Beleidsplan Omgevingsrecht vergunningverlening, toezicht en handhaving

Geldend van 01-10-2024 t/m heden

Intitulé

Beleidsplan Omgevingsrecht vergunningverlening, toezicht en handhaving

1 Achtergrond van het beleidsplan

1.1 Leeswijzer

In dit hoofdstuk gaan we in op de achtergrond van ons Beleidsplan Omgevingsrecht. We beschrijven de functie, status en wettelijke vereisten. Ook lichten we de totstandkoming van dit plan toe. Het beleidsplan is gebaseerd op de situatie vanaf 1 januari 2024 waarbij de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in werking zijn getreden.

Hoofdstuk 2 bevat onze visie op vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) op basis van het omgevingsrecht. In hoofdstuk 3 staat de inhoud van ons VTH-beleid. Daarin komen de prioriteiten en doelstellingen terug en beschrijven we de doorwerking naar ons jaarlijkse uitvoeringsprogramma en jaarverslag. Hoofdstuk 4 geeft een korte toelichting op onze uitvoeringsstrategie die we in bijlage A uitgebreid hebben beschreven. De wijze waarop we de kwaliteit van onze taakuitvoering borgen staat in hoofdstuk 5.

In bijlage A beschrijven we onze uitvoeringsstrategie. Deze bevat de wijze waarop we preventie inzetten, hoe we vergunningaanvragen en meldingen beoordelen, hoe we toezicht uitvoeren en hoe we omgaan met sanctioneren bij het constateren van overtredingen.

Bijlage B bevat onze omgevingsanalyse. Dit is een onderbouwing van de prioriteiten en doelen die we in dit beleidsplan vastleggen.

1.2 Keuzes in de uitvoering van VTH-taken

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn instrumenten om de gezondheid, veiligheid, cultuurhistorische waarden en leefbaarheid in onze gemeente te beschermen en een duurzame ontwikkeling te borgen. Bij de uitvoering van onze VTH-taken moeten we keuzes maken: waar liggen onze opgaven/prioriteiten en hoe strikt willen we activiteiten in de fysieke leefomgeving regelen en controleren?

Bij onze prioriteitstelling spelen drie afwegingen een rol:

  • 1.

    De omvang van de risico’s die samenhangen met activiteiten en de effectiviteit waarmee we met de inzet van VTH-instrumenten de risico’s kunnen beheersen.

  • 2.

    De mate van eigen verantwoordelijkheid van burgers en ondernemers in relatie tot de kaderstellende, regelende en controlerende rol van de overheid.

  • 3.

    De omvang van onze personele capaciteit en middelen.

Dit beleidsplan beschrijft een werkbare balans in de genoemde afwegingen voor een zo effectief mogelijke inzet van de VTH-instrumenten.

1.3 Reikwijdte van het beleidsplan

In dit Beleidsplan Omgevingsrecht schetsen we onze visie en uitgangspunten voor de komende jaren met betrekking tot de VTH-taken. Dit hebben we onder andere gebaseerd op de Omgevingswet, inclusief bepalingen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Aalten (APV) die betrekking hebben op de fysieke omgeving.

Dit betekent dat het beleidsplan gaat over preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving van ons omgevingsplan, bouw-, sloop-, milieu- en brandveiligheidsregels en regels ten aanzien van cultureel erfgoed en monumenten, reclame, rooien van bomen, terrassen, natuurbescherming, openbare orde en fysieke veiligheid.

Dit beleidsplan heeft geen betrekking op taken die door verbonden partijen worden uitgevoerd en die zelf een uitvoeringsbeleid opstellen. Dit betreft de Omgevingsdienst Achterhoek en de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland die uitvoeringsbeleid voor de (basis)taken opstellen die aan hen zijn opgedragen.

Dit beleidsplan vervangt ons huidige “Beleidsplan handhaving 2021-2024 gemeente Aalten” dat door de raad in 2021 is vastgesteld en sluit hier inhoudelijk op aan. Aanpassing van dit beleidsplan is een gevolg van de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

1.4 Status

Voor vergunningverlening, toezicht en handhaving is een beleidsplan verplicht en vastgelegd in de Omgevingswet (afdeling 18.3) en in het Omgevingsbesluit (afdeling 13.2). Het VTH-beleid wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders (verder: college) en ter kennisname aangeboden aan de gemeenteraad. Daarmee is het VTH-beleid een richtinggevend document voor het college bij de uitvoering van de wettelijke taken in het kader van de Omgevingswet.

De VTH-beleidscyclus gaat over het beleidsplan (omgevingsanalyse, prioriteiten, doelen), een uitvoeringsprogramma met de planning van in te zetten VTH-instrumenten en capaciteit, de uitvoering en tenslotte monitoring van de uitvoering (verslaglegging en evalueren).

De landelijke procescriteria zijn leidend voor het VTH-beleid en bevatten eisen die gesteld worden aan de sluitende beleidscyclus.

Dit beleidsplan heeft betrekking op de bovenste drie stappen en is richtinggevend voor de operationele beleidscyclus. In de figuur zijn deze beleidsfasen groen weergegeven. Deze strategische beleidscyclus wordt over het algemeen iedere 4 jaar doorlopen, maar kan op basis van omgevingsfactoren, wetten of beleidsambities een andere frequentie hebben.

De provincie houdt toezicht in het kader van het Interbestuurlijk Toezicht op de implementatie van de VTH-beleidscyclus door onze gemeente. We versturen jaarlijks onze documenten aan de provincie en ontvangen een beoordeling.

In de Omgevingswet staat de kwaliteit van de leefomgeving centraal, waarbij initiatieven uit de samenleving invloed hebben op die kwaliteit. Uitvoering betreft activiteiten van burgers, bedrijven of overheden als initiatiefnemer. De zorg van de overheid is erop gericht de leefomgeving te verbeteren waar deze tekortschiet en kwaliteiten te behouden waar ze goed zijn. Nieuwe instrumenten zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan worden leidend.

De vervlechting van de beleidscyclus voor de VTH-taken en de instrumenten en werkwijze van de Omgevingswet gaat de komende jaren verder vorm krijgen. Voor dit beleidsplan hebben we al zoveel mogelijk geanticipeerd op de nieuwe werkwijze onder de Omgevingswet. In dit beleidsplan sluiten we aan bij de principes van de Omgevingswet: eenvoudiger en beter met meer afwegingsruimte door een actieve en flexibele aanpak. Dit zal niet van de ene op de andere dag geregeld zijn. In de praktijk moeten deze principes groeien. Met de komst van de Omgevingswet wijzigt ook een deel van de procedurele kaders.

De wijzigingen als gevolg van de op 1 januari 2024 in werking getreden Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zijn meegenomen in dit beleid.

afbeelding binnen de regeling

1.5 Totstandkoming

Dit beleidsplan is begeleid door een projectgroep met twee betrokken teammanagers. Deze inhoud is tot stand gekomen door middel van werksessies met VTH-medewerkers en bij de betreffende gebieden betrokken medewerkers. De werksessies hebben geleid tot de omgevingsanalyse, de uitvoeringsstrategie en een vertaling naar prioriteiten en doelen voor de VTH-taken.

2 Visie op de VTH-taken

Dit hoofdstuk beschrijft onze visie op de VTH-taken in het kader van het omgevingsrecht. De visie bestaat uit de volgende bouwstenen:

  • Algemene visie en kernwaarden

  • Kwaliteiten als basis

  • Dienstverlenend

  • Integraal samenwerken

  • Ruimte voor initiatief en eigen verantwoordelijkheid

  • Risicogericht

  • Data-gestuurd

  • Flexibel en toekomstgericht

2.1 Algemene visie en kernwaarden

In de uitoefening en uitvoering van de gemeentelijke VTH-taken houden wij rekening met onderstaande visie, afkomstig uit de Visie gemeente Aalten 2025, welke tot op heden actueel is:

“Wij zijn een rustige en veilige plattelandsgemeente. Wij dragen samen bij aan een betrokken samenleving. Wij zorgen voor onze ouderen en kwetsbaren. Wij koesteren de jeugd. Wij hebben een vitale economie die werkgelegenheid biedt. Wij beschermen onze natuur en in alles staan energieneutraliteit en duurzaamheid centraal.”

