Uitvoeringsregeling subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Noord-Holland 2024

Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 04-02-2025

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Noord-Holland 2024

Gedeputeerde staten van Noord-Holland;

Gelet op de Regeling specifieke uitkering versnelling natuurinclusief isoleren;

Gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat:

GS van NH op 18 juni 2024 Beleidsregel natuurbescherming Noord-Holland) (PB 2016,103) hebben gewijzigd en bijbehorend beleidskader “Natuurvriendelijk verduurzamen onder het pre-Soortenmanagementplan” hebben vastgesteld;

gebouwbewonende vleermuizen beschermd zijn onder de Omgevingswet;

er een maatschappelijke woningbouw- en energieopgave ligt met mogelijke effecten op de verblijfplaatsen van de gebouwbewonende vleermuissoorten;

het creëren van verblijfplaatsen voor gebouwbewonende vleermuizen de voortgang van de woningbouw- en energieopgave kan bevorderen en de bescherming van de vleermuizen ten goede komt,

Stellen vast:

Uitvoeringsregeling subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Noord-Holland 2024

Artikel 1

In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:

  • Alternatieve verblijfplaatsen: Gerealiseerde verblijfplaatsen voor specifieke soorten en/of functies. Door mensen aangeboden vleermuisvoorzieningen als vervanging van de huidige verblijfplaatsen die worden aangetast of verdwijnen.

  • Compensatie opgave: Het door het ministerie van VRO per gemeente bepaalde aantal en type te realiseren alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen.

Artikel 2

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan gemeenten in de provincie Noord-Holland.

Artikel 4

Subsidie kan worden verstrekt voor het realiseren van alternatieve verblijfplaatsen voor vleermuizen in de provincie Noord-Holland.

Artikel 5

Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 4 gaat vergezeld van een projectplan waarin in ieder geval is opgenomen:

  • a.

    de compensatieopgave voor de betreffende gemeente, zoals deze is vastgesteld door het ministerie van VRO;

  • b.

    een begroting van de te subsidiëren activiteit;

  • c.

    een indicatie van de locaties van de alternatieve verblijfplaatsen;

  • d.

    de vleermuissoort waarvoor een alternatieve verblijfplaats wordt gerealiseerd;

  • e.

    het type verblijfplaats dat wordt gebruikt;

  • f.

    een goedkeurend ecologisch advies met betrekking tot de in de onderdelen c, d en e genoemde locaties, vleermuissoorten en verblijfplaatsen;

  • g.

    een planning van de activiteit.

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien deze is ingediend tussen 12 november 2024 en 31 januari 2029.

  • 2. Een aanvraag die buiten deze periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7

De subsidie wordt geweigerd indien het in artikel 5 onder f genoemde ecologisch advies ontbreekt.

Artikel 8

Het subsidieplafond bedraagt € 2.709.694,-.

Artikel 9

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Per aanvrager wordt ten hoogste het bedrag per gemeente als subsidie verstrekt, dat is genoemd in de bijlage bij deze uitvoeringsregeling.

  • 3. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 10

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de kosten van fysieke maatregelen voor zover deze gemaakt zijn na 31 december 2020 en noodzakelijk en adequaat zijn in relatie tot het doel van de subsidie.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van verrekenbare of compensabele BTW.

Artikel 11

  • 1. De subsidie bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten, genoemd in artikel 10.

  • 2. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 3. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 12

Aan de subsidieontvanger worden de volgende verplichtingen opgelegd:

  • a.

    de subsidieontvanger dient op verzoek aan Gedeputeerde Staten aanvullende gegevens te verstrekken in verband met de activiteit bedoeld in artikel 4;

  • b.

    de gesubsidieerde activiteiten dienen uiterlijk op 1 juni 2030 te zijn afgerond.

Artikel 13

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid, doch uiterlijk op 1 augustus 2030.

  • 2. De aanvraag tot vaststelling bevat tenminste de volgende informatie over de gerealiseerde verblijfplaatsen:

    • a.

      de gps-locaties van de alternatieve verblijfplaatsen;

    • b.

      de vleermuissoort waarvoor een alternatieve verblijfplaats is gerealiseerd;

    • c.

      het type verblijfplaats dat is gebruikt.

  • 3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 15

Deze regeling vervalt op 1 januari 2031.

Artikel 16

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling subsidie alternatieve verblijfplaatsen vleermuizen Noord-Holland 2024.

Ondertekening

Haarlem, 5 november 2025

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

M.J.H. van Kuijk, provinciesecretaris

Bijlage: Maximum subsidiebedrag per gemeente

Gemeente

Subsidie

Gemeente

Subsidie

Aalsmeer

€ 50.395

 

Hollands Kroon

€ 151.457

Alkmaar

€ 101.061

 

Hoorn

€ 44.164

Amstelveen

€ 56.898

 

Huizen

€ 50.395

Amsterdam

€ 151.457

 

Koggenland

€ 75.864

Bergen

€ 82.096

 

Landsmeer

€ 31.700

Beverwijk

€ 37.932

 

Laren

€ 31.700

Blaricum

€ 31.700

 

Medemblik

€ 113.796

Bloemendaal

€ 50.395

 

Oostzaan

€ 18.966

Castricum

€ 50.395

 

Opmeer

€ 44.164

Den Helder

€ 69.361

 

Ouder-Amstel

€ 37.932

Diemen

€ 18.966

 

Purmerend

€ 56.898

Dijk en Waard

€ 101.061

 

Schagen

€ 132.762

Drechterland

€ 63.130

 

Stede Broec

€ 37.932

Edam-Volendam

€ 56.898

 

Texel

€ 75.864

Enkhuizen

€ 31.700

 

Uitgeest

€ 31.700

Gooise Meren

€ 63.130

 

Uithoorn

€ 37.932

Haarlem

€ 50.395

 

Velsen

€ 75.864

Haarlemmermeer

€ 176.925

 

Waterland

€ 50.395

Heemskerk

€ 31.700

 

Wijdemeren

€ 50.395

Heemstede

€ 25.198

 

Wormerland

€ 44.164

Heiloo

€ 37.932

 

Zaanstad

€ 101.061

Hilversum

€ 37.932

 

Zandvoort

€ 37.932