Nadere regels Verdeling en volgordebepaling woonwagenstandplaatsen Purmerend

Geldend van 21-11-2024 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Verdeling en volgordebepaling woonwagenstandplaatsen Purmerend

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Purmerend;

gelet op artikel 2.10.7 van de Huisvestingsverordening Purmerend 2021;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

Nadere regels Verdeling en volgordebepaling woonwagenstandplaatsen Purmerend

Artikel 1 Definities

  • 1. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Huisvestingswet 2014 en de vigerende Huisvestingsverordening Purmerend.

  • 2. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    Afstammingsbeginsel: een woonwagenbewoner of afstammeling is iemand die zelf op een woonwagenlocatie woont of heeft gewoond, maar van wie ook diens (voor)ouders al van generatie op generatie op een woonwagenstandplaats wonen, en die de woonwagencultuur daardoor intensief beleeft of heeft beleefd. Dit is het geval als kan worden vastgesteld dat het adres van de standplaatszoekende zelf, diens ouders en/of grootouders gelegen is of was op een woonwagenlocatie. Grootouders dienen aantoonbaar in de tweede helft van de twintigste eeuw op een woonwagenlocatie te hebben gewoond.

    Bestaande woonwagenlocatie: hiermee worden bedoeld de woonwagenlocaties waar alle standplaatsen reeds bewoond zijn en de bestaande woonwagenlocaties waaraan een enkele nieuwe standplaats is toegevoegd, die nog niet voor de eerste maal bewoond is.

    Nieuwe woonwagenlocatie: woonwagenlocatie(s) binnen de gemeente Purmerend waarvan de standplaatsen nog niet voor de eerste maal bewoond zijn.

    Omgeving van Purmerend: Regio Zaanstreek-Waterland. De regio Zaanstreek-Waterland bestaat uit zeven gemeenten: Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad.

    Spijtoptant: een woonwagenbewoner die in het verleden zelfstandig een standplaats in de gemeente Purmerend huurde, vrijwillig de huur heeft opgezegd en naar elders (woonwagen of woning) is verhuisd, daar spijt van heeft en wil terugkeren naar een woonwagen in de gemeente Purmerend

Artikel 2 Inschrijving als standplaatszoekende

  • 1. Bij inschrijving wordt getoetst of de standplaatszoekende een woonwagenbewoner is volgens het afstammingsbeginsel.

  • 2. De standplaatszoekende die niet voldoet aan het afstammingsbeginsel kan zich wel inschrijven, maar komt bij toewijzing altijd pas als laatste aan de beurt.

Artikel 3 Rangordebepaling toewijzing vrijkomende standplaats op een van de bestaande woonwagenlocaties

Bij de toewijzing van een vrijgekomen standplaats op een bestaande woonwagenlocatie of een vrijgekomen reeds bewoonde standplaats op een nieuwe locatie dient men ingeschreven te zijn als standplaatszoekende, te beschikken over een huisvestingsvergunning, en geldt de navolgende volgorde:

  • 1.

    Kinderen of kleinkinderen vanaf 18 jaar en ouder die nog onafgebroken op de betreffende woonwagenlocatie bij hun (groot)ouders inwonen. Deze kinderen of kleinkinderen moeten volgens de Basisregistratie personen (BRP) nog op de betreffende woonwagenlocatie inwonend zijn bij hun ouders of grootouders.

    Als het betreffende kind of kleinkind tijdelijk elders heeft gewoond (bijvoorbeeld na een relatiebreuk) dient het minimaal drie jaar voorafgaand aan het moment van toewijzing weer inwonend te zijn bij de (groot)ouders.

  • 2.

    Kinderen of kleinkinderen vanaf 18 jaar en ouder, waarvan de (groot)ouders op een woonwagenlocatie wonen, die:

    bij een derde persoon op de betreffende woonwagenlocatie verblijven, wonen, omdat zij noodgedwongen niet meer bij de ouders of grootouders inwonen;

    óf

    wegens het gebrek aan beschikbare standplaatsen noodgedwongen in een reguliere woning zijn gaan wonen;

    óf

    wegens hun studie tijdelijk elders wonen.

  • 3.

    Als de onder 1. en 2. genoemde groepen geen kandidaat opleveren, geldt dat de ingeschreven standplaatszoekende met een eerstegraads familieverband met een van de overige bewoners van de woonwagenlocatie in aanmerking komt, vervolgens degene met een tweedegraads familieverband en daarna andere familieleden.

  • 4.

    Als de onder 1. tot en met 3. genoemde groepen geen kandidaat opleveren, komt de eerstvolgende op de wachtlijst ingeschreven standplaatszoekende in aanmerking die:

    • a.

      voldoet aan het afstammingsbeginsel en

    • b.

      aantoonbaar eerder in de gemeente Purmerend op een woonwagenlocatie heeft gewoond.