Deze algemene visie is vertaald naar de volgende kernwaarden voor ons VTH-beleid:

  • We bieden inzicht in onze lokale regels aan burgers en bedrijven, zodat zij goed geïnformeerd keuzes kunnen maken.

  • Initiatiefnemers zijn zelf verantwoordelijk voor het indienen van goede en volledige aanvragen en meldingen.

  • Vergunningen zijn afgestemd op wet- en regelgeving en zijn begrijpelijk geformuleerd, naleefbaar en beoordeeld op handhaafbaarheid.

  • De gemeente houdt zichzelf en haar burgers aan het recht, en dwingt zo nodig (binnen haar taken en bevoegdheden) naleving van de regelgeving af.

  • Handhaving is een plicht (beginselplicht). Volgens vaste jurisprudentie mag de gemeente alleen ingeval van bijzondere omstandigheden van handhaving afzien.

  • Alvorens over te gaan tot handhaving worden altijd eerst de mogelijkheden voor legalisatie onderzocht.

  • Gedogen is slechts bij uitzondering mogelijk, wordt schriftelijk gemotiveerd en vastgelegd en kent een einddatum.

  • Handhaving voldoet aan de beginselen van rechtszekerheid, gelijkheid, proportionaliteit en subsidiariteit.

  • Handhaving is een middel om naleving van regelgeving af te dwingen en geen doel op zich.

  • Handhaving vindt waar mogelijk integraal plaats.

Hierbij trekken we zoveel mogelijk samen op met onze burgers. We kijken of we onze burgers (proactief) kunnen helpen of sturen. Zo kan een initiatiefnemer door middel van een omgevingsoverleg met de gemeente in gesprek over de indieningsvereisten van een aanvraag, en of een aanvraag kansrijk is. Ingeval van een overtreding onderzoeken we de mogelijkheden van legalisatie, en bij (hoge) uitzondering kunnen we een situatie – mits goed onderbouwd – gedogen.

2.2 Kwaliteiten als basis

Voor de VTH-taken ligt de wettelijke basis in onder andere de Omgevingswet en de landelijke Algemene Maatregelen van Bestuur die direct werkende regels stellen aan activiteiten in de fysieke leefomgeving. Daarnaast zijn de kenmerkende kwaliteiten van onze gebieden een belangrijke basis voor de prioriteiten die we stellen en de invulling van onze taken.

We beschrijven de gebiedskwaliteiten in (onder andere) onze omgevingsvisie. Deze kwaliteiten borgen we in onze verordeningen, beleidsregels en ons omgevingsplan. Zowel de wettelijke basis als de lokale basis vormen een belangrijk kader voor onze dagelijkse taakuitvoering.

Onze prioriteiten zijn gericht op het behouden van de gebiedskwaliteiten. We zetten ons in om risico’s te beperken én een bijdrage te leveren aan de bestuurlijke ambities vanuit de verschillende beleidsterreinen. Onze prioriteiten stellen we vast met bijbehorende doelstellingen. We geven concreet aan wat we willen bereiken en welke VTH-instrumenten we daartoe inzetten.

2.3 Dienstverlenend

Initiatiefnemers en belanghebbenden krijgen inzicht in regels voor de fysieke leefomgeving via het landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet. Door vragenbomen en vergunning controles bieden we initiatiefnemers de hulpmiddelen om zelf te beoordelen of een voorgenomen activiteit is toegestaan, aan regels is gebonden en of een vergunningaanvraag nodig is.

In aanvulling op de ‘digitale dienstverlening’ hechten we aan persoonlijke dienstverlening.

We bieden de mogelijkheid om een conceptaanvraag in te dienen die we bekijken op haalbaarheid en wenselijkheid. Het doel is om in een zo vroeg mogelijk stadium te bepalen of het initiatief wenselijk is. Dat wil zeggen: past het initiatief bij de omgevingsvisie en is het kansrijk om verder te ontwikkelen? Daarnaast geven we een advies over participatie en geven we aandachtspunten mee waar een initiatiefnemer op moet letten bij het indienen van een vergunningaanvraag. We maken in bepaalde gevallen gebruik van onze omgevingstafel voor de beoordeling van een conceptaanvraag. Daarbij zijn initiatiefnemer en de benodigde expertises van alle overheidsorganisaties vanaf een vroeg stadium betrokken. Vanuit de gedachte van ‘één overheid’ betekent dit dat we de betrokkenheid organiseren van andere bevoegde gezagen (zoals rijksoverheid, provincie, waterschap, wettelijke adviseurs) en ketenpartners (zoals Omgevingsdienst Achterhoek, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst).

