Regeling vervalt per 31-12-2026

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie ten behoeve van preventieve ondersteuning in de voorschoolse educatie

Geldend van 12-11-2024 t/m 30-12-2026

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie ten behoeve van preventieve ondersteuning in de voorschoolse educatie

Burgemeester en Wethouders van Amersfoort;

gelezen de nota Beleidskader Amersfoort Inclusieve Stad 2021-2026 d.d. 23 maart 2021 en het daarbij horend Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2025-2026;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene Subsidieverordening Amersfoort;

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan preventieve ondersteuning op voorschoolse-educatiegroepen naast de reguliere twee beroepskrachten zoals bedoeld in de Wet kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, met name voorschoolse-educatiegroepen met veel kinderen met een vve-indicatie én meerdere kinderen met multiproblematiek, met als doel de leeftijdsadequate ontwikkeling van kinderen te bevorderen en de inzet van jeugdhulp te voorkomen;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening Amersfoort;

  • b.

    Beroepskracht: beroepskracht voorschoolse educatie zoals bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Wet kinderopvang en artikel 3 van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • c.

    Jeugdhulp: hulp in de zin van artikel 1.1 van de Jeugdwet;

  • d.

    Kind: kind vanaf de leeftijd van 2½ jaar tot de leeftijd waarop het start met de basisschool en dat woont in Amersfoort;

  • e.

    Kindcentrum: voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan een op zichzelf staande gastouderopvang of op zichzelf staande peuterspeelzaal;

  • f.

    Kinderen met multiproblematiek: kinderen die meerdere, elkaar versterkende problemen ervaren en daardoor een risico lopen op een indicatie voor jeugdhulp;

  • g.

    Ouder: ouder als bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet kinderopvang;

  • h.

    V.e.-groep: groep van maximaal 16 kinderen, bestaande uit kinderen met een vve-indicatie en/of kinderen zonder een vve-indicatie, aan wie voorschoolse educatie wordt aangeboden.

  • i.

    Voorschoolse educatie: voorschoolse educatie zoals bedoeld in artikel 1.1, lid 1 van de Wet kinderopvang;

  • j.

    Vve: voorschoolse en vroegschoolse educatie, waarbij voorschoolse educatie plaatsvindt in de kinderopvang en vroegschoolse educatie in de onderbouw van de basisschool;

  • k.

    Vve-indicatie: indicatie voor vve die de GGD kan geven indien de GGD bij het consult op tweejarige leeftijd (1) vaststelt dat het opleidingsniveau van beide ouders maximaal VMBO B/K is en/of (2) constateert dat het kind een (risico op een) taalachterstand heeft en/of (3) constateert dat het risico op (taal)achterstand vergroot is door sociale factoren in de omgeving van het kind.

Artikel 2. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Burgemeester en wethouders verstrekken uitsluitend subsidie voor het inzetten van extra personeel, aanvullend op het aantal reguliere beroepskrachten dat op de v.e.-groep hoort te staan, in één of meer v.e.-groepen waarin meer dan de helft van de kinderen een vve-indicatie heeft en/of met meerdere kinderen met multiproblematiek.

Artikel 3. Indieningstermijn aanvraag

Een aanvrager dient de subsidieaanvraag in tussen 1 november en 1 december 2024.

Artikel 4. Eisen aan de aanvrager

Subsidie kan enkel worden aangevraagd door rechtspersonen die bedrijfsmatig een kindcentrum exploiteren.

Artikel 5. Eisen aan de aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend op het door burgemeester en wethouders vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2. In aanvulling op artikel 6 Asv, blijkt uit het bij de aanvraag overgelegde activiteitenplan:

    • a.

      om hoeveel v.e.-groepen het gaat;

    • b.

      uit hoeveel kinderen elke v.e.-groep bestaat;

    • c.

      hoeveel kinderen met een vve-indicatie op elke groep worden bereikt met de ondersteuning;

    • d.

      hoeveel kinderen met multiproblematiek op elke groep worden bereikt met de ondersteuning.

  • 3. Uit de aanvraag blijkt dat er voor dezelfde periode waarvoor deze subsidie wordt aangevraagd subsidie is aangevraagd onder Subsidieregeling Voorschoolse educatie 2025-2026.

Artikel 6. Subsidiabele kosten

  • 1. In aanvulling op artikel 10, eerste lid, Asv komen de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:

    • a.

      personeelskosten;

    • b.

      kosten voor materialen.

  • 2. In aanvulling op artikel 10, tweede lid, van de Asv verstrekken burgemeester en wethouders in ieder geval geen subsidie voor:

    • a.

      kosten om te voldoen aan wettelijke verplichtingen of aan gangbare minimumkwaliteitseisen;

    • b.

      kosten van reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • c.

      kosten gemaakt na beëindiging van activiteiten met uitzondering van accountantskosten;

    • d.

      kosten van in natura geleverde diensten en goederen;

    • e.

      kosten van gelieerde rechtspersonen die onderling in rekening worden gebracht;

    • f.

      kosten betaald aan vrijwilligers, met uitzondering van vergoedingen voor werkelijk gemaakte onkosten;

    • g.

      kosten van activiteiten die redelijkerwijs kunnen worden gedekt uit de opbrengsten die met de activiteiten verband houden.

Artikel 7. Hoogte subsidie

De subsidie van de gemeente Amersfoort bedraagt € 10.500 per jaar, per v.e.-groep met kinderen met vve-indicatie of multiproblematiek. Per aanvrager kan maximaal €105.000,- per jaar worden aangevraagd.

Artikel 8. Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen het subsidieplafond voor 2025 en 2026 vast op € 484.000.

Artikel 9. Weigeringsgronden

Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, onder d, van de Asv beslissen burgemeester en wethouders afwijzend op de aanvraag als:

  • a.

    aanvrager geen subsidieverlening heeft ontvangen onder de Subsidieregeling Voorschoolse educatie 2025-2026;

  • b.

    het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 10. Wijze van verdeling

  • 1. De tijdig ingediende en volledige aanvragen worden in behandeling genomen.

  • 2. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 3. De rangschikking van de aanvragen wordt bepaald aan de hand van de som van het aantal kinderen met multiproblematiek op de v.e.-groep en het aantal kinderen op de v.e.-groep met een vve-indicatie per aanvraag. Hierbij wordt de aanvraag met het hoogste aantal op 1 geplaatst en de aanvraag met het laagste aantal op de laatste plaats.

  • 4. Verstrekking van subsidie vindt plaats in de volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 5. Indien het vastgestelde subsidieplafond zou worden overschreden als gevolg van het verstrekken van subsidie zoals bedoeld in het eerste lid, wordt met de aanvrager waaraan niet het gehele bedrag van de aanvraag kan worden toegekend in overleg gegaan om vast te stellen hoeveel activiteiten hij voor het resterende subsidieplafond kan uitvoeren. Aan deze aanvrager wordt vervolgens het resterende subsidieplafond toegekend.

Artikel 11. Bevoorschotting

Het subsidiebedrag wordt per kalenderjaar voor 100% bevoorschot.

Artikel 12. Verplichtingen

In aanvulling op Hoofdstuk 4 van de Asv heeft de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De subsidieontvanger zet de verkregen subsidie ook daadwerkelijk in voor de uitvoering van de activiteit;

  • 2.

    De subsidieontvanger monitort de inzet van het extra personeel en meet de resultaten hiervan; en

  • 3.

    De subsidieontvanger dient aan het eind van het jaar een prognose in van:

    • a.

      het aantal v.e.-groepen waarin extra personeel wordt ingezet;

    • b.

      het aantal kinderen per v.e.-groep;

    • c.

      het aantal vve-geïndiceerde kinderen dat per groep wordt bereikt met de ondersteuning; en

    • d.

      het aantal kinderen met multiproblematiek dat per groep wordt bereikt met de ondersteuning.

Artikel 13. Vaststelling

  • 1. In afwijking van artikel 24 eerste lid, van de Asv dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling in voor 1 april 2027 via het online E-formulier zoals gepubliceerd op de website van de gemeente.

  • 2. In aanvulling op artikel 26, eerste lid, en artikel 27, eerste lid, van de Asv blijkt uit de aanvraag tot vaststelling:

    • a.

      op welke wijze de preventieve ondersteuning is ingezet:

    • b.

      om welke v.e.-groepen het ging;

    • c.

      uit hoeveel kinderen elke v.e.-groep bestond;

    • d.

      hoeveel kinderen met een vve-indicatie op elke groep zijn bereikt met de ondersteuning;

    • e.

      hoeveel kinderen met multiproblematiek op elke groep zijn bereikt met de ondersteuning;

    • f.

      wat de extra ondersteuning heeft opgeleverd.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. De Subsidieregeling preventieve ondersteuning in de voorschoolse educatie 2024 wordt ingetrokken.

  • 2. De Subsidieregeling preventieve ondersteuning in de voorschoolse educatie 2024 blijft van toepassing op subsidies die op grond van de Subsidieregeling preventieve ondersteuning in de voorschoolse educatie 2024 zijn verleend of vastgesteld.

  • 3. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

  • 4. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling preventieve ondersteuning in de voorschoolse educatie.

  • 5. Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2026.

  • 6. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die voor de vervaldatum onder deze subsidieregeling zijn verstrekt.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 22 oktober 2024.

De secretaris,

De burgemeester,

Toelichting subsidieregeling

Inleiding

Deze regeling betreft een subsidieregeling zoals bedoeld in de Asv en is gekoppeld aan het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2025-2026.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Alleen de activiteit die in dit artikel is benoemd komt voor subsidiëring in aanmerking. Aanvragen die op andere activiteiten zien niet en worden afgewezen.

Artikel 3 Indieningstermijn aanvraag

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 4 Eisen aan de aanvrager

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 5 Eisen aan de aanvraag

Bij de aanvraag moet een activiteitenplan worden gevoegd, dat inzicht moet geven in alle in het tweede lid opgesomde gegevens. Deze gegevens vormen een aanvulling op de indieningsvereisten uit artikel 6 van de Asv.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

Voor de duidelijkheid staan in het tweede lid van dit artikel enkele kostenposten opgesomd die niet subsidiabel zijn als deze in de kosten zouden worden opgevoerd. Deze kostenposten zijn een aanvulling op de kostenposten uit artikel 10, tweede lid, van de Asv.

Artikel 7 Hoogte subsidie

Per v.e.-groep per jaar wordt een vast bedrag verstrekt.

Artikel 8 Subsidieplafond

Burgemeester en wethouders kunnen een subsidieplafond verlagen als het plafond wordt vastgesteld voordat de begrotingen voor de betrokken jaren zijn vastgesteld of goedgekeurd én de subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begrotingen voor de betrokken jaren zijn vastgesteld of goedgekeurd.

Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen.

Artikel 9 Wijze van verdeling

Subsidies worden verstrekt op volgorde van een kwalitatieve rangschikking. Dit betekent een ‘tendersysteem’, waarbij het beschikbare budget wordt verdeeld op basis van een onderlinge vergelijking van de volledige, tijdig ingediende aanvragen.

De rangschikking wordt opgesteld aan de hand van het aantal kinderen die de aanvrager in de aanvraag heeft opgenomen. Bijvoorbeeld:

Er zijn 3 aanvragen: aanvraag 1 10 kinderen; aanvraag 2 19 kinderen en aanvraag 3 12 kinderen. De rangschikking is dan:

  • 1.

    Aanvraag 2

  • 2.

    Aanvraag 3

  • 3.

    Aanvraag 1

Artikel 10 Bevoorschotting

Subsidies worden per jaar voor 100% bevoorschot.

Artikel 11 Verplichtingen

Subsidieontvangers moeten voldoen aan alle in dit artikel opgesomde verplichtingen. Deze verplichtingen zijn een aanvulling op de verplichtingen uit de artikelen 16 tot en met 19 van de Asv.

Artikel 12 Vaststelling

In afwijking van artikel 26, eerste lid, onder a, van de Asv moet het bij de aanvraag tot vaststelling ingediende activiteitenverslag inzicht geven in alle onder a tot en met f opgesomde gegevens.

Artikel 13 Slotbepalingen

In afwijking van artikel 3, derde lid, van de Asv, vervalt deze subsidieregeling al eerder dan na vier jaar. Deze subsidieregeling is namelijk gekoppeld aan het Uitvoeringsprogramma Jeugd en Onderwijs 2025-2026.