Verordening tot regeling van de beloning voor de bevoegdheid tot het geven van onderwijs in de Friese taal

Artikel 1

Boven de in hoofdstuk V bijlage G van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 bepaalde bezoldiging wordt aan de leraren, werkzaam aan de in de gemeente Leeuwarden gevestigde openbare en bijzondere scholen voor basis— en speciaal onderwijs, een maandelijkse beloning toegekend voor de bevoegdheid tot het geven van onderwijs in de Friese taal.

Artikel 2

De in artikel 1 genoemde beloning bedraagt:

• a.

  voor een leraar, die in het bezit is van de bevoegdheid tot het geven van basis-, of Voortgezet onderwijs in de Friese taal, de helft van het verschil tussen het salaris overeenkomstig de daarvoor in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1948 aangegeven tabellen van een volledig bevoegd leraar bij het basisonderwijs op 30—jarige leeftijd en dat van eenzelfde leraar op 3l-jarige leeftijd, zo nodig naar boven afgerond op een gulden;

• b.

  voor de onder a. bedoelde leraar, die overeenkomstig het voor de school geldende leerplan, de Friese taal onderwijst, het daar bedoelde verschil;

• c.

  voor de directeur van een tweetalige school, die in het bezit is van de bevoegdheid het onder a. bedoelde verschil;

• d.

  voor de onder c. bedoelde directeur, dat tevens, overeenkomstig het voor de school geldende leerplan, de Friese taal onderwijst of werkzaam is in de klassen met het Fries als voertaal, anderhalf maal het onder a. bedoelde verschil;

• e.

  voor de onder c. bedoelde directeur, dat de Friese taal onderwijst overeenkomstig het voor de school geldende leerplan en bovendien werkzaam is in de klassen net het Fries als voertaal, tweemaal het onder a. bedoelde verschil;

• f.

  voor de leraar aan een tweetalige school, die in het bezit is van de bevoegdheid en werkzaam is in de klasse net het Fries als voertaal, het onder a. bedoelde verschil;

• g.

  voor de onder f. bedoelde leraar, die de Friese taal onder- wijst overeenkomstig het voor de school geldende leerplan en bovendien werkzaam is in de klassen met het Fries als voer- taal, anderhalf maal het onder a. bedoelde verschil.

Artikel 3

Burgemeester en Wethouders beslissen in hoeverre procentuele verhogingen, uitkeringen, toelagen en dergelijke, welke aan de leraren bij het basis— en speciaal onderwijs worden toegekend, ook van toepassing zullen zijn op de in artikel t bedoelde beloning.

Artikel 4

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening beloning akte Fries’.

Zij werkt terug tot 1 augustus 1971. Op dat tijdstip vervalt de ‘Verordening beloning akte Fries’, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 juni 1966, nr. 8796.