Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2025

Geldend van 29-01-2025 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2025

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2025

De raad van de gemeente Kampen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 oktober 2024 inzake de herziening van de belastingtarieven met ingang van 1 januari 2025, zaaknummer 66650-2024;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet en de vigerende parkeerverordening gemeente Kampen.

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2025

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Kampen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

  • dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur;

  • houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister, bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;

  • jaar een kalenderjaar;:

  • maand: een kalendermaand;

  • motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

  • parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • uur: een aaneengesloten periode van 60 minuten volgend op het inwerking stellen van de parkeerapparatuur;

  • week: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning op grond van de Parkeerverordening Gemeente Kampen voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • 1.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overlegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degenen die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

      • 2.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister ingeschreven had moeten staan, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening horende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

  • 3.

    Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt worden opgegeven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon en/of internet inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Indien de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, in de loop van het jaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b in de loop van het belastingjaar eindigt, dan bestaat aanspraak voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 7 Vrijstelling

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, niet geheven van degene die een motorvoertuig op meer dan twee wielen heeft geparkeerd waarin op de voorgeschreven wijze een geldige en behoorlijk leesbare gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon en/of inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet worden betaald binnen de op het aanslagbiljet genoemde termijn.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 10. Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het voertuig ook een wielklem worden aangebracht.

  • 2.

    Het college wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3.

    Als na het aanbrengen van de wielklem 48 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 11 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 78,80.

Artikel 12 Kwijtschelding

Kwijtschelding van de belasting vindt plaats op basis van de Kwijtscheldingsverordening.

Artikel 13 Overgangsrecht

De 'Verordening Parkeerbelastingen 2024’, laatstelijk gewijzigd op 13 juli 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening parkeerbelastingen 2025’.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 13 november 2024,

De raad van de gemeente Kampen,

M.E. Veldhoen,

griffier

S. de Rouwe,

voorzitter

Tarieventabel behorende bij de ‘Verordening parkeerbelastingen 2025’

Betaaltijden

Maandag t/m zaterdag

8.00 uur t/m 22.00 uur

Nationale feestdagen

Gratis parkeren

Tarieventabel

1

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

De Bongerd

max parkeerduur 180 minuten

€ 2,40

Burgwal m.u.v. laatste 30 meter nabij Oorgat

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

De La Sablonierekade tussen Koornmarktspoort en Vloeddijk

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Hagenkade

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Meeuwenplein

max parkeerduur 180 minuten

€ 2,40

Nieuwe Markt

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Oudestraat tussen Hagenkade en Achterom

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Parkeerplaatsen aan Muntplein

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Samuel Goudsmithof

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Vloeddijk tussen Bolwerk en Molenstraat

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

IJsselkade tussen Van Heutszplein en Marktgang

max parkeerduur 180 minuten

€ 2,40

IJsselkade tussen Vispoort en Koornmarktspoort

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Van Heutszplein

max parkeerduur 180 minuten

€ 2,40

Parkeerterrein aan de Bregittenstraat achter het voormalige politiebureau

max parkeerduur 90 minuten

€ 2,40

Parkeren door campers op locatie Burgemeester Berghuisplein

Burgemeester Berghuisplein 72 uur aaneengesloten

Per dag

Ma tot en met Zo

€ 13,61 +

toeristen belasting*

*bedrag is exclusief Toeristenbelasting

Vergunningen

Parkeertijden vergunningengebied

Maandag t/m zondag

8.00 uur t/m 22.00 uur

2.

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

Vergunning (ieder motorvoertuigen < 5,1 m lengte)

per jaar

2.1

Bewoner belanghebbende

€ 187,44

2.2

Zakelijk belanghebbende

€ 300

2.3

Zorgverlenende vergunning

€ 187,44

2.4

Mantelzorg vergunning

€ 187,44

3.

Het tarief voor een algemene vergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt.

Per jaar

Per maand

Per week

Per dag

3.1

Algemene vergunning

€ 531,96

€ 109,11

€ 40,95

€ 13,61

3.2

Algemene vergunning Service verlenende bedrijven

Aantal actieve kentekens per vergunning

1 vergunning

2 t/m 5 per vergunning

Per jaar:

€ 414,84

€ 445,56

3.2

Bibliotheekvergunning max 1 uur gratis op het Van Heutszplein

Tijdens openingstijden van de bibliotheek

Op vertoon oranje kaart, gratis verstrekt bij bibliotheek abonnement

4.

Geraamde kosten voor opleggen naheffingsaanslagen

4.1

Vaste informatieverwerkingskosten

€ 57.100,00

4.2

Variabele informatieverwerkingskosten

€ 53.876,00

4.3

Kosten van afschrijving

€ 35.362,00

4.4

Kosten interest

€ 2.023,00

4.5

Personeelskosten

€ 299.600,00

4.6

Overhead kosten (maximaal 50% van de personeelskosten)

€ 149,800,00

4.7

Totaal kosten naheffingsaanslagen

€ 597.761,00

4.8

Geraamde baten naheffingsaanslagen

€ 223.366,00

4.9

Geraamd aantal naheffingsaanslagen

2.835

4.10

Geraamde kosten per naheffingsaanslag

€ 172,70

Deze tarieventabel behoort bij de ‘Verordening parkeerbelastingen 2025’, vastgesteld door de raad van de gemeente Kampen op 13 november 2024,

De raad van de gemeente Kampen,

M.E. Veldhoen,

griffier

S. de Rouwe,

voorzitter