In de Omgevingswet is de reguliere termijn voor de behandeling van een vergunningaanvraag acht weken. Voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit en milieuaanvragen is dit een verkorting van de termijn die (tot inwerkingtreding van de Omgevingswet) maximaal 26 weken bedroeg. We richten onze dienstverlening in om samen met de initiatiefnemer tot een complete aanvraag te komen die binnen de termijn van acht weken kan worden behandeld.

2.4 Integraal samenwerken

Onder de Omgevingswet neemt het belang van integraal samenwerken verder toe. Dit geldt voor het onderling afstemmen van regels en procedurevereisten, voor samenwerking bij het behandelen van initiatieven en bij het uitvoeren van controles. De initiatiefnemer en belanghebbende(n) moet(en) kunnen rekenen op de gedachte van ‘één overheid’.

Bij de uitvoering van onze VTH-taken werken we samen met een groot aantal partners die medeverantwoordelijk zijn voor de fysieke leefomgeving, te weten: Omgevingsdienst Achterhoek (ODA), provincie, politie, Rijkswaterstaat, Veiligheidsregio (VNOG), Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD), waterschap, Inspectie Leefomgeving en Transport en Openbaar Ministerie.

De samenwerking met deze partners gebeurt thema- of projectgericht. Met sommigen structureel, met anderen op incidentele basis. Samenwerking vindt op drie niveaus plaats:

1) Strategisch niveau: afstemming over beleid en uitvoering, handhavingsprojecten, zoals een handhavingsestafette of een regionaal samenwerkingsprogramma.

2) Tactisch niveau: doelgroep- en ketengericht, analyses, trends, inzet van handhavingsinstrumenten, probleemaanpak, informatie en kennisdeling.

3) Operationeel niveau: casusbesprekingen, acties, projecten, integrale aanpak.

2.5 Ruimte voor initiatief en eigen verantwoordelijkheid

We werken volgens de principes van de Omgevingswet om burgers en ondernemers eigen verantwoordelijkheid te geven en hen ruimte te bieden om met oplossingen te komen. Waar de eigen verantwoordelijkheid onvoldoende leidt tot het gewenste effect, faciliteren we onze burgers en ondernemers. Dit kan door participatie, bijvoorbeeld door bij ruimtelijke initiatieven de interactie met de omgeving te ondersteunen.

Door alert te zijn op mogelijke conflicten bij klachten of meldingen proberen we escalatie te voorkomen. En door bekendheid te geven aan regels en voorschriften proberen we te voorkomen dat burgers en bedrijven onnodige overtredingen begaan. Met voorlichting bieden we inzicht in de regels die van toepassing zijn. Op het moment dat de eigen verantwoordelijkheid niet wordt waargemaakt en er sprake is van (bewuste) overtredingen, gaan we waar nodig over tot handhavend optreden om de overtredingen op te heffen. Dit is gebaseerd op onze (beginsel)plicht tot handhaving.

2.6 Risicogericht

De VTH-taken voeren we uit volgens een risicogerichte benadering. We richten ons op activiteiten met grotere risico’s en waar we onze VTH-instrumenten en onze capaciteit effectief kunnen inzetten. Daar ligt onze prioriteit. De prioriteiten bepalen in welke mate we specifiek inzetten op preventie (zoals voorlichting), de diepgang van beoordeling van vergunningaanvragen of meldingen en de intensiteit van ons toezicht. Dit kan worden aangevuld met prioriteiten voor de VTH-taken die voortvloeien uit landelijke wetgeving of verplichtingen die worden aangedragen door, of afgestemd zijn met, onze partners.

2.7 Datagestuurd werken

Middels de instrumenten datasturing en monitoring gebruiken we beschikbare data om beleidskeuzes te onderbouwen, effecten te volgen en ambities en maatregelen gericht te kunnen bijsturen. Voor de VTH-taken maken we gebruik van deze instrumenten bij het opstellen van het jaarlijkse verslag en uitvoeringsprogramma. De informatie heeft betrekking op de bedrijfsvoering: aantallen vergunningen, meldingen, klachten en controles.

We hebben minder ervaring met het vastleggen en benutten van data over onze gebiedskwaliteiten en over het effect van de inzet van onze VTH-instrumenten. Dit wordt de komende jaren verder ontwikkeld, mede in samenhang met de verplichte monitoring onder de Omgevingswet. We kunnen gebruik maken van vernieuwingen zoals meetsystemen en landelijke databronnen (bijvoorbeeld Landelijke Aanpak Adreskwaliteit (LAA), eLoket Informatieplicht Energiebesparing).

3 Prioriteiten en doelen

3.1 Omgevingsanalyse

Uitgangspunt is dat bij uitvoering van VTH-taken de prioriteit ligt bij de grootste risico’s en opgaven, en dat we passende VTH-instrumenten en capaciteit kunnen inzetten om deze risico’s en opgaven aan te pakken. Om zicht te hebben op de risico’s is een omgevingsanalyse (bijlage B) gemaakt van het grondgebied van de gemeente Aalten en de activiteiten. De omgevingsanalyse is gebaseerd op de effect x kans methode. De omschrijving en nadere toelichting op de scores zijn uitgebreid beschreven in bijlage B.

3.2 Prioriteiten

De uitkomsten van de omgevingsanalyse zijn vertaald naar prioriteiten. Onze prioriteiten zijn ingedeeld naar gebiedstypen (centrum en kernen, bedrijventerrein en buitengebied) en vervolgens naar hoge, gemiddelde en lage(re) prioriteit.

Leeswijzer prioriteiten:

Activiteiten met een redelijk hoog effect en met een lage kans (komt weinig voor en/of er is goed naleefgedrag) krijgen geen hoge prioriteit. Dat wil niet zeggen dat er geen aandacht voor is. Soms is de kans dat iets zich voordoet juist laag doordat we er aandacht aan geven. Soms betreft het activiteiten die vanuit veiligheid, leefbaarheid of bestuurlijke aandacht de nodige aandacht vragen.

De prioritering geeft aan op welke activiteiten we de komende jaren onze inzet met name willen richten. In ons uitvoeringsprogramma benoemen we welke VTH-instrumenten we aanwenden en welke inzet we ramen.

Daarnaast wordt onze inzet in hoge mate bepaald door de dienstverlening die we aan onze burgers, bedrijven en instellingen bieden: behandelen van aanvragen, informatieverzoeken, adequaat toezicht op activiteiten in de fysieke omgeving, afhandelen van meldingen en handhavingsverzoeken. Voor activiteiten met een minder hoge prioriteit kunnen we vanuit onze dienstverlening voldoende aandacht geven als dat nodig blijkt.

Kernen

De gemeente Aalten is een overwegend landelijk gebied met een regionale centrumfunctie, woonwijken, bedrijventerreinen en ligt tegen de Duitse grens aan. De gemeente beslaat een oppervlakte van ongeveer 97 km2 en bestaat, naast de dorpen Aalten en Dinxperlo, uit een aantal andere kleine kernen, buurtschappen, de stad Bredevoort en heeft iets meer dan 27.000 burgers.

We vinden hier diverse typen woningbouw, bedrijvigheid (dienstverlening, detailhandel, horeca), openbaar groen, toegangswegen en verblijfsruimten. Nabij het bedrijventerrein Westrand bevinden zich zowel een bus- als een treinstation.

Er is sprake van enige functiemenging en van een lage bebouwingsdichtheid; het centrum van Aalten bestaat met name uit historische bebouwing. Dit laatste geldt zeker ook voor de stad Bredevoort.

Onze omgevingsanalyse leidt tot de volgende indeling voor het centrum en de kernen:

Centrum en kernen – hoge prioriteit

  • Ondermijnende activiteiten in panden

  • Evenementen

Centrum en kernen – gemiddelde prioriteit

  • Realiseren gebouw zonder of in afwijking vergunning

  • Strijdig gebruik van een pand

  • Illegale bewoning door arbeidsmigranten

  • Overlast door (groepen van) personen

  • Brandonveiligheid gebruik gebouw

  • Jeugdoverlast door drugsgebruik en drugshandel

  • Verbouw van een monumentaal pand zonder of in afwijking vergunning

  • Bedrijfsactiviteiten die niet zijn toegestaan

  • Verwaarlozing van een (leegstaand) pand

Centrum en kernen – lage(re) prioriteit

  • Strijdig gebruik van grond of perceel

  • Overlast door horeca-activiteiten

  • Strijdige alcoholverstrekking door paracommercie

  • Verwijderen van asbest zonder of in afwijking van de melding

  • Voorwerpen op of aan een openbare plaats

  • Hinderlijk of gevaarlijk parkeren

  • Dumpen van afval

  • Overlast geluid en trilling door installatie (warmte/koude)

  • Overlast, gevaar of verontreiniging door huisdieren

  • Overlast door stoken van haarden

  • Illegaal vuurwerk/carbidschieten

  • Slopen zonder of in afwijking van de melding

  • Vervoer van gevaarlijke stoffen door of binnen de gemeente

  • Omgevingsveiligheid bij bouwen en slopen

  • Illegale reclame

  • Niet toegestane woningsplitsing of kamerverhuur

  • Strijdigheid met eisen van welstand

  • Illegale kap of ontbreken herplant

  • Terrassen

  • Niet toegestane activiteiten in archeologisch waardevol gebied

  • Niet toegestane toeristische (woning)verhuur en permanente bewoning recreatieverblijf

  • Bouwwerken geen ‘gebouw’ zijnde

  • Aanleg van een werk of weg

  • Realisatie van een inrit

  • Afkoppeling hemelwaterafvoer met waterinfiltratie

  • Innemen standplaatsen

  • Naleving leeftijdsgrens alcoholverstrekking door supermarkten en slijters

Bedrijventerrein

De concentratie van bedrijven in de gemeente Aalten bevindt zich in de zuidwesthoek op bedrijventerrein ’t Broek en op de aangrenzende industrieterreinen nabij de Nijverheidsweg en de Dinxperlosestraatweg. Aan de Industriestraat, parallel aan het spoor gelegen, bevindt zich ook een aantal bedrijven. In Dinxperlo bevindt het bedrijventerrein De Rietstap zich aan de zuidwestzijde van de kern en in Bredevoort zijn aan de Misterstraat enkele bedrijven gelegen. Er is geen plaats voor zeer zware industrie.

In woongebieden bestaat de bedrijvigheid vooral uit detailhandel, horeca en dienstverlening.

Bedrijventerreinen – hoge prioriteit

  • Ondermijnende activiteiten in panden

  • Realiseren gebouw zonder of in afwijking van de melding

  • Slopen zonder of in afwijking van de melding

  • Strijdig gebruik van een pand

  • Brandonveilig gebruik gebouw

Bedrijventerreinen – gemiddelde prioriteit

  • Bedrijfsactiviteiten die niet zijn toegestaan

  • Overlast door (groepen van) personen

  • Strijdig gebruik van grond of perceel

  • Verwijderen van asbest zonder of in afwijking van de melding

  • Jeugdoverlast door drugsgebruik en drugshandel

Bedrijventerreinen – lage(re) prioriteit

  • Routering en vervoer van gevaarlijke stoffen door of binnen de gemeente

  • Dumpen van afval

  • (illegale) bewoning door arbeidsmigranten

  • Omgevingsveiligheid bij bouwen en slopen

  • Hinderlijk of gevaarlijk parkeren

  • Bouwwerken geen ‘gebouw’ zijnde

  • Strijdige bewoning van een bedrijfswoning

  • Illegaal verbranden van afvalstoffen zonder ontheffing

  • Meer gebruiksruimte in milieuzonering op bedrijventerreinen

  • Illegale kap of ontbreken herplant

  • Voorwerpen op of aan een openbare plaats

  • Verwaarlozing van een (leegstaand) pand

  • Realisatie van een inrit

  • Illegale reclame

  • Aanleg van een werk of weg

  • Afkoppeling hemelwaterafvoer, waterinfiltratie

Buitengebied

Het buitengebied heeft een oppervlakte van circa 6.800 hectare, waarvan een klein gedeelte uit water bestaat. De bebouwing bestaat voor het grootste deel uit woonfuncties en voor een kleiner deel uit panden met een woon-, agrarische- en industriefunctie.

Onze omgevingsanalyse leidt tot de volgende indeling voor het buitengebied:

  • Buitengebied – hoge prioriteit

  • Dumpen van afval

  • Ondermijnende activiteiten in een pand

  • Onvoldoende invulling van landschappelijke inpassing

  • Strijdig gebruik van een pand

  • Realiseren gebouw zonder of in afwijking van vergunning

  • Illegale kap of ontbreken herplant

  • Strijdig gebruik van grond of perceel

Buitengebied – gemiddelde prioriteit

  • Brandonveiligheid gebruik gebouw

  • (illegale) bewoning door arbeidsmigranten

  • Evenementen

  • Aantasting van agrarische natuurlandschappelijke waarde

  • Slopen zonder of in afwijking van melding

Buitengebied – lage(re) prioriteit

  • Strijdige alcoholverstrekking door paracommercie

  • Illegaal verbranden van afvalstoffen zonder ontheffing

  • Illegale reclame

  • Gebruik van (illegaal) vuurwerk

  • Overlast door stoken van haarden

  • Jeugdoverlast door drugsgebruik en drugshandel

  • Illegaal crossen door natuurgebied of weilanden

  • Omgevingsveiligheid bij bouwen en slopen

  • Toeristische (woning)verhuur/permanente bewoning recreatieverblijf

  • Verwaarlozing van een (leegstaand) pand

  • Bouwwerken geen ‘gebouw’ zijnde

  • Verbouw van een monumentaal pand zonder of in afwijking vergunning

  • Overlast door (groepen van) personen

  • Verwijderen van asbest zonder of in afwijking van de melding

  • Strijdige bewoning van een bedrijfswoning

  • Aanleg van een werk of weg

  • Carbidschieten zonder melding

  • Overlast door horeca-activiteiten

  • Niet toegestane activiteiten in archeologisch waardevol gebied

  • Niet toegestane woningsplitsing of kamerverhuur

  • Realisatie van een inrit

  • Voorwerpen op of aan een openbare plaats

  • Vervoer van gevaarlijke stoffen door of binnen de gemeente

  • Overlast geluid en trilling door installaties (warmte/koude)

  • Strijdigheid met eisen van welstand

  • Terrassen

3.3 Uitgangspunten voor de VTH-taken

Onze uitgangspunten benoemen we voor onze algemene dienstverlening aan burgers en bedrijven, en aan de hand van de activiteiten met prioriteit.

Uitgangspunten voor onze algemene dienstverlening (VTH-taken)

  • We begeleiden initiatieven vanuit een ‘ja mits’ houding met aandacht voor:

    • participatie volgens onze leidraad omgevingsdialoog;

    • de belangen van initiatiefnemers en belanghebbenden; en

    • de bijdrage van een initiatief aan onze beleidsdoelen (o.a. omgevingsvisie).

  • We vergroten de bekendheid met de regels om naleving te bevorderen;

  • We behandelen vergunningaanvragen klantgericht en binnen de wettelijke termijnen;

  • We beoordelen vergunningaanvragen en meldingen op basis van de toetsings- en beoordelingskaders die zijn vastgelegd in onze uitvoeringsstrategie;

  • We handelen meldingen van burgers en bedrijven af op basis van de volgende uitgangspunten:

    • geen behandeling bij privaatrechtelijke grondslag als we geen bevoegdheid hebben;

    • zo spoedig mogelijk behandelen met locatiebezoek bij urgente meldingen met directe risico’s met betrekking tot constructieve veiligheid, openbare orde, brandveiligheid, kap van monumentale of beschermde bomen.

    • bij niet-urgente meldingen wordt met de melder besproken wat het belang en doel van het verzoek is en op basis daarvan besloten over de behandeling.

    • meldingen die niet meer te verifiëren zijn worden in principe niet bezocht.

  • We besluiten binnen de wettelijke termijnen, met oog voor alle relevante belangen, op handhavingsverzoeken;

  • We treden handhavend op, volgens onze handhavingsstrategie, bij overtredingen waar geen concreet zicht is