Ligplaatsregels voor het innemen van een ligplaats gemeente Midden-Groningen 2024

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze regels wordt verstaan onder:

• a.

  aanleggen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor een recreatief verblijf op of in de omgeving van het vaartuig;

• b.

  Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Groningen 2024: APV;

• c.

  afmeren: het vastmaken van een vaartuig of een ander drijvend object aan een vast object, zoals een kade of een oever;

• d.

  college: het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen;

• e.

  gemeente: gemeente Midden-Groningen;

• f.

  historisch schip: voormalige beroepsschepen, als voorbeeld vrachtschepen, sleepboten en vissersschepen, die zowel behoren tot de binnenvaart als de zeevaart met een historisch karakter die zelfstandig kunnen varen;

• g.

  horecaschip: een schip met een historisch karakter dat geheel of grotendeels wordt gebruikt voor de uitoefening van een horecabedrijf;

• h.

  ligplaats: een formeel door de gemeente aangewezen plaats in het openbaar water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het aanleggen of innemen van een ligplaats van een woon-, bedrijfsmatige-, of voor recreatief doeleinden geschikt vaartuig voor bepaalde of onbepaalde tijd;

• i.

  ligplaats innemen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig op of aan de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig, anders dan met aanleggen wordt bedoeld;

• j.

  openbaar (vaar)water: wateren die voor het publiek, al dan niet met enige beperkingen, bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn;

• k.

  overnachting: innemen van een ligplaats tussen zonsondergang en zonsopgang.

• l.

  pleisterplaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4 lid 1;

• m.

  pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend bestemd en in gebruik is voor recreatiedoeleinden;

• n.

  vaartuig: naast het begrip vaartuig in de gebruikelijke zin van het woord, een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven verloren heeft;

• o.

  vaste ligplaats: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 4 lid 2;

• p.

  verwaarloosd vaartuig: een vaartuig waarvan casco en/of opbouw zodanig onvoldoende zijn beschermd tegen water- en weersinvloeden dat instandhouding van het vaartuig, zonder daarvoor ingrijpender maatregelen dan het normaal te verrichten onderhoud te treffen, in gevaar komt.

Artikel 2 Werkingssfeer

• 1.

  Het is verboden ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen op het openbare water in de gemeente Midden-Groningen, met uitzondering van de gedeelten van het openbare water die zijn genoemd in artikel 5.

• 2.

  Het verbod uit artikel 2 eerste lid is niet van toepassing op:

  • a.

    Ten hoogste één pleziervaartuig voor eigen gebruik, waarmee een ligplaats wordt ingenomen evenwijdig aan het perceel waarop de eigen woning of recreatiewoning is gelegen, binnen het grondgebied van de gemeente op voorwaarde dat de doorvaart niet wordt belemmerd, het innemen van een ligplaats niet in strijd is met het omgevingsplan en geen ligplaats wordt ingenomen in een rietkraag/ecologische zone of in een haven;

Artikel 3 Anti hop-bepaling

• 1.

  Een ligplaats mag niet langer ingenomen worden dan in de artikel 5 bepaalde maximale ligduur;

• 2.

  Het is niet toegestaan dezelfde ligplaats nadat deze is verlaten, binnen 48 uur weer in te nemen.

• 3.

  Het innemen van de ligplaats wordt geacht niet te zijn beëindigd, als het vaartuig binnen dezelfde haven verplaatst is.

Artikel 4 Ligplaatscategorieën

• 1.

  Pleisterplaats: een ligplaats voor het aanleggen van een pleziervaartuig kleiner dan 20 meter met een maximale toegestane gebruiksduur zoals aangegeven in artikel 5.

• 2.

  Vaste ligplaats: een ligplaats voor (plezier)vaartuigen met een maximale toegestane gebruiksduur zoals aangegeven in artikel 5.

• 3.

  Historische ligplaats: een ligplaats voor historische schepen met een maximale toegestane gebruiksduur zoals aangegeven in artikel 5.

Artikel 5 Aangewezen ligplaatsen

• 1.

  Het in artikel 2 eerste lid genoemde verbod is niet van toepassing op de volgende gedeelten van het openbaar water:

*Locaties voor het innemen van een vaste ligplaats voor een woonark zijn in dit besluit niet aangewezen, maar zijn opgenomen in de Woonschepenverordening gemeente Slochteren 2001 en het Omgevingsplan.

Artikel 6 Melding

• 1.

  Degene die voornemens is voor een in artikel 5 aangewezen ligplaats een ligplaats met een vaartuig in te nemen doet daarvan zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 6 uur na aankomst een melding aan het college, tenzij geen sprake is van een overnachting op de ligplaats.

• 2.

  De melding om ligplaats te mogen innemen wordt gedaan:

  • a.

    telefonisch of in persoon aan de havenmeester, of;

  • b.

    door middel van een QR-code op de aanlegplaats, of;

  • c.

    per e-mail naar info@midden-groningen.nl.

De melding moet informatie bevatten over:

• a.

  de gewenste ligplaats (adres, categorie, periode), en;

• b.

  het vaartuig (naam, type, lengte, breedte en kleur).

• De melding wordt geaccepteerd bij een positieve beoordeling qua beschikbare plekken en periode voor een ligplaats.

• 3.

  Is het niet mogelijk om op de in de melding opgegeven plek of periode ligplaats in te nemen, dan wordt hierover schriftelijk, mondeling of per e-mail contact opgenomen met de aanvrager om aan te geven wat de reden is en welke alternatieven eventueel beschikbaar zijn.

Artikel 7 Liggeld

• 1.

  Voor het innemen van een pleisterplaats en/of vaste ligplaats is liggeld verschuldigd overeenkomstig de tarieven van de gemeentelijke liggeldverordening.

Artikel 8 Zorg- en onderhoudsplicht

• 1.

  De eigenaar van een vaartuig, draagt er zorg voor dat het vaartuig geen gevaar voor de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en/of milieuhygiëne oplevert, dan wel laat voortduren.

• 2.

  Eenieder die een vaartuig voor verblijf verbouwt, gebruikt, sloopt of onderhoudswerkzaamheden uitvoert, of de hiervoor genoemde activiteiten door een derde laat doen, draagt er zorg voor hierdoor geen gevaar voor de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid en/of milieuhygiëne ontstaat dan wel voortduurt.

• 3.

  Het is in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden om een ligplaats in te nemen of ingenomen te houden met een vaartuig dat in verwaarloosde toestand verkeert. Van een verwaarloosd vaartuig is in ieder geval sprake:

  • a.

    wanneer casco en/of opbouw zodanig onvoldoende zijn beschermd tegen water en weersinvloeden dat de instandhouding van het vaartuig, zonder daarvoor ingrijpender maatregelen dan het normaal te verrichten onderhoud te treffen, in gevaar komt;

  • b.

    wanneer de vorm en/of het uiterlijk aanzien van het vaartuig in ernstige mate wordt verstoord door (onderdelen van) installaties, objecten of andere toevoegingen;

  • c.

    wanneer een boot of object een te grove inbreuk vormt op wat in de omgeving gebruikelijk is, bijvoorbeeld door beschadiging, achterstallig onderhoud, sterke veroudering, (gedeeltelijke) afbraak, instorting of verwaarlozing.

• 4.

  Het is in het belang van de openbare orde en het uiterlijk aanzien van de gemeente verboden om een vaartuig verweesd achter te laten. Van een verweesd vaartuig is in ieder geval sprake:

  • a.

    wanneer een vaartuig is aangemeerd en de maximale ligplaatsduur zoals opgenomen in artikel 5 is overschreden;

  • b.

    en het vaartuig door de gemeente is gelabeld als verweesd vaartuig en dit label na het verstrijken van de op dit label aangegeven termijn niet is verplaatst.

Artikel 9 Handhaving

• 1.

  Indien in strijd met artikel 5 of artikel 7 een ligplaats is ingenomen, kan het college het vaartuig na de overtreder hiertoe te hebben aangezegd verwijderen en opslaan op kosten van de overtreder.

• 2.

  Indien de overtreder niet te achterhalen is, laat het college op het vaartuig een duidelijk herkenbaar label achter waarin de overtreder een redelijke termijn wordt gegeven het vaartuig te verwijderen. Als dit vaartuig niet binnen deze redelijke termijn is verwijderd, kan het college het vaartuig verwijderen en opslaan.

• 3.

  De redelijke termijn als bedoeld in lid 2 bedraagt minimaal zeven dagen vanaf aanzegging.

Artikel 10 Register

• 1.

  Het vaartuig dat op grond van artikel 8 is verwijderd en/of opgeslagen, registreert de gemeente in een gemeentelijk register. In dit register neemt de gemeente de volgende gegevens in ieder geval op:

  • 1.

    een kopie van het proces-verbaal, conform Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    datum en tijdstip waarop het vaartuig is verwijderd en opgeslagen;

  • 3.

    en een nauwkeurige omschrijving van het vaartuig en de geschatte waarde ervan.

• 2.

  Daarnaast neemt de gemeente in dit register op, mits het vaartuig niet openbaar is verkocht, om niet in eigendom is overgedragen of vernietigd met toepassing van artikel 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht, in geval van

  • a.

    teruggave:

• de datum en tijdstip waarop het vaartuig is afgehaald; de naam, adres en de wijze van legitimatie van degene die het vaartuig heeft afgehaald alsmede de gegevens waaruit blijkt dat deze tot het afhalen van het vaartuig gerechtigd was; het bedrag dat als kosten, verbonden aan het verwijderen en opslaan van het vaartuig, is betaald.

  • b.

    verkoop/vernietiging:

• de datum en het tijdstip van de verkoop, de afstandsverklaring of de vernietiging;

  • c.

    verkoop:

• de opbrengst van die verkoop, de naam, adres en de wijze van legitimatie van de koper, de verkoopprijs;

  • d.

    afstandsverklaring:

• de naam, het adres en de wijze van legitimatie van degene aan wie het vaartuig om niet is overgedragen;

  • e.

    vernietiging:

• de geschatte waarde van het vaartuig.

Artikel 11 Teruggave

Teruggave van het vaartuig kan slechts aan degene die aantoont dat hij/zij of eigenaar, houder of gemachtigde is van het vaartuig en indien alle kosten voor verwijderen en opslaan aan de gemeente zijn voldaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze regels treden in werking één dag na de datum van bekendmaking.

• 2.

  Deze regels worden aangehaald als “Ligplaatsregels Midden-Groningen”.