Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2025

Geldend van 20-11-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2025

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2024 inzake de herziening van de belastingtarieven met ingang van 1 januari 2025, zaaknummer 66650-2024;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

gelet op de Marktverordening Kampen;

besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2025

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    kwartaal: een kalenderkwartaal;

  • -

    losse standplaats: een standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld;

  • -

    marktdag: de dag waarop de markt gehouden wordt waarbij de voor de markt bestemde dagen afzonderlijk beschouwd worden;

  • -

    standplaats: de op en voor de duur van de markt door het bevoegd gezag aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

  • -

    standplaatshouder: ieder aan wie is toegestaan om gedurende een markt een standplaats te bezetten;

  • -

    vaste standplaats: een standplaats die tot wederopzegging beschikbaar wordt gesteld.

Artikel 2 Aard van de heffing

Onder de benaming marktgeld wordt voor het innemen van een standplaats op de markt een recht geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degenen die een of meer standplaatsen op de markt innemen.

Artikel 4 Heffingsgrondslagen

  • 1.

    Het marktgeld voor het innemen van een standplaats wordt geheven naar het aantal vierkante meters, zijnde het product van de grootste lengte en breedte van de standplaats.

  • 2.

    Het op grond van het eerste lid van dit artikel berekende aantal vierkante meters wordt naar boven afgerond op volle vierkante meters.

  • 3.

    Het minimum in rekening te brengen aantal vierkante meters bedraagt 10.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een losse standplaats op één marktdag of gedeelte daarvan op de:

a. maandagmorgenmarkt

per vierkante meter

€ 0,73

b. vrijdagmiddagmarkt

per vierkante meter

€ 0,73

c. zaterdagmarkt

per vierkante meter

€ 1,14

  • 2.

    Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste standplaats op één marktdag of gedeelte daarvan op de

a. maandagmorgenmarkt,

voor een tijdvak van een kwartaal

per vierkante meter

€ 7,67

b. vrijdagmiddagmarkt,

voor een tijdvak van een kwartaal

per vierkante meter

€ 4,83

c. zaterdagmarkt,

voor een tijdvak van een kwartaal

per vierkante meter

€ 4,78

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening als daar bedoeld.

  • 2.

    Het marktgeld vermeld in artikel 5, tweede lid wordt geheven over een heffingstijdvak van een kwartaal.

  • 3.

    Het marktgeld vermeld in artikel 5, tweede lid, is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 4.

    Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel het marktgeld voor dat heffingstijdvak geheven naar rato van het aantal marktdagen na aanvang van de belastingplicht in dat heffingstijdvak en het totaal aantal marktdagen in dat heffingstijdvak.

  • 5.

    Indien de belastingplicht van een vaste standplaatshouder in de loop van een heffingstijdvak eindigt, wordt ontheffing verleend van het voor dat tijdvak berekende marktgeld naar rato van het aantal marktdagen dat na het tijdstip van beëindiging van de belastingplicht in dat heffingstijdvak overblijft en het totaal aantal marktdagen in dat tijdvak.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    Het marktgeld vermeld in artikel 5, eerste lid, wordt geheven door middel van afgifte van een gedagtekende nota of andere schriftelijke kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

  • 2.

    Het marktgeld vermeld in artikel 5, tweede lid, wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    Het marktgeld geheven op grond van artikel 8, eerste lid, moet worden betaald op het tijdstip vermeld in het eerste lid van artikel 7.

  • 2.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen marktgeld geheven op grond van artikel 8, tweede lid, worden betaald in één termijn, die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 doch minder dan € 2.600,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn welke vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.

Artikel 10 Overgangsrecht

De 'Verordening marktgelden 2024’, vastgesteld 14 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 11 Inwerkingtreding

1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening marktgelden 2025’.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2024,

De raad van de gemeente Kampen,

M.E. Veldhoen,

griffier

S. de Rouwe,

voorzitter