Beleidsregel wegslepen (brom-)fietsen gemeente Boxtel 2024

Geldend van 16-11-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 29-10-2024

Intitulé

Beleidsregel wegslepen (brom-)fietsen gemeente Boxtel 2024

Beleidsregel wegslepen (brom-)fietsen gemeente Boxtel 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel;

overwegende dat;

behoefte is om handhavend op te kunnen treden en bestuursdwang toe te passen tegen hinder en overlast van geplaatste (brom-)fietsen in Boxtel;

gelet op artikel 125 van de Gemeentewet, artikel 5:22 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.4.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Boxtel;

b e s l u i t

de ‘Beleidsregel wegslepen (brom-)fietsen gemeente Boxtel 2024’ vast te stellen.

Hoofdstuk 1. Inleiding

De gemeente zet zich in voor een gastvrij en toegankelijk Boxtel. In de praktijk is gebleken dat hinder en overlast wordt ervaren van personen die de fiets onbeheerd achterlaten in een gebied waar de fietsen in de weg staan voor andere bezoekers. Zo worden fietsen geplaatst op bijvoorbeeld de geleidestrook voor slechtzienden, voor de ingang van de lift van het station en in (smalle) straten in het centrum . Het uiterlijk aanzien van Boxtel wordt hierdoor aangetast en de (rolstoel)toegankelijkheid komt hierdoor in het geding. Het kunnen verwijderen van de fietsen komt de daarnaast veiligheid van de bezoekers en de omgeving ten goede.

Hoofdstuk 2. Algemene Plaatselijke Verordening

Door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren kunnen tot verwijdering van een fiets of bromfiets overgaan. Hierbij wordt aangesloten bij de tekst in artikel 2.4.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening Boxtel, namelijk:

  • a.

    Het is verboden op of aan de weg een fiets of een bromfiets of een soortgelijk voertuig te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of die portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.

  • b.

    Het is verboden een fiets, een bromfiets of soortgelijk voertuig op zodanige wijze op een voetpad of trottoir te plaatsen of te laten staan dat de doorgang daardoor wordt belemmerd of overlast ontstaat.

  • c.

    Het is verboden op de door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

  • d.

    Het is verboden fietsen of bromfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, achter te laten of te laten staan in de voor stalling van fietsen of bromfietsen bestemde ruimten of op de daarvoor bestemde plaatsen.

  • e.

    Het is verboden zich op door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen met een fiets of bromfiets te bevinden op een terrein waar een markt, kermis, uitvoering, bijeenkomst of plechtigheid gehouden wordt die publiek trekt.

Hoofdstuk 3. Werkwijze

Artikel 1. Onbeheerde (brom-)fietsen

In de onder 1.a en 1.c bedoelde gevallen wordt met het toepassen van bestuursdwang niet eerder een aanvang gemaakt dan nadat is geconstateerd, dat de fiets of bromfiets langer dan 10 minuten onbeheerd is achtergelaten of neergezet. In de onder 1.b en 1.d bedoelde gevallen wordt met het toepassen van bestuursdwang niet eerder een aanvang gemaakt dan nadat is geconstateerd dat de fiets of bromfiets langer dan 15 minuten na de toegestane tijdsduur is achtergelaten of neergezet.

Artikel 2. Labelen

Het toepassen van bestuursdwang wordt gestart door middel van het bevestigen van een voorbedrukte mededeling aan het stuur van het foutgeparkeerde fiets of bromfiets, waarin de verwijdering wordt aangekondigd, het tijdstip van de mededeling staat vermeld en waarin gewezen wordt op de mogelijkheid van bezwaar en beroep.

Artikel 3. Aanvang

Met het verwijderen van de fiets of bromfiets wordt geacht een aanvang te zijn gemaakt indien het dienstvoertuig, bestemd om weg te slepen, op de plaats van de overtreding is gearriveerd, ook al is nog niet overgegaan tot het feitelijk wegnemen van de fiets of bromfiets. Tenzij de overtreding direct kan worden beëindigd.

Artikel 4. Sloten en kettingen

Indien de fiets of bromfiets is vastgemaakt of vastgezet aan opstallen of verkeerspalen e.d., wordt het slot of de ketting etc. door middel van gereedschap verbroken. De kosten voor vervanging van verbroken sloten zijn voor de eigenaar van de verwijderde fiets of bromfiets.

Artikel 5. Opslag

De verwijderde fiets of bromfiets wordt met gebruik van daartoe geëigende middelen overgebracht naar de aangewezen stallingsruimte. Verwijderde (brom-)fietsen worden in een afgesloten ruimte bewaard.

Artikel 6. Verklaring in bewaring nemen

Zodra een fiets of bromfiets in bewaring is genomen, wordt er een schriftelijke verklaring opgemaakt, die de volgende gegevens bevat:

  • een summiere omschrijving van de fiets of bromfiets;

  • een opgave van de plaats waar de (brom-)fiets is verwijderd;

  • een beschrijving van de algemene staat van de (brom-)fiets;

  • de datum en het tijdstip van het in bewaring stellen.

  • de datum en het tijdstip, waarop de (brom-)fiets door de eigenaar/ houder is opgehaald;

  • de naam en het adres van degene, die de (brom-)fiets heeft opgehaald;

  • het bedrag van de voor het overbrengen en bewaren verschuldigde kosten, dat bij het afhalen is voldaan.

Deze verklaring wordt opgenomen in een bewaarregister.

Artikel 7. Kosten

De kosten, verbonden aan het overbrengen van de fiets of bromfiets bedragen € 25. Dit tarief kan jaarlijks worden geïndexeerd op basis van de door het CBS gepubliceerde consumentenprijsindexering (reeks werknemers laag; 2024 = 100).

Artikel 8. Ophaallocatie

Als plaatsen van bewaring van weggesleepte (brom-)fietsen worden aangewezen de garages en fietsenstallingen onder beheer van de WerkvoorzieningSchap de Dommel. De plaatsen zijn door tussenkomst van de buitengewoon opsporingsambtenaren voor het publiek geopend van maandag tot en met vrijdag van 11.00 uur tot 12.00 uur en van 18.00 uur tot 19.30 uur. De venstertijden worden mede bepaald door de daadwerkelijke weggesleepte fietsen en kunnen ruimer of beperkter zijn.

Artikel 9. Bewijslast eigenaar

De verwijderde (brom-)fiets wordt tegen betaling van de genoemde kosten ter beschikking gesteld aan de eigenaar. Als eigenaar wordt beschouwd degene, die redelijkerwijze aannemelijk kan maken, dat de fiets hem of haar in eigendom toebehoort (door beschrijving en fietssleutel).

Artikel 10. Niet opgehaalde (brom-)fietsen

Een fiets of bromfiets, die uiterlijk 13 weken na de verwijderingsdatum niet door de eigenaar is opgehaald wordt als gemeentelijk eigendom beschouwd en zal worden verkocht, weggeven of vernietigd (artikel 5:30 Awb).

Artikel 11. Bevoegde ambtenaren

Als ambtenaren, bevoegd tot uitvoering van dit beleid, worden aangewezen de ambtenaren aan wie een algemene opsporingsbevoegdheid is verleend alsmede de buitengwoon opsporingsambtenaren, die op basis van interne instructie zijn belast met dit beleid en het toepassen van bestuursdwang.

Hoofdstuk 4. Invoering

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag nadat deze bekend is gemaakt en kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel wegslepen (brom-)fietsen gemeente Boxtel 2024’.

Ondertekening

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 29 oktober 2024 te Boxtel

door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel,

de gemeentesecretaris,

V.C. Fijneman

de burgemeester,

R.S. van Meygaarden