Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726753
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR726753/1
Verordening hondenbelasting gemeente Utrecht 2025
Geldend van 01-01-2025 t/m heden
Intitulé
Verordening hondenbelasting gemeente Utrecht 2025De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 september 2024 met kenmerk 12516348;
gelet op de artikelen 216, 226 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Volksgezondheid, Bestuur en Financiën van 22 oktober 2024;
besluit vast te stellen de Verordening hondenbelasting gemeente Utrecht 2025.
Artikel 1. belastbaar feit
Onder de naam 'hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van een hond binnen de gemeente.
Artikel 2. belastingplicht
- 1.
Belastingplichtig is de houder van één of meer honden.
- 2.
Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.
- 3.
Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.
Artikel 3. vrijstellingen
-
1. In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
-
2. De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
- a.
die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden;
- b.
die zijn opgeleid tot en dienen als assistentiehond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden;
- c.
die verblijven in een hondenasiel;
- d.
die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;
- e.
waarvan de houder in het bezit is van een geldig diploma van de Koninklijke Nederlandse Politie Hond Vereniging, mits de houder zijn hond schriftelijk heeft verbonden met een geleider, aan wiens bevelen de hond gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie te stellen.
- a.
Artikel 4. maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.
Artikel 5. belastingtarief
De belasting bedraagt per hond per belastingjaar € 99,00.
Artikel 6. belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7. wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. De aanslag kan betrekking hebben op meer dan één hond.
Artikel 8. ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, als dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting voor het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Als de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 9. termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
-
2. In afwijking van het eerste lid moeten de aanslagen, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10. overgangsbepaling
-
1. De 'Verordening hondenbelasting 2024' (Gemeenteblad van Utrecht 2023, nr. 484609) vastgesteld bij raadsbesluit van 9 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Artikel 11. inwerkingtreding
-
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
-
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.
Artikel 12. citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening hondenbelasting gemeente Utrecht 2025’.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2024.
De plv. griffier,
Gijs Corten
De burgemeester,
Sharon A.M. Dijksma
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl