Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726805
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726805/1
Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding 2024-2025
Geldend van 19-11-2024 t/m heden
Intitulé
Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding 2024-20251. Inleiding
Voor u ligt het gladheidbestrijdingsplan 2024 - 2025. Als vertrekpunt voor de inrichting en uitvoering van de gladheidbestrijding zijn de vier leidende principes: Onze taal is eerlijk, duidelijk en direct; Wij gaan respectvol met elkaar om; Wij durven voorbij de regels te kijken; Wij gaan naar de mensen toe uit de ‘Kernvisie voor Westerwolde’. De leidende principes zijn vertaald naar doelen waaraan de gladheidbestrijding moet voldoen.
Het doel van gladheidbestrijding is de zorg voor het zo normaal mogelijk functioneren van het openbare leven bij gladheid als gevolg van weersinvloeden. De gladheid wordt bestreden vanwege:
- ◼︎
de veiligheid van de inwoner en weggebruiker;
- ◼︎
de doorstroming van het verkeer;
- ◼︎
de bereikbaarheid van bestemmingen.
- •︎
de imago van de gemeente
- •︎
milieu
Bij het opstellen van dit plan is gebruik gemaakt van de ‘Leidraad Gladheidbestrijdingsplan’, publicatie 236 van het kennisplatform CROW. In deze publicatie worden handvatten gegeven die de gemeente ondersteunen in de verschillende fasen van het organiseren en uitvoeren van de gladheidbestrijding.
In dit uitvoeringsplan wordt de praktische informatie beschreven die de gemeente nodig heeft voor de uitvoering van de gladheidbestrijding. Dit plan moet alle betrokkenen bij de uitvoering duidelijkheid geven over wat er van wie op welk moment wordt verwacht. De afspraken tussen de verschillende wegbeheerders (buurtgemeenten en provincie) en de indeling en prioritering van het grondgebied.
Het plan wordt jaarlijks na evaluatie van de uitvoering van de werkzaamheden opgesteld.
2. Wintergladheid
Gladheid als gevolg van winterse omstandigheden kan op verschillende wijzen ontstaan. Voor het ontstaan van wintergladheid moet altijd worden voldaan aan twee voorwaarden:
- 1.
de (wegdek)temperatuur moet onder of rond het vriespunt zijn;
- 2.
er moet sprake zijn van de aanwezigheid van vocht.
Gemiddeld genomen telt een Nederlandse winter 58 vorstdagen. Dit zijn dagen waarop de minimumtemperatuur minstens één keer in een etmaal onder het vriespunt komt.
2.1. Wat is gladheid
Door weggebruikers wordt een wegverharding als glad ervaren wanneer de auto, motor of fiets onvoldoende bestuurbaar is of onvoldoende snelheid kan vermeerderen of verminderen. Gladheid heeft ook invloed op de stabiliteit van motoren en fietsers. Voetgangers ervaren een verharding als glad wanneer zij onvoldoende grip hebben. De gladheid wordt veroorzaakt doordat er een stof aanwezig is tussen de band en het wegdek. Deze stof is in het geval van wintergladheid ijs, maar kan ook bestaan uit olie, modder of natte bladeren.
Het contact tussen band of schoenzool en de verharding is dus van belang. Dit contact wordt beïnvloed door de eigenschappen van de band/schoenzool en de verharding. De belangrijkste eigenschappen van de band/schoenzool zijn het profiel en de elasticiteit van het rubber. De belangrijkste eigenschappen van de verharding zijn de micro- en macrotextuur. Dezelfde winterse omstandigheden hoeven op verschillende wegdeksoorten daarom niet tot dezelfde wintergladheid te leiden. Net zoals automobilisten met winterbanden minder snel gladheid ervaren dan automobilisten met zomerbanden.
2.2. Onvoorspelbare winter
Hoe streng een winter in Nederland gaat worden, is van tevoren niet te voorspellen. Vaak komen de temperaturen vrijwel niet onder het vriespunt en valt er vrijwel geen sneeuw. Maar soms doen zich langdurige en strenge vorstperioden voor of valt er dagenlang sneeuw of ijzel.
Deze onvoorspelbaarheid maakt het moeilijk om een werkplan ten aanzien van de gladheidbestrijding te formuleren en dan in het bijzonder om kosten en risico’s goed te kwantificeren. Een ‘gemiddelde winter’ wordt vaak als uitgangspunt genomen. Deze ‘gemiddelde winter’ varieert echter per beheergebied en kan met de verwachte klimaatverandering ook in de loop van de jaren veranderen. Daarnaast worden er in de toekomst meer extreme situaties verwacht.
2.3. Wettelijke taak
In de Wegenwet (artikel 15) en de Wegenverkeerswet (artikel 2) is vastgelegd dat de wegbeheerder zorgplicht heeft ten aanzien van het onderhouden van zijn wegen. Tot dit onderhouden behoort ook de uitvoering van de gladheidbestrijding. De gladheidbestrijding moet er onder winterse omstandigheden voor zorgen dat de veiligheid van de weggebruikers gewaarborgd is. Tot de zorgplicht behoort ook dat de bruikbaarheid van de weg wordt gewaarborgd.
Ondanks het feit dat de wegbeheerder invulling geeft aan zijn wettelijke verplichtingen, kunnen zich situaties voordoen waarbij ongevallen voorkomen of waarbij schade wordt opgelopen door wintergladheid. Een wegbeheerder kan hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Of de aansprakelijkheidsstelling gegrond is, moet worden beoordeeld door een rechter. Hij doet dit op basis van artikel 6:162 BW. Om de claim te weerleggen, moet de wegbeheerder kunnen aantonen dat hij zorgvuldig heeft gehandeld.
2.4. Praktische invulling zorgplicht
Vanwege de weinig specifieke wetgeving en de beperkte jurisprudentie zijn er geen algemeen geldige, eenduidige aanwijzingen te geven waarmee schadeclaims als gevolg van wintergladheid zijn te weerleggen. Wel is het aannemelijk dat een rechter, alvorens uitspraak te doen, de betreffende situatie in elk geval zal toetsen aan de hand van de volgende vragen:
- ◼︎
Heeft de wegbeheerder onder de gegeven omstandigheden voldoende maatregelen getroffen om gladheid te voorkomen of tegen te gaan?
- ◼︎
Heeft de wegbeheerder zijn beleid en de prioritering van strooiroutes voldoende onderbouwd in een gladheidbestrijdingsplan en heeft hij de voor het publiek belangrijke informatie voldoende kenbaar gemaakt, bijvoorbeeld door publicatie in een plaatselijke krant en/of op internet?
- ◼︎
Heeft de wegbeheerder adequaat op klachten gereageerd en waar nodig maatregelen getroffen?
Over het algemeen geldt dat een wegbeheerder niet aansprakelijk is voor gladheidschade als gevolg van artikel 6:162 BW als hij kan aantonen dat:
- ◼︎
Er tijdig en naar vermogen is gestrooid (aan de hand van het Uitvoeringsplan Gladheidbestrijding 2024-2025);
- ◼︎
Er gezien de omstandigheden op tijd en adequaat is gewaarschuwd;
- ◼︎
Hij adequaat op klachten heeft gereageerd en de juiste maatregelen heeft getroffen.
3. Voorbereiding gladheidseizoen
Het Westerwoldse wegennet, inclusief voorzieningen voor fietsers en voetgangers, is aangelegd en wordt onderhouden met als doel mensen en goederen te kunnen verplaatsen. Ze zijn van belang voor de lokale, regionale en landelijke economische en maatschappelijke ontwikkeling. Door wintergladheid kan, als er geen actie wordt ondernomen, het verkeer tot stilstand komen. Met als gevolg economische schade en het stilvallen van allerlei andere activiteiten. Gladheidbestrijding is dus een noodzakelijke activiteit. Bij wet is geregeld dat de gladheidbestrijding voor het openbare wegennet een publieke taak is en dus de verantwoordelijkheid van de betreffende wegbeheerder.
3.1. Materieel
De gladheidbestrijding is een calamiteiten-inzet. Daarom moet het materieel: zoutstrooiers, sneeuwploegen en opslaginstallaties gedurende de winterperiode 24 uur per dag inzetbaar zijn.
Bij het uitvoeren van gladheidbestrijdingsacties worden verschillende soorten materieel ingezet. Naast de tractie zijn dat strooimachines (opzetstrooiers en getrokken strooiers), sneeuwploegen en sneeuwborstels.
De tractie zorgt ervoor dat het gladheidbestrijdingsmaterieel kan worden ingezet tijdens acties. De tractie, bestaande uit: vrachtwagens, tractoren en een pick-up, wordt ook voor andere werkzaamheden ingezet en is niet alleen bedoeld voor de uitvoering van gladheidbestrijdingsacties.
Omdat het materieel gebruikt wordt onder ongunstige en corrosieve omstandigheden en relatief veel stilstand kent, is goed onderhoud essentieel.
Voor het onderhoud aan het gladheidbestrijdingsmaterieel, is een servicecontract afgesloten met Aebi Schmidt uit Holten. Voorafgaand aan het winterseizoen wordt er een onderhoudsbeurt uitgevoerd aan de strooiers en de ploegen.
De stalling van het materieel gebeurt bij voorkeur binnen, waardoor het op gang brengen van een strooiactie snel kan gebeuren.
