Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Deventer 2025

Geldend van 19-11-2024 t/m heden

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Deventer 2025

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 oktober 2024, nummer 2024-721 gelet op

artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Deventer 2025

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Deventer 2025(Verordening parkeerbelastingen Deventer 2025)

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die;

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV, of

    • 2.

      is gelegen binnen een zone, aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV, met het opschrift “zone”, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • b.

    betaalperiode: tijdsperiode die aansluit bij 1 kalenderkwartaal, - half jaar of – jaar. Waarvoor een parkeervergunning of seizoenkaart kan worden verleend.

  • c.

    centraal register: register van het bedrijf waarmee de gemeente Deventer een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    dagkaart: een parkeerrecht voor een specifieke parkeerzone voor een periode van 24 achtereenvolgende uren;

  • f.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het voertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven;

  • g.

    invorderingswet: de Invorderingswet 1990;

  • h.

    jaar: het tijdvak van 1 januari 00.00 uur tot 31 december 24.00 uur;

  • i.

    kalenderdag: het tijdvak van 00:00 uur t/m 24.00 uur diezelfde datum.

  • j.

    kampeerwagen: hetgeen hierover is opgenomen in de Regeling voertuigen;

  • k.

    kwartaal: een periode van 3 aaneengesloten maanden, startend op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober.

  • l.

    motorvoertuig, hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1 RVV 1990, met inbegrip van een gehandicaptenvoertuig en uitgezonderd een kampeerwagen;

  • m.

    natuurlijk persoon: een mens van vlees en bloed, dit in tegenstelling tot een rechtspersoon;

  • n.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een (motor)voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor het en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in – of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen van enig gewicht en/of enige omvang, op binnen de gemeente gelegen voor het openbare verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet als gevolg van een wettelijk voorschrift is verboden;

  • o.

    parkeerapparatuur: parkeerautomaten, parkeermeters, centraal register en wat gewoonlijk naar maatschappelijke opvattingen overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • p.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • q.

    pinbetalen: het betalen per pinpas, met inbegrip van contactloos betalen.

  • r.

    parkeervergunning: een door het college verleende vergunning, op basis waarvan het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendeplaatsen;

  • s.

    parkeervergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een parkeervergunning is verleend;

  • t.

    rechtspersoon (bedrijf): een juridische constructie die met een bepaald doel in het leven is geroepen, welke is ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel of beschikt over een BTW-nummer van de belastingdienst;

  • u.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 (Stb. 1990, 459; 1996/557);

  • v.

    seizoenkaart betaald parkeren: een door het college verleend parkeerrecht verbonden aan een kenteken, waarmee op vastgestelde tijden in een aangewezen tariefzone geparkeerd mag worden.

  • w.

    tariefzone: een gebied zoals aangewezen in het vigerende: Aanwijsbesluit parkeerapparatuurplaatsen en de daarbij behorende bijlagen;

  • x.

    vergunningzone: een gebied wat is aangewezen in het aanwijsbesluit belanghebbenden parkeren als gebied voor belanghebbenden parkeren

  • y.

    voertuig: zoals bedoeld in artikel 1 RVV 1990;

  • z.

    wegenverkeerswet: de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475, 1999, 30);

  • aa.

    zone: een gebied waar met een geldige parkeervergunning op een parkeerapparatuurplaats en/of belanghebbendenplaats mag worden geparkeerd zoals aangegeven in het vigerende aanwijsbesluit parkeerapparatuurplaatsen en het aanwijsbesluit belanghebbende parkeren en de daarbij behorende bijlagen

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “parkeerbelastingen” worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    Een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    Een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende parkeervergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die parkeervergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      Degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      Zolang geen voldoening van de belasting genoemd artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • I.

        Als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • II.

        Als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de parkeervergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van artikel 4, onderdeel 1 is de belasting terstond verschuldigd na afloop van het parkeren als wordt geheven door middel van het registreren bij het centraal register.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de parkeervergunning wordt verleend.

Artikel 5 Tarief, tijdvak en maatstaf van heffing

Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling

  • 1. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting, indien het inwerking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het aanmelden (via telefoon, sms of internet) bij het centraal register, betaald worden binnen één maand na de dag waarop het belastbare feit heeft plaatsgevonden.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip dat de parkeervergunning wordt verleend.

  • 4. Bij de voldoening op aangifte moet het kenteken van het voertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de parkeervergunning geldt op verzoek worden opgegeven.

  • 5. Indien een parkeervergunning in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt naar evenredigheid restitutie van de belasting verleend berekend naar rato van de verschuldigde belasting voor een heel jaar, op basis van het aantal kalenderdagen tot het einde van de desbetreffende betaalperiode.

  • Betreft de intrekking een de bezoekersvergunning dan wordt er alleen gerestitueerd wanneer het bedrag meer is dan € 5,00.

  • 6. In het geval een parkeervergunning in de loop van een kalenderjaar wordt aangevraagd wordt het tarief berekend naar rato van het verschuldigde tarief voor een heel jaar, op basis van het aantal kalenderdagen tot het einde van de desbetreffende betaalperiode.

  • 7. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen

  • 1. Vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2a van deze verordening zijn:

    • a.

      gehandicapten, voor zover deze beschikken over een:

      • geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart,

      • geldige buitenlandse gehandicaptenparkeerkaart

    • b.

      als zodanig herkenbare politievoertuigen;

    • c.

      als zodanig herkenbare voertuigen van parkeerbeheer en van team Toezicht & handhaving van de gemeente Deventer;

    • d.

      als zodanig herkenbare brandweervoertuigen;

    • e.

      als zodanig herkenbare ambulances;

    • f.

      als zodanig herkenbare dierenambulances.

  • 2. De in het eerste lid genoemde categorieën gebruikers onder b, c, d, e en f zijn bovendien vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2b van deze verordening:

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van belasting, bedoeld in artikel 2, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar bekend te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 78,80

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

  • 1. De parkeerbelastingverordening 2024, vastgesteld bij raadsbesluit van 8 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang op de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Parkeerbelastingverordening Deventer 2025”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 november 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König

Tarieventabel bij Parkeerbelastingverordening Deventer 2025 parkeervergunningen*

 

Tarief

Bijzonderheden

Bewonersvergunning:

 
 

bewonersvergunning zone binnenstad

€ 351

 

bewonersvergunning zone schilwijken

€ 172

 

1e bewonersvergunning zone buitencentrum

€ 93

 

2e bewonersvergunning zone buitencentrum

€ 214

 
 
 

Bedrijfsvergunning:

 
 

bedrijfsvergunning zone binnenstad (beperkt)

€ 753

Maandag t/m vrijdag tussen 7:00 en 19:00 uur

bedrijfsvergunning zone binnenstad (uitgebreid)

€ 971

 

bedrijfsvergunning zone schilwijken

€ 179

 

bedrijfsvergunning zone buitencentrum

€ 171

 

bedrijfsvergunning algemeen (beperkt)

€ 1.399

Maandag t/m vrijdag tussen 7:00 en 19:00 uur

bedrijfsvergunning algemeen (uitgebreid)

€ 1.795

 
 

 

Bezoekersvergunning:

 
 

Bezoekersvergunning zone binnenstad bewoners

€ 0,33

Per uur, max 420 uur per kwartaal

Bezoekersvergunning zone binnenstad bedrijven

€ 0,49

Per uur, max 420 uur per kwartaal

Bezoekersvergunning zone schilwijken

€ 0,18

Per uur, max 420 uur per kwartaal

Bezoekersvergunning zone schilwijken bedrijven

€ 0,27

Per uur, max 420 uur per kwartaal

Bezoekersvergunning zone buitencentrum

€ 0,12

Per uur, max 420 uur per kwartaal

Bezoekersvergunning zone buitencentrum bedrijven

€ 0,18

Per uur, max 420 uur per kwartaal

 
 

Dagvergunning:

 
 

Beperkte dagvergunning

€ 3,48

Maximale parkeerduur is 2 uur

Dagvergunning centrum

€ 25,00

voor een periode van 1 kalenderdag

Dagvergunning overig

€ 10,00

Voor een periode van 1 kalenderdag

 
 

* Voor een overzicht van de tarief gebieden zie bijgevoegde overzichtskaart met nummer 109.25.01.A.D.02

Tarieventabel straat parkeren 2025

Tariefzone **

Tarief zone

1 & 2

Tarief zone 3

Tarief zone 4

Tarief

zone 6

 

Tarief zone 7

 

Tarief zone 8

Tarief zone 9

Tarief zone 10

 

Tarief zone 11

Locatie omschrijving

Binnenstad

Singels

P-terrein Sluisstraat

Binnenstad

 

Schilwijken

 

Buitencentrum

Buitencentrum

De worp

 

Raamstraat

Uurtarief

€ 3,48

€ 2,85

€ 1,36

€ 25,00

Per 24 uur of

gedeelte daarvan

€ 20,00

Per 24 uur of

gedeelte daarvan

€ 1,36

€ 1,36

€ 1

Per 24 uur of gedeelte daarvan

€ 1,36

Dagkaart

€ 25,00

€ 10,00

€ 6,50

n.v.t.

 

n.v.t.

 

€ 6,50

€ 6,50

n.v.t.

 

€ 6,50

** Voor een overzicht tariefzones zie de bijgevoegde overzichtskaart met nummer 109.25.01.A.D.01

Seizoenkaart betaald parkeren ***

Tarief per jaar

Bijzonderheden

Seizoenkaart betaald parkeren beperkt (zone 3)

€ 654

Maandag t/m vrijdag tussen 9:00 en 19:00 uur, geldig in parkeertarief zone 3

Seizoenkaart betaald parkeren uitgebreid (zone 3)

€ 946

Maandag t/m zondag tussen 9:00 en 22:00 uur, geldig in parkeertarief zone 3

Seizoenkaart betaald parkeren beperkt (zone 8)

€ 202

Maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 18:00 uur, geldig in parkeertarief zone 8

Seizoenkaart betaald parkeren uitgebreid (zone 8)

€ 303

Maandag tot en met zondag tussen 9:00 en 20:00 uur, geldig in parkeertarief zone 8

Seizoenkaart betaald parkeren beperkt (zone 9)

€ 202

Maandag tot en met vrijdag tussen 9:00 en 18:00 uur, geldig in parkeertarief zone 9

Seizoenkaart betaald parkeren uitgebreid (zone 9)

€ 303

Maandag tot en met zondag tussen 9:00 en 20:00 uur, geldig in parkeertarief zone 9

*** zie voor exacte begrenzing kaart met nummer 109.25.01. A.D.01

Behoort bij raadsbesluit van 6 november 2024.

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König

Bijlage: behorende bij Verordening parkeerbelastingen Deventer 2025

Kosten naheffingsaanslag betaald parkeren (artikel 2 Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen)

Perceptiekosten

 
  • Kapitaallasten handhavingapparatuur

€ 12.500

  • Onderhoud Bluebrick (Brickyard)

€ 12.500

 

Personeelskosten

 
  • Kosten toezicht excl. overhead/overwerk

€ 663.159

  • Algemene overhead

€ 165.790

  • Overhead

€ 55.263

  • Belastingen

€ 51.368

Totale personeelskosten

€ 935.580

 

Totale kosten

€ 948.080

 

Aantal naheffingen

11.000

 

Kosten per naheffing

€ 86,19

Vastgesteld tarief

€ 78,80

Behoort bij raadsbesluit van 6 november 2024.

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König