  • 5.

    Als de onder 1. tot en met 4. genoemde groepen geen kandidaat opleveren, komt de eerstvolgende op de wachtlijst ingeschreven standplaatszoekende in aanmerking die voldoet aan het afstammingsbeginsel ) en aantoonbaar woonachtig is in de omgeving van Purmerend.

  • 6.

    Overige standplaatszoekenden die voldoen aan het afstammingsbeginsel.

  • 7.

    Overige standplaatszoekenden die niet voldoen aan afstammingsbeginsel.

Artikel 4 Voorrangscriterium bij gelijke kandidaten voor een standplaats op een bestaande locatie of een reeds bewoonde standplaats op een nieuwe locatie

In aanvulling op het bepaalde onder artikel 3 lid 1 t/m 7 geldt dat bij gelijke kandidaten degene met de hoogste leeftijd voorrang heeft.

Artikel 5 Overname huurcontract door inwonend kind

In afwijking van het bepaalde onder artikel 2 en artikel 3 lid 1 t/m 7 geldt dat indien de huurder en zijn geregistreerde partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract) of medehuurder beiden zijn overleden en er is nog sprake van (een) inwonend(e) kind(eren) van 18 jaar of ouder, het college de corporatie zal verzoeken het contract over te schrijven op naam van het oudste nog inwonende kind.

Artikel 6 Rangordebepaling en toewijzing niet eerder bewoonde standplaats op een nieuwe woonwagenlocatie

  • 1. Bij de toewijzing van een nog niet eerder bewoonde standplaats op een nieuwe woonwagenlocatie dient men ingeschreven te zijn als standplaatszoekende, te beschikken over een huisvestingsvergunning en geldt de wachtlijst op basis van inschrijving en puntenopbouw.

  • 2. Men bouwt punten op door een eenmalige puntentoekenning bij inschrijving en vervolgens één punt per maand dat men ingeschreven staat. Degene met het hoogste aantal punten gaat voor.

  • 3. In afwijking van lid 2 bouwt de ingeschrevene die geen woonwagenbewoner is géén maandelijkse punten op. Deze persoon krijgt één punt per jaar.

  • 4. Voor de eenmalige puntentoekenning bij inschrijving geldt de woonsituatie van de standplaatszoekende drie jaar voorafgaand aan inschrijving als ijkpunt.

  • 5. De toekenning van de eenmalige punten verloopt als volgt:

    Tabel voorrangscategorieën en eenmalige toekenning punten bij inschrijving

    C.1

    a

    Een inwonend kind:

    • dat geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerenden sindsdien onafgebroken inwoont bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend

    100

    b

    Een inwonend kind:

    • dat minimaal de laatste 10 jaar vóór datum inschrijving onafgebroken bij diens ouders of grootouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend inwoont

    90

    c

    Een kind van woonwagenbewoners:

    • waarvan de ouders op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend wonen

    • en dat wegens studie dan wel wegens het ontbreken van een beschikbare standplaats, tijdelijk, doch niet langer dan 5 jaar, elders woonachtig is.

    90

    d

    Een kind van woonwagenbewoners uit de gemeente Purmerend:

    • dat in een reguliere woning in de (omgeving van de) gemeente Purmerend woont

    • maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend

    • en dat 5 tot 10 jaar geleden op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend heeft gewoond.

    80

    e

    Een kind van woonwagenbewoners uit de gemeente Purmerend:

    • dat in een reguliere woning woont in de (omgeving van de) gemeente Purmerend

    • maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend

    • en dat 10 tot 20 jaar geleden op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend heeft gewoond

    70

    f

    Een kind van woonwagenbewoners uit de gemeente Purmerend:

    • dat in een reguliere woning woont in de (omgeving van de) gemeente Purmerend

    • maar geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in gemeente Purmerend

    • en dat 20 tot 30 jaar geleden op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend heeft gewoond

    60

    g

    Een kind van woonwagenbewoners afkomstig uit de gemeente Purmerend:

    • dat in een reguliere woning woont in de (omgeving van de) gemeente Purmerend

    • niet geboren en getogen is op een woonwagenlocatie in gemeente Purmerend

    50

    h

    Een kind van spijtoptanten:

    • die op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend hebben gewoond

    • waarbij het kind zelf nooit op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend heeft gewoond

    • maar dat wel aantoonbaar sterke familiebanden heeft met bewoners van een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend

    50

    C.2

    i

    Een standplaatszoekende, die voldoet aan het afstammingsbeginsel:

    • die als hoofdbewoner, hoofdhuurder, medehuurder of medebewoner al minimaal de laatste 10 jaar op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend woont

    • maar een zelfstandige standplaats zoekt

    40

    j

    Een spijtoptant:

    • die op een eigen standplaats op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend woonde

    • maar tot 20 jaar geleden verhuisd is naar een woning in de gemeente Purmerend

    40

    k

    Een spijtoptant:

    • die op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend woonde

    • maar meer dan 20 jaar geleden verhuisd is naar een woning in de gemeente Purmerend

    30

    l

    Een spijtoptant:

    • die op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend woonde

    • maar buiten de gemeente Purmerend woont

    20

    C.3

    m

    Een standplaatszoekende:

    • die volgens het afstammingsbeginsel een woonwagenbewoner is

    • in de omgeving van de gemeente Purmerend woont

    • in de gemeente Purmerend een standplaats zoekt

    • en géén eerste- of tweedegraads familie op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend heeft

    5

    n

    Een standplaatszoekende:

    • die volgens het afstammingsbeginsel een woonwagenbewoner is

    • niet in de omgeving van de gemeente Purmerend woont

    • in de gemeente Purmerend een standplaats zoekt

    • en géén eerste- of tweedegraads familie op een woonwagenlocatie in de gemeente Purmerend heeft

    3

    C.4

    o

    Een standplaatszoekende:

    • Die volgens het afstammingsbeginsel géén woonwagenbewoner is.

    1

Artikel 7 Overdraagbaarheid opgebouwde punten voor een nog niet eerder bewoonde standplaats op een nieuwe woonwagenlocatie

Opgebouwde punten zijn persoonlijk en niet overdraagbaar. Hierop is één uitzondering: indien de ingeschrevene overlijdt, kunnen de opgebouwde punten worden overgenomen door een eventueel aanwezige geregistreerde partner (door huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract) van de ingeschrevene. Deze geregistreerde partner dient wel te voldoen aan het afstammingsbeginsel.

Artikel 8 Voorrangscriterium bij kandidaten met een gelijk puntenaantal voor een nog niet eerder bewoonde standplaats op een nieuwe woonwagenlocatie

In aanvulling op het bepaalde onder artikel 6 lid 2 geldt dat bij kandidaten met een gelijk puntenaantal degene met de hoogste leeftijd voorrang heeft.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen, in gevallen waarin toepassing van deze nadere regels naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, van de nadere regels afwijken ten gunste van de standplaatszoekende.

Toelichting

Artikel 2 Inschrijving als standplaatszoekende

Iedereen die een woonwagenstandplaats zoekt moet zich hiervoor in kunnen schrijven. Wel mag voorrang worden verleend aan die standplaatszoekenden die via het afstammingsbeginsel aan kunnen tonen dat zij van origine woonwagenbewoner zijn. Iemand die niet voldoet aan het afstammingsbeginsel krijgt bij inschrijving 1 punt en bouwt per jaar 1 punt op.

Dus ook mensen zonder aantoonbare connectie met het woonwagenleven kunnen reageren op vrijkomende standplaatsen. Daarbij geldt dat aan deze doelgroep pas een standplaats wordt toegewezen als mensen die tot de woonwagendoelgroep behoren – dus woonwagenbewoner of afstammeling zijn – geen interesse hebben. In de praktijk is het de vraag in hoeverre deze situatie zich zal voordoen. De vraag naar een standplaats onder woonwagenbewoners is doorgaans groter dan het aanbod, terwijl reguliere woningzoekenden voornamelijk op zoek zijn naar een reguliere woning.

Artikel 6 Rangordebepaling en toewijzing niet eerder bewoonde standplaats op een nieuwe woonwagenlocatie

Voorbeelden van opgebouwde punten:

Voorbeeld A:

Persoon X woont nog bij haar ouders. Eenmalige punten = 100. Vervolgens staat zij drie jaar ingeschreven op de wachtlijst = 36 punten. Totaal aantal behaalde punten op dat moment = 100 + 36 = 136 punten.

Voorbeeld B:

Persoon Y is noodgedwongen verhuisd van de woonwagenlocatie naar een reguliere woning, omdat er geen standplaats op de locatie beschikbaar kwam. Eenmalige punten = 80. Vervolgens staat hij vijf jaar ingeschreven op de wachtlijst = 60 punten. Totaal aantal behaalde punten = 80 + 60 = 140 punten.

Voorbeeld C:

Persoon Z is vrijwillig verhuisd naar een reguliere woning. Nu heeft hij echter spijt en wil graag terug naar een woonwagenlocatie. Eenmalige punten = 30. Vervolgens staat hij elf jaar ingeschreven op de wachtlijst = 132 punten. Totaal aantal behaalde punten = 30 + 132 = 162 punten

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 5 november 2024.

Purmerend,

burgemeester en wethouders van Purmerend,

de secretaris,

M.H. van der Weit

de burgemeester,

E. van Selm