Regeling vervalt per 31-12-2029

Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeren in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2025

Geldend van 20-11-2024 t/m 30-12-2029

Intitulé

Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeren in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2025

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland,

Gelet op de artikelen 1.2 en 2.4.1 van de Regeling Europese landbouwsubsidies Zuid-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is dat geïnvesteerd wordt in de (her)inrichting of transformatie van watersystemen in het landelijk gebied om bij te dragen aan de water- en klimaatdoelen voortvloeiend uit de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn;

Besluiten vast te stellen het volgende besluit:

Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeren in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2025

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder regeling: Regeling Europese landbouwsubsidies Zuid-Holland.

Artikel 2 Subsidiabele activiteit

  • 1. Subsidie kan worden verstrekt voor niet-productieve investeringen in of nabij watersystemen op niet-landbouwbedrijven in de volgende beheergebieden:

    • a.

      het Waterschap Rivierenland;

    • b.

      het Waterschap Hollandse Delta.

  • 2. Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3. De activiteit, bedoeld in het eerste lid, draagt bij aan minimaal één van de volgende doelen:

    • a.

      matiging van en aanpassing aan klimaatverandering of bevorderen van duurzame energie;

    • b.

      bevorderen van duurzame ontwikkeling of efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen;

    • c.

      het tot staan brengen en ombuigen van biodiversiteitsverlies, versterking van ecosysteemdiensten of instandhouding van habitats of landschappen.

Artikel 3 Aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan waterschappen.

Artikel 4 Aanvraagperiode

  • 1. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend van 15 januari 2025 om 09.00 tot en met 15 april 2025 tot 17.00 uur.

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen.

Artikel 5 Deelplafonds

Gedeputeerde staten stellen de deelplafonds voor de periode, genoemd in artikel 4, eerste lid, voor het beheergebied van:

  • a.

    het Waterschap Rivierenland, vast op € 800.000,00, bestaande uit 100% Europese middelen;

  • b.

    het Waterschap Hollandse Delta, vast op € 2.000.000,00, bestaande uit 100% Europese middelen.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Subsidiabel zijn de kosten, bedoeld in artikel 1.8, aanhef en onder a, b, en e, van de regeling.

  • 2. De subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, worden berekend met de vereenvoudigde kostenopties als bedoeld in artikel 1.9a en 1.9b van de regeling.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op artikel 1.10 komen investeringen in het watersysteem waar uitsluitend landbouwers van profiteren niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8 Subsidiepercentage

  • 1. De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten.

  • 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie 70% van de subsidiabele kosten voor investeringen in het watersysteem.

Artikel 9 Rangschikking

  • 1. Aanvragen worden gerangschikt door een ambtelijke adviescommissie;

  • 2. Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden gerangschikt op basis van de volgende criteria:

    • a.

      de mate van effectiviteit van de activiteit;

    • b.

      de haalbaarheid van de activiteit;

    • c.

      de mate van efficiëntie van uitvoering van de activiteit;

    • d.

      de mate van urgentie.

  • 3. Voor ieder van de in het eerste lid bedoelde criteria kunnen 0 tot en met 5 punten worden behaald.

  • 4. De criteria hebben de volgende wegingsfactoren:

    • a.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder a, heeft een wegingsfactor van 4;

    • b.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder b, heeft een wegingsfactor van 3;

    • c.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder c, heeft een wegingsfactor van 2;

    • d.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder d, heeft een wegingsfactor van 1.

  • 5. Indien een aanvraag minder dan 30 punten behaalt, wordt de aanvraag niet gehonoreerd.

  • 6. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 7. Indien de aanvragen, bedoeld in het vijfde lid, een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

  • 8. Indien de aanvragen, bedoeld in het zesde lid, een gelijk aantal punten hebben behaald op de criteria, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b , wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid onderdeel c.

  • 9. Indien de aanvragen, bedoeld in het zevende lid, een gelijk aantal punten hebben behaald op de criteria, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.5 van de regeling wordt de subsidie geweigerd als:

  • a.

    de activiteit wordt uitgevoerd om te kunnen voldoen aan een wettelijke verplichting;

  • b.

    toepassing van artikel 2.4.5 van de regeling en artikel 6 van dit openstellingsbesluit, ertoe leidt dat de te verstrekken subsidie minder bedraagt dan € 200.000,00.

Artikel 11 Verplichting

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1.15 van de regeling is de subsidieontvanger verplicht om de activiteit, bedoeld in artikel 2, eerste lid, binnen 3 jaar na dagtekening van de subsidieverleningsbeschikking af te ronden.

  • 2. Indien de activiteit wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij gedeputeerde staten tot verlenging van de termijn tot en met 31 december 2028.

Artikel 12 Subsidie-arrangement

De regels inzake subsidie op basis van arrangement 3 zoals bedoeld in artikel 1.7, eerste lid onder c, in artikel 1.18, derde lid en in artikel 1.21 van de Regeling zijn van toepassing.

Artikel 13 Bevoorschotting en deelbetalingen

  • 1. Ambtshalve wordt een voorschot van maximaal 50% van de verleende subsidie verstrekt op basis van artikel 1.17 van de Verordening

  • 2. Overeenkomstig artikel 1.18, vierde lid, van de Verordening kan een aanvraag om een deelbetaling worden gedaan indien deze betrekking op minimaal 25% van de verleende subsidie of minimaal € 50.000 aan subsidie.

  • 3. In aanvulling op artikel 1.18 van de Verordening kan een subsidieontvanger maximaal 2 keer per jaar een verzoek tot deelbetaling indienen.

  • 4. Overeenkomstig artikel 1.18, vijfde lid, van de Verordening kunnen deelbetalingen als bedoeld in het tweede lid tezamen niet meer bedragen dan 90% van de verleende subsidie.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit is geplaatst.

Artikel 15 Werkingsduur

Dit besluit vervalt op 31 december 2029.

Artikel 16 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit subsidie niet-productieve investeringen in watersystemen GLB-NSP Zuid-Holland 2025.

Ondertekening

Den Haag, 12 november 2024

Gedeputeerde staten van Zuid-Holland

drs. M.J.A. van Bijnen MBA, secretaris

drs. J. Smit, voorzitter