3.2. Dooimiddelen
Dooimiddelen worden in de gladheidbestrijding ingezet om te voorkomen dat wintergladheid optreedt en om wintergladheid te bestrijden. De werking van dooimiddelen vindt plaats door het vriespunt van water, of anders gezegd: het smeltpunt van ijs, te verlagen. Dit betekent dat het vriespunt niet meer bij 0 °C ligt, maar lager. Hoeveel lager is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid dooimiddel. De vriespuntdaling vindt plaats nadat het zout in oplossing is gegaan en daardoor een pekel gevormd heeft.
De gemeente strooit met een mix van een droge component (wegenzout) en een natte component (pekel – calciumchloride). Bij het nat strooien blijft het dooimiddel (droge en natte component) vochtig. Dit betekent dat het dooimiddel sneller gaat en niet indroogt, zodat de droge component niet verwaait. Nat strooien is bovendien zuiniger en belast het milieu veel minder.
De provincie Groningen heeft samen met meerdere gemeenten (waaronder gemeente Westerwolde) en Groningen Seaports zout ingekocht bij Eurosalt middels een raamovereenkomst van twee jaar met een optie van twee extra jaren. De gemeente kan op ieder moment opdrachten tot levering plaatsen bij Eurosalt via de e-mail of telefoon. De gemeente heeft twee zoutloodsen, één in Vriescheloo en één in Ter Apel, met een capaciteit van circa 150 ton per locatie. En de gemeente beschikt over twee opslagtanks voor het Pekel (CaCl), met een capaciteit van circa 30 ton per locatie.
3.3. Signalering
Voor een preventief strooibeleid is een gladheidmeldsysteem essentieel. Zowel om bij naderende gladheid op tijd in actie te kunnen komen, als om overbodige strooiacties te beperken. Een gladheidmeldsysteem geeft niet alleen de temperatuur van het wegdek aan, maar ook of zich hierop nog zout bevindt – en hoeveel ongeveer. Sinds de komst van deze systemen is het mogelijk de inzet van dooimiddelen op een groot deel van het wegennet te verbeteren, zowel wat betreft de te strooien hoeveelheid als het tijdstip waarop dat gebeurt. Dat bespaart niet alleen kosten, maar beperkt ook de belasting van het milieu. De Provincie Groningen beschikt over een gladheidmeldsysteem.
De aanstuurder wordt door de Provincie gebeld zodra zij hebben besloten om te gaan strooien. Om tot dit besluit te komen heeft de Provincie een 9 tal gladheidmeldsystemen langs de Provinciale wegen.
Daarnaast ontvangt het team dagelijks belangrijke informatie en weersvoorspellingen voor Westerwolde van RoadMaster. Roadmaster is gericht op de gladheidsverwachtingen in Westerwolde en de besluitvorming om een strooi-actie te gaan opstarten.
In voorkomende gevallen kan ook de Meldkamer Noord (112, politie, brandweer) de gemeente benaderen. Indien Meldkamer Noord de gemeente informeert over geconstateerde gladheid, dient de dienstdoende aanstuurder polshoogte te nemen alvorens hij besluit over te gaan tot gladheidbestrijding.
3.4. Personeel en veiligheid
Het team Openbare Werken, medewerkers van PreZero Nederland te Wildervank en Loonbedrijf Folkers te Sellingen zijn in de periode van 1 november 2024 t/m 31 maart 2025 ingedeeld in de gladheidbestrijdingsdienst.
Het werk in de winterdienst moet meestal onder moeilijke omstandigheden worden uitgevoerd. Vaak is het donker en koud, soms valt er neerslag of staat er een ijzige wind. Onder deze omstandigheden moeten strooiers, sneeuwploegen en sneeuwborstels op een juiste en veilige manier worden op- en afgebouwd en vraagt ook het laden van zout en pekel de nodige aandacht. De uitvoering van de gladheidsbestrijding brengt dan ook een aantal specifieke risico’s met zich mee. Om de kans op ongevallen zo veel mogelijk te beperken, zijn de medewerkers getraind en opgeleid.
De medewerkers in de winterdienst hebben in oktober 2022 de Winterdiensttraining “Specifieke Deskundigheid Winterdienst” gevolgd. De training werd verzorgd door ervaren trainers van het Aebi Schmidt TrainingCenter en is afgestemd op de dagelijkse praktijk. De training is uitgevoerd conform de opleidingseisen van het CROW, publicatie 283, editie 2016. Hiermee voldoet zowel de werkgever als de werknemer aan de eisen zoals gesteld in de Arbowet en het Arbobesluit. Na het volgen van de training zijn de medewerkers in staat om voor, tijdens en na een strooiactie de werkzaamheden veilig en zelfstandig uit te voeren.
Doel van de training is bewustwording van de verantwoordelijkheden die het werken in de winterdienst met zich meebrengt. Maar ook veilig en verantwoord met strooimiddelen en het materieel kunnen werken, zowel op eigen locatie als onderweg. Veilig en verantwoord het winterdienstmaterieel kunnen opbouwen, afstellen, controleren, bedienen en reinigen waren eveneens onderdelen van de training.
Dit verminderd schades en verhoogd de levensduur van slijtdelen. En de medewerkers hebben geleerd het herkennen van ongewone en onveilige situaties en deze op de juiste wijze terug te koppelen aan de leidinggevende.
Volgens de Arbeidstijdenwet gelden onder meer de volgende bepalingen bij gladheidbestrijding:
- ◼
De werknemer moet per periode van 4 weken minimaal 2 keer een periode van 7 dagen geen consignatie worden opgelegd (hij is dan niet oproepbaar).
- ◼
De werknemer mag maximaal 13 uur per etmaal arbeid verrichten.
- ◼
De werknemer mag per week maximaal 60 uur werken, op voorwaarde dat per kwartaal de gemiddelde werkweek 48 uur bedraagt.
Bestuurders van strooiwagens vallen niet onder het Arbeidstijdenbesluit vervoer (beter bekend als het Rijtijdenbesluit), dat een uitwerking van de Arbeidstijdenwet vormt voor het wegvervoer. De reden hiervoor is dat de werkzaamheden (de gladheid bestrijden met behulp van zoutstrooiwagens) niet onder de normen van dit besluit zijn te brengen. Dit betekent onder meer dat gebruik van een tachograaf bij de gladheidbestrijding niet verplicht is. Registratie van werk- en rusttijden zoals bij de overige medewerkers is voldoende.
3.5. Samenwerking met buurgemeenten en Provincie Groningen
Er zijn gemeentelijke wegen die voor en door andere wegbeheerders worden gestrooid. Deze wegen sluiten aan op de gemeentegrens. Om te voorkomen dat wegen gestrooid worden tot de gemeentegrens en de rest van de weg niet, is afgesproken met de buurgemeenten dat deze wegen volledig gestrooid worden. Dit voorkomt verkeersonveilige situaties.
- ◼
Gemeente Stadskanaal strooit Onstwedderweg tussen de gemeentegrens en de Hoornderweg;
- ◼
Gemeente Emmen strooit Westerstraat vanaf Vetstukkenweg tot aan kruising Hoofdstraat en Munnikemoer Oost vanaf gemeente grens tot aan de N366;
- ◼
Gemeente Pekela en gemeente Oldambt de aansluitende wegen;
- ◼
Provincie Groningen strooit in de vesting Bourtange;
4. Uitvoering gladheidbestrijding
De uitvoering is afhankelijk van de gewenste prestaties, de strooimethodiek, de strooiroute, de richttijd en de kosten.
4.1. De gewenste prestaties
De gewenste prestaties van de gladheidbestrijding zijn gekoppeld aan de leidende principes en de geformuleerde doelstellingen.
- ◼
Verkeersveiligheid: geen dodelijke ongevallen en een zeer beperkt aantal ongevallen ten gevolge van wintergladheid;
- ◼
Bereikbaarheid: geen of slechts beperkte vertraging van het verkeer als gevolg van wintergladheid;
- ◼
Imago: een positief imago bij inwoners en het bedrijfsleven en een beperkt aantal meldingen/klachten over de gladheidbestrijding;
- ◼
Milieu: inzet van schoon en fossielvrije brandstof, geen onnodig gebruik van dooimiddelen en geen belasting van het milieu op en rond de werven.
4.2. Strooimethodiek
Welke gladheidbestrijdingsactie wordt ingezet is afhankelijk van de soort gladheid die verwacht wordt of al is opgetreden en het type weg en soort verharding dat behandeld moet worden.
Binnen de gladheidsbestrijding is zout het belangrijkste dooimiddel. Er zijn verschillende methoden om dit te gebruiken, wat gedifferentieerde gladheidsbestrijding mogelijk maakt. Het strooien van natzout is daarbij de meest effectieve methode. Hierbij wordt het zout gemengd met pekel voordat het wordt verdeeld. Op deze manier hecht het zout zich sneller aan het behandelde oppervlak en heeft het niet alleen sneller dooieffect, maar ook langduriger. Omdat er nauwelijks sprake is van verstuiving, is dit natzout strooien efficiënt en milieuvriendelijk.
Uit internationale testen blijkt dat er met natzout met een hoger pekelgehalte, zoals FS 30 of FS 50, een grotere effectiviteit bereikt kan worden. Bovendien blijkt dat een kleinere hoeveelheid zout een langduriger effect oplevert.
FS 30 betekent een verhouding van 30% pekel en 70% zout en FS 50 betekent een verhouding van 50% pekel en 50% zout.
Westerwolde strooit op de wegen FS 30 en op de fietspaden FS 50. Behalve bij sneeuwval dan wordt ook op de wegen FS 50 gestrooid.
Door het op tijd signaleren van gladheid kan preventief gestrooid worden. Door aan het werk te gaan voordat de gladheid optreedt, kan er veiliger gewerkt worden en met een grotere rijsnelheid worden gestrooid. Er is minder strooizout nodig, milieuvriendelijker en de gladheidbestrijders hebben de werktijden beter in de hand.
Niet alle situaties zijn te voorzien en soms is preventief strooien niet mogelijk, bijvoorbeeld bij ijzel, sneeuw, invallende vorst en direct na een regenbui. Op de bij de gemeente Westerwolde in beheer zijnde wegen wordt na alarmering door de dienstdoende waarnemer direct gestart met de gladheidbestrijding. Binnen 2,5 uur na melding worden de doorgaande routes en verkeersfietspaden gestrooid. De overige wegen worden bij extreme gladheid of langdurige sneeuwval aansluitend gestrooid.
4.3. De strooiroute
Vanuit financieel, maar ook milieutechnisch oogpunt is het niet wenselijk om alle wegen in het gehele beheergebied te strooien. De doorgaande wegen, verkeersfietspaden en wegen waar het openbaar vervoer gebruik van maakt, worden preventief / curatief gestrooid. Bij aanhoudende gladheid en sneeuwval worden wegen die niet in de strooiroutes vallen zoveel mogelijk tijdens kantooruren sneeuw- ijsvrij gemaakt. De strooiroutes vinden plaats in een vastgestelde volgorde. De routes zijn afhankelijk gesteld van de prioriteit van de wegen, en worden binnen 2,5 uur na melding gestrooid. Van de strooiroutes wordt in principe niet afgeweken.
Algemeen uitgangspunt is dat, indien door bijzondere weersomstandigheden (bijv. ijzel en sneeuw) met het op enig moment ingezette materieel de gladheid niet volledig kan worden bestreden, de wegen met hoogste prioriteit minimaal begaanbaar zullen worden gehouden. Mocht de gladheidcoördinators het noodzakelijk achten dan kan worden besloten tot de uitbreiding van het in te zetten materieel en personeel.
4.4. De richttijd
Een van de factoren die van invloed is op de te leveren kwaliteit, is de tijd waarbinnen het netwerk wordt behandeld.
De tijdscriteria zijn onder te verdelen in een reactietijd en een uitvoeringstijd. De reactietijd is de tijdspanne tussen het moment van de melding van gladheid en de aanvang van de gladheidbestrijdingsactie. De reactietijd bij curatief strooien mag maximaal 60 minuten bedragen. Bij preventief strooien wordt geen maximum gesteld aan de reactietijd, omdat de strooiactie planbaar is. De uitvoeringstijd is de tijdspanne tussen het moment dat het strooivoertuig het opslagterrein verlaat en het moment dat de laatste meters van de strooiroute gestrooid worden. Voor preventief strooien geldt geen uitvoeringstijd.
Bij preventieve acties moet worden voorkomen dat delen van het wegennet glad worden. Het gaat hierbij om acties bij verwachte gladheid door bevriezing, condensatiegladheid en gladheid door neerslag. De tijd die beschikbaar is voor het uitvoeren van een gladheidbestrijdingsactie is afhankelijk van de zekerheid waarmee kan worden voorspeld wanneer het glad wordt. Met de huidige beschikbare ondersteuningsmiddelen wordt drie uur als tijd aangehouden waarbinnen met grote zekerheid gesteld kan worden dat een wegdek glad wordt. In sommige gevallen kan dit langer zijn. Bij het opstellen van routes kan als uitgangspunt voor preventieve acties een actietijd van drie uur worden aangehouden.
Bij curatieve acties is er al sprake van gladheid. Bij het vaststellen van de richttijden voor curatieve acties is gekeken naar:
- ◼︎
Wat mag de weggebruiker redelijkerwijs verwachten?
- ◼︎
Wat is het belang van de betreffende wegcategorie?
- ◼︎
Wat is redelijkerwijs mogelijk binnen het beschikbare budget?
- ◼︎
Wat is maatschappelijk acceptabel?
4.5. De kosten
De kosten die met de gladheidbestrijding gepaard gaan, zijn afhankelijk van de te leveren prestaties, maar ook van de grootte van het wegennetwerk. Naast vaste kosten zijn er variabele kosten. De volgende kostenposten kunnen worden onderscheiden:
- ◼︎
organisatie (inzet eigen personeel en ingehuurd personeel);
- ◼︎
Werven (inrichting, beheer en onderhoud, gas/licht/water, …);
- ◼︎
materieel (aanschaf en onderhoud);
- ◼︎
tractie;
- ◼︎
dooimiddelen (aanschaf);
- ◼︎
advisering (routeplanning, weerdiensten, …);
- ◼︎
administratie en afhandeling/controle.
De variabele kosten zijn sterk afhankelijk van de weersomstandigheden en daarmee moeilijk op voorhand te bepalen. Het bestrijden van gladheid door sneeuw kost beduidend meer dan het bestrijden van condensatiegladheid of gladheid door bevriezing van natte weggedeelten. Tijdens zeer strenge, koude winters valt vaak relatief weinig neerslag, ze zijn daardoor minder kostbaar dan kwakkelwinters.
5. Communiceren en evalueren
De communicatie over gladheidbestrijding vindt op verschillende momenten en tussen verschillende personen en groepen plaats. Na het vaststellen van het plan door het college, wordt het plan ter informatie verzonden aan de raad en gepubliceerd op het internet. Daarnaast is beschikking hebben over actuele data steeds belangrijker geworden.
5.1. Communicatie met inwoners
Goede communicatie draagt bij aan een helder verwachtingspatroon bij de inwoners en verkeersdeelnemers. Het moet hen informatie geven op basis waarvan ze kunnen besluiten al dan niet aan het verkeer deel te nemen, hun vertrek uit te stellen of een andere route of vervoerswijze te kiezen. Communicatie draagt hierdoor bij aan het bereiken van de doelstellingen ten aanzien van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en imago.
Waar bij communicatie vaak sprake is van het zenden van informatie, is een belangrijk onderdeel van de externe communicatie ook: de mogelijkheid voor inwoners en weggebruikers reacties te geven op de gladheidbestrijding. Deze reacties komen vaak in de vorm van een melding of een klacht. De meldingen en klachten worden meegenomen in de evaluatie aan het einde van het seizoen.
5.2. Monitoring en vastlegging
Om aan te kunnen tonen dat de gladheidbestrijding is uitgevoerd overeenkomstig de opgestelde plannen, is monitoring en vastlegging van de uitgevoerde acties noodzakelijk. De vastgelegde gegevens zijn nodig om aan te tonen dat aan de inspanningsverplichting is voldaan.
Tijdens het winterseizoen wordt een logboek bij gehouden. Het logboek is tevens ter ondersteuning bij schadeclaims.
De aanstuurder noteert de volgende gegevens dagelijks op de strooilijsten en in het strooilog van roadmaster:
- ◼︎
het advies;
- ◼︎
type gladheid;
- ◼︎
moment van alarmering;
- ◼︎
tijdstip, start en duur cyclus gladheidbestrijding;
- ◼︎
de gevolgde routes;
- ◼︎
bijzonderheden.
Gemeente Westerwolde beschikt over nieuwe natzoutstrooiers met een rijhulpsysteem. Dit betekent dat de strooiers automatisch de strooivariatie en strooibreedte aanpassen (Aebi Schmidt Route Assistent) en ze beschikken over een strooimanagmentsysteem (IntelliOPS). De gegevens kunnen worden gebruikt voor het maken van analyses, rapportage en bij de behandeling van schadegevallen. Tot slot kunnen de gegevens worden gebruikt bij de evaluatie van het winterseizoen.
De rijhulpsystemen zorgen ervoor dat de chauffeurs zich op het verkeer kunnen concentreren, terwijl het systeem op vastgelegde routes het merendeel van de noodzakelijke processen zelf uitvoert. Dat zorgt niet alleen voor meer veiligheid, efficiëntie en een zuinig verbruik maar ook voor meer flexibiliteit bij de personeelsplanning.
5.3. Evalueren
Na elke winterperiode moet de uitvoering van de gladheidbestrijding worden geëvalueerd. Het gaat er dan vooral om zaken boven tafel te krijgen die tot verbetering kunnen leiden in de uitvoering tijdens de volgende winterperiode. Dit kunnen zaken zijn op basis van datagegevens van de strooiers, eigen waarnemingen of ervaringen. Maar het kunnen ook zaken zijn die binnenkomen als melding of klacht van inwoners.
Daarnaast wordt aanbevolen om regelmatig (bijvoorbeeld elke vier jaar) het beleidsplan te evalueren. Het gaat dan om vragen als:
Zijn de benoemde thema’s nog relevant?
In hoeverre is voldaan aan de gestelde doelstellingen?
Is er aanleiding om het beleid te wijzigen?
Bijlage Gladheidbestrijding Westerwolde 2024-2025
fietspad Sellingerstraat vanaf Nulweg tot Havenstraat
fietspad Heembadweg tot Spoordok en terug naar werkplaats Sellingen
Spoordok tot Havenstraat
Fietspad Havenstraat naar RSG tot Oude Weg
Brandweerterrein
Molenweg
De Omloop incl rijbanen tussen de parkeerplaatsen
De Kruier/Molenplein
Bodenweg
Nederveen Cappelstraat
Marktplein
Marktstraat
Kapelstraat tot Doktor Beekenkampstraat
Aula
fietspad Hooiland
Fietspad Moersloot tot Zanddijk
Fietspad Matenweg richting duitse grens
fietspad Munnekemoer Oost tot gemeentegrens
Hoofkanaal Westzijde richting Munnekemoer
Munnekemoer West
Barnflair West
Oosterkade
Hoofdkade tot Markeweg
Kloosterveenweg
Ter Apelkanaal West
Fietspad Zandberg tot gemeentegrens
Fietspad Jipsingboermussel vanaf gemeentegrens
Fietspad bedrijven terrein Zuid oost Groningen
Fietspad Jipsingboermussel
Fietspad Ter Apelkanaal Oost
Fietspad Viaductstraat tot Havenstraat
Fietspad Ter Apelervenen tot Westerstraat
Fietspad vanaf Dominee W. Reindersweg – gemeentewerf
Fietspad vanaf Veltkeweg – tankstation
Fietspad vanaf Dorigweg – Dorigweg
Fietspad vanaf Dorpsstraat 33 – Beetserweg
Beetserweg
Voorbeetseweg tot Beetserwijk(keren)
Schaalbergenweg
Zandberg tot gemeentegrens
Jipsingboermussel
Ag wildervanckweg plus rotondes
bedrijventerrein zuid oost groningen
Jipsingboermussel
Ter Apelkanaal Oost
Viaductstraat
Hoofdstraat
Oosterstraat
Barnflair-oost tm de brug
Matenweg
Moersloot
Hooiland tot brug Hoofdstraat
Boslaan
Sellingerstraat tot Nulweg (keren)
Heembadweg tot de viaductstraat
Industrieweg plus ambulancepost
Drenthweg
Mercuriusweg
Nomdenweg
Terapelervenen tot Westerstraat
Westerstraat tot aan AG wildervanckweg plus rotondes
Markeweg tot Hoofdkade
Oude weg helemaal
Stationstraat tot rotonde Havenstraat
Vijverstraat
Jan Westerlaan
Bentlagestraat
Heemker Akkerstraat
Nederveen Capelstraat tot Havenstraat
Parkeerplaats kinderopvang
Doctor Bekenkampstraat tot Viaductstraat
Havenstraat tot Sellingerstraat
Heemstraat/Vogelheem tot heembadweg
Wischluiweg
Laudermarkenweg
MILIEUSTRAAT MEENEMEN IN OVERLEG MET AANSTUURDER
Parkeerplaatsen Coop+gemeentehuis Sellingen
Schapendriftsweg
Zevenmeersveenweg
Voorbeetseweg tot Beetserwijk
Jipsingbourtangerweg
Wollinghuizerweg
Vledderweg
Harpelerweg tot 2e Barlageweg einde keren
Molenkampweg
Renneborgweg
Hogebrugweg
Zodenpandweg
Bisschopsweg tot aan de brug vesting Bourtange
Bakovensweg
Tuinlaan
Willem Lodewijkstraat + bushalte
Wollingboerweg
Burgemeester Buiskoolweg
Hassebergerweg richting Sellingen
Oudekampenweg
Veltkeweg
Hassebergerweg
Breetuinenweg tot Korte weg
Korte weg
Torenstraat
Hassebergerweg tot bocht Oudekampenweg
Zuidveldweg
Lauderhokweg
Veenweg
Poortweg
Ruiten Aa Kanaal Oost/Zuid tot Veenweg
Borgerschapenweg
Wedderweg
Lageweg
Hoofdweg Wedde
Hoornderweg
Oerdeweg tot Borgesiusweg
Hoofdweg Wedderveer
Albert Wubsweg
Eltjo Mulderweg
Hoofdweg Wedderveer
Hoofdweg Blijham
Winschoterweg secundair oost
Turfweg secundair tot grens Pekela
Kentersweg
Louwdijk tot hoofdweg
Bouwteweg
Winschoterweg secundair west
Morigerweg
Parkeerplein centrum Blijham
Markeweg
Raadhuisstraat
Toegangsweg sporthal
Raadhuisstraat rechtsaf
Kerklaan
Middenweg
Eikenlaan rechtsaf
Iepenlaan
Parklaan rechtsaf
Middenweg
Kruisstraat linksaf
Achterste Rou
De Omloop + ingang school achterwaarts
Raadhuisstraat
Verschedijk
Verschedijk betonpad tot huisnr 5.
Voorwoldweg
Oosteinde secundair
Oosterstraat
Lutjeloosterweg
Nummerlaan linksaf tot Verschedijk
Verlengde Lutjeloosterweg
Bisschopsweg
Industrieweg
Loosterweg
Veelerveensterbrug
Venneweg
Wedderstraat secundair
Hoofdweg Wedde
Spanjaardsweg
Weddermarke rechtsaf
Wedderbergenweg tot Eltjo Mulderweg
Molenweg tot viaduct
Markeweg
Kerkstraat
Schoolstraat
Parkeerplaats de Voortgang
Kerkstraat
Oostersingel
Veelerweg
Wedderstraat
Wedderstraat linksaf
Schoolstraat
Nieuweweg t/m brandweer + Ambu-post
Onstwedderweg secundair na 150 meter linksaf
Onstwedderweg secundair linksaf tot einde
Onstwedderweg tot aan provincieweg
Smederij alles voor school
Wischmei tot sporthal + parkeerplaats
Wischmei rechtsaf
Oostersingel
Boermarke + tussenweg
Oostersingel rechtsaf
Beatrixstraat
Marijkestraat
Irenestraat
Kerkstraat
PC Rendering busbaan
Wilmerskamp
Spetsebrugweg
Laan van Westerwolde + parkeerplaats zwembad Barlage
Verder op de Spetsebrug richting Veelerveen
Veelerveensterweg rechtsaf tot Bos & Sluiter
S.W. De Clercqweg
Lammertsweg
Dijkweg
Parkeerplaats buurthuis
Slengweg
Vonkslaan
Rhederweg fietspad op de brug
Rhederweg fietspad tot nr 176
Parallelweg
Boekweitlanden richting Rhederweg
Parallelweg
Rhederweg secundair tot Metting
Dorpsstraat fietspad
Wedderweg fietspad
Lageweg fietspad
Hoofdweg Wedde fietspad
Hoornderweg fietspad
Hoofdweg Wedderveer fietspad
Hoofdweg Blijham fietspad
Schoollaan
Morigerweg
Bij rotonde Bouwteweg fietspad en secundaiere weg
Veurste Rou
Parkeerplaats MFA Blijham
Veurste Rou
Achterste Rou
Kruisstraat
Esweg
Kruisstraat rechtsaf
Hoofdweg Blijham fietspad
Wedderbergenweg fietspad
Markeweg fietspad
Markedwarsweg linkaf
Wedderhöfte linksaf
Parkeerplaats Wedderhöfte
Wedderhöfte
Markedwarsweg
Scheidingsweg
Parkeerplaats MFA Veelerveen
Scheidingsweg fietspad
Fietsbrug Dijkweg met hand
Dorpsstraat rechtsaf
Hoofdweg Bellingwolde
Oudeschanskerweg
Koudehoek
Ulsderweg
Molenweg
Poortweg rechtsaf
Voorstraat
Wymeersterweg tot grens
Hoofdweg Oosterschool
Kerkweg
Rondje Reidersingel
Kerkweg
Oostersingel
Beukenlaan
Middensingel
Noorderstraat linksaf
Westersingel
Molenlaan linksaf
Reiderlandstraat
Noorderstraat
Oostersingel rechtsaf
Kerkweg linksaf
Kanaaldijk oz rechtsaf
Leidijksweg
Sportweg
Dorpsplein de Meet
Nieuweweg
Bosweg
Tweekarspelenweg links van verkeersgeleider
Parkeerplaats De Oude Wolden
Tweekarspelenweg rechts van verkeersgeleider
Winschoterweg secundair vanaf rotonde
Winschoterweg secundair vanaf Turfweg
Oosteinde secundair
Eltjo Buringhweg
Nieuwlandseweg linksaf
Nieuwlandseweg
Blijhamsterweg
Parkeerplaats Brandweer
Blijhamsterweg
Vonkslaan
Leidijksweg
BL Tijdensweg
Veelerveensterweg tot Spetsebrugweg
Oude Veendijk links omhoog
H. Prinsenweg
Buiskoolweg tot Rhederweg
Verbindingsweg
Sluisweg
Bijlage Strooiroute Westerwolde
Bijlage Strooiroute vrachtwagen noord
Bijlage Strooiroute vrachtwagen derden noord
Bijlage Strooiroute tractor noord
Bijlage Strooiroute vrachtwagen zuid
Bijlage Strooiroute pick-up
Bijlage Strooiroute tractor zuid
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl