt maximaal één toeristische regiomarketingorganisatie in de gemeente gesubsidieerd.
4.1.2 Subsidienormen
- a.
De toeristische regiomarketingorganisatie ontvangt een jaarlijkse subsidie;
- b.
De subsidie dient voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- c.
Twee maal per jaar is er bestuurlijke afstemming tussen het bestuur van de gemeente en het bestuur van de toeristische regiomarketingorganisatie;
- d.
Het maximale subsidiebedrag wordt jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting.
Hoofdstuk 5 Leefbaarheid & Voorzieningen Artikel 5.1 Activiteitensubsidie
Doelstelling: het stimuleren van activiteiten die een (sociale) meerwaarde hebben voor de lokale samenleving en kwetsbare inwoners in het bijzonder.
5.1.1 Subsidiecriteria
- a.
De activiteit is gericht op het stimuleren van sociaal/maatschappelijke, educatieve, sportieve en/of culturele activiteiten;
- b.
De activiteit is openbaar toegankelijk;
- c.
De activiteit dient een bijdrage te leveren aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente;
- d.
De activiteit is voldoende duidelijk en concreet;
- e.
Subsidie moet voorafgaand aan de activiteit worden aangevraagd met een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid;
- f.
De aanvraag kan niet worden gesubsidieerd uit het dorpsbudget;
- g.
Voor culturele activiteiten geldt bovendien dat de nadruk moet liggen op amateurkunst en dat de activiteit voldoet aan tenminste één van de in de Cultuurvisie gemeente Het Hogeland genoemde doelstellingen:
- •
Overal cultuur van en voor iedereen: breed aanbod voor verschillende doelgroepen;
- •
Verbinding en/of de activiteit wordt uitgevoerd door verschillende samenwerkende partijen en/of de activiteit is een cross-over met andere beleidsdomeinen;
- •
Vernieuwing en/of de activiteit product levert een bijdrage aan de vernieuwing van het culturele klimaat in de gemeente Het Hogeland;
- •
Cultureel ondernemerschap, culturele profilering en citymarketing: de activiteit is van betekenis voor de uitstraling van de gemeente op cultureel en /of promotioneel oogpunt en/of de activiteit is gericht op kennisuitwisseling, trainingen, workshops en cursussen voor culturele organisaties in samenwerking met initiatieven en de toeristische en economische sector.
5.1.2 Subsidienormen
- a.
Subsidie is altijd een aanvulling op de eigen inkomsten van de organisatie. Eigen inkomsten van organisaties betreffen bijvoorbeeld contributies van leden, heffen van entree, zelfwerkzaamheid, fondsen, sponsoring, etc. De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van in welke mate de activiteit ten goede komt aan de inwoners van gemeente Het Hogeland, het bereik van de activiteit (alleen de eigen kern of meerdere kernen), het aantal deelnemers en/of bezoekers en in hoeverre het aansluit bij gemeentelijk beleid. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Bij de subsidiabele kosten mag maximaal 7,5% van de begroting als post onvoorzien gerekend worden;
- b.
Representatiekosten en – vergoedingen, consumpties, reis- en verblijfskosten, cadeautjes, presentjes en prijzen, reisjes en uitstapjes vallen onder niet subsidiabele kosten;
- c.
De subsidie bedraagt maximaal € 1.000,00.
5.1.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor sociaal/maatschappelijke, educatieve en sportieve activiteiten is het subsidieplafond Leefbaarheid van toepassing.
- b.
Voor culturele activiteiten is het subsidieplafond Kunst & Cultuur van toepassing.
- c.
De subsidieplafonds worden jaarlijks door het college vastgesteld.
- d.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.2 Evenementensubsidie
Doelstelling: Evenementen zijn belangrijk voor (de inwoners van) gemeente Het Hogeland. Ze dragen bij aan de levendigheid van de gemeente, trekken bezoekers van buitenaf en zorgen voor een prettige leefomgeving. Een evenement wordt gezien als een voor publiek toegankelijke vertoning of gebeurtenis die doelbewust georganiseerd is en gericht is op een relatief groot publiek.
5.2.1 Subsidiecriteria
- a.
Het evenement is openbaar toegankelijk en vindt hoofdzakelijk binnen de gemeentegrenzen plaats;
- b.
Het evenement levert een bijdrage aan de vergroting van de diversiteit van het aanbod in de gemeente en heeft een onderscheidend karakter ten opzichte van andere evenementen;
- c.
Het evenement heeft een grote uitstraling en levert een positieve bijdrage aan het imago van gemeente Het Hogeland;
- d.
Het plan moet deugdelijk zijn met aandacht voor marketing en communicatie;
- e.
Uit de begroting moet duidelijk blijken welke opbrengsten (ook van andere financiers) en uitgaven het evenement met zich meebrengt en dat er een financiële noodzaak tot een subsidieaanvraag is;
- f.
Subsidie moet voorafgaand aan het evenement worden ingediend met een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid;
- g.
Voor evenementen die gericht zijn op cultuur geldt bovendien dat de nadruk moet liggen op amateurkunst en dat het evenement voldoet aan tenminste één van de in de Cultuurvisie gemeente Het Hogeland genoemde doelstellingen:
- •
Overal cultuur van en voor iedereen: breed aanbod voor verschillende doelgroepen;
- •
Verbinding en/of de activiteit wordt uitgevoerd door verschillende samenwerkende partijen en/of de activiteit is een cross-over met andere beleidsdomeinen;
- •
Vernieuwing en/of de activiteit product levert een bijdrage aan de vernieuwing van het culturele klimaat in de gemeente Het Hogeland;
- •
Cultureel ondernemerschap, culturele profilering en citymarketing: de activiteit is van betekenis voor de uitstraling va de gemeente op cultureel en /of promotioneel oogpunt en/of de activiteit is gericht op kennisuitwisseling, trainingen, workshops en cursussen voor culturele organisaties in samenwerking met initiatieven en de toeristische en economische sector.
5.2.2 Subsidienormen
- a.
Subsidie wordt verleend als bijdrage in de kosten die direct betrekking hebben op het evenement, zoals artiesten, accommodatie, organisatie, materiaal en communicatie. Kosten in verband met verstrekking van consumpties, catering, reis- en verblijfskosten, cadeaus, presentjes en prijzen zijn niet subsidiabel;
- b.
De hoogte van de subsidie wordt mede bepaald door het aantal verwachte bezoekers- en /of deelnemersaantallen, verwachte herkomst van bezoekers (lokaal/regionaal/provinciaal/(inter)nationaal) en verwachte mediabelangstelling (lokaal/regionaal/provinciaal/(inter)nationaal).
5.2.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor evenementen die specifiek gericht zijn op kunst en cultuur is het subsidieplafond Kunst & Cultuur van toepassing;
- b.
Voor alle overige evenementen is het subsidieplafond Leefbaarheid van toepassing;
- c.
De subsidieplafonds worden jaarlijks door het college vastgesteld;
- d.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.3 Dorpsbelangen
Doelstelling: het bevorderen van de leefbaarheid in de dorpen en belangenbehartiging voor de inwoners.
5.3.1 Subsidiecriteria
- a.
Blijkens de statutaire doelstelling is de vereniging (of stichting) voor dorpsbelangen opgericht voor en door de inwoners van een van de dorpen van gemeente Het Hogeland;
- b.
Per dorpskern komt slechts één vereniging voor dorpsbelangen in aanmerking;
- c.
De subsidie moet aangewend worden ten behoeve van de belangenbehartigingsfunctie en/of voor het uitvoeren van activiteiten;
- d.
Indien een vereniging voor dorpsbelangen gebruik maakt van commissies of sub verenigingen voor de uitvoering van werkzaamheden dan geldt dat alleen de overkoepelende vereniging, dat is de vereniging voor dorpsbelangen, in aanmerking komt voor subsidie.
5.3.2 Subsidienormen
- a.
Een vereniging (of stichting) voor dorpsbelangen komt in aanmerking voor een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het aantal inwoners die de vereniging behartigt:
- 1.
Voor dorpen met minder dan 250 inwoners bedraagt de subsidie maximaal € 250,00;
- 2.
Voor dorpen van 250-500 inwoners bedraagt de subsidie maximaal € 400,00;
- 3.
Voor dorpen van 501-1000 inwoners bedraagt de subsidie maximaal € 600,00;
- 4.
Voor dorpen van 1001 - 2500 inwoners bedraagt de subsidie maximaal € 800,00;
- 5.
Voor dorpen boven de 2500 inwoners bedraagt de subsidie maximaal € 1.000,00.
- b.
Als peildatum wordt gehanteerd 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft;
- c.
Vereniging Groninger Dorpen ontvangt een jaarlijkse subsidie.
Artikel 5.4 Dorpsfeesten
Doelstelling: het versterken van de verbinding tussen de dorpsbewoners.
5.4.1 Subsidiecriteria
- a.
Een organisatie die een dorpsfeest organiseert kan in aanmerking komen voor een subsidie. Hiertoe kan een aanvraag eenmalige subsidie Leefbaarheid worden ingediend;
- b.
Per dorpskern wordt slechts één aanvraag per jaar gehonoreerd. Indien meerdere organisaties in een dorp een dorpsfeest wil organiseren is samenwerking aan te raden;
- c.
De activiteiten zijn openbaar voor alle dorpsbewoners.
5.4.2 Subsidienormen
- a.
Voor het organiseren van een dorpsfeest bedraagt de subsidie maximaal € 1.000,00;
- b.
De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Bij de subsidiabele kosten mag maximaal 7,5% van de begroting als post onvoorzien gerekend worden.
5.4.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor het organiseren van dorpsfeesten geldt het subsidieplafond Leefbaarheid;
- b.
Het subsidieplafond Leefbaarheid wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.5 Herdenkingen en viering nationale feestdagen
Doelstelling: het stimuleren van deelname aan de nationale dodenherdenking, de razzia, Bevrijdingsdag en Koningsdag.
5.5.1 Subsidiecriteria
- a.
De activiteiten die worden georganiseerd in het kader van de nationale dodenherdenking, de razzia, Bevrijdingsdag en Koningsdag komen in aanmerking voor een subsidie. Hiertoe kan voorafgaand aan de festiviteit of herdenking een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid worden ingediend;
- b.
Per dorpskern wordt slechts één aanvraag per festiviteit of herdenking gehonoreerd. Indien meerdere organisaties in een dorp festiviteiten wil organiseren is samenwerking aan te raden;
- c.
De activiteiten zijn openbaar voor alle dorpsbewoners.
5.5.2 Subsidienormen
- a.
Voor het organiseren van festiviteiten rondom Koningsdag en/of Bevrijdingsdag bedraagt de subsidie maximaal € 500,00;
- b.
Voor het organiseren van een herdenking op 4 mei of de razzia bedraagt de subsidie maximaal € 700,00.
5.5.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie viering nationale feestdagen en herdenkingen geldt het subsidieplafond Leefbaarheid;
- b.
Het subsidieplafond Leefbaarheid wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.6 Sinterklaasviering
Doelstelling: een bijdrage leveren aan de sociale cohesie in het dorp door het organiseren van een Sinterklaasintocht.
5.6.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die zich bezig houden met het organiseren van een Sinterklaasintocht in de kernen van gemeente Het Hogeland komen in aanmerking voor een subsidie. Hiertoe wordt voorafgaand aan de activiteit een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid ingediend;
- b.
De Sinterklaasintocht is toegankelijk voor alle dorpsbewoners.
5.6.2 Subsidienormen
- a.
De subsidie bedraagt maximaal € 250,00.
5.6.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor het organiseren van Sinterklaasintochten geldt het subsidieplafond Leefbaarheid;
- b.
Het subsidieplafond Leefbaarheid wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.7 Jaarwisselingsfeesten
Doelstelling: het stimuleren van feestelijke en veilige jaarwisselingsfeesten in de dorpen van Het Hogeland.
5.7.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die zich bezig houden met het organiseren van een jaarwisselingsfeest komen in aanmerking voor een subsidie. Hiertoe wordt voorafgaand aan de activiteit een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid ingediend;
- b.
De activiteit vindt plaats tijdens de jaarwisseling (31 december - 1 januari);
- c.
Het feest is toegankelijk voor alle (dorps)bewoners;
- d.
De activiteit richt zich op het bevorderen van een feestelijke en veilige oudejaarsdag en nieuwjaarsnacht en het versterken van de saamhorigheid in het dorp;
- e.
Per dorpskern wordt één aanvraag gehonoreerd.
5.7.2 Subsidienormen
- a.
De hoogte van de subsidie is 70% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 5.000,00. Alleen redelijkerwijs noodzakelijke kosten die rechtstreeks verband houden met de activiteit zijn subsidiabel;
- b.
De hoogte van de subsidie wordt mede bepaald door de positieve impact op het voorkomen van overlast en het bevorderen van de openbare orde;
- c.
De organisatie stemt het feest af in samenwerking met de teams vergunningverlening en openbare orde & veiligheid.
5.7.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie jaarwisselingsfeesten geldt het subsidieplafond Jaarwisselingsfeesten;
- b.
Het subsidieplafond Jaarwisselingsfeesten wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Indien er in een dorpskern meerdere aanvragers zijn en samenwerking niet mogelijk is geldt de volgende verdeling:
- •
Voor aanvragen die voor 1 oktober zijn ingediend vindt verstrekking plaats in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking;
- •
Bij de rangschikking van de aanvragen bepaalt het college voorrang op basis van:
- 1.
De mate waarin de organisatie verantwoordelijkheid neemt, dat leidt tot bescherming van de openbare orde;
- 2.
De mate waarin jongeren worden betrokken bij het organiseren van het feest.
- •
Voor aanvragen die na 1 oktober worden ingediend vindt verstrekking van subsidie plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.8 Carnaval
Doelstelling: het bevorderen van de beleving van carnaval.
5.8.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die zich bezig houden met het organiseren van carnaval komen in aanmerking voor een jaarlijkse subsidie. Deze jaarlijkse subsidie is voor alle activiteiten in het kader van carnaval gedurende het hele jaar;
- b.
De festiviteiten zijn openbaar toegankelijk.
5.8.2 Subsidienorm
- a.
Carnavalsverenigingen komen voor hun activiteiten in aanmerking voor een subsidie van maximaal € 2.250,00;
- b.
De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.
Artikel 5.9 Sport en bewegen
Doelstelling: het stimuleren en ontwikkelen van de sport- en beweegdeelname.
5.9.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die jaarlijks een aantal sport- en/of beweegactiviteiten met een stimulerend karakter hebben, kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Deze organisaties moeten zich richten op een brede doelgroep, een algemeen karakter hebben en tot doel hebben mensen te stimuleren sportief bezig te zijn. Hiertoe kan een aanvraag eenmalige subsidie Leefbaarheid worden ingediend;
- b.
Activiteiten op het gebied van sport en bewegen gericht op doelgroepen ouderen, jongeren en mensen met een beperking kunnen in aanmerking komen voor subsidie voor ten hoogste twee jaren. Met name activiteiten die in samenwerking tussen sportverenigingen, welzijnsinstellingen en eventueel ook een verbinding met het onderwijs en andere aanpalende beleidsterreinen hebben, worden gestimuleerd. Na het tweede jaar moet de activiteit zonder gemeentelijke subsidie door kunnen gaan;
- c.
Speciale sportevenementen, toernooien en wedstrijden die van belang zijn om de sportbeoefening in gemeente Het Hogeland te stimuleren of met een (boven) regionale uitstraling voor de gemeente kunnen voor subsidie in aanmerking komen.
5.9.2 Subsidienormen
- a.
De hoogte van de subsidie wordt mede bepaald door het aantal verwachte deelnemers, het bereik en toegankelijkheid van de activiteit (een of meerdere doelgroepen) en in hoeverre het aansluit bij gemeentelijk beleid.
5.9.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de sportactivering subsidie geldt het subsidieplafond Sport;
- b.
Het subsidieplafond Sport wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 5.10 Dorpshuizen
Doelstelling: dorpshuizen maken ontmoeting van dorpsbewoners mogelijk door het aanbieden van een ruimte aan initiatieven uit de samenleving. Ze zijn belangrijk voor de leefbaarheid, bieden onderdak aan het verenigingsleven, hebben een sociale ontmoetingsfunctie, bieden een plek dichtbij de inwoners en zijn een partner in het creëren van algemene of collectieve voorzieningen binnen het sociaal domein.
5.10.1 Subsidiecriteria
- a.
Het dorpshuis is een openbare gelegenheid, in beginsel toegankelijk voor iedereen;
- b.
Het dorpshuis is multifunctioneel en meerdere partijen in het dorp kunnen er gebruik van maken;
- c.
Vrijwilligers besturen het dorpshuis;
- d.
De nadruk ligt op het aanbieden van ruimten aan verenigingen en het beschikbaar stellen ervan voor andere dorpsactiviteiten of activiteiten in het kader van het sociaal domein;
- e.
Het bestuur van het dorpshuis heeft een rechtsvorm zonder winstoogmerk (vereniging of stichting);
- f.
Het uitgangspunt is één dorpshuis per dorp;
- g.
Dorpshuizen die door de gemeente erkend zijn, kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Deze dorpshuizen staan op de overzichtslijst, bijlage 1 van het Dorpshuizenbeleid 2024-2028.
5.10.2 Subsidienormen
- a.
Subsidiecomponenten:
- 1.
Basissubsidie: een vrij besteedbare subsidie voor het dorpshuis. De subsidie is afhankelijk van de gebruiksoppervlakte van het gebouw van het dorpshuis en bedraagt per kalenderjaar:
- •
€ 3.000,00 voor dorpshuizen met een gebruiksoppervlakte tot 400 m2;
- •
€ 3.500,00 voor dorpshuizen met een gebruiksoppervlakte van 400 m2 tot 700 m2;
- •
€ 4.000,00 voor dorpshuizen met een gebruiksoppervlakte van 700 m2 of meer.
- 2.
Maatwerksubsidie: subsidieert het verschil tussen de inkomsten en uitgaven van het dorpshuis.
- •
De maatwerksubsidie bedraagt maximaal € 2.500,00 per jaar;
- •
De maatwerksubsidie wordt bepaald door het verschil tussen de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt ingediend. Hiertoe dient aanvrager een afschrift van de jaarrekening te overleggen.
- 3.
Plus subsidie: een subsidie voor dorpshuizen waarbij sprake is van kostenverhogende factoren. Voorbeelden zijn de aanwezigheid van een gymzaal of een monumentale status.
- •
De plus subsidie bedraagt € 1.000,00 per kalenderjaar. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten kostenverhogende factoren.
- b.
De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.
Artikel 5.11 Thuiskamers en ontmoetingspunten
Doelstelling: bevorderen van de leefbaarheid in de kernen door middel van een thuiskamer of ontmoetingspunt.
5.11.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie wordt beheerd en geëxploiteerd door een non-profit rechtspersoon;
- b.
De organisatie heeft draagvlak in het dorp. Dit houdt in dat er vanuit de bevolking een bestuur kan worden gevormd en dat er voldoende deelnemers zijn die gebruik maken van de voorziening;
- c.
Er is sprake van een specifiek activiteitenaanbod voor doelgroepen;
- d.
De thuiskamer/ontmoetingspunt is door de gemeente erkend.
5.11.2 Subsidienormen
- a.
De hoogte van de subsidie is 75% van de vaste lasten en activiteitenkosten met een maximum van € 3.500,00;
- b.
Thuiskamers/ontmoetingspunten ontvangen een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.
Artikel 5.12 Zeemanshuis
Doelstelling: het aanbieden van ruimte en faciliteiten waar zeelieden en (internationale) vrachtwagenchauffeurs zich kunnen ontspannen en contact kunnen leggen met het thuisfront.
5.12.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die ruimte en faciliteiten beschikbaar stellen waar zeelieden en (internationale) vrachtwagenchauffeurs zich kunnen ontspannen, kunnen voor een subsidie in aanmerking komen;
- b.
De organisatie wordt gerund door vrijwilligers en er is geen sprake van commerciële bedrijfsvoering;
- c.
De organisatie biedt de mogelijkheid dat zeelieden op een professionele wijze worden bijgestaan (bijvoorbeeld door een pastor).
5.12.2 Subsidienormen
- a.
Een organisaties die aan bovenstaande criteria voldoet komt in aanmerking voor een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De subsidie bedraagt maximaal € 1.500,00.
Artikel 5.13 Zwembaden
Doelstelling: het in stand houden van de (openlucht)zwembaden in de gemeente met als doel om de inwoners te stimuleren om te (blijven) bewegen.
5.13.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die een (openlucht)zwembad in de gemeente exploiteren, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie;
- b.
Het zwembad dient voor zowel recreatief gebruik als voor het aanbieden van zwemlessen.
5.13.2 Subsidienormen
- a.
De zwembaden ontvangen een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
Het maximale subsidiebedrag wordt jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting.
5.13.3 Subsidieverantwoording
- a.
Overeenkomstig artikel 15 derde lid van de Algemene subsidieverordening hoeven zwembaden, die meer dan € 125.000 subsidie ontvangen, geen controleverklaring, opgesteld door een onafhankelijk accountant, aan te leveren;
- b.
Voor de subsidieverantwoording is enkel artikel 1.3, zesde lid onder a en b van de Algemene subsidieregeling van toepassing.
Kunst & Cultuur
Artikel 5.14 Muziekverenigingen
Doelstelling: een bijdrage leveren aan het culturele klimaat in de gemeente middels een vrijetijdsbesteding en het bevorderen van sociale contacten.
5.14.1 Subsidiecriteria
- a.
Onder muziekverenigingen wordt verstaan amateurblaasmuziekorkesten en slagwerkensembles met of zonder majorettegroepen;
- b.
Onder een zelfstandige eenheid wordt verstaan:
- •
Blaasorkesten zoals harmonieën, fanfares, brassbands, bigbands, blaaskapellen
- •
Mars- en showorkesten, bestaande uit slagwerk en/of blaasinstrumenten, zoals drumfanfares, showbands, drum- en malletbands, tamboer-, fluit-, lyra-, pijper- en jachthoornkorpsen;
- •
Majorette-, twirl- en color guardgroepen.
- c.
Majorette-, twirl- en color quard verenigingen, die geen onderdeel uitmaken van een muziekvereniging, komen niet in aanmerking voor subsidie;
- d.
Muziekverenigingen dienen minimaal tweemaal per jaar kosteloos een openbaar optreden te verzorgen in de gemeente. Hiertoe behoren in ieder geval de optredens met een maatschappelijk belang zoals een 4 mei herdenking of Sinterklaasintocht.
5.14.2 Subsidienormen
- a.
De structurele subsidie voor muziekverenigingen bedraagt maximaal 50% van het totaalbedrag opgebouwd uit de onderstaande componenten:
- •
Vereniging met een zelfstandige eenheid: € 1.163,00
- •
Vereniging met twee zelfstandige eenheden: € 1.735,00
- •
Verenigingen met drie of meer zelfstandige eenheden: € 2.176,00
- •
Bijdrage instrument per lid (maximaal 1) € 106,00
- •
Bijdrage honorarium dirigent: 30% met een maximum van € 1.500,00
- •
Bijdrage huur accommodatie: 50% met een maximum van € 500,00
- b.
Er wordt geen bijdrage verstrekt in de opleidingskosten, aanschaf muziekinstrumenten en kostuums;
- c.
Er wordt geen bijdrage verstrekt in de kosten van deelname aan wedstrijden;
- d.
Muziekverenigingen ontvangen een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.
Artikel 5.15 Cultuureducatie
Doelstelling: het bieden van een zo breed mogelijk aanbod van cultuureducatie (= muziekonderwijs, kunsteducatie, streektaal, erfgoededucatie en theater) waarbij leerlingen in de gelegenheid worden gesteld zich te oriënteren op hun culturele interesses en culturele mogelijkheden.
5.15.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisatie die cultuurlessen (m.u.v. Kunst- en Cultuurcentrum Hogeland) voor minderjarigen in de gemeente verzorgen, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie. Subsidie kan aangevraagd worden met het aanvraagformulier activiteiten- en evenementen subsidie;
- b.
Activiteiten voor binnen schoolse cultuureducatie (die niet door Kunst- en Cultuurcentrum Hogeland worden georganiseerd) kunnen worden ingediend door de school/scholen en/of door de uitvoerder van de activiteit, waarbij duidelijk is dat de vraag bij de school vandaan komt. Subsidie kan aangevraagd worden met een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid;
- c.
Kunst- en Cultuurcentrum Hogeland ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.
- •
De subsidie wordt verstrekt voor cultuurlessen voor minderjarigen in de gemeente;
- •
Het aanbieden van een basispakket van producten en diensten afgestemd op de behoefte van de bevolking, waarbij rekening wordt gehouden met verschillende doelgroepen, met name die groepen voor wie toegang tot het cultuuronderwijs niet vanzelfsprekend is;
- •
Ter bepaling van het lesaanbod staat de vraag van de klant centraal, waarbij de vraag van niet-leden eveneens in overweging wordt genomen;
- •
Het structurele aanbod voor binnen schoolse cultuureducatie is tot stand gekomen in overleg met de scholen. Het aanbod is vraaggericht;
- •
Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland stelt zich actief op om de interne organisatie, en daarmee het lesaanbod, te flexibiliseren. Samenwerking met andere organisaties in de regio moet leiden tot efficiëntievoordelen dan wel tot kwaliteitsverbetering en idealiter tot beide;
- •
Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland draagt er zorg voor dat het publiek in voldoende mate op de hoogte is van de activiteiten van het kunstencentrum;
- •
Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland stimuleert de belangstelling voor jeugd voor cultuur, onder andere door het actief bereik onder basisschoolkinderen in de gemeente Het Hogeland te vergroten;
- •
Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland neemt deel aan diverse relevante lokale netwerken en participeert in lokale ontwikkelingen zover deze relevant zijn voor het bereiken van gemeentelijke doelen voor het cultuuronderwijs;
- •
Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland dient aantoonbaar inhoud te geven aan de gemeentelijke doelstellingen van de Cultuurvisie. Dit komt tot uitdrukking in het jaarverslag. Tevens stelt zij, in overleg met de gemeente, een beleidsplan op.
5.15.2 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie cultuureducatie (m.u.v. Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland) geldt het subsidieplafond Kunst & Cultuur;
- b.
Het subsidieplafond Kunst & Cultuur wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
- d.
Kunst- en Cultuurcentrum Het Hogeland ontvangt een jaarlijkse subsidie. Het maximale subsidiebedrag wordt jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting.
Artikel 5.16 Bibliotheek
Doelstelling: Op grond van de “Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen” is de gemeente verantwoordelijk voor het lokale bibliotheekwerk. Het bibliotheekwerk omvat de volgende functies, die bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen voor de inwoners van de gemeente:
- a.
Ter beschikking stellen van kennis en informatie;
- b.
Het bieden van mogelijkheden tot ontwikkeling en educatie;
- c.
Het bevorderen van lezen en het laten kennismaken met literatuur;
- d.
Het organiseren van ontmoeting en debat;
- e.
Het laten kennis maken met kunst en cultuur.
5.16.1 Subsidiecriteria
- a.
Er vindt minimaal één keer per jaar een overleg plaats tussen de bibliotheekvoorziening en de gemeente. Specifieke afspraken worden meegenomen in de beschikking;
- b.
De bibliotheekvoorziening draagt ervoor zorg dat, conform de doelstelling van de subsidie, de volgende taken/activiteiten worden uitgevoerd, waarbij de prioriteit ligt bij kennis bevordering:
- •
Het aanbieden van een basispakket van producten en diensten afgestemd op de behoefte van de bevolking waarbij rekening wordt gehouden met verschillende doelgroepen, met name die groepen voor wie de toegang tot cultuur en informatie niet vanzelfsprekend is;
- •
Voor de invulling van het basispakket zijn de landelijke richtlijnen maatgevend;
- •
Ter bepaling van de collectie staat de vraag van de klant centraal, waarbij de vraag van niet-abonnementhouders eveneens in overweging wordt genomen;
- •
De bibliotheekvoorziening spant zich in om het aantal gebruikers te vergroten;
- •
Het beheer van een bibliotheekvoorziening en het beheer en onderhoud van de bibliotheekcollectie, alsmede het aanvullen en registreren van deze collectie;
- •
Het op een laagdrempelige en stimulerende manier toegankelijk maken van de collectie voor het publiek;
- •
Een voor het publiek toegankelijke aansluiting op internet;
- •
De bibliotheekvoorziening neemt deel aan diverse relevante lokale netwerken en participeert in lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen zover die relevant zijn voor het bereiken van gemeentelijke doelen voor het bibliotheekwerk;
- •
De bibliotheekvoorziening stelt zich actief op in het proces van bibliotheekvernieuwing, waarbij samenwerking met bibliotheken in de regio moet leiden tot efficiëntievoordelen dan wel tot kwaliteitsverbetering en idealiter tot beide;
- •
De bibliotheekvoorziening draagt er zorg voor dat het publiek in voldoende mate op de hoogte is van de activiteiten van de bibliotheek;
- •
De bibliotheekvoorziening stimuleert de belangstelling van de jeugd voor lezen o.a. door een aanbod aan de basisscholen in de gemeente Het Hogeland;
- •
Op basis van de Producten- en diensten Catalogus van de bibliotheekvoorziening maakt de gemeente afspraken over welke producten en diensten we in het betreffende jaar van de bibliotheekvoorziening afnemen. Op basis van de afname van de diensten- en producten, dient de bibliotheekvoorziening hun verantwoording in.
5.16.2 Subsidienormen
- a.
De bibliotheekvoorziening ontvangt een jaarlijkse subsidie. Het maximale subsidiebedrag wordt jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting;
- b.
De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
Artikel 5.17 Media, de lokale omroep
Doelstelling: Het Commissariaat voor de Media (CvdM) is de instantie die een lokale omroep aanwijst. Een omroep moet voldoen aan de eisen die de Mediawet stelt en een lokaal toereikend media-aanbod verzorgen. Per gemeente mag slechts een lokale omroep actief zijn. Gemeente hebben de zorgplicht voor de bekostiging van de eigen lokale publieke omroep.
5.17.1 Subsidiecriteria:
- a.
De gemeente zorgt voor de bekostiging van het functioneren van de lokale omroep onder de voorwaarde dat de gemeenteraad het Commissariaat voor de Media positief heeft geadviseerd over de aanwijzingsaanvraag;
- b.
De bekostiging betreft de vergoeding van de kosten die rechtstreeks verband houden met het verzorgen van het media-aanbod en wel zodanig dat in een lokaal toereikend media-aanbod kan worden voorzien en de continuïteit van bekostiging is gewaarborgd;
- c.
Het programma van de lokale omroep moet gericht zijn op de bevrediging van de maatschappelijke behoeften die in een gemeente leven en het programma moet bestemd zijn voor de inwoners van de gemeente. De inhoud van het programma van de lokale omroep moet voldoen aan de eisen van de Mediawet;
- d.
De lokale omroep bepaalt, met inachtneming van de Mediawet, vorm en inhoud van het media-aanbod en is daar verantwoordelijk voor;
- e.
De lokale omroep kan geen extra middelen aanvragen bij de gemeente wanneer de lokale omroep specifieke onderwerpen wil belichten. Dit kan alleen wanneer de gemeente zelf een extra opdracht verstrekt aan een partij zoals de lokale omroep.
5.17.2 Subsidienormen
- a.
De lokale omroep ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De subsidie bestaat uit een richtsnoerbedrag per huishouden. Het richtsnoerbedrag is het bedrag dat het rijk via het gemeentefonds aan gemeenten ter beschikking stelt voor de financiering van de lokale omroep. Het richtsnoerbedrag wordt jaarlijks bepaald. De peildatum voor het bedrag en huishouden is 1 januari van het desbetreffende jaar.
Cultureel erfgoed
Artikel 5.18 Molens
Doelstelling: het behouden van de molens in gemeente Het Hogeland.
5.18.1 Subsidiecriteria
- a.
Het beheer, onderhoud en exploitatie van de molen ligt in handen van een stichting.
5.18.2 Subsidienormen
- a.
Stichtingen die het beheer, onderhoud en exploitatie van molens verzorgen, komen in aanmerking voor een jaarlijkse subsidie van maximaal € 5.900,00 per molen.;
- b.
De subsidie dient voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd.
Artikel 5.19 Musea
Doelstelling: musea die laagdrempelig en stimulerend toegankelijk zijn voor een breed publiek met als specifieke subdoelstelling dat zij een educatieve en maatschappelijk vormende bijdrage leveren voor met name de doelgroep jongeren.
5.19.1 Subsidiecriteria
- a.
Op een laagdrempelige en stimulerende manier toegankelijk houden van de vaste collectie aan het publiek;
- b.
Minimaal eens per jaar een tijdelijke expositie organiseren over een thema dat een relatie heeft met de geschiedenis van gemeente Het Hogeland, dan wel met onderdelen van de vaste collectie;
- c.
Er voor zorg dragen dat het publiek in voldoende mate op de hoogte is van de activiteiten van het museum;
- d.
Het vergroten van de bekendheid van het museum en de collectie die wordt gehuisvest;
- e.
Stimuleren van de belangstelling van jongeren voor museumbezoek;
- f.
Participeren in voorkomende gevallen in overleg binnen gemeente Het Hogeland dat tot doel heeft het cultuurtoerisme te bevorderen;
- g.
Openstelling tijdens de jaarlijkse open monumentendag en museumdagen;
- h.
Zowel voor bewoners als toeristen draagt het museum bij aan de aantrekkelijkheid en cultuurhistorische waarde van het Hogeland.
5.19.2 Subsidienormen
- a.
De musea ontvangen een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
Het maximale subsidiebedrag wordt jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting.
Artikel 5.20 Bijzondere tuinen
Doelstelling: het behoud van bijzondere tuinen in gemeente Het Hogeland met een educatieve waarde.
5.20.1 Subsidiecriteria
- a.
De tuin staat geregistreerd als museum in het museumregister;
- b.
De tuin is opgenomen in de Open Tuinen Gids;
- c.
De tuin heeft een educatieve waarde. Er worden bijvoorbeeld rondleidingen gegeven of erfgoed educatieprojecten voor scholen uitgevoerd.
5.20.2 Subsidienormen
- a.
De tuin ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
Het subsidiebedrag wordt jaarlijks opgenomen in de gemeentelijke begroting.
Artikel 5.21 Stolpersteine (gedenksteentjes)
Doelstelling: het aanbrengen van gedenktekens van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn.
5.21.1 Subsidiecriteria
- a.
Nabestaanden, stichtingen en particulieren kunnen een aanvraag indienen voor het plaatsen van Stolpersteine in de openbare ruimte van gemeente Het Hogeland. De subsidie kan worden aangevraagd met een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid;
- b.
De aanvrager is verantwoordelijk voor:
- •
Het contact met eventuele nabestaanden van de omgekomene;
- •
Het contact met de Stolpersteine-organisatie;
- •
Het verzamelen en checken van de benodigde gegevens;
- •
Aanvraag eventuele vergunning;
- •
Informeren bewoners van de aangrenzende panden;
- •
Contact met belangenverenigingen in de gemeente;
- •
Het contact met de gemeente (eigenaar trottoir en verantwoordelijk voor de veiligheid);
- •
Gegevensoverdracht aan de gemeente (locatie, aantal, contactpersoon);
- •
Het beheer van de Stolpersteine.
- c.
De gemeente is verantwoordelijk voor:
- •
Het toetsen van vergunningen en locaties;
- •
Het registreren van de stenen.
5.21.2 Subsidienorm
- a.
De eenmalige subsidie bedraagt € 75,00 per gedenksteen.
5.21.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie Stolpersteine geldt het subsidieplafond Kunst & Cultuur;
- b.
Het subsidieplafond Kunst & Cultuur wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Hoofdstuk 6 Sociaal Domein & Volksgezondheid
Artikel 6.1 Jeugdactiviteiten
Doelstelling: het stimuleren van activiteiten voor kinderen en jongeren van gemeente Het Hogeland.
6.1.1 Subsidiecriteria
- a.
De activiteit is gericht op kinderen en jongeren tot 21 jaar;
- b.
De activiteit is gericht op het stimuleren van sociaal/maatschappelijke, educatieve, sportieve en/of culturele activiteiten;
- c.
Subsidie kan worden aangevraagd met een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid;
- d.
Voor de activiteiten van de jeugdsozen is de ‘Subsidieregeling Jeugdsozen 2024-2028’ van toepassing.
6.1.2 Subsidienormen
- a.
Subsidie is een aanvulling op de eigen inkomsten van de organisatie. De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald aan de hand van in welke mate de activiteit ten goede komt aan de jeugd van gemeente Het Hogeland, het bereik van de activiteit (alleen de eigen kern of meerdere kernen), het aantal deelnemers en/of bezoekers en in hoeverre het aansluit bij gemeentelijk beleid. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten. Bij de subsidiabele kosten mag maximaal 7,5% van de begroting als post onvoorzien gerekend worden.
6.1.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie Jeugdactiviteiten geldt het subsidieplafond Jeugd;
- b.
Het subsidieplafond Jeugd wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 6.2 Vakantiespeelweken
Doelstelling: het bieden van vakantiespeelweken voor kinderen van gemeente Het Hogeland.
6.2.1 Subsidiecriteria
- a.
Vakantiespeelweekcommissies komen in aanmerking voor een subsidie als zij een volwaardig kinderspeelweekprogramma van ten minste drie dagen opzetten. Zij kunnen hiervoor een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid gebruiken;
- b.
De activiteiten moeten algemeen toegankelijk zijn. Alle kinderen in het doelgroepgebied moeten toegang hebben tot de activiteiten;
- c.
Het aantal deelnemende kinderen is minimaal 15.
6.2.2 Subsidienormen
- a.
De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 500,00.
6.2.3 Subsidieverdeling:
- a.
Voor de subsidie Vakantiespeelweken geldt het subsidieplafond Jeugd;
- b.
Het subsidieplafond Jeugd wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 6.3 Centrumregeling Jeugdregio Groningen
Doelstelling: het realiseren en in stand houden van een passend en dekkend zorglandschap en het waarborgen van voldoende beschikbaarheid van jeugdzorg.
6.3.1 Subsidiecriteria
- a.
Voor subsidie komen in aanmerking:
- 1.
Aanbieders van jeugdzorg; en
- 2.
Organisaties die ondersteunende taken bieden ten behoeve van de jeugdzorg.
- b.
Onder jeugdzorg verstaan wij in dit artikel jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen die jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren in de provincie Groningen.
- c.
Activiteiten van de onder 6.3.1a genoemde doelgroepen die bijdragen of ondersteunend zijn aan de taken van het college op grond van artikel 2.6 en 2.8 van de Jeugdwet, of het belang van artikel 2 onder b van de regeling komen voor subsidie in aanmerking.
6.3.2 Subsidienorm
- a.
De subsidie voor activiteiten bedraagt maximaal 100% van de noodzakelijke kosten.
- b.
Bijzondere bepalingen / verplichtingen:
- 1.
Voor zover op grond van artikel 15 lid 3 van de ASV wordt afgeweken van artikel 15 lid 1 en 2 van de ASV, wordt dit opgenomen in de verleningsbeschikking.
- 2.
In de verleningsbeschikking kan worden besloten, dat in plaats van een accountantsverklaring een andere vorm van financiële verantwoording wordt verlangd.
- 3.
Aan de subsidieverlening kan het college de verplichting verbinden tot het aangaan van een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 4:36 Algemene wet bestuursrecht.
6.3.3 Subsidieverdeling
- a.
Voor de subsidie Centrumregeling Jeugdregio Groningen kan het college een subsidieplafond instellen;
- b.
Subsidieverdeling bij het instellen van een subsidieplafond:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 6.4 Ouderen en mensen met een beperking
Doelstelling: het bevorderen van de sociale contacten, gezondheid en zelfredzaamheid van ouderen en mensen met een beperking.
6.4.1 Subsidiecriteria
- a.
Activiteiten die een bijdrage leveren aan het behoud van zelfstandigheid, stimulering van zelfredzaamheid en preventie (het voorkomen van isolement, bevordering van gezondheid en veiligheid) van ouderen en mensen met een beperking kunnen in aanmerking komen voor een subsidie;
- b.
De groep bestaat uit minimaal 10 inwoners uit gemeente Het Hogeland;
- c.
Voor niet structurele activiteiten kan voorafgaand aan de activiteit een aanvraag eenmalige subsidie leefbaarheid worden ingediend;
- d.
Voor structurele activiteiten geldt dat:
- •
de activiteiten onder deskundige leiding plaatsvinden;
- •
de activiteiten minimaal 26 keer per jaar worden aangeboden.
6.4.2 Subsidienormen
- a.
Het maximale subsidiebedrag bestaat uit:
- •
50% van de huurkosten met een maximum van € 750,00;
- •
50% van de personeelskosten met een maximum van € 500,00;
- •
50% van de activiteiten- en organisatiekosten met een maximum van € 500,00.
- b.
Voor activiteiten die structureel van aard zijn, moet voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar een subsidieaanvraag worden ingediend;
- c.
Stichtingen of verenigingen waarin minimaal 3 ouderen- en/of gehandicapten- activiteitengroepen samenwerken kunnen in aanmerking komen voor een extra subsidie van maximaal € 50,00 per ouderen- en/of gehandicaptenactiviteitengroep;
- d.
Ouderenbonden ontvangen een jaarlijkse subsidie van maximaal € 200,00 voor hun activiteiten;
- e.
Platformen, die tevens als adviesorgaan voor de gemeente fungeren, komen in aanmerking voor een jaarlijkse subsidie.
6.4.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor deze subsidie geldt het subsidieplafond Ouderen;
- b.
Het subsidieplafond Ouderen wordt jaarlijks door het college vastgesteld;
- c.
Subsidieverdeling:
- •
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt;
- •
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- •
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Artikel 6.5 Ondersteuning vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties en activering
Doelstelling: het bieden van ondersteuning aan vrijwilligers en organisaties die gericht zijn op leefbaarheid, participatie, sociale activering en vrijwilligerswerk.
6.5.1 Subsidiecriteria
- a.
Coördinatie en uitvoering van werkzaamheden voor de Steunpunten Vrijwilligerswerk;
- b.
Vraag en aanbod van vrijwilligersvacatures bij elkaar brengen (maatwerk) en partijen
- c.
verbinden;
- d.
Bevorderen vrijwilligerswerk van en voor specifieke groepen via een projectmatige aanpak:
-
met name mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en kwetsbare inwoners;
- e.
Organisaties en verenigingen in Het Hogeland ondersteunen bij het opzetten van goed
-
vrijwilligerswerkbeleid;
- f.
Maatwerk kunnen leveren en goed kunnen inspelen op concrete vragen uit de samenleving
- g.
Organisatie van themabijeenkomsten, waarderingsbijeenkomsten, training en uitwisseling van
-
goede voorbeelden;
- h.
Stimuleren zichtbaarheid van vrijwilligerswerk en de grote variatie in vrijwillige inzet;
- i.
Stimuleren en faciliteren van nieuwe werkwijzen en initiatieven;
- j.
Verbeteren randvoorwaarden voor vrijwilligers(werk).
6.5.2 Subsidienormen
- a.
Coördinatie en uitvoering van de werkzaamheden door een non-profitorganisatie;
- b.
Advies en bemiddeling vrijwilligers via gesprekken en digitale website www.vrijwilligersgroningen.nl;
- c.
Voor inwoners voor wie het wenselijk en mogelijk is doorverwijzen naar werkcoaches en
-
inkomensconsulenten om kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en viceversa;
- d.
Aansluiting bij www.VrijwilligersGroningen.nl en het provinciale overleg Vrijwilligers;
- e.
Inzicht geven in aantal bemiddelingen naar vrijwilligerswerk en ondersteuning van
-
Vrijwilligersorganisaties;
- f.
Beschikken over ruime ervaring en een groot netwerk om met name kwetsbare inwoners te
-
ondersteunen en zinvolle activiteiten te kunnen bieden in de regio;
- g.
In staat om nieuwe vormen van vrijwilligerswerk te faciliteren, met inachtneming NOV-criteria
-
tegen verdringing van arbeid en organisaties die met vrijwilligers werken;
- h.
Dichtbij en bereikbaar zijn voor alle inwoners en organisaties in Het Hogeland via fysieke
-
steunpunten vrijwilligerswerk in Winsum en in Uithuizen, telefonisch overleg en e-mail en
-
social media;
- i.
De non-profitorganisatie beschikt over het kwaliteitskeurmerk HKZ.
NB: Hierboven zijn de subsidiecriteria uitgewerkt voor ondersteuning vrijwilligers en organisaties
die zijn gebaseerd op de activiteiten van de Steunpunten Vrijwilligerswerk in de gemeente.
Artikel 6.6 Eerste hulp bij ongelukken
Doelstelling: Het bieden van trainingen eerste hulp bij ongelukken en het verlenen van eerste hulp tijdens evenementen.
6.6.1 Subsidiecriteria
- a.
De EHBO-vereniging dient jaarlijks trainingen aan te bieden;
- b.
De leden van de EHBO-vereniging zijn bereid aanwezig te zijn bij evenementen om, indien noodzakelijk, eerste hulp te verlenen.
6.6.2 Subsidienormen
- a.
De EHBO-vereniging ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De subsidie bedraagt maximaal € 200,00 per vereniging.
Artikel 6.7 Reanimatie
Doelstelling: de overlevingskans van reanimatie te vergroten door het opzetten van een provincie breed netwerk van goed getrainde vrijwilligers, die binnen 6 minuten adequaat een reanimatie kunnen opstarten, daarbij zo mogelijk ondersteund door een lokale AED, waarbij de alarmering wordt uitgevoerd door de Centrale Meldkamer met behulp van een digitaal SMS alarmering systeem.
6.7.1 Subsidiecriteria
- a.
Het verzorgen van voorlichtingsavonden;
- b.
Het verzorgen van 6 minuten trainingen aan vrijwilligers;
- c.
Het verlenen van nazorg bij een reanimatie-oproep.
6.7.2 Subsidienormen
- a.
Stichting Groningen Hartveilig ontvangt een jaarlijkse subsidie. De subsidie dient jaarlijks voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar te worden aangevraagd;
- b.
De subsidie bestaat uit € 0,12 per inwoner. Als peildatum wordt gehanteerd 1 januari voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Hoofdstuk 7 Armoede en minimabeleid
Doelstelling: helpen van inwoners die te weinig financiële middelen hebben om rond te komen door onvoldoende inkomen en/of door schulden.
Artikel 7.1 Algemene bepalingen armoede en minima
- a.
Onder ‘doelgroep’ wordt verstaan de doelgroep zoals beschreven in het geldende armoede- en minima beleid;
- b.
Het college stelt de subsidieplafonds voor subsidies voor minima en armoede per artikel jaarlijks vast;
- c.
Alle subsidies voor minima en armoede, met uitzondering van nieuwe initiatieven artikel 7.9 moeten voor 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar worden aangevraagd;
- d.
Voor alle te verstrekken subsidies voor minima en armoede geldt dat er minimaal één keer per jaar overleg is tussen de organisatie en de gemeente over in ieder geval de uitvoering en verantwoording;
- e.
Alle organisaties die subsidie ontvangen op grond van Hoofdstuk 7 werken alleen met vrijwilligers of inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt. Hiervan kan alleen worden afgeweken als naar oordeel van het college het werk vanwege kennis of professionaliteit niet van een vrijwilliger gevraagd kan worden.
Artikel 7.2 Meedoen van kinderen en jongeren (sport, cultuur en school)
Doelstelling: vergroten van mogelijkheden voor kinderen en jongeren die opgroeien in armoede om mee te doen in sport en cultuur en op school.
7.2.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie helpt bij het halen van bovengenoemd doel en sluit aan bij de doelen uit het armoede- en minimabeleid;
- b.
De organisatie geeft sport- of cultuurabonnementen, sportkleding, digitale middelen of vervoersmiddelen voor school aan kinderen en jongeren;
- c.
De organisatie heeft een divers aanbod aan de hiervoor genoemde participatie bevorderende middelen en geeft dit in natura;
- d.
De organisatie verwacht minimaal 250 kinderen en jongeren per jaar te helpen;
- e.
Maximaal één organisatie kan subsidie ontvangen per te verstrekken soort middel (bijvoorbeeld slechts één organisatie voor cultuurabonnementen);
- f.
De organisatie beschikt over een netwerk van vrijwilligers of intermediairs in gemeente Het Hogeland dat aantoonbare ervaring heeft met het toetsen van aanvragen aan de volgens beleid geldende voorwaarden.
7.2.2 Subsidienormen
- a.
De hoogte van de subsidie wordt mede bepaald door het verwachte aantal kinderen en jongeren dat ondersteund wordt;
- b.
Subsidie wordt gegeven over de werkelijke kosten die per kind worden uitgegeven. Naast de werkelijke kosten kan de organisatie subsidie ontvangen voor organisatie kosten. Dit bedrag is maximaal 10% per kind of jongere.
7.2.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie(s) op basis van dit artikel geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, meedoen van kinderen en jongeren’;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt voor een zelfde soort middel of als het plafond wordt overschreden, kiest het college de organisatie(s) die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid (40 punten);
- 2.
Hoeveel vrijwilligers of inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt de organisatie inzet. Hoe meer worden ingezet, hoe beter dat is (10 punten);
- 3.
Hoeveel van de doelgroep de organisatie/regeling kennen. Hoe meer van de doelgroep de organisatie kennen, hoe beter dat is. Bij een nieuwe organisatie/regeling: hoe gaat de organisatie de doelgroep bereiken? (25 punten);
- 4.
Hoe uitgebreid het aanbod van de organisatie. Hoe meer aanbod, hoe beter (25 punten).
Artikel 7.3 Gezonde voeding
Doelstelling: helpen van doelgroep die tijdelijk te weinig geld hebben om voldoende (gezonde) voeding te kopen.
7.3a De organisatie geeft voedsel aan doelgroep 7.3a.1 Subsidiecriteria
- 1.
De organisatie sluit aan bij de doelen uit het armoede- en minimabeleid;
- 2.
De organisatie heeft het doel om:
- •
De doelgroep te helpen door voedselverstrekking;
- •
Verspilling van goed voedsel tegen te gaan.
- 3.
De organisatie zorgt er voor dat de doelgroep zich beter kan redden;
- 4.
De organisatie stemt af met de onder artikel 7.3b aanvragende voedseltuinen.
7.3a.2 Subsidienormen
- a.
Maximaal één organisatie kan subsidie ontvangen.
7.3a.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, gezonde voeding’;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt kiest het college de organisatie die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid (35 punten);
- 2.
Hoeveel vrijwilligers of inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt de organisatie inzet. Hoe meer worden ingezet, hoe beter dat is (15 punten);
- 3.
Hoeveel van de doelgroep de organisatie/regeling kennen. Hoe meer van de doelgroep de organisatie kennen, hoe beter dat is. Bij een nieuwe organisatie/regeling: hoe gaat de organisatie de doelgroep bereiken? (15 punten);
- 4.
Hoe uitgebreid en divers het aanbod van de organisatie. Hoe meer aanbod, hoe beter (35 punten).
7.3b Het verbouwen van voedsel voor organisatie die voedsel geeft aan doelgroep 7.3b.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie helpt bij het halen van bovengenoemde doelstelling en sluit aan bij de doelen uit het armoede- en minimabeleid;
- b.
De organisatie geeft minimaal 75% van het verbouwde voedsel aan de organisatie die voedsel geeft aan de doelgroep en die gesubsidieerd wordt op grond van artikel 7.4.a;
- c.
De organisatie stemt de productie zo veel mogelijk af met de organisatie die subsidie krijgt van de gemeente voor het geven van voedsel aan de doelgroep;
- d.
De organisatie voert de activiteiten gedurende het hele jaar uit en heeft voor de lange termijn een locatie en realistische doelen.
7.3b.2 Subsidienormen
- a.
De organisatie werkt samen met de organisatie die voedsel geeft aan de doelgroep en gesubsidieerd wordt op grond van artikel 7.4a.
7.3b.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie(s) geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, Gezonde voeding verbouwen’;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt voor hetzelfde gebied of als het plafond wordt overschreden, kiest het college de organisatie die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid (20 punten);
- 2.
Hoeveel vrijwilligers of inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt de organisatie inzet. Hoe meer worden ingezet, hoe beter dat is (20 punten);
- 3.
Hoe de samenwerking is vormgegeven met de organisatie die voedsel geeft aan de doelgroep en gesubsidieerd wordt op grond van artikel 7.4.a. Hoe beter hoe meer punten (20 punten);
- 4.
De productie van kwalitatief en divers voedsel van de organisatie. Hoe meer kwalitatief voedsel, hoe beter (40 punten).
Artikel 7.4 Bevorderen van hergebruik van gebruiksvoorwerpen of kleding
Doelstelling: helpen van de doelgroep door het beschikbaar stellen van hergebruikte apparaten, kleding of andere gebruiksvoorwerpen
7.4.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie helpt bij het halen van bovengenoemde doelstelling en sluit aan bij de doelen uit het armoede- en minimabeleid;
- b.
De organisatie vergroot de zelfredzaamheid van inwoners;
- c.
De organisatie stelt gratis hergebruikte apparaten, kleding of andere gebruiksvoorwerpen beschikbaar aan de doelgroep. Een beperkt deel van de spullen mag nieuw zijn indien dit voor het product gewenst is;
- d.
De organisatie heeft geen winstoogmerk;
- e.
De organisatie voert haar activiteiten gedurende het hele subsidiejaar uit.
7.4.2 Subsidienormen
- a.
Maximaal één organisatie kan subsidie ontvangen per te verstrekken soort middel (bijvoorbeeld slechts één organisatie voor kleding).
7.4.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie(s) op basis van dit artikel geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, Hergebruik’;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt voor een zelfde soort middel of als het plafond wordt overschreden, kiest het college de organisatie die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid (30 punten);
- 2.
Hoeveel vrijwilligers of inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt de organisatie inzet. Hoe meer worden ingezet, hoe beter dat is (10 punten);
- 3.
Behoefte aan hergebruik van deze gebruiksvoorwerpen; hoe meer hoe beter dat is (30 punten);
- 4.
Hoeveel inwoners de organisatie verwacht te kunnen helpen, hoe meer hoe beter dat is (20 punten);
- 5.
Hoeveel het aanbod verschilt van andere organisaties die subsidie vragen (10 punten).
Artikel 7.5 Overleg over Armoede en Minima
Doelstelling: organiseren en begeleiden van overleggen met organisaties die zich bezighouden met armoede en minima binnen gemeente Het Hogeland. Hierdoor kunnen zij kennis en ervaring delen. Daardoor wordt de samenwerking tussen deze organisaties beter, wordt de geboden hulp op elkaar afgestemd en kan de doelgroep beter worden bediend.
7.5.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie organiseert minimaal vier keer per jaar een overleg. Voor dit overleg worden organisaties uitgenodigd die zich bezighouden met armoede en minima in Het Hogeland;
- b.
De organisatie leidt het overleg (voorzitten) en schrijft een verslag van het overleg;
- c.
Voor het overleg worden verschillende organisaties uitgenodigd die elkaar aanvullen in kennis, kunde en ervaring;
- d.
De organisatie zet zich in om de samenwerking tussen de deelnemers aan het overleg te vergroten.
7.5.2 Subsidienormen
- a.
Maximaal één organisatie kan subsidie ontvangen.
7.5.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid Overleg Armoede en Minima;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt kiest het college de organisatie die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid. Hoe meer, hoe meer punten (30 punten);
- 2.
Het aantal deelnemers dat de organisatie verwacht en hoeveel deze deelnemers van elkaar verschillen en elkaar aanvullen. Hoe meer deelnemers en hoe meer de deelnemers van elkaar verschillen en elkaar aanvullen, hoe beter (25 punten);
- 3.
De ervaring die de organisatie heeft met dit soort overleggen (voorzittersrol en notuleren). Hoe meer ervaring, hoe beter (30 punten);
- 4.
Wat voor activiteiten de organisatie naast het overleg organiseert voor deelnemers. Hoe meer, hoe beter (15 punten).
Artikel 7.6 Helpen bij omgaan met geld
Doelstelling: helpen van de doelgroep bij het werken aan financiële zelfredzaamheid en bij het voorkomen (van verergeren) van schulden.
7.6.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie helpt bij het halen van bovengenoemd doel en sluit aan bij de doelen uit het armoede- en minimabeleid;
- b.
De organisatie zorgt er voor dat de doelgroep zich beter kan redden;
- c.
De organisatie laat overtuigend zien dat zij inwoners vaker heeft geholpen om hun administratie op orde te krijgen en te houden (aantoonbare ervaring);
- d.
De organisatie helpt inwoners gebruik te maken van andere hulp door ondersteuning bij aanvragen en bij aanmelding te bieden (bijvoorbeeld: schuldhulpverlening of voedselbank);
- e.
De hulp van de organisatie is tijdelijk en bedoeld zodat de inwoner zichzelf kan redden.
7.6.2 Subsidienormen
- a.
Maximaal één organisatie kan subsidie ontvangen.
7.6.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie op basis van dit artikel geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, Omgaan met geld’;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt kiest het college de organisatie die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid (30 punten);
- 2.
Hoeveel vrijwilligers of inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt de organisatie inzet. Hoe meer worden ingezet, hoe beter dat is (10 punten);
- 3.
hoeveel inwoners de organisatie verwacht te kunnen helpen, hoe meer hoe beter dat is (25 punten);
- 4.
Hoeveel ervaring de organisatie heeft met het helpen bij administratie op orde krijgen en houden. Hoe meer ervaring, hoe beter dat is (25 punten);
- 5.
Hoeveel het aanbod verschilt van andere organisaties die subsidie vragen. Hoe meer diversiteit hoe beter dat is (10 punten).
Artikel 7.7 Noodsituaties
Doelstelling: helpen van inwoners in acute noodsituaties.
7.7.1 Subsidiecriteria
- a.
De organisatie helpt bij het halen van bovengenoemd doel en sluit aan bij de doelen uit het armoede- en minimabeleid;
- b.
De organisatie zorgt er voor dat de doelgroep zich beter kan redden;
- c.
De organisatie biedt hulp als vangnet indien geen andere hulp beschikbaar is;
- d.
De organisatie laat overtuigend zien dat zij brede ervaring heeft met het uitvoeren van noodhulp voor de doelgroep.
7.7.2 Subsidienormen
- a.
Maximaal één organisatie kan subsidie ontvangen;
- b.
De subsidie wordt verstrekt op basis van een vast bedrag per inwoner.
7.7.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor de subsidie op basis van dit artikel geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, Noodsituaties;
- b.
Als meer dan één organisatie subsidie aanvraagt kiest het college de organisatie die op de onderdelen hieronder de meeste punten scoort. Het maximale aantal punten dat een organisatie kan halen staat achter het onderdeel.
- 1.
Hoeveel de organisatie helpt bij het halen van de doelen uit het armoede- en minimabeleid (15 punten);
- 2.
Hoeveel inwoners de organisatie verwacht te kunnen helpen, hoe meer hoe beter dat is (20 punten);
- 3.
Hoe goed het aanbod van hulp aansluit bij de doelgroep, hoe meer inwoners geholpen kunnen worden en hoe breder het aanbod, hoe beter dat is (30 punten);
- 4.
Hoeveel ervaring de organisatie heeft met het bieden van hulp in noodsituaties, hoe meer ervaring, hoe beter dat is (25 punten);
- 5.
Hoeveel het aanbod verschilt van andere organisaties die subsidie vragen. Hoe meer diversiteit hoe beter dat is (10 punten).
Artikel 7.8 Nieuwe initiatieven
Doelstelling: aanmoedigen van nieuwe en/of tijdelijke activiteiten die helpen bij het halen van de doelen uit het geldende armoede- en minimabeleid.
7.8.1 Subsidiecriteria
- a.
De activiteit moet bijdragen aan de doelen uit het geldende armoede- en minimabeleid;
- b.
De activiteit wordt georganiseerd door of in samenwerking met één of meerdere van de deelnemers aan het overleg Armoede en Minima in gemeente Het Hogeland ;
- c.
Er kan geen subsidie gegeven worden voor activiteiten waarvoor al op grond van een ander artikel van deze regeling subsidie gegeven kan worden;
- d.
Er kan maximaal één keer per jaar en maximaal twee keer in totaal subsidie worden gegeven voor dezelfde activiteit.
7.8.2 Subsidienormen
- a.
Het subsidiebedrag is maximaal € 2.500,00 per activiteit;
- b.
Indien subsidie wordt gevraagd voor middelen in natura, dan worden hiervoor maximaal de werkelijke kosten per inwoner gesubsidieerd. Naast de werkelijke kosten kan de organisatie subsidie ontvangen voor organisatiekosten. Dit bedrag is maximaal 10% per inwoner. De totale subsidie kan niet hoger zijn dan € 2.500,00;
- c.
Indien een dienst wordt gesubsidieerd en geen subsidie wordt gegeven voor middelen in natura, is voorgaande lid over de organisatiekosten niet van toepassing.
7.8.3 Subsidieplafond en verdeling
- a.
Voor het organiseren van nieuwe activiteiten geldt het subsidieplafond ‘armoede en minimabeleid, nieuwe activiteiten’;
- b.
Subsidies voor nieuwe activiteiten op grond van dit artikel kunnen gedurende het hele jaar worden aangevraagd;
- c.
Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het subsidieplafond voor nieuwe activiteiten is bereikt;
- d.
Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen;
- e.
Indien het vastgestelde subsidieplafond dreigt te worden overschreden of wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen die op die dag ontvangen zijn, door middel van loting gerangschikt.
Hoofdstuk 8 Ruimtelijke Ordening, Wonen & Duurzaamheid
Artikel 8.1 zelfwerkzaamheden openbare ruimte
Doelstelling: Stimuleren betrokkenheid bij openbare ruimte en mogelijkheid bieden voor realiseren van een kwaliteitsimpuls.
8.1.1 Subsidiecriteria
- a.
Organisaties die werkzaamheden verrichten in de openbare ruimte kunnen in aanmerking komen voor een subsidie als:
- •
De organisatie schriftelijke afspraken met de gemeente heeft gemaakt welke werkzaamheden worden uitgevoerd en welke voorwaarden daarbij van toepassing zijn;
- •
De werkzaamheden regulier onderhoud betreft, dit zijn werkzaamheden die anders door gemeente zelf zouden zijn uitgevoerd. (Overige werkzaamheden, voor zover opgenomen in een overeenkomst, worden evt. ondersteund en gefaciliteerd maar worden niet gesubsidieerd);
- •
De vastgestelde kwaliteit minimaal gehandhaafd blijft;
- •
Uit schriftelijke afspraken blijkt dat de werkzaamheden minimaal gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar worden uitgevoerd;
- •
Nut en noodzaak van aangevraagde subsidie voldoende inzichtelijk is gemaakt.
- b.
De aanvraag kan niet worden gesubsidieerd uit het dorpsbudget.
8.1.2 Subsidienormen
- a.
De subsidie bestaat uit een vergoeding voor aanschaf, beschikbaar stellen en gebruik van gereedschap, materieel en overige benodigdheden (waaronder planten en zaden), en bedraagt maximaal € 1.500 per jaar. De hoogte van de subsidie wordt niet bepaald op basis van het aantal deelnemers, besteedde tijd of te onderhouden hoeveelheid;
- b.
Nut en noodzaak van aanschaf is ter beoordeling van de gemeente en is bepalend voor het te verlenen subsidiebedrag;
- c.
Voor het volgen van een snoeicursus ten behoeve van hoogstam vruchtbomen worden de cursuskosten vergoed tot een maximum van € 80,00 per persoon met een maximum van 4 personen per jaar;
- d.
Voor werkzaamheden die tevens een educatief karakter hebben is voor aanschaf van lesmateriaal, organisatie van bijvoorbeeld workshops, en promotiedoeleinden een jaarlijkse subsidie mogelijk van maximaal € 250,00.
Hoofdstuk 9 Burger & Bestuur
[GERESERVEERD]
Voor dit hoofdstuk zijn (nog) geen subsidieregels van toepassing.
Hoofdstuk 10 Bedrijfsvoering
[GERESERVEERD]
Voor dit hoofdstuk zijn (nog) geen subsidieregels van toepassing.
Hoofdstuk 11 Slotbepalingen
Artikel 11.1 Intrekken oude regeling
De Algemene Subsidieregeling gemeente Het Hogeland 2023, geldend van 1 januari 2023, wordt per 1 januari 2025 ingetrokken.
Artikel 11.2 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025.
Artikel 11.3 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Algemene Subsidieregeling gemeente Het Hogeland 2025
Ondertekening
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Het Hogeland op 12 november 2024
H.J. Bolding, burgemeester
P.P.M. van Vilsteren, secretaris
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl