Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726773
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726773/1
Gemeenschappelijke Regeling WAVA (Werkvoorzieningsschap Arbeid voor Allen)
Geldend van 01-01-1989 t/m heden
Intitulé
Gemeenschappelijke Regeling WAVA (Werkvoorzieningsschap Arbeid voor Allen)De raden, onderscheidenlijk de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalburg, Dussen, Geertruidenberg, 's Gravenmoer, Made en Drimmelen, Oosterhout, Raamsdonk, Werkendam en Woudrichem, ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;
overwegende,
dat het voor een doelmatige uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening voor de inwoners van hun gemeenten wenselijk is, dat de sociale werkvoorziening in hun gemeenten gemeenschappelijk wordt geregeld;
dat ter realisering hiervan met ingang van 1 juli 1974 een gemeenschappelijke regeling is ingesteld, genaamd "Dienst Sociale Werkvoorziening, kring Oosterhout";
dat tengevolge van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen van 20 december 1984 (Stb. 667), per 1 januari 1985, het noodzakelijk is de gemeenschappelijke regeling te herzien en te wijzigen, daar waar nodig is;
gehoord het Centraal Orgaan van Overleg en de Sociale Werkvoorzienings- commissie;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen, de gemeentewet en de Wet Sociale Werkvoorziening;
besluiten :
De gemeenschappelijke regeling "Regeling voor de Dienst Sociale Werkvoorziening, kring Oosterhout", goedgekeurd door het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, bij besluit van 31 oktober 1973, G.nr. 423.005, zoals die naderhand is gewijzigd en goedgekeurd door dit college, te herzien en te wijzigen en dat deze thans komt te luiden als volgt:
Gemeenschappelijke Regeling WAVA
Artikel 1
- 1.
Voor toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Wet:
- a.
-
De Wet Sociale Werkvoorziening van 23 november 1967 (Stb. 687), houdende vaststelling van regelen inzake het bieden van aangepaste werkgelegenheid, zoals deze thans luidt, dan wel zal worden gewijzigd en/of aangevuld;
-
- b.
WAVA:
- b.
-
Het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam zoals bedoeld in artikel 2 van de regeling;
-
- c.
Gemeenten:
- c.
-
De gemeenten, die de gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan of daartoe zijn toegetreden;
-
- d.
Gedeputeerde Staten:
- d.
-
Het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
-
- e.
Werkverband:
- e.
-
Een door de WAVA overeenkomstig de Wet aangewezen organisatorische eenheid, die in hoofdzaak gericht is op het doen uitvoeren van ingevolge de Wet aangewezen werkobjecten;
-
- f.
Commissie(s):
- f.
-
Commissie(s) als bedoeld in artikel 18 van deze regeling;
-
- g.
Werknemer:
- g.
-
Een persoon krachtens de Wet Sociale Werkvoorziening in dienst genomen.
Artikel 2
-
Voor de uitvoering van de Wet wordt een rechtspersoonlijkheidsbezittend openbaar lichaam ingesteld, zoals bedoeld in artikel 8 Wet gemeenschappelijke regelingen. Dit lichaam draagt de naam: "WAVA" en is gevestigd te Oosterhout.
Artikel 3
- 1.
De besturen der deelnemende gemeenten dragen aan WAVA alle bevoegdheden en verplichtingen over met betrekking tot de uitvoering van de Wet.
- 2.
Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Wet wijst het algemeen bestuur van WAVA werkverbanden aan.
- 3.
De besturen der deelnemende gemeenten behouden, onverminderd het bepaalde in het eerste lid, de bevoegdheid te bevorderen, dat personen van buiten de regio van WAVA een dienstbetrekking wordt aangeboden.
Artikel 4
- 1.
Het bestuur van WAVA bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
- 2.
Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van WAVA.
- 3.
De voorzitter is tevens voorzitter van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur.
Artikel 5
- 1.
Het aantal leden van het algemeen bestuur is gelijk aan het aantal deelnemende gemeenten.
- 2.
De raad van elke deelnemende gemeente wijst uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, één lid en één plaatsvervangend lid aan.
- 3.
De zittingsduur van de leden loopt parallel met die van de leden van de gemeenteraad, met dien verstande, dat een lid zitting houdt totdat in zijn opvolging is voorzien.
- 4.
Het lidmaatschap van het algemeen bestuur eindigt van rechtswege, zodra men ophoudt lid te zijn van de raad van de gemeente, waarvoor men als lid is aangewezen.
- 5.
De raad van de in lid 4 bedoelde gemeente beslist binnen drie maanden na het ontstaan van een vakature over de aanwijzing van een nieuw lid voor het algemeen bestuur.
- 6.
Het lid dat ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden opengevallen plaats tot lid van het algemeen bestuur is aangewezen, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.
- 7.
Van elke aanwijzing en wijziging daarin doet de betrokken gemeenteraad onverwijld mededeling aan WAVA.
- 8.
Ieder lid van het algemeen bestuur heeft daarin één stem.
Artikel 6
- 1.
Het algemeen bestuur wijst het door de gemeente Oosterhout aangewezen lid aan tot voorzitter.
- 2.
De voorzitter wordt aangewezen voor een periode van vier jaar.
- 3.
De voorzitter treedt af op de dag van aftreden van de leden van het algemeen bestuur.
Artikel 7
- 1.
De afbakening van de bevoegdheden en de verplichtingen van het algemeen bestuur is analoog aan die, welke in de gemeentewet is aangegeven voor de gemeenteraad, voor zover daarvan bij deze regeling niet wordt afgeweken.
- 2.
Aan het algemeen bestuur behoort alle bevoegdheid met dien verstande dat:
- a.
krachtens deze regeling bepaalde bevoegdheden zijn opgedragen aan het dagelijks bestuur en aan de voorzitter;
- b.
het algemeen bestuur gerechtigd is aan het dagelijks bestuur bevoegdheden over te dragen, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in lid 3 van dit artikel.
- a.
- 3.
De volgende bevoegdheden van het algemeen bestuur zijn niet overdraagbaar:
- a.
het aanwijzen van werkverbanden in de zin der Wet;
- b.
het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden, het aangaan van rekeningcourant-overeenkomsten en hetgeen verder de geldmiddelen van WAVA aangaat;
- c.
het benoemen, schorsen en ontslaan van de directeur en de administrateur.
- a.
Artikel 8
Het algemeen bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter of het dagelijks bestuur dit nodig oordeelt of wanneer tenminste drie leden zulks met opgave van redenen schriftelijk verzoeken.
Artikel 9
- 1.
De vergadering van het algemeen bestuur wordt in het openbaar gehouden.
- 2.
De deuren worden gesloten wanneer tenminste één vijfde gedeelte der aanwezige leden daarom verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
- 3.
In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd, noch een besluit worden genomen over:
- a.
het vaststellen, wijzigen of intrekken van verordeningen en reglementen;
- b.
de bezoldiging en de rechtspositie van het personeel;
- c.
de begroting en rekening van WAVA.
- a.
- 4.
In een besloten vergadering kan geen besluit worden genomen over:
- a.
het doen van uitgaven, op de begroting niet voorkomende, of de daarop uitgetrokken posten te boven gaande en het aanwijzen der middelen ter dekking van zodanige uitgaven;
- b.
het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aangaan van rekeningcourant-overeenkomsten;
- c.
het geheel of gedeeltelijk vervreemden en het bezwaren van eigendommen van WAVA;
- d.
het onderhands verhuren, verpachten of in gebruik geven van eigendommen van WAVA;
- e.
het onderhands aanbesteden van werken en leveranties, voor zover die niet betrekking hebben op het aanvaarden van opdrachten of het verlenen van diensten, welke rechtstreeks voortvloeien uit de exploitatie van werkverbanden.
- a.
- 5.
De artikelen 23 Wet gemeenschappelijke regelingen, wat het opleggen van geheimhouding betreft, en 52 t/m 59 en 72 tweede, derde en vierde lid van de gemeentewet zijn ten aanzien van de leden en de vergaderingen van het algemeen bestuur van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10
- 1.
Het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekken aan de raad van de gemeente alle inlichtingen die door deze raad of één of meer leden van die raad worden verlangd en wel op de wijze zoals in het zesde lid is aangegeven.
- 2.
Een lid van het algemeen bestuur verschaft aan de raad die hem heeft aangewezen, alle inlichtingen die door de raad of één of meer leden daarvan worden verlangd en wel op de wijze zoals in het zesde lid is aangegeven.
- 3.
Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan de raad die hem heeft aangewezen, voor het door hem in dat bestuur gevoerde beleid en wel op de wijze zoals in het zesde lid is aangegeven.
- 4.
De raad die een lid in het algemeen bestuur heeft aangewezen, heeft de bevoegdheid dit door hem aangewezen lid te ontslaan, indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 7, tweede lid, van de Wet Arob niet van toepassing.
- 5.
De leden van het dagelijks bestuur zijn, te zamen en ieder afzonderlijk, aan het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde bestuur.
- 6.
De leden van het dagelijks bestuur geven te zamen dan wel afzonderlijk, aan het algemeen bestuur, wanneer dit bestuur of één of meer leden daarvan hierom verzocht, alle inlichtingen en wel op de wijze zoals vastgelegd in het reglement van orde, als bedoeld in artikel 11, eerste lid.
Artikel 11
- 1.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde vast voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden.
- 2.
De leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur hebben recht op vergoeding van reis- en verblijfkosten, volgens bij het reglement van orde vast te stellen regelen.
- 3.
Het reglement van orde wordt aan de raden van de gemeenten en Gedeputeerde Staten medegedeeld.
Artikel 12
De stukken, uitgaande van het algemeen bestuur, worden door de voorzitter en de directeur ondertekend.
Artikel 13
- 1.
Het dagelijks bestuur bestaat uit een voorzitter en twee leden.
- 2.
De twee leden worden door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen. Bij deze aanwijzing moet ermee worden gerekend, dat de regio's Land van Heusden en Altena (Aalburg, Dussen, Werkendam en Woudrichem) en Donge-mond (Geertruidenberg, 's-Gravenmoer, Made en Drimmelen en Raamsdonk) in het dagelijks bestuur moeten zijn vertegenwoordigd.
- 3.
Ieder lid van het dagelijks bestuur, inclusief de voorzitter, heeft daarin één stem.
- 4.
De zittingsduur van de leden van het dagelijks bestuur loopt parallel met die van de leden van het algemeen bestuur.
- 5.
Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 14
- 1.
De afbakening van de bevoegdheden en de verplichtingen van het dagelijks bestuur is analoog aan die welke in de gemeentewet is aangegeven voor het college van burgemeester en wethouders, voor zover daarvan bij deze regeling niet wordt afgeweken.
- 2.
De voorzitter en de directeur ondertekenen alle stukken, die van het dagelijks bestuur uitgaan.
Artikel 15
Tot het dagelijks beheer, opgedragen aan het dagelijks bestuur, behoort:
- a.
het voorbereiden van al hetgeen aan het algemeen bestuur ter overweging en ter beslissing moet worden voorgelegd;
- b.
het uitvoeren van de besluiten van het algemeen bestuur;
- c.
het behartigen van de belangen van WAVA bij andere overheden, instellingen of personen, waarmee contact voor WAVA van belang is;
- d.
het beheer van inkomsten en uitgaven van WAVA;
- e.
het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte en het doen van alles wat nodig is ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit;
- f.
het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel van WAVA voor zover in deze regeling niets anders is bepaald;
- g.
het uitvaardigen van instructies voor de directeur en de administrateur;
- h.
het houden van voortdurend toezicht op het functioneren van WAVA alsmede op al wat verder WAVA aangaat.
Artikel 16
- 1.
Het dagelijks bestuur vergadert jaarlijks tenminste tien maal en voorts zo dikwijls de voorzitter het nodig oordeelt, of het door twee leden met opgaaf van redenen wordt gevraagd.
- 2.
Het bepaalde in de artikelen 47 - met uitzondering van de laatste volzin -, 48, 50 en 98 van de gemeentewet is voor de vergaderingen van het dagelijks bestuur van overeenkomstige toepassing.
Artikel 17
- 1.
De voorzitter leidt de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur, conform het bepaalde daaromtrent in het reglement van orde.
- 2.
De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van het dagelijks bestuur.
- 3.
De voorzitter vertegenwoordigt WAVA in alle rechtsgedingen en bij alle buitengerechtelijke rechtshandelingen. De vertegenwoordiging bij laatstgenoemde rechtshandelingen kan de voorzitter opdragen aan een door hem aangewezen gemachtigde.
- 4.
In rechtsgedingen of rechtshandelingen met de gemeente, welke de voorzitter vertegenwoordigt, wordt WAVA vertegenwoordigd door een daartoe door het algemeen bestuur uit zijn midden aangewezen ander lid.
Artikel 18
- 1.
Het algemeen bestuur kan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. Het algemeen bestuur regelt de samenstelling en bevoegdheden.
- 2.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerste lid dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de raden van de gemeenten.
- 3.
De leden van de commissie als bedoeld in het eerste lid worden aangewezen voor de periode gelijk aan die van de zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur.
Artikel 19
- 1.
Met de leiding van de werkverbanden is de directeur belast.
- 2.
De directeur is voor zijn beleid verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur.
Artikel 20
De directeur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het algemeen bestuur. De benoeming geschiedt uit een door het dagelijks bestuur in te dienen voordracht van zo mogelijk twee personen.
Artikel 21
De administrateur wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het algemeen bestuur. Hij is belast met de financiële administratie van de dienst.
Artikel 22
- 1.
Het algemeen bestuur regelt de bezoldiging van het personeel, niet zijnde personeel als bedoeld in artikel 7 van de Wet Sociale Werkvoorziening. Daartoe worden een bezoldigingsverordening een functiewaarderingsregeling en andere direct in relatie met de bezoldiging staande regelingen vastgesteld, welke ter kennisname aan Gedeputeerde Staten worden toegezonden.
- 2.
Onverminderd het bepaalde in deze regeling en in de instructies bedoeld in artikel 15, zijn de voor het personeel in dienst van de gemeente Oosterhout geldende rechtspositieregelingen zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op het personeel, bedoeld in lid 1, met dien verstande dat, wanneer daarin sprake is van de "raad", "burgemeester en wethouders", en de "gemeente", daarvoor in de plaats respectievelijk wordt gelezen: het "algemeen bestuur", het "dagelijks bestuur" en "WAVA".
- 3.
Voordat de bezoldigingsverordening en de overige regelingen als bedoeld in lid 1 , of een wijziging daarop, worden vastgesteld, moeten de ambtenarenorganisaties, die leden hebben onder de werknemers, worden gehoord.
Artikel 23
- 1.
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks voor 1 mei een ontwerp-begroting voor het komende dienstjaar, voorzien van een memorie van toelichting toe aan de raden van de gemeenten. De raden van de gemeenten kunnen omtrent deze ontwerp-begroting vóór 15 juni daaropvolgend aan het dagelijks bestuur schriftelijk hun gevoelen doen blijken.
- 2.
Het dagelijks bestuur dient jaarlijks voor 15 juni bij het algemeen bestuur de ontwerp-begroting voor het komende dienstjaar in, voorzien van een memorie van toelichting. Bij deze zijn gevoegd de reacties van de raden van de deelnemende gemeenten op de toegezonden stukken als omschreven in het eerste lid.
- 3.
Het algemeen bestuur stelt vervolgens voor 1 juli de begroting vast.
- 4.
Het algemeen bestuur zendt de begroting binnen veertien dagen na de vaststelling aan de raden der deelnemende gemeenten, die ter zake Gedeputeerde Staten hun gevoelen kunnen doen blijken.
- 5.
Het algemeen bestuur zendt de begroting binnen veertien dagen na de vaststelling ter goedkeuring aan Gedeputeerde Staten.
- 6.
Na ontvangst van het bericht van goedkeuring, dan wel onthouding daarvan, stelt het algemeen bestuur de raden van de deelnemende gemeenten in kennis.
- 7.
Op wijzigingen van de begroting zijn voorgaande bepalingen zo mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 24
Het algemeen beheer en de beheer en de bestuur stelt voorschriften vast ter zake van het geldelijk administratie. Ten aanzien van de controle op het geldelijk administratie zijn de artikelen 265 bis tot en met 265 sexies van de gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 25
- 1.
Het dagelijks bestuur doet uiterlijk 1 juli aan het algemeen bestuur verantwoording over het afgelopen jaar in aansluiting aan de posten der begroting, onder overlegging van de door de administrateur opgestelde jaarrekening, de daarbij behorende bescheiden en een berekening van de door de gemeenten te betalen bijdragen.
- 2.
De jaarrekening wordt tenminste zes weken vóór de aanbieding aan het algemeen bestuur door het dagelijks bestuur toegezonden aan de raden der deelnemende gemeenten.
- 3.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen omtrent de jaarrekening het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin dit gevoelen is vervat bij de jaarrekening, zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
- 4.
Het algemeen bestuur stelt de jaarrekening alsmede de berekening van de door de gemeenten te betalen bijdragen in het eventuele exploitatietekort, nadat deze door een deskundige - als bedoeld in artikel 265 bis, lid 2, van de gemeentewet - zijn onderzocht, voorlopig vast.
- 5.
De jaarrekening wordt binnen veertien dagen na de voorlopige vaststelling door het algemeen bestuur aan Gedeputeerde Staten ter vaststelling toegezonden. Van de vaststelling der jaarrekening wordt mededeling gedaan aan de raden van de deelnemende gemeenten.
- 6.
Het besluit van Gedeputeerde Staten, houdende vaststelling der rekening strekt, voor zover het de daarin opgenomen ontvangsten en uitgaven betreft, het dagelijks bestuur en het rekeningplichtig personeel van de dienst tot décharge, behoudens later in rechten gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.
Artikel 26
- 1.
De gemeenten verbinden zich, vanaf een door het algemeen bestuur te bepalen datum, bij te dragen:
-
- •
in het totaal van de nadelige exploitatiesaldi van de werkverbanden, voor zover niet door de maximaal te verkrijgen rijkssubsidie gedekt, naar rato van het aantal mandagen gedurende welke inwoners van de gemeenten een dienstverband met WAVA hebben gehad;
- •
in de kosten van bestuur en algemeen beheer:
- a.
voor 75% naar rato van het aantal mandagen gedurende welke inwoners van een gemeente een dienstverband met WAVA hebben gehad;
- b.
voor 25% naar rato van het aantal inwoners der gemeente per 1 januari van het laatst verstreken kalenderjaar.
- a.
- •
- 2.
Wanneer het algemeen bestuur dit nodig oordeelt dient het bestuur van elke deelnemende gemeente een voorschot op de bijdrage te verstrekken.
- 3.
Eventuele batige saldi dienen ter vorming of aanvulling van een reserve, zulks onder goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zodanig saldi kunnen slechts worden aangewend voor uitbreiding, vernieuwing, reservering of extra afschrijving op de bezittingen van WAVA, of andere aan WAVA ten goede komende bestemming.
Artikel 27
Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheren van de archiefbescheiden.
Artikel 28
Ook niet aan deze regeling deelnemende gemeenten kunnen een verzoek doen om personen op een werkverband te plaatsen. De kosten van de plaatsing van deze personen komen geheel voor rekening van deze gemeenten volgens regelen door het algemeen bestuur vast te stellen.
Artikel 29
Deze regeling wordt aangegaan voor de periode tot 1 januari 1995.
Artikel 30
- 1.
Wijziging van deze regeling kan geschieden indien het algemeen bestuur daartoe met tweederde meerderheid besluit.
- 2.
Aan een dergelijk besluit kan eerst uitvoering worden gegeven, nadat het is bekrachtigd bij daartoe strekkende besluiten van de gemeenteraden van tenminste tweederde der deelnemende gemeenten, omvattende tenminste 60% van het aantal inwoners der bij deze regeling aangesloten gemeenten.
- 3.
Deze regeling kan worden opgeheven bij daartoe strekkende besluiten van de gemeenteraden van tenminste tweederde der deelnemende gemeenten, omvattende tenminste 60% van het aantal inwoners der bij deze regeling aangesloten gemeenten.
Artikel 31
- 1.
Indien deze regeling wordt opgeheven, gaat het algemeen bestuur terstond tot liquidatie over.
- 2.
Het liquidatieplan wordt door het algemeen bestuur, de raden van de deelnemende gemeenten gehoord, vastgesteld.
- 3.
Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing.
- 4.
Het liquidatieplan voorziet ook in de gevolgen die de opheffing heeft voor het personeel.
Artikel 32
- 1.
Voor toetreding tot de gemeenschappelijke regeling kan worden volstaan met een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd besluit van de raad, van het college van burgemeester en wethouders en van de burgemeester van de betreffende gemeente, mits het algemeen bestuur met die toetreding heeft ingestemd.
- 2.
Het algemeen bestuur stelt na overleg met de besturen van de toetredende gemeente(n), vóór het tijdstip van toetreding, een regeling vast ten aanzien van de financiële gevolgen van toetreding.
Artikel 33
- 1.
Een gemeente kan uittreden bij een daartoe strekkend besluit van de gemeenteraad, dat onmiddellijk ter kennis wordt gebracht van WAVA.
- 2.
In geval van uittreding als bedoeld in lid 1, stelt het algemeen bestuur in overleg met de uittredende gemeente tenminste drie maanden vóór het tijdstip van uittreding, een bindende regeling vast van alle gevolgen daarvan voor de uittredende gemeente. Deze regeling behoeft de goedkeuring van Gedeputeerde Staten.
- 3.
Uittreding is eerst mogelijk nadat de uittredende gemeente aan haar verplichtingen heeft voldaan en vindt plaats per 1 januari van het tweede jaar volgende op dat, waarin de daartoe strekkende besluiten van de raad en het college van burgemeester en wethouders van een gemeente zijn ingeschreven in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Artikel 34
Geschillen omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling tussen bestuur van gemeenten of tussen besturen van één of meer gemeenten en het bestuur van WAVA worden door Gedeputeerde Staten beslist, voor zover zij niet behoren tot die, vermeld in artikel 112, eerste lid, van de Grondwet of tot die, waarvan de beslissing krachtens artikel 112, tweede lid van de Grondwet is opgedragen hetzij aan de rechterlijke macht, hetzij aan gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren.
Artikel 35
- 1.
Deze regeling treedt in werking op de datum waarop deze is opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, en heeft voor zover nodig terugwerkende kracht tot 1 januari 1989.
- 2.
De bij de Wet voorgeschreven toezending van de regeling, alsmede de besluiten tot toetreding, uittreding, wijziging of opheffing geschiedt door de zorg van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 9 november 1988.
Het Algemeen Bestuur van WAVA,
M.G. Rijsdorp, voorzitter
V.A.N. Rosierse, directeur
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl