Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726771
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726771/1
Integraal Uitvoeringsprogramma VTH 2025 Borsele
Geldend van 20-11-2024 t/m heden
Intitulé
Integraal Uitvoeringsprogramma VTH 2025 Borsele0. Samenvatting
Het Integraal Handhavings- en Uitvoeringsprogramma (lees verder: IHUP) beschrijft wat de gemeente Borsele gaat doen op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving om bij te dragen aan de doelen in de fysieke leefomgeving. Het IHUP is de gedetailleerde uitwerking van de begroting op het gebied van VTH. Het college van Burgemeester en Wethouders evalueert jaarlijks de uitvoering van het programma in het VTH-jaarverslag. Op basis van dit uitvoeringsprogramma worden ook afspraken gemaakt met de RUD Zeeland, die op hun beurt een eigen werkplan opstelt.
Samenvattend bestaat het IHUP uit de volgende onderdelen: de uitvoering van VTH-taken die we verrichten gericht op de Zeeuwse en lokale prioriteiten, de middelen die daarvoor beschikbaar zijn en een weergave van mogelijke invloeden op de uitvoering van dit programma.
Door middel van een gezamenlijk opgestelde risico- en probleemanalyse zijn de Zeeuwse prioriteiten bepaald. Deze prioriteiten zijn onderverdeeld in de volgende thema’s: bouwen, milieu, water, groen en leefbaarheid. Het komt vaak voor dat de Zeeuwse prioriteiten minder of zelfs niet relevant zijn voor de gemeente Borsele. Denk hierbij aan onderwerpen als natuurbrandrisico en illegale recreatie. Sommige Zeeuwse prioriteiten kunnen echter ook op lokaal niveau een prioriteit zijn, zoals strijdig gebruik. Naast de Zeeuwse prioriteiten hebben we voor de gemeente Borsele de volgende lokale prioriteiten bepaald en de daaropvolgende acties vastgesteld:
Lokale prioriteiten:
- 1.
Bouwen
- o
Illegale wijziging monumenten: Handhaven op monumenten en beschermd dorpsgezicht.
- o
Implementatie Omgevingswet: Werkprocessen en kennis verbeteren.
- o
- 2.
Milieu
- o
VANG-plan (afvalbeheer): Voortzetten controles en voorlichting over afvalscheiding.
- o
- 3.
Water
- o
Illegale rioolaansluitingen: Uitvoeren van inspecties.
- o
- 4.
Groen
- o
Dijkenstructuur en beplanting: Handhaven op kapvergunningen en herplantplicht.
- o
Bedrijfsbebouwing: Toezicht op naleving landschappelijke inpassing na bouw.
- o
- 5.
Leefbaarheid
- o
Jeugd: Aanpak van jeugdoverlast in samenwerking met scholen en jeugdorganisaties.
- o
Alcoholwet: Verhogen van controles en voorlichting over naleving leeftijdsgrens.
- o
Daarnaast zijn strijdig gebruik, monumenten, grotere evenementen en horecaoverlast door jongeren belangrijke aandachtspunten uit de risicoanalyse die gemaakt is voor de thema’s Bouwen en Leefbaarheid (zie Bijlage F).
Op basis van de capaciteitsberekening is vastgesteld dat de huidige bemensing niet toereikend is om de werkdruk te kunnen opvangen. Dit heeft ertoe geleid dat binnen de strategische personeelsplanning al keuzes zijn gemaakt om de formatie uit te breiden met de toevoeging van twee fulltime equivalenten (fte). Om de benodigde kennis en ervaring te waarborgen binnen het Domein V&V werken we ook met een flexibele schil om de inhuur van expertise mogelijk te maken.
1. Inleiding
Gemeenten en provincies zijn volgens artikel 13.8 Omgevingsbesluit verplicht om elk jaar een Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving op te stellen. Dit document is het Integrale Uitvoeringsprogramma (IHUP) van de gemeente Borsele. Alle bevoegde gezagen in Zeeland gebruiken dezelfde structuur voor dit programma. Dit komt voort uit het gezamenlijke VTH-beleid, dat streeft naar een uniforme en voor burgers en bedrijven herkenbare uitvoering van VTH-taken. Deze eenvormigheid vergemakkelijkt de onderlinge afstemming en samenwerking en draagt bij aan een integrale aanpak.
1.1. Leeswijzer
Het IHUP is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 worden alle kaders gepresenteerd, waaronder wettelijke kaders, Zeeuwse afspraken en lokale keuzes. Vervolgens worden de verschillende inhoudelijke thema’s behandeld: bouwen, milieu, water, groen en leefbaarheid (hoofdstukken 3 tot en met 7). Voor elk thema wordt het beoogde effect of doel beschreven, evenals de regionale en lokale prioriteiten binnen dat thema. Daarna wordt aangegeven welke acties worden ondernomen op het gebied van preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving, en welke middelen daarvoor beschikbaar zijn. Voor elk thema wordt de wettelijk verplichte reflectie en conclusie opgenomen over de vraag of de beschikbare middelen voldoende zijn om de vereiste activiteiten uit te voeren. Hoofdstuk 8 behandelt de inzet voor verschillende samenwerkingsthema’s. In hoofdstuk 9 worden relevante ontwikkelingen en risico’s beschreven die van invloed kunnen zijn op een succesvolle uitvoering van het programma, inclusief de benodigde bemensing voor de taken belegd bij Domein V&V.
2. Kaders
2.1. Wettelijke verplichtingen/plaats in de BIG-8
Bevoegde gezagen zijn wettelijk verplicht jaarlijks het uitvoerings- en handhavingsbeleid uit te werken in een uitvoeringsprogramma (art. 13.8 Omgevingsbesluit). Het voorliggende document voorziet in deze wettelijke verplichting. Hierbij vindt waar nodig afstemming plaats met partners die belast zijn met de strafrechtelijke handhaving en zorgen de bestuursorganen richting de omgevingsdienst voor een uniform uitvoeringsprogramma. Het college moet de voor het bereiken van doelen benodigde financiële en personele middelen in de begroting opnemen. Jaarlijks evalueert het college de uitvoering van het uitvoeringsprogramma in een jaarverslag.
Het IHUP dient als overgang van het strategische naar het operationele niveau.
2.2. Zeeuwse afspraken VTH-beleid
In het gezamenlijke VTH-beleid (Nota VTH Beleid Zeeland 2024, vastgesteld op 30-12-2023 door de Zeeuwse VTH-partners hebben de verschillende VTH-partners hebben gemaakt over de wijze waarop VTH-taken worden uitgevoerd. De gezamenlijke bestuurlijke uitgangspunten zijn:
1. Integraal werken
We werken als één loket en zorgen voor een integrale beoordeling van vergunningaanvragen en meldingen. Dit doen we door te werken volgens de volgende doelstellingen:
- •
(Integraal) Beschermen en benutten fysieke leefomgeving;
- •
Verbeteren van de (integrale) dienstverlening;
- •
Korte doorlooptijden van besluitvormingsprocessen;
- •
Goede en tijdige participatie van burgers en bedrijven bij besluitvorming;
- •
Transparantie en inzicht in procedures en processen;
- •
Integrale en samenhangende besluiten.
Integraal werken is essentieel, zoals blijkt uit de doelstellingen van de Omgevingswet. Dit komt naar voren in wettelijke voorschriften zoals coördinatie- en doorzendplichten en de verplichte integrale belangenafweging.
Integraal werken en de één-loket gedachte vereisen goed casemanagement. Dit passen we toe bij vergunningverlening, toezicht en handhaving, bijvoorbeeld met het instrument 'Omgevingstafel'. Initiatiefnemers werken volgens het principe van participatie, ondersteund door participatiebeleid en participatieverordeningen van bevoegde overheden, waarin wettelijke eisen voor participatie worden uitgewerkt.
Integraal werken voorkomt dat we conflicterende of overlappende regelgeving gebruiken zonder samenhangend besluit. In Zeeland is dit uitgewerkt in het Protocol Casemanagement, opgesteld in 2022 door de werkgroep Casemanagement voor het Regieteam VTH beleid Zeeland. Dit protocol wordt gezien als het fundament voor een integrale benadering en is vastgesteld door het college.
2. Risicogericht werken
Wij richten ons op de grootste risico’s en zorgen dat bedrijven en burgers de regels naleven. Ons doel is om veiligheid te verhogen, de kwaliteit van de leefomgeving te behouden en onnodige lasten te voorkomen. Een nieuw instrument van de wetgeving is de privatisering van bouwtoezicht voor bouwwerken met lagere risico’s (gevolgklasse 1).
Bij het verlenen van nieuwe vergunningen en toezicht bepalen we de belangrijkste risico’s en prioriteiten aan de hand van onze strategie en actualiseringsbeleid. We beoordelen hierbij ook het naleefgedrag van bedrijven en burgers.
Met tijdige en goede voorlichting en communicatie proberen we overtredingen en risico’s te voorkomen. Naleving wordt bevorderd doordat doelgroepen de regels kennen. Met de komst van de Omgevingswet krijgen wij te maken met nieuwe regelgeving, zoals milieubelastende activiteiten, meldingen voor privaat bouwtoezicht, Natura 2000 vergunningen, het Omgevingsplan, de Omgevingsverordening en de Waterschapsverordening. De preventiestrategie is belangrijk om de samenleving te informeren en overtredingen door onbekendheid te voorkomen.
We stellen binnen Zeeland periodiek prioriteiten via een probleemanalyse om onze beperkte middelen effectief in te zetten. Deze analyse vernieuwen we elke vier jaar. Bij het bepalen van de risico’s en inzet kijken we naar de maatschappelijke impact van het niet naleven van regels.
3. Voorkomen van ondermijning
We willen niet dat burgers of bedrijven een vergunning of toestemming gebruiken om activiteiten uit te voeren met geld dat verdiend is via misdrijven. Ook willen we niet dat burgers of bedrijven een vergunning (mede) gebruiken voor het plegen van misdrijven. We toetsen daarom de integriteit van aanvragers. Als hier onaanvaardbare risico’s uit komen maken we gebruik van bevoegdheden die we hebben in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob7). We kunnen gerichte aanvullende voorschriften in de vergunning zetten. Ook kunnen we een vergunning weigeren of intrekken. Natuurlijk doen we dat pas na een zorgvuldige en soms gezamenlijke afweging. Activiteiten die vallen onder ondermijnen gedogen we niet.
We gaan ondermijning tegen door goed samen te werken bij de uitvoering van de VTH-taken. Zoals met het Openbaar Ministerie, andere overheden en ketenpartners. We sturen op samenwerking en gezamenlijke prioriteiten en wisselen onderling informatie uit. We vinden het wenselijk een eenduidig Zeeuws Bibob beleid te hanteren.
4. Betrouwbaar: doen wat we moeten doen
We zijn betrouwbaar voor onze burgers, partners en het bedrijfsleven. Dat doen we door het standaardiseren van werk, toepassen van standaard vergunningsvoorschriften voor vergelijkbare situaties en dezelfde strategie. Dit zorgt voor rechtsgelijkheid.
5. Transparant
We voeren de VTH-taken transparant uit. Dit is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, maar staat ook in sommige wetten. Denk aan het publiceren van vergunningen (EU-verplichting) en meldingen en aan het openbaar maken van namen van risicovollere bedrijven die herhaaldelijk de regels overtreden. We zorgen dat procedures reproduceerbaar zijn, dat betekent dat het procesverloop en de beslissingen in het dossier staan.
6. Professioneel: kwaliteit, kennis en kunde
Voor de uitvoering van taken gelden de (landelijk) gestelde proces- en kwaliteitscriteria 2.3. Het vaststellen en implementeren van de VTH Verordening voor de Omgevingswet wordt hiervoor gevolgd.
7. Verantwoordelijkheid waar deze hoort
We nemen onze verantwoordelijkheid en werken binnen de kaders van geldende wet- en regelgeving. We gaan uit van de beginselplicht tot handhaving. Dit geldt ook voor de eigen vergunde werkzaamheden en die van medeoverheden.
We benaderen bedrijven, instellingen, particulieren en overheden vanuit het principe dat iedere partij eigen verantwoordelijkheid heeft. Daarom verwachten we ook dat bedrijven, instellingen, particulieren en overheden hun eigen verantwoordelijkheid voor de naleving van regels oppakken, onder andere door:
- •
goede en volledige informatie aan te leveren bij vergunningaanvragen en meldingen;
- •
zelf te zorgen voor actieve en betrouwbare informatie over risicovolle activiteiten, door ongewone voorvallen tijdig te melden. Vanwege de gevolgen voor interne en externe veiligheid en de leefomgeving.
2.3. Zeeuwse prioriteiten
Op basis van een gezamenlijke probleem- en risicoanalyse zijn de Zeeuwse VTH-prioriteiten bepaald. De probleem- en risicoanalyse is gebaseerd op de volgende criteria:
- •
De maatschappelijke betekenis van wat er kan gebeuren als bepaalde regels niet kunnen worden nageleefd;
- •
Het naleefgedrag ofwel de kans dat er overtredingen plaatsvinden.
Uit de eerste probleem- en risicoanalyse zijn de volgende Zeeuwse prioriteiten naar voren gekomen:
Figuur 1: Schematische weergave Zeeuwse VTH-prioriteiten
In dit uitvoeringsprogramma presenteert het college de VTH-inzet voor deze Zeeuwse prioriteiten, waarbij het kan voorkomen dat een specifieke Zeeuwse prioriteit lokaal minder relevant is dan elders. De komende jaren ontwikkelen we de gezamenlijke probleem- en risicoanalyse door1.
2.4. Lokale prioriteiten
In aanvulling op de Zeeuwse prioriteiten hebben we op basis van lokale doelen en omstandigheden specifieke prioriteiten voor de gemeente Borsele vastgesteld. Deze acties vereisen extra aandacht omdat ze aansluiten op de unieke uitdagingen en behoeften van de gemeente. De lokale prioriteiten zijn voortgekomen uit een gemeentelijke risicoanalyse, die zorgvuldig is opgesteld tijdens meerdere werksessies. Deze risicoanalyse, te raadplegen in Bijlage F, vormt de basis voor het bepalen van waar de focus binnen de gemeente ligt. Hieruit zijn zowel enkele Zeeuwse als onderstaande lokale prioriteiten naar voren gekomen, die we in dit plan allebei de nodige aandacht geven. In de tabel hieronder worden alleen de acties weergegeven die niet tevens een Zeeuwse prioriteit zijn.
Domein of thema |
Lokale prioriteit |
Acties |
Bouwen (handhaving) |
|
In kaart brengen huidige stand van monumenten en beschermd dorpsgezicht en handhaven bij overtredingen. Werkprocessen verder ontwikkelen en inhoudelijke kennis bijschaven waar nodig |
Milieu |
|
Doorzetten ingezette beleid van afvalcoach die controleert en voorlichting geeft op correcte aanbieding restafval. |
Water |
|
Wij voeren rioolinspecties uit. |
Groen |
|
We volgen alle meldingen en constateringen van kap zonder vergunning op. Bij kapvergunningen zien wij verder toe op een volledige uitvoering van alle opgelegde herplantplichten. Na afgeven vergunning en na ontvangst gereedmelding van de bouwactiviteit toezicht houden op naleving voorwaarden voor landschappelijk inpassen. |
Leefbaarheid |
|
Uitvoering integrale aanpak van jeugdoverlast, bestaande uit handhaving en samenwerking met scholen, buurthuizen en jeugdorganisaties om programma’s te ontwikkelen. Intensiteit controles verhogen en toepassen sanctiematrix Alcoholwet. Hiernaast inzet voorlichtingscampagnes. |
Tabel 1: Lokale prioriteiten en acties
2.5. Risicogericht werken
Voor alle relevante activiteiten die in het kader van het Omgevingsrecht, APV & Bijzondere Wetten worden uitgevoerd is een risico-inschatting gemaakt. Dit risico is bepaald volgens een vaste methodiek, waarbij vier beoordelingscriteria in acht zijn genomen om de prioritering te bepalen, te weten:
- •
Veiligheid;
- •
Volksgezondheid;
- •
Kwaliteit van de leefomgeving;
- •
Imago.
Deze criteria zijn gescoord van 0 tot 4. De score is bepaald door voor elk criterium een inschatting te maken van het effect van slecht naleefgedrag op deze criteria. Het gemiddelde van deze vier scores is het gemiddelde effect van slecht naleefgedrag. Omdat voor sommige activiteiten vaker sprake is van overtredingen en dus de kans op slecht naleefgedrag groter is, nemen we ook deze kans mee in de risicoanalyse. Activiteiten met een hogere kans krijgen een verhoging. Deze verhoging wordt toegepast op de berekende score van het gemiddelde effect van slecht naleefgedrag. De overblijvende score noemen we het gemiddelde risico van slecht naleefgedrag.
|
Prioriteit |
Wijze van Toezicht & Handhaving |
Categorie 1 |
Laag |
Uitsluitend projectmatig bij toezicht en handhaving |
Categorie 2 |
Gemiddeld |
Projectmatig of verzoek tot handhaving of directe aanleiding bij toezicht en handhaving |
Categorie 3 |
Hoog |
Directe handhaving bij toezicht en handhaving |
Tabel 2: Categorieën prioritair werken
Het gemiddelde risico is gekoppeld aan de prioritering van laag tot hoog. De prioritering is sturend voor onze inzet op toezicht en handhaving, waarbij wij uitgaan van 3 categorieën(zie tabel 2). In de tabellen op de volgende pagina zijn de categorieën met de hoogste en de laagste prioriteit opgenomen. Het volledige overzicht van de prioritering staat in bijlage F.
2.6. Organisatie van VTH
Vergunningen, toezicht en handhaving is binnen de organisatie belegd binnen het team Vergunningen & Veiligheid (hierna: V&V). Grote projecten zijn belegd bij het team Grootschalige energietransitie en leefkwaliteit Borsele (GELB). De projecten die uitsluitend belegd zijn bij GELB vallen niet binnen dit uitvoeringsprogramma.
In bijlage B is een overzicht gegeven van alle interne en externe overlegstructuren.
Scheiding vergunningverlening en handhaving
Een scheiding tussen vergunningverlening en toezicht & handhaving is wettelijk verplicht voor milieu en dit is dan ook zo georganiseerd.
Bereikbaarheid buiten kantooruren
Binnen en buiten kantooruren is de gemeente bereikbaar voor meldingen en de behandeling van incidenten. Voor acute klachten buiten kantooruren gaat dit via een piketdienst. De gemeente Borsele heeft een piketdienst voor openbare orde en veiligheid en een piketdienst voor openbare werken. Deze dienst is bereikbaar via de Gemeenschappelijke Meldkamer Zeeland-West-Brabant. RUD Zeeland heeft een eigen milieupiketdienst voor bedrijven die onder de RUD Zeeland vallen.
Roulatiesysteem milieutoezichthouders
De periodieke milieucontroles zijn belegd bij de RUD Zeeland. De RUD verdeelt de milieucontroles onder de milieutoezichthouders. Als een toezichthouder korter dan 5 jaar geleden een bedrijf heeft bezocht, dan wordt er geruild. Dit om te voorkomen dat de controleur een band opbouwt met een bedrijf. Kennis wordt uiteraard overgedragen en informatie is in de systemen vastgelegd.
Vormen van toezicht
Bij preventieve en repressieve controles zetten we verschillende toezichtinstrumenten of combinaties van instrumenten in. We onderscheiden de volgende vormen van toezicht:
- •
Aangekondigd of onaangekondigd;
- •
Steekproeven;
- •
Fysiek toezicht, zichtbare aanwezigheid;
- •
Administratief toezicht;
- •
Aspectcontrole;
- •
Systeemtoezicht (bijvoorbeeld het veiligheidssysteem bij BRZO-bedrijven);
- •
Concerntoezicht (bijvoorbeeld op het compliance-systeem, werken volgens verschillende soorten regelgeving bij een concern met meerdere vestigingen).
In dit uitvoeringsprogramma geven we bij afzonderlijke thema’s aan welke toezichtsvorm(-en) ingezet worden. Als in dit uitvoeringsprogramma bij indicatoren gesproken wordt van ‘inspecties’ dan betreft het alle mogelijke vormen van toezicht bij elkaar.
3. Bouwen
Het hoofddoel c.q. beoogde effect op het gebied van bouwen is:
Doel:
De gemeente Borsele wil de ruimtelijke kwaliteit hoog houden. We streven ernaar het landelijke karakter en de groene omgeving te behouden.
Wat gaan wij doen:
Vergunningen verlenen we alleen als ze de ruimtelijke kwaliteit niet schaden en voldoen aan de wettelijke bepalingen.
Wanneer zijn we tevreden:
We zijn tevreden als de ruimtelijke kwaliteit niet verslechtert, omdat de gemeente Borsele een hoge ruimtelijke kwaliteit heeft. We zijn echter nog meer tevreden bij zichtbare of merkbare verbeteringen door middel van toezicht en handhaving.
In de volgende paragrafen bespreken we de regionale en lokale prioriteiten, het beoogde maatschappelijke effect, en hoe vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) worden ingezet om dit effect te bereiken.
3.1. Bouwtoezicht (incl. monumenten en asbest)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)2
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Bouw- en verbouwactiviteiten vinden op veilige, gezonde en duurzame wijze plaats |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van bouwvoorschriften per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10% Licht: 25%) |
Hoe is het nu?
Bouwtoezicht geschiedt op het moment vraag gestuurd. Onderwerpen die bij bouwtoezicht relevant zijn, zijn:
- •
Vergunningverlening en toezicht m.b.t. nieuwbouw en verbouw
- •
Vergunning en toezicht m.b.t. slopen
- •
Asbestverwijdering door particulieren
- •
Toezicht op vergunningvrij bouwen
- •
Handhaving illegale bouw
- •
Handelingen met monumenten
- •
Themagerichte onderwerpen, zoals bijvoorbeeld wijziging van gevels.
Wat gaan we doen?
Preventie: Goede informatie geven over de nieuwe regels onder het nieuwe stelsel.
Vergunningen: Domein V&V stimuleert het indienen van bouwplannen via conceptverzoek om zo bouwplannen te sturen op haalbaarheid.
Toezicht: Domein V&V test of een vroegtijdige eerste check of informeel gesprek voor verbetering zorgt.
Handhaving: De gemeente zet sancties in om (permanente) schade te voorkomen. Hierbij kan men denken aan bouwstop.
3.2. Brandveilig gebruik
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Gebouwen worden (brand)veilig ontworpen, gebouwd en gebruikt |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van brandveiligheidsvoorschriften per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Hoe is het nu?
Brandveilig gebruik van gebouwen en recreatieobjecten is een prioriteit voor de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) en is vastgelegd in het meerjarenprogramma. Dit omvat ook de veiligheid van installaties voor de energietransitie.
Wat gaan we doen
Preventie & Vergunningen: Zorg voor goede informatievoorziening over de nieuwe regels omtrent brandveilig gebruik. Daarnaast duidelijke informatie plaatsen op de website over de technische regels en eventuele veranderingen vanuit Bbl.
Vergunningen: Bij conceptverzoeken en uiteindelijke aanvragen wordt in relevante gevallen een advies gevraagd bij de VRZ.
Toezicht: Periodieke gezamenlijke controles op basis van jaarplanning en gezamenlijke controles bouw/brandveiligheid naar aanleiding van signalering.
Handhaving: Waarschuwing en voornemen door VRZ. Het handhavingsbesluit stelt de gemeente op.
3.3. Strijdig gebruik ruimtelijke ordening
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Gronden en gebouwen worden in overeenstemming met planologische regels gebruikt, specifiek illegale bewoning van recreatiewoningen |
Mate van illegale bewoning van recreatiewoningen (0%) |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van planologische regels per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Hoe is het nu?
Strijdig gebruik ruimtelijke ordening omvat meerdere in Zeeland voorkomende onderwerpen, zoals:
- •
Strijdig gebruik van gronden;
- •
Strijdig gebruik van gebouwen;
- •
Handelingen zonder aanlegvergunning;
- •
Strijdige bedrijfsmatige activiteiten;
- •
Illegale bewoning van recreatiewoningen;
- •
Illegaal recreatief verhuur van reguliere woningen.
De aanpak van strijdig gebruik is een taak van zowel de taakvelden planologie, vergunningverlening en handhaving en toezicht.
Wat gaan we doen
Preventie: Omdat de aanpak van strijdig gebruik multidisciplinair is, is een overkoepelende aanpak wenselijk. Het domein Vergunningen en Veiligheid (V&V) draagt bij aan campagnes en informatie voor lokale media met hun inhoudelijke kennis. Daarnaast organiseren ze mogelijk structurele informele gesprekken met eigenaren van recreatiekavels en parken.
Vergunningen: Na constatering strijdig gebruik onderzoek naar wenselijkheid en legaliseren of ontheffing.
Toezicht: Projectmatig en risico gestuurd toezicht recreatieparken.
Handhaving: Toezicht & potentieel handhavingsproces opstarten bij elke melding. Besluit over uniforme aanpak illegale bewoning.
3.4. Huisvesting arbeidsmigranten en seizoenswerkers
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Arbeidsmigranten en seizoenswerkers worden veilig en leefbaar gehuisvest |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen van wet- en regelgeving t.a.v. huisvesting van arbeidsmigranten en seizoenswerkers per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10% Licht: 25%) |
Hoe is het nu?
De huisvesting van arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is een belangrijk aandachtspunt in de Provincie Zeeland. Vrijwel in elke gemeente is het een aandachtspunt. Hierbij spelen verschillende aspecten, zoals veiligheid, welzijn, acceptatie en regelgeving. De aanpak van het onderwerp huisvesting arbeidsmigranten en seizoenswerknemers is een taak van zowel de taakvelden planologie, vergunningverlening en handhaving en toezicht.
Wat gaan we doen
Preventie: Het verbeteren van de situatie begint met goede communicatie over wat de regels zijn. V&V en Communicatie starten mediacampagne en zorgen voor juiste informatie beschikbaar op de website.
Vergunningen: Meewerken aan haalbare plannen nieuwe invulling bestaande panden voor huisvesting arbeidsmigranten.
Toezicht: Projectmatig en risico gestuurd toezicht van huisvesting arbeidsmigranten
Handhaving: Periodieke controles bestaande huisvestingslocaties i.s.m. VRZ.
3.5. Illegale wijzigingen monument & beschermd dorpsgezicht (Lokale prioriteit 1)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Voorzijde en aanzicht (dorpsgezicht) blijven in stand, goed onderhouden en niet gewijzigd zonder goedkeuring. |
Goed in beeld wat de huidige stand is van monumenten en beschermd dorpsgezicht. Exclusief inventarisatie minimale (<5) constateringen van illegale wijzigingen. |
Hoe is het nu?
Op dit moment zijn er weinig tot geen illegale wijzigingen (te constateren aan de voorzijde) van gebouwen, en- of woningen met monumentale waarden.
Wat gaan we doen
Preventie: De gemeente blijft goed communiceren over het belang van monumentale waarde. Bij het opstellen van beleid zal de gemeente, met ondersteuning van V&V, extra aandacht besteden aan cultuurhistorische waarde. Heldere definities moeten zorgen voor een duidelijke scheidslijn.
Vergunningen: -
Toezicht: Bij een melding of eigen constatering wordt er toezicht gehouden op de voorzijde van een beschermd dorpsgezicht.
Handhaving: Bij constatering van illegale wijzigingen wordt er, na een gesprek met de eigenaar, gehandhaafd.
3.6. Verdere implementatie Ow-Wkb (Lokale prioriteit 2)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Goed functionerende afdeling met goed lopende werkprocessen. Afdeling werkt in de geest van de wet en faciliteert zodoende de initiatiefnemer. |
Werkprocessen zijn vastgesteld en functioneren naar behoren. Overleg is duidelijk ingepland en volgt voorbepaalde structuur en agenda. initiatiefnemer weet op basis van informatie (op bijvoorbeeld de website) bij welk loket/medewerker hij/zij moet zijn. Medewerkers kunnen werken met de Ow-Wkb en de afdeling voldoet aan de kwaliteitscriteria 2.3. |
Hoe is het nu?
De gemeente heeft geïnvesteerd in een soepele overgang naar het stelsel van de Omgevingswet. De voorbereiding is succesvol verlopen, en de processen, werkzaamheden en organisatie functioneren zoals verwacht.
Wat gaan we doen om dit doel te bereiken?
De gemeente zal de werkprocessen verder ontwikkelen en de inhoudelijke kennis van vergunningverleners en toezichthouders waar nodig bijschaven en up-to-date houden. Op deze manier blijft de gemeente voldoen aan de kwaliteitscriteria 2.3. Daarnaast zal de gemeente het komende jaar de digitalisering verder optimaliseren, zodat initiatiefnemers eenvoudiger hun weg kunnen vinden in de digitale omgeving van de Omgevingswet.
4. Milieu
Het hoofddoel c.q. beoogde effect op het gebied van Milieu is:
Doel:
De Gemeente Borsele streeft naar een schoon en veilig woon-, leef- en werkklimaat. In samenwerking met de RUD Zeeland (de omgevingsdienst) zetten wij in op adequate (milieu-)vergunningverlening, toezicht en handhaving om deze doelen te bereiken. Jaarlijks stelt de gemeente met de RUD Zeeland een werkplan op om vast te stellen welke diensten de gemeente afneemt en welke taken zij namens de gemeente uitvoert.
Wat gaan wij doen:
Medewerking verlenen en faciliteren van de uitvoering van het jaarlijkse werkplan van de RUD Zeeland. De meeste milieutaken zijn ondergebracht bij de RUD Zeeland, met uitzondering van een aantal specifieke onderwerpen. De RUD Zeeland wordt in het bijzonder betrokken bij handhaving en toezicht waarbij geluidsapparatuur benodigd is. Hiernaast wint de gemeente advies in bij de RUD Zeeland indien nieuwe ontwikkelingen milieu-invloed hebben op de leefomgeving. Ook voert de RUD Zeeland het verweer in VTH bezwaar- en beroepszaken waarin milieu leidend is.
Wanneer zijn we tevreden:
We zijn tevreden wanneer de milieuwetgeving goed wordt nageleefd en dit zich vertaalt in minder klachten meldingen en minder overlast.
4.1. Bedrijven
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale (en lokale) prioriteit |
Subdoel |
|
T&H taken m.b.t. milieubelastende activiteiten door RUD Zeeland |
T&H taken m.b.t. milieubelastende activiteiten bij BRZO-bedrijven door DCMR |
|
Uitvoering conform Zeeuwse norm (Plan van aanpak) |
Hoe gaat het nu?
De VTH-taken in Zeeland zijn belegd bij de RUD Zeeland en DCMR Milieudienst Rijnmond. Zij voeren de wettelijke taken milieutaken voor de 13 gemeenten en de provincie uit bij alle bedrijven waar milieubelastende activiteiten plaatsvinden. De RUD Zeeland voert naast periodieke controles ook risicogerichte controles uit.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Wij worden geïnformeerd over alle voornemens en handhavingsbesluiten en over mogelijke overige, niet-milieu gerelateerde misstanden. De omgevingsdienst wil uitbreiden (invoering Robuuste RUD) om meer capaciteit beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de huidige wettelijk verplichte taken en de gewenste uitvoering van overige taken.
4.2. Asbest
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale (maar geen lokale) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Asbestverwijdering vindt op juiste wijze plaats |
Weinig tot geen constateringen van asbestverwijdering zonder een benodigd akkoord bevonden melding |
Stimuleren verwijderen asbestdaken |
Inwoners doen een beroep op subsidieregeling ‘Asbest van het dak 2016’ |
Hoe gaat het nu?
De VTH-taken voor asbest worden uitgevoerd door de RUD Zeeland. Enkele meldingen worden afgedaan door de gemeente, maar ook hierbij worden de asbestrapportages beoordeeld door de RUD Zeeland.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Om zorg te dragen dat asbestverwijdering op een juiste manier plaatsvindt en ook gestimuleerd wordt werkt de gemeente samen met de RUD Zeeland ten aanzien van toezicht en handhaving.
4.3. Afval/bedrijfsmatig
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Afval wordt op een juiste wijze verwerkt |
Geen dumpingen van afval |
Meer sprake van een circulaire economie. Afval is een grondstof. |
Hoe gaat het nu?
De VTH-taken met betrekking tot bedrijfsmatig afval zijn ondergebracht bij de RUD Zeeland. RUD-inspecteurs controleren bij bedrijven en verwerkingslocaties of conform de wetgeving wordt gehandeld. Bij gevallen van dumping wordt samengewerkt tussen de gemeente, de RUD Zeeland en de politie.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
RUD Zeeland voert thema-controles ten aanzien van dumpingen uit volgens hun jaarplan 2025.
4.4. Energie/duurzaamheid
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Bedrijven zetten actief in op energiebesparingen |
Meer meldingen (ver)bouw bedrijfsaanpassingen ten behoeve van energiebesparing |
Bedrijven doen een beroep op de subsidieregeling bouwen bedrijventerreinen 2014 |
Hoe gaat het nu?
De VTH-taken zijn ook op dit thema verlegd bij de RUD Zeeland. De RUD ziet toe op de naleving van de energiebesparingsplicht en de informatieplicht energiebesparing. Hiernaast ziet zij toe op de beoordeling van energiebesparingsonderzoeken.
Toezicht en handhaving energiebesparing in kantoorgebouwen (label C) is op grond van het Bbl een taak van de gemeente.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Afhankelijk van besluitvorming over het project “Robuuste RUD” wordt ingezet op uitvoering van toezicht en handhaving van kantoorgebouwen (label C) door de RUD Zeeland. We delen informatie over de subsidieregeling bouwen bedrijventerreinen om daar verduurzaming te bewerkstelligen.
4.5. Vuurwerkinrichtingen
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
De vuurwerkinrichting is een veilige locatie |
Geen ongevallen |
De vuurwerkinrichting wordt 2 a 3x per jaar gecontroleerd |
Geen constateringen van overtredingen |
Hoe is het nu?
In de gemeente is een verkooppunt met opslagbunker voor consumentenvuurwerk. Toezicht en handhaving op de activiteit wordt uitgevoerd door de RUD Zeeland. Conform het jaarplan Toezicht vindt voorafgaand, tijdens en na de verkoopperiode toezicht plaats.
Wat we gaan doen
Jaarlijks wordt dit specifieke thema opgenomen in het jaarplan van de RUD.
4.6. VANG-plan (Lokale prioriteit 1)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Correct scheiden van huishoudelijk afval en terugdringen van verbrandingsrestafval |
Zo min mogelijk constateringen van foutief scheiden afval |
Huidige situatie
De gemeente heeft voor ogen de hoeveelheid van ingezameld restafval naar beneden te brengen en het correct scheiden van huishoudelijk (rest)afval te stimuleren. De gemeente heeft een afvalcontroleur/afvalcoach in dienst. Hij controleert de correcte aanbieding van restafval. Van ernstige overtredingen is nauwelijks tot geen sprake. Veelal worden lichte fouten geconstateerd bij het scheiden van afval. De taak van de afvalcoach is voornamelijk van voorlichtende aard. Bij het niet correct scheiden van het restafval wordt een voorlichtingskaart aan de container gehangen. Bij het aantreffen van bepaalde afvalstoffen wordt een rode kaart aangehangen en wordt de container niet geleegd. Het beleid voorziet in de mogelijkheid tot het opmaken van een PV. Er wordt samengewerkt met de BOA’s.
Wat we gaan doen
Het ingezette beleid voortzetten.
5. Water
Het hoofddoel c.q. beoogde effect op het gebied van Water is:
Doel:
De gemeente Borsele streeft naar een toegankelijk en inclusief woon-, leef- en werkklimaat waar iedereen zich veilig voelt en waar iedereen zo gezond mogelijk leeft. Als gevolg van klimaatverandering krijgen wij te maken met verschillende extremen: extreme regenbuien, hetere dagen en meer droogte. Een belangrijk onderdeel van onze leefomgeving en onze gezondheid betreft de bescherming tegen deze milieueffecten. Dit omhelst verschillende opgaven voor de gemeente op het gebied van klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit, energietransitie en de circulaire economie. Ook de rioleringszorg blijft een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid van onze inwoners.
Wat gaan wij doen:
De gemeente zet in op de aanpassingen van bebouwde gebieden om hitte en neerslag op te vangen. De buitenruimte wordt zo ingericht dat het water opgevangen wordt of weg kan stromen, om mogelijke grootschalige overlast van het regenwater te voorkomen. Een grote opgave voor de gemeente en de inwoners is het 'vergroenen’ van de ruimte en de aanleg van minder verharding en meer groen. De gemeente gaat inwoners hier nader over inlichten. Ten behoeve van de rioleringszorg voeren wij controles uit op verkeerde en illegale rioolaansluiting.
Wanneer zijn we tevreden:
Wij zijn tevreden op het moment dat de waterkwaliteit en waterkwantiteit geborgd zijn. De gemeente is goed voorbereid en ingericht op de verwachte milieueffecten. Hiernaast ervaren de inwoners minder (water)overlast door de getroffen maatregelen.
5.1. Waterkwaliteit
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale (en lokale) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Verbeteren waterkwaliteit stedelijk gebied |
Bijdrage duurzame verwerking van afvalwater |
Beperken overlast voor de omgeving |
||
Beperken water op straat |
Hoe gaat het nu?
Bij nieuwbouwprojecten wordt standaard gescheiden rioleringen met extra waterberging aangelegd. Hierbij wordt ook water opgeslagen in de ondergrond via infiltratiebuizen en schelpenbuffers. Voor de inrichting van de openbare ruimte passen we minder verharding en meer groen toe. Dit wordt bijvoorbeeld ook bereikt door half-verharding toe te passen voor parkeerterreinen. Door water meer in de bodem vast te houden wordt kans op wateroverlast en zetting van de ondergrond kleiner. De gemeente maakt zich zorgen om aerosolen met PFAS vanuit de Westerschelde.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Inwoners en ontwikkelaars worden bij aankoop van bouwgrond(en) ingelicht over klimaatadaptatie en verwerking van neerslag in de ondergrond.
Daarnaast hebben wij in de Verordening afvoer hemel- en grondwater gemeente Borsele regels opgesteld over het bergen van afvloeiend hemelwater of grondwater en het transport van afvalwater. Door periodiek inspecties uit te voeren zien wij toe op deze regels en treden wij waar nodig handhavend op.
5.2. Grondwateronttrekking
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Onder controle krijgen onttrekkingen in het buitengebied |
Verwerking onderzoeken buitengebied |
Hoe gaat het nu?
De gemeente maakt zich zorgen over de hoeveelheid grondwateronttrekkingen in het buitengebied. Het waterschap is toezichthouder op deze taak.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Afhankelijk van de uitkomsten van het provinciale onderzoek Freshem 2 of het zoetwaterpeil in de buitengebieden daalt, zal het waterschap maatregelen treffen. Daarnaast meldt de gemeente actief door bij het waterschap als iemand een illegale bron geslagen heeft.
5.3. Controle op verkeerde en illegale rioolaansluitingen (Lokale prioriteit 1)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Rioolaansluitingen zijn op een juiste (en legale) wijze aangelegd |
Vermindering van het aantal constateringen van onjuiste rioolaansluitingen bij rioolinspecties |
Huidige situatie
De gemeente toetst bij rioolinspecties of er verkeerde rioolaansluitingen zijn. Dit komt gelukkig niet veel voor.
Wat we gaan doen
Wij voeren rioolinspecties uit. Hierbij controleren wij op regenwateraansluitingen, gescheiden vuilwatersystemen en in het bijzonder vuilwateraansluitingen die op het regenwaterrioolsysteem zijn aangesloten.
5. Groen
Het hoofddoel c.q. beoogde effect op het gebied van Groen is:
Doel:
De Gemeente Borsele streeft naar een hoge kwaliteit van de buitenruimte, het vergroten van de biodiversiteit van het openbaar groen en het inspelen op het veranderend klimaat. Het behoud en bevordering van de dijkbeplanting is van groot belang voor de gemeente. De dijkenstructuur en dijkbeplanting worden aangemerkt als zeer kenmerkende en waardevolle groenstructuren binnen de het buitengebied en vormen hiernaast verbindende linten tussen de dorpen en landschappen.
Wat gaan wij doen:
De buitenruimte in de gemeente wordt aangepast aan het veranderende klimaat. Zoals eerder omschreven onder hoofdstuk 5 ‘Water’ wordt openbaar groen vaker ingezet en uitgebreid om hitte en overmatig water op te vangen. De gemeente stimuleert hiernaast particuliere eigenaren tot het uitvoeren van het wensbeeld uit het groenstructuurplan om de dijkenstructuur en dijkbeplanting te bevorderen ten gunste van de inheemse beplanting en biodiversiteit. Afsluitend zien wij toe op verplichtingen voor landschappelijke inkledingen van ontwikkelingen in het buitengebied.
Wanneer zijn we tevreden:
Wij zijn tevreden als de kenmerkende en waardevolle groenstructuren van de dijken floreren. Hiernaast streven wij naar een verbetering op de naleving van de herplantplicht en de vereiste landschappelijke inpassingen bij nieuwe ontwikkelingen.
6.1. Natuurbrandrisico
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale (maar geen lokale) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Geen grote groengebieden binnen de gemeente |
Geen meldingen |
Hoe gaat het nu?
De gemeente ervaart geen (over)last van natuurbrandrisico gezien de kleine dorpsbossen en gebrek aan bebossing buiten de dorpskernen. Daarom is natuurbrandrisico geen prioriteit voor de gemeente Borsele.
6.2. Gebiedsbescherming
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Natuurdoelen bereiken en in stand houden |
Toepassing mitigerende maatregelen bij dorpsbossen |
Meer inzicht op naleving vergunningen en maatregelen |
Hoe gaat het nu?
In onze gemeente bestaan de natura2000-gebieden voornamelijk uit water. De meest voorkomende natuurgebieden bestaan uit onze dorpsbossen en onze dijkenstructuur met dijkbeplanting. Onder 6.5 Dijkenstructuur met dijkbeplanting (Lokale prioriteit 1) gaan wij hier dieper op in. In het Omgevingsplan hebben wij een herplantplicht opgenomen. Wij merken dat de herplantplicht lang niet altijd nageleefd wordt.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
De gemeente gaat inwoners en andere eigenaren van gronden waarop een herplantplicht geldt meer informeren over deze verplichting. Vanuit het domein Realisatie en beheer houden wij hierop toezicht en indien nodig zal hier in samenwerking met het domein vergunningverlening en veiligheid handhavend in worden opgetreden.
6.3. Soortenbescherming
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Bescherming van planten- en diersoorten |
Minder meldingen niet naleving van vergunningen en/of voorwaarden bij een melding |
Toepassing mitigerende maatregelen bij dorpsbossen |
Hoe gaat het nu?
De gemeente beoordeelt bij ruimtelijke ontwikkelingen de ecologische belangen en stelt op basis daarvan randvoorwaarden om een ontwikkeling mogelijk te maken. Bij vergunningverlening, toezicht en handhaving valt er op sommige vlakken nog winst te behalen bij individuele ontwikkelingen.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Bij ruimtelijke ontwikkelingen werken wij nauw samen met betrokken partijen. Bij individuele ontwikkelingen voeren wij meer controles uit op de ingediende stukken en adviezen en zien wij toe op een striktere naleving van de gestelde voorwaarden en maatregelen, als er ecologische belangen zijn betrokken.
6.4. Dijkenstructuur met dijkbeplanting (Lokale prioriteit 1)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Alleen vergunde kap wordt toegestaan |
Op 100% van de meldingen of constateringen van kap zonder vergunning wordt gehandhaafd |
Toezien op herplantplicht |
100% van de herplantplicht wordt uitgevoerd |
Huidige situatie
De dijkenstructuur met beplanting in onze gemeente is aangemerkt als een kenmerkende en waardevolle verbinding tussen de dorpen en landschappen. Bij particulier eigenaarschap wordt nog niet altijd gehoor gegeven aan het wensbeeld uit het groenstructuurplan.
Wat we gaan doen
We volgen alle meldingen en constateringen van kap zonder vergunning op. Bij kapvergunningen zien wij verder toe op een volledige uitvoering van alle opgelegde herplantplichten.
6.5. Inpassing van (agrarische) bedrijvenbebouwing en waterbassins (Lokale prioriteit 2)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale (en ambtelijke) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Extra controle na gereedmelding om te controleren of landschappelijke inpassing ook gebeurt |
100% van vereiste inpassing vindt daadwerkelijk plaats |
Hoe is het nu?
Bedrijvenbebouwing en waterbassins op agrarische gronden komt vaak voor en dient ruimtelijk inpasbaar gemaakt te worden. Tijdens de behandeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning is een goede groene inpassing noodzakelijk, maar hier wordt helaas na oplevering van de gebouwen en bassins niet altijd gehoor aan gegeven.
Wat we gaan doen
Wij houden na het afgeven van een omgevingsvergunning, en na ontvangst van de gereedmelding van de bouwactiviteit, toezicht op de naleving van de voorwaarden tot het landschappelijk inpassen. Wij streven naar de volledige uitvoering van alle vereiste landschappelijke inpassingen.
7. Leefbaarheid
Het hoofddoel c.q. beoogde effect op het gebied van Leefbaarheid is:
Doel:
We streven naar een veilig en leefbaar woon-, leef- en werkklimaat, met aandacht voor het verminderen van specifieke bronnen van overlast. Met het oog op de toekomst zetten we in op maatschappelijke voorzieningen van goede kwaliteit. Het tegengaan van overlast vanuit sectoren als horeca en evenementen heeft de aandacht. We willen dat iedere inwoner een prettig leefklimaat ervaart. Het verminderen van overlast (bijvoorbeeld door jeugdigen of arbeidsmigranten) hoort hierbij.
De openbare ruimte is van iedereen. Samen hebben we de taak om deze veilig en leefbaar te houden. Dit lukt niet altijd en in sommige gevallen ontstaat er zelfs overlast. Overlast van jeugdigen, geluidsoverlast of overlast van bezoekers van evenementen. Als gemeente hebben we de taak om deze overlast tegen te gaan.
We zetten daarom in op een integrale benadering voor het vraagstuk leefbaarheid en veiligheid. We brengen de hele keten in beeld, van preventie tot repressie. Samen met lokale, regionale en nationale partners gaan we het gesprek aan over welke overlast wordt ervaren en hoe we deze vorm(en) aanpakken. Het is hierbij belangrijk om goed in beeld te hebben welke bevoegdheden de verschillende partners hebben. Met andere woorden: wie heeft de beste tools?
Zelf zijn we vooral zichtbaar via onze gemeentelijke handhavers (BOA’s). Zij vormen onze ogen en oren in de gemeente en fungeren tevens als een eerste aanspreekpunt voor zowel partners als inwoners.
Wat gaan wij doen:
We geven uitvoering aan de lokale en regionale prioriteiten. We focussen op het structureel en consequent uitvoeren van toezicht en handhaven waar nodig.
Op basis van opgehaalde informatie van zowel lokale als regionale partners evalueren we en stellen we bij waar nodig. Ook preventief toezicht zetten we in waar mogelijk met behulp van onze BOA’s.
Wanneer zijn we tevreden:
Onze belangrijkste focus is het in beeld brengen van vormen van overlast, gekoppeld aan locaties. Wanneer het duidelijk is met wat voor soort overlast we te maken hebben, treffen we doelgerichte maatregelen. Het meetbare doel is het verminderen van het aantal meldingen van overlast.
Evenementen en betogingen verlopen veilig, zonder grote en/of ernstige incidenten. De overlast voor de omgeving is hierbij minimaal.
7.1. Evenementen
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale (en lokale) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Zeeuwse evenementen zijn veilig en duurzaam georganiseerd |
Aantal ernstige incidenten tijdens evenementen (0) |
Het aantal klachten/meldingen t.o.v. eerdere edities neemt structureel af |
Hoe gaat het nu?
In het HUP van 2021 is bepaald dat er meer aandacht moet komen voor de naleving van veiligheidsvoorschriften tijdens evenementen. Hierbij moet met name aandacht worden geschonken aan verkeers-, brand- en constructieve veiligheid.
Actievere controles hierop moeten de veiligheid van evenementenbezoekers beter waarborgen. We hebben hier de laatste jaren adequaat op geprioriteerd en daarom zijn bij alle (grotere) B-evenementen controles uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in integrale evaluaties voor B+ evenementen. In samenspraak met de organisatoren heeft dit geleid tot aanpassingen in voorbereiding op de volgende edities van de betreffende evenementen.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
We werken ook de komende periode met een hoge prioriteit aan de veiligheid van evenementen. Bij B-evenementen plannen we structureel toezicht in. Daarnaast hebben wij een verhoogde aandacht voor veiligheidsaspecten bij A-evenementen. Voor deze evenementen plannen we risico gestuurde controles in.
7.2. Illegale recreatie
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale (maar geen lokale) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Geen illegale overnachtingen (in natuurgebieden, op parkeerplaatsen etc.) |
Zo minimaal mogelijk aantal geconstateerde illegale overnachtingen. Afgelopen jaar (2023) zijn hier geen constateringen geweest. |
Hoe gaat het nu?
Illegale recreatie kan nadelige gevolgen hebben voor de kwaliteit van de leefomgeving en overlast veroorzaken voor omwonenden.
Momenteel constateren we binnen Borsele nauwelijks gevallen van illegale recreatie. We ontvangen hierover een laag aantal meldingen per jaar. In de gevallen dat wij een melding ontvangen, zijn de betrokkenen veelal vaak weer vertrokken op het moment dat de boa’s ter plaatse komen.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Wij blijven ons inzetten om het aantal overtredingen en meldingen laag te houden.
Hiernaast zorgt de gemeente ervoor dat samenwerking tussen betrokken instanties zoals provincie, natuurorganisaties en de politie, goed verloopt en waar nodig wordt herzien. Wel heeft illegale recreatie een lage prioriteit en wordt hier niet actief toezicht op gehouden.
7.3. Gescheiden afvalinzameling particulieren
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Particulieren bieden hun afval op de juiste (gescheiden) wijze aan |
Percentage verkeerd aangeboden afval, op basis van steekproeven (<10%) |
Ontwikkeling van door afvalverwerkers afgekeurde dan wel ‘vervuilde’ partijen ingezameld huisvuil (dalende trend of evt. uit data afvalverwerkers een concreet percentage benoemen) |
Hoe gaat het nu?
We streven naar een verbetering op het gebied van afvalscheiding en het algeheel goed aanbieden van afval.
Momenteel zien we een positieve trend in gescheiden afvalinzameling bij particulieren, maar er is nog ruimte voor verbetering. Uit recente steekproeven blijkt dat het percentage verkeerd aangeboden afval nog boven de streefwaarde van 10% ligt. Ook blijft het aantal afgekeurde of vervuilde partijen ingezameld huisvuil nog te hoog, hoewel er sprake is van een lichte dalende trend.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Om zo goed mogelijk te voldoen aan regionale streefwaarden zetten wij actief in op voorlichting en het opzetten van nieuwe informatievoorziening binnen bestaande (online) infrastructuur. Is dit door middel van informatie op de website van de gemeente?
7.4. Geluidhinder openbare ruimte
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Beperken van geluidhinder door activiteiten in de openbare ruimte (of evenementen) |
Het aantal overlastmeldingen neemt af |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Hoe gaat het nu?
Op dit moment ervaren burgers af en toe geluidshinder door activiteiten in de openbare ruimte, of tijdens evenementen. Bij inspecties constateren we nog steeds overtredingen, met name in de categorieën 'Midden' en 'Licht'. De RUD Zeeland verzorgt de advisering van geluidsnormen bij evenementen en voert hierop gericht geluidscontroles uit.
Wat gaan we doen om het doel te bereiken?
Om geluidshinder in de openbare ruimte te beperken, nemen wij verschillende maatregelen. Naast het intensiveren van geluidscontroles tijdens evenementen en activiteiten, zoeken we samen met organisatoren risico gestuurd naar alternatieve oplossingen om geluidsoverlast te verminderen. Hierbij kan gedacht worden aan het gebruik van geluidswerende materialen of het aanpassen van de opstelling van podia.
Het informeren van burgers blijft belangrijk. Wij vragen extra aandacht bij organisatoren om inwoners op de hoogte te stellen van aankomende evenementen.
7.5. Huisvesting arbeidsmigranten (welzijn/overlast)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Beperken van overlast door arbeidsmigranten |
Aantal klachtmeldingen (afname) |
Verminderen van arbeidsuitbuiting van arbeidsmigranten |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen per LHS-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Hoe is het nu?
Op dit moment ontvangen wij klachten die incidenteel zijn en die te maken hebben met overlast veroorzaakt door arbeidsmigranten.
Wat we gaan doen
Om de overlast veroorzaakt door arbeidsmigranten te verminderen, treffen we diverse maatregelen. We gaan actief werken aan het verminderen van het aantal klachtenmeldingen door toe te zien op het verbeteren van de huisvestingsomstandigheden. Ook vragen we vooraf beheerplannen op bij potentiële huisvestingslocaties. Tot slot voeren we onze inspanningen op om arbeidsuitbuiting van arbeidsmigranten tegen te gaan door middel van gerichte inspecties en het handhaven. Hiervoor stemmen wij regionaal af.
7.6. Jeugd (Lokale prioriteit 1)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Beperken van jeugdoverlast |
Aantal klachten jeugd gerelateerde meldingen (afname) |
Creëren van veilige en gezonde omgeving voor jeugd |
Percentage inspecties met geconstateerde overtredingen per LHSO-categorie (Zwaar: 0%, Midden: 10%, Licht: 25%) |
Huidige situatie
De signalen en meldingen betreffende jeugdoverlast nemen toe. Uit deze signalen blijkt ook dat de overlast heviger wordt. Daarnaast bestaat de behoefte aan een meer positieve en veiligere omgevingen voor de jeugd om zichzelf te ontwikkelen.
Wat we gaan doen
Om het aantal klachten te verminderen en om het welzijn van de jeugd te bevorderen, geven we uitvoering aan een integrale aanpak van jeugdoverlast. Deze aanpak bevat een tweesporenbeleid. Enerzijds is dit handhaving, anderzijds is het van belang om de onderliggende oorzaken van de overlast te achterhalen en hierop te interveniëren. We werken nauw samen met scholen, buurthuizen en jeugdorganisaties om programma's te ontwikkelen die jongeren stimuleren om deel te nemen aan positieve activiteiten en om hen in een coördinerende rol te ondersteunen bij het maken van keuzes. Daarnaast zetten wij handhaving actief in op de zogenoemde ‘hotspots'. Monitoring en opvolging vindt plaats in het Jeugd Preventie Overleg (JPO).
7.7. Horeca (Lokale prioriteit 2)
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Lokale (en ambtelijke) prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Verminderen van horeca gerelateerde meldingen en incidenten |
Aantal klachtmeldingen horeca gerelateerd (-25%) |
Minder overmatig alcoholgebruik onder jeugd in de horeca |
Aantal signaleringen/meldingen (afname) |
|
Verbetering van de naleving van regelgeving door horecaondernemingen |
Aantal overtredingen op BW (horeca gerelateerd) (-50%), Horecabestand volledig en actueel |
Hoe is het nu?
Het aantal meldingen van horecaoverlast is laag. Van structurele horecaoverlast is dan ook geen sprake. Anderzijds doen zich wel gevallen voor waarbij de voorschriften uit de Alcoholwet niet worden nageleefd. Wij constateren namelijk veel overtredingen die te maken hebben met het schenken van alcohol aan jeugdigen onder de achttien (18) jaar.
Wat we gaan doen
Wij gaan horecaoverlast tegen door klachten en meldingen op te volgen. Wij volgen de horeca-inrichtingen waar problemen vaker zijn ontstaan actief. Hiernaast zien wij strenger toe op de naleving van de voorschriften uit de Alcoholwet. Dit bereiken wij door de intensiteit van de controles te verhogen en de sanctiematrix Alcoholwet consequent toe te passen. Ook organiseren wij voorlichtingscampagnes om bewustwording te creëren over verantwoordelijk horecagebruik en om de naleving van de regels te bevorderen. Met de inzet van deze preventie campagnes richten we ons op zowel de verstrekkers als de (jeugdige) gebruikers. Hiermee wordt direct een link gelegd naar gezondheidsbevordering.
8. Samenwerking
In de probleem- en risicoanalyse zijn enkele thema’s van samenwerking opgenomen. In de volgende paragrafen geven we aan hoe de gemeente Borsele bijdraagt aan deze samenwerkingsthema’s.
8.1. Ondermijning
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Tegengaan van ondermijnende activiteiten |
100% van vereiste toetsingen volgens Bibob-beleid uitgevoerd |
Hoe is het nu?
Met ingang van 1 januari 2024 is het aantal Bibob-toetsingen op diverse onderdelen uitgebreid. Wij toetsen nu ook op Omgevingsrecht en Vastgoed, naast de al bestaande Bibob-toets bij horeca.
Wat gaan we doen?
Momenteel werken we aan een actualisatie van het Bibob-beleid. Doelstelling is om dit beleid Zeeland-breed nog in 2024 af te ronden. Deze actualisatieslag voorziet in wijzigingen rondom de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
8.2. Ketentoezicht
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Vastleggen van afspraken in welke gevallen en in welke mate ketentoezicht plaatsvindt, en hiertoe ook bindende afspraken maken |
Mate waarin de kwantitatieve afspraken ketentoezicht worden behaald (tenminste voor 90%) |
Hoe is het nu?
Met betrekking tot toezicht werken we samen met verschillende ketenpartners. Deze integrale controles vinden voornamelijk plaats met Veiligheidsregio Zeeland (VRZ). In mindere mate vinden ook integrale controles plaats met het RUD Zeeland.
Met de gemeente Reimerswaal is een staande afspraak voor de inzet van een BOA cat. 2 die daar in dienst is. Dit is van belang bij bv. illegale asbestverwijdering, waar een cat. 2 BOA moet worden ingezet.
Wat gaan we doen?
We maken dit jaar werkafspraken met de VRZ over integrale toezichtmomenten en hoe deze vorm te geven. Het integrale toezicht blijven wij uitvoeren.
8.3. Uitwisseling expertise
Beoogd maatschappelijk effect (subdoel)
Regionale prioriteit |
Subdoel |
Indicatoren (streefwaarde) |
|
Expertise wordt uitgewisseld zodat niet iedereen het wiel hoeft uit te vinden |
Percentage gemeenten dat deelneemt in tenminste een VTH-samenwerkingsactiviteit (100%) |
Hoe is het nu?
Met het regieteam VTH van de dertien Zeeuwse gemeenten is een gezamenlijk VTH-beleid gemaakt. Vanuit deze rol is kennis gedeeld over uitvoering van VTH-taken en de monitoring hierop. Borsele werkt omtrent Omgevingsrecht samen in de Samenwerking Omgevingsrecht Bevelanden en Tholen, bestaande uit de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal en Tholen (SORBET-gemeenten). Hier wordt op strategisch niveau samengewerkt.
Wat gaan we doen?
Op basis van het uitgewerkte uitvoeringsprogramma haalt Domein V&V kennis op bij andere Zeeuwse gemeenten over hoe zij het format uitvoeringsprogramma hebben ingevuld en op basis hiervan werken we het format verder uit en passen we het format aan waar nodig. Verder zetten we de samenwerking met de SORBET-gemeenten door en werken we actief samen als dossiers hierom vragen.
9. Ontwikkelingen en risico’s
9.1 Duurzaamheid
Duurzaamheidsvraagstukken, zoals energietransitie en klimaatadaptatie, zijn veel besproken onderwerpen. Ook komend jaar vraagt dit om aandacht van domein V&V. Vooral vergunningverleners en in een later stadium ook toezichthouders voeren werkzaamheden uit met verschillende onderdelen binnen het thema duurzaamheid.
Verduurzaming van kantoren
Per 1 januari 2023 moeten kantoorgebouwen een geldig Energielabel C hebben, met een maximale waarde van 225 kWh per m² per jaar voor primair fossiel energiegebruik. Niet voldoen betekent officieel dat het gebouw niet meer als kantoor gebruikt mag worden. Deze verplichting is vastgelegd in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), artikel 3.87.
Bij nieuwe vergunningaanvragen wordt gekeken naar energieprestatie. Het RUD Zeeland voert toezicht en treed eventueel handhavend op voor de energielabel C-verplichting van bedrijfspanden. Het toezicht op kantoorgebouwen die aan deze eisen moeten voldoen, wordt zorgvuldig voorbereid, waarbij eigenaren en huurders worden geïnformeerd.
Verduurzaming van beschermd dorpsgezicht
Ook het verduurzamen van beschermd stads- en dorpsgezichten en monumenten staat hoog op de agenda van de gemeente. Hoewel er al vele voorbeelden zijn van succesvolle verduurzamingsprojecten in samenwerking met de overheid, blijft de combinatie met het behoud van historische waarde en ruimtelijke kwaliteit een uitdaging. Het spanningsveld tussen erfgoed- en duurzaamheidsbeleid maakt de beoordeling van ingrepen complex, waardoor goed advies en overleg met de gemeente essentieel zijn.
9.2 Nieuwe wetgeving
Omgevingswet
De Omgevingswet brengt een bundeling en modernisering van wetten voor de fysieke leefomgeving met zich mee. Hierdoor verandert de manier van werken, met participatie als een van de centrale thema’s. De wet vereenvoudigt en digitaliseert processen rond vergunningverlening, toezicht en handhaving. Een andere belangrijke verandering is de versteviging van de zorgplicht voor een veilige en gezonde leefomgeving, die geleidelijk wordt ingevoerd en lokaal wordt toegepast. Onder de Omgevingswet vervallen vergunningen van rechtswege, waardoor het gebruik van de Wet dwangsom en beroep toeneemt.
Ook zal het optimaliseren van werkprocessen en het afronden van de totale implementatie van het nieuwe stelsel komend jaar een uitdaging blijven voor de gemeente. Naast interne processen vereisen ook producten en diensten elders in de gemeentelijke organisatie aanpassing, zoals het opstellen van een omgevingsplan.
Ook communicatie is hierin belangrijk. De gemeente houdt zich derhalve zich het komende jaar veel bezig met het informeren van de medewerkers, maar ook de bewoners en de ketenpartners.
Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is sinds 1 januari 2024 van kracht, maar treedt geleidelijk in werking. Vanaf 2024 geldt de wet voor nieuwe bouwwerken van gevolgklasse 1, zoals veel soorten grondgebonden woningen. Het toetsen en toezicht tijdens bouwprojecten wordt vaak aan marktpartijen overgelaten, wat invloed heeft op de werkvoorraad van vergunningverlening en toezicht. Hoewel taken verschuiven naar private partijen, blijft de gemeente uiteindelijk verantwoordelijk als bevoegd gezag. Hoe dit in de praktijk uitwerkt is nog niet goed bekend. Daarmee ook nog niet of we ons beleid en werkwijzen verder op moeten aanpassen.
Wet goedverhuurderschap
Sinds juli 2023 is de Wet goed verhuurderschap van kracht. Deze nieuwe wet is gericht op het voorkomen van ongewenste verhuurpraktijken en het beschermen van huurders en arbeidsmigranten. De wet introduceert normen voor goed verhuurderschap en biedt gemeenten verschillende beleidsinstrumenten, zoals verhuurvergunningen en de mogelijkheid tot overname van woningbeheer. Optioneel kunnen gemeenten vergunningstelsels invoeren, zoals een algemene verhuurvergunning of een specifieke voor arbeidsmigranten. Keuzes zijn hierin nog niet gemaakt. Wel hebben we het vereiste meldpunt. Hier is nog geen gebruik van gemaakt.
Wet betaalbare huur
Sinds juli 2024 is de Wet betaalbare huur in werking getreden. Hierdoor is onze rol uitgebreid. Als een huurder denkt dat de huurprijs hoger is dan volgens het woningwaarderingsstelsel (Wws) is toegestaan, kan hij zich tot zowel de Huurcommissie als de gemeente wenden. De Huurcommissie en de gemeente hebben elk andere bevoegdheden op dit vlak. Dit betekent dat we het meldpunt uit de Wet goed verhuurderschap moeten aanpassen. Dit is eenvoudig te realiseren. We schatten niet in dat hier veel zaken uit voortkomen.
9.3 Nieuw beleid
Nieuw beleid Bibob
De Wet Bibob geeft de gemeente de bevoegdheid om de achtergrond van een bedrijf of persoon te onderzoeken, en bij ernstig gevaar voor crimineel misbruik de vergunning of subsidie te weigeren of in te trekken. In 2023 heeft de gemeente nieuw Bibob-beleid vastgesteld. Deze is in heel Zeeland gelijk.
Momenteel werken we aan een actualisatie van het Bibob-beleid. Doelstelling is om dit beleid Zeeland-breed per 1 januari 2025 in werking te laten treden. Deze actualisatieslag voorziet in wijzigingen rondom de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Nieuw evenementenbeleid
In de winter 2024-2025 stellen we een nieuw evenementenbeleid op. Ook hiervoor geldt dat het komende jaar invulling gegeven wordt aan nieuwe regels en invulling.
Nieuw beleid Houtstook
De gemeente onderzoekt het komende jaar welke beleidsmaatregelen het meest effectief zijn om de negatieve effecten van houtstook te minimaliseren. Particuliere houtstook draagt bij aan luchtvervuiling en kan overlast veroorzaken voor omwonenden. Hoewel landelijke en Europese regels kaders bieden, hebben gemeenten de mogelijkheid om lokaal beleid te ontwikkelen en regels op te stellen. Dit omvat onder andere het stimuleren van schoner alternatieven voor houtverwarming en het instellen van meldpunten voor overlast.
9.4 Bemensing
Voor het domein V&V, waar Bouwen (Omgevingsrecht) en Leefbaarheid (APV & Bijzondere wetten) belegd zijn, is een capaciteitsberekening gemaakt (zie bijlage E). De andere werkzaamheden vallen binnen een ander domein, dus hiervoor is geen capaciteitsberekening gemaakt.
Op basis van deze capaciteitsberekening is vastgesteld dat de huidige formatie niet toereikend is om de werkdruk te kunnen opvangen. Dit heeft ertoe geleid dat binnen de strategische personeelsplanning al keuzes zijn gemaakt om de formatie uit te breiden. Concreet betekent dit dat er in 2025 twee fulltime equivalenten (fte) aan het team zullen worden toegevoegd: één toezichthouder en één juridische handhaver.
Er zijn recent veel nieuwe medewerkers bij V&V gestart, wat betekent dat de ervaring binnen het team onder druk staat. Om dit op te vangen, werkt de gemeente met een flexibele schil. Deze flexibele schil maakt de inhuur van expertise mogelijk. Dit zorgt ervoor dat er altijd genoeg kennis en ervaring beschikbaar is om de werkzaamheden goed uit te voeren.
Ondertekening
Bijlage A: Interventiematrix Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO)
Bijlage B: Overzicht overleggen toezicht en handhaving
Naam |
Discipline |
Vergaderfrequentie |
Deelnemers |
Voorzitterschap |
Opmerkingen/doel van de vergadering |
Teamoverleg V&V |
Alle |
1x per maand |
Intern
|
Teamcoördinator |
|
Clusteroverleg |
Alle |
2x per maand |
Intern
|
Senior in functie |
|
Coördinatieoverleg |
Alle |
2x per maand |
Intern
|
Domeinmanager Dienstverlening |
|
Handhavingsoverleg |
Alle |
1x per 2 weken |
Intern
|
Coördinator cluster Toezicht en Handhaving |
|
Afstemmingsoverleg veiligheid – juridisch |
Veiligheid en juridisch |
1x per 2 weken |
Intern
|
|
|
BOA-overleg |
|
1x per maand |
|
|
|
APV/Bijz. Wetten overleg |
|
1x per maand |
|
|
|
Regionaal overleg Omgevingswet -beleid (uitvoerend) |
Alle |
4 x per jaar |
Coördinatoren/ beleidsmedewerkers:
|
Beleidsmedewerker |
|
Regionaal overleg Wabo-beleid (strategisch) |
Alle |
Minimaal 2x per jaar |
Afdelingshoofden:
|
Afdelingshoofd (rouleert) |
|
Lokaal Handhaving Overleg |
Alle |
4 x per jaar |
|
Gemeente |
|
Teamdriehoek |
Alle |
6x per jaar |
|
Burgemeester |
|
Veiligheidsoverleg |
Alle |
1x per 2 weken |
|
Burgemeester |
|
Diverse overleggen Regionale Uitvoeringsdienst Zeeland |
Alle |
Diversen |
|
Diversen |
|
Diverse overleggen Veiligheidsregio Zeeland |
Alle |
Diversen |
|
Diversen |
|
Ambtelijk Overleg Omgevingsrecht (AOOR) |
Alle |
Halfjaarlijks |
|
|
|
Bestuurlijk Overleg Omgevingsrecht (BOOR) |
Alle |
Halfjaarlijks |
|
|
|
Bijlage C: Indeling objecten brandveiligheid
NIEUW Nummer PREVAP |
Omschrijving |
AanvOmschr |
Prioriteit |
1100 |
Tehuizen |
> 10 pers. |
1 |
1300 |
Woongeb. Met inpandige gangen |
|
|
1600 |
Woningen (bedrijfsm./complexen) niet zelfredz.bew. |
> 10 pers. |
2 |
1700 |
Bejaardenoorden/ verzorgingshuizen |
> 10 pers. |
1 |
1800 |
Kamerverhuur |
> 4 pers. |
2 |
2100 |
Kinderdagverblijf |
> 10 pers. |
2 |
2200 |
Peuterspeelzaal |
> 10 pers. |
3 |
2310 |
Theater, schouwburg, bioscoop, aula |
50-250 pers. |
3 |
2320 |
Theater, schouwburg, bioscoop, aula |
250-500 pers. |
2 |
2330 |
Theater, schouwburg, bioscoop, aula |
> 500 pers. |
1 |
2410 |
Museum, bibliotheek |
50-250 pers. |
4 |
2420 |
Museum, bibliotheek |
250-500 pers. |
2 |
2430 |
Museum, bibliotheek |
> 500 pers. |
1 |
2510 |
Buurthuis, ontm.centrum, wijkcentr. |
50-250 pers. |
3 |
2520 |
Buurthuis, ontm.centrum, wijkcentr. |
> 250 pers. |
2 |
2610 |
Gebedshuis |
50-250 pers. |
3 |
2620 |
Gebedshuis |
> 250 pers. |
2 |
2710 |
Tentoonstellingsgebouwen |
50-250 pers. |
4 |
2720 |
Tentoonstellingsgebouwen |
250-500 pers. |
2 |
2730 |
Tentoonstellingsgebouwen |
> 500 pers. |
1 |
2800 |
Kantine, eetzaal |
> 50 pers. |
3 |
2910 |
Cafés, discotheek, restaurant |
50-250 pers. |
3 |
2920 |
Cafés, discotheek, restaurant |
250-500 pers. |
2 |
2930 |
Cafés, discotheek, restaurant |
> 500 pers. |
1 |
3100 |
Gevangenissen |
> 10 pers. |
1 |
4100 |
Gezondheidsdiensten |
> 50 pers. |
3 |
4200 |
Klinieken (poli-, psychiatr., ...) |
> 10 pers. |
1 |
4300 |
Ziekenhuis |
> 10 pers. |
1 |
4400 |
Verpleegtehuizen |
> 10 pers. |
1 |
5110 |
Fabrieken |
50-250 pers. |
3 |
5120 |
Fabrieken |
250-500 pers. |
2 |
5130 |
Fabrieken |
> 500 pers. |
1 |
6110 |
Kantoren |
50-250 pers. |
4 |
6120 |
Kantoren |
250-500 pers. |
3 |
6130 |
Kantoren |
> 500 pers. |
1 |
7110 |
Hotel |
10-50 pers. |
2 |
7120 |
Hotel |
> 50 pers. |
1 |
7210 |
Pension/Nachtverblijf |
10-50 pers. |
2 |
7220 |
Pension/Nachtverblijf |
> 50 pers. |
1 |
7310 |
Dagverblijf (kinderen/ gehandicapten) |
10-50 pers. |
3 |
7320 |
Dagverblijf (kinderen/ gehandicapten) |
> 50 pers. |
2 |
8100 |
School (l.l < 12 jaar) |
> 10 pers. |
2 |
8210 |
School (l.l. > 12 jaar) |
50-250 pers. |
3 |
8220 |
School (l.l. > 12 jaar) |
250-500 pers. |
2 |
8230 |
School (l.l. > 12 jaar) |
> 500 pers. |
1 |
9100 |
Gymzaal, studio (ballet bv.) |
> 50 pers. |
4 |
9210 |
Sporthal, stadion |
50-250 pers. |
3 |
9220 |
Sporthal, stadion |
250-1000 pers. |
2 |
9230 |
Sporthal, stadion |
> 1000 pers. |
1 |
9300 |
Zwembad |
|
2 |
10110 |
Winkelgebouwen |
50-250 pers. |
4 |
10120 |
Winkelgebouwen |
250-500 pers. |
3 |
10130 |
Winkelgebouwen |
500-1000 pers. |
2 |
10140 |
Winkelgebouwen |
> 1000 pers. |
1 |
11100 |
Studio's (opname bv. TV) |
|
2 |
11210 |
Stationsgebouwen |
50-250 pers. |
4 |
11220 |
Stationsgebouwen |
250-500 pers. |
2 |
11230 |
Stationsgebouwen |
> 500 pers. |
1 |
Bijlage D: Indeling milieubedrijven
Voor taken van de RUD geldt de hieronder weergegeven indeling. In SquitXO zijn de circa 8700 inrichtingen opgenomen die tot het werkgebied van RUD Zeeland behoren. Deze inrichtingen worden ingedeeld in 4 risico categorieën:
- 1.
Hoog risico
- 2.
Medium risico
- 3.
Beperkt risico
- 4.
Verwaarloosbaar risico
Dit gebeurt op basis van een risicoanalyse op brancheniveau en per milieuthema. Per branche zijn scores gegeven per milieudoel (geluid, lucht, veiligheid, etc.). De risicocategorie bepaalt de controlefrequentie en mede het soort controle-instrument (zoals bijvoorbeeld zelfcontrole of integrale controle) wat kan worden ingezet.
Er wordt gewerkt met een 38- tal branches. Bijvoorbeeld de branche Akkerbouw, Op- en overslag gevaarlijke stoffen, Bouwnijverheid, Houden van dieren, Raffinaderijen etc. Branches zijn samengestelde groepen van bedrijven op basis van SBI-codes, bijvoorbeeld de branche motorvoertuigenhandel- en herstelinrichtingen omvat garages, showrooms, autospuiterijen, etc. De basis wordt gevormd door de hoofdactiviteit.
Er wordt gewerkt met branches, omdat het voor een meerjaren-aanpak ondoenlijk is om voor 8700 bedrijven individueel te scoren. Er is altijd discussie mogelijk over de wijze van indelen en er is ook geen absolute waarheid hierin. Het is op basis van gezond verstand en gaat erom om tot een zo logisch mogelijke indeling te komen. Vooralsnog is gekozen om de indeling die DCMR aanhoudt te volgen.
Voordelen van de DCMR-systematiek zijn:
- •
Alle bedrijven, van eenvoudig tot complex, passen binnen deze methodiek. - Elementen van huidige Zeeuwse methodieken komen erin terug;
- •
Risicoanalyse is reeds beschikbaar.
In onderstaande tabel is de risico-indeling per branche weergegeven:
Branchecluster |
Risicocategorie |
Aantal bedrijven |
Afval(water)beheer |
Medium |
|
Akkerbouw |
Beperkt |
|
Autodemontagebedrijven |
Medium |
|
Bouwnijverheid |
Beperkt |
|
Chemie |
Hoog |
|
Chemische wasserijen |
Medium |
|
Droge bulk |
Medium |
|
Emplacementen (spoor) |
Hoog |
|
Energiebedrijven |
Hoog |
|
Energiedistributie en waterhuishouding |
Beperkt |
|
Glastuinbouw |
Beperkt |
|
Glasproductie en -bewerking |
Medium |
|
Grafische activiteiten |
Beperkt |
|
Groot- en detailhandel |
Verwaarloosbaar |
|
Horeca |
Beperkt |
|
Houden van dieren |
Medium |
|
Hout-/meubelindustrie |
Beperkt |
|
Industrie |
Beperkt |
|
Installaties |
Beperkt |
|
Metaalelectrobedrijven |
Medium |
|
Motorvoertuigenhandel en -herstelinrichtingen |
Medium |
|
Onderwijs |
Verwaarloosbaar |
|
Op- en overslag (tank) |
Hoog |
|
Op- en overslag gevaarlijke stoffen |
Hoog |
|
Overige dienstverlening |
Beperkt |
|
Overige op- en overslag |
Beperkt |
|
Raffinaderijen |
Hoog |
|
Rubber- en kunststofindustrie |
Medium |
|
Scheepswerven |
Medium |
|
Sport en recreatie |
Beperkt |
|
Tankstations |
Hoog |
|
Textielbedrijven |
Beperkt |
|
Vlees- en visverwerkende industrie |
Beperkt |
|
Voedingsmiddelenindustrie |
Beperkt |
|
Vuurwerk |
Medium |
|
Zorg |
Beperkt |
|
Windmolens |
Beperkt |
|
Propaantanks particulieren |
Beperkt |
|
Bijlage E: Detailoverzicht werkzaamheden en uren
Zie apart bijgeleverde Smarttool [Excel-bestand].
Bijlage F: Probleem- en risicoanalyse
Omgevingsrecht (Bouwen)
Categorie |
Veiligheid |
Volks gezondheid |
Kwaliteit v.d. leefomgeving |
Imago |
Gem. effect slecht naleefgedrag |
Kans op slecht naleefgedrag |
Prioriteits score |
Prioriteit |
Handhaving Omgevingsrecht |
||||||||
Handhaving Wkb tijdens bouw (gebreken die door kwaliteitsborger worden gemeld) |
1 |
1 |
1 |
1 |
1,0 |
1 |
1,0 |
Laag |
Handhaving Wkb bij ingebruikname/gereedmelding |
1 |
1 |
1 |
2 |
1,3 |
2 |
1,4 |
Laag |
Handelen in strijd met Omgevingsplan/Strijdig gebruik |
2,5 |
2,5 |
3,5 |
3,5 |
3,0 |
2 |
3,1 |
Hoog |
Staat van bestaande gebouwen en bouwwerken - strijdigheid met Bbl (Wkb) |
3 |
3 |
2,5 |
2 |
2,6 |
1 |
2,6 |
Gemiddeld |
Illegale bouw: aan-/uit-/bijgebouw, dakkapel, gevelwijziging - voorzijde |
1 |
1 |
3,5 |
3 |
2,1 |
2 |
2,2 |
Gemiddeld |
Illegale bouw: aan-/uit-/bijgebouw, dakkapel, gevelwijziging - achterzijde |
1 |
1 |
1 |
1 |
1,0 |
2 |
1,1 |
Laag |
Illegale appartement, woningsplitsing en kamerbewoning |
2 |
2 |
3,5 |
2 |
2,4 |
1 |
2,4 |
Gemiddeld |
Illegale wijziging monument & beschermd stads- en dorpsgezicht |
2 |
2 |
4 |
4 |
3,0 |
1 |
3,0 |
Hoog |
Illegale bouwwerken geen gebouw zijnde (airco's, schotels, reclame) |
1 |
1 |
2 |
1 |
1,3 |
1 |
1,3 |
Laag |
Handhaving illegaal slopen |
3 |
2,5 |
1,5 |
2 |
2,3 |
2 |
2,4 |
Gemiddeld |
APV & BW (Leefbaarheid)
Categorie |
Veiligheid |
Volks gezondheid |
Kwaliteit v.d. leefomgeving |
Imago |
Gem. effect slecht naleefgedrag |
Kans op slecht naleefgedrag |
Prioriteits score |
Prioriteit |
APV - Vergunningen |
||||||||
Artikel 2:25 - Evenementenvergunning A |
2,0 |
2,0 |
2,5 |
3,5 |
2,5 |
3 |
2,7 |
Gemiddeld |
Artikel 2:25 - Evenementenvergunning B |
2,0 |
2,0 |
2,5 |
3,5 |
2,5 |
2 |
2,6 |
Gemiddeld |
Artikel 2:25 - Evenementenvergunning B+ (en C) |
3,0 |
3,0 |
3,5 |
3,5 |
3,3 |
2 |
3,4 |
Hoog |
Artikel 2:28 - Exploitatievergunning (horeca), incl. Bibob |
1,5 |
2,5 |
3,0 |
2,0 |
2,3 |
2 |
2,4 |
Gemiddeld |
Artikel 2:36 - Exploitatievergunning (bedrijf) |
1,5 |
2,5 |
3,5 |
3,0 |
2,6 |
1 |
2,6 |
Gemiddeld |
Artikel 5:13 - Collectevergunning |
0,0 |
0,0 |
0,5 |
0,5 |
0,3 |
2 |
0,4 |
Laag |
Artikel 5:18 - Standplaatsvergunning + snuffelmarkt |
1,0 |
1,0 |
2,0 |
0,5 |
1,1 |
1 |
1,1 |
Laag |
APV - ontheffingen/vrijstellingen/meldingen |
||||||||
Ontheffingen/vrijstellingen |
1,0 |
1,0 |
2,0 |
1,0 |
1,3 |
2 |
0,1 |
Laag |
Meldingsplichtige (kleine) evenementen |
2,0 |
2,0 |
2,5 |
1,5 |
2,0 |
2 |
2,1 |
Gemiddeld |
Bijzondere wetten |
||||||||
Alcoholwet - Artikel 3 - Vergunning horecabedrijf of slijtersbedrijf |
1,5 |
3,0 |
3,0 |
2,5 |
2,5 |
2 |
2,6 |
Gemiddeld |
Alcoholwet - Artikel 7 - Terrasvergunning bij winkel |
1,5 |
1,5 |
3,0 |
1,0 |
1,8 |
2 |
1,9 |
Laag |
Alcoholwet - Artikel 30 - Melding van wijziging inrichting/vergunning |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1 |
1,0 |
Laag |
Alcoholwet - Artikel 30a - Melding wijziging leidinggevende (ambtelijke prioriteit) |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
3 |
2,2 |
Gemiddeld |
Alcoholwet - Artikel 4 - Ontheffing paracommerciele horeca |
2,0 |
2,5 |
1,5 |
1,0 |
1,8 |
3 |
2,0 |
Laag |
Wet Bibob - Toetsing vergunningaanvraag (Vastgoed en Omgevingsrecht) |
2,0 |
1,0 |
3,5 |
3,0 |
|
1 |
0,0 |
Laag |
Wet op de Kansspelen - loterij/bingo |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1 |
1,0 |
Laag |
Wet op de Kansspelen - aanwezigheidsvergunning |
1,5 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,1 |
1 |
1,1 |
Laag |
Ontheffing winkeltijden |
1,0 |
1,0 |
2,0 |
3,0 |
1,8 |
1 |
1,8 |
Laag |
Toezicht & Handhaving (APV & OOV) |
||||||||
Voorwerpen op de weg, hinderlijke beplanting |
2,5 |
1,5 |
3,0 |
1,5 |
2,1 |
2 |
2,2 |
Gemiddeld |
Dumping vuil/ afvalstoffenverordening |
2,0 |
2,5 |
3,0 |
2,5 |
2,5 |
2 |
2,6 |
Gemiddeld |
Digitaal opsporingsregister |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1,0 |
1 |
1,0 |
Laag |
Jeugd |
2,0 |
2,0 |
3,5 |
3,5 |
2,8 |
2 |
2,9 |
Gemiddeld |
Verontreiniging honden |
0,0 |
0,0 |
1,0 |
1,0 |
0,5 |
3 |
0,7 |
Laag |
Kampeermiddelen |
0,0 |
0,0 |
1,0 |
0,0 |
0,3 |
1 |
0,3 |
Laag |
Betogingen/samenscholing/(demonstraties Nieuwe toevoeging) |
3,0 |
1,5 |
3,0 |
3,0 |
2,6 |
2 |
2,7 |
Gemiddeld |
Wrakken, aanhangers, campers, grote voertuigen |
2,5 |
1,5 |
2,5 |
2,0 |
2,1 |
3 |
2,3 |
Gemiddeld |
Wet mulder |
1,0 |
1,0 |
3,5 |
2,5 |
2,0 |
3 |
2,2 |
Gemiddeld |
Reclame |
1,0 |
1,0 |
2,0 |
1,0 |
1,3 |
1 |
1,3 |
Laag |
(gevaarlijke) Dieren |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
1 |
2,0 |
Gemiddeld |
Drugsoverlast |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
3,0 |
2 |
3,1 |
Hoog |
Horeca (overtredingen Alcohol leeftijdscheck) |
2,0 |
3,0 |
2,0 |
3,5 |
2,6 |
3 |
2,8 |
Gemiddeld |
Horeca (overtredingen overig) |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,5 |
2,1 |
1 |
2,1 |
Gemiddeld |
Vuurwerk overlast |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2,0 |
2 |
2,1 |
Gemiddeld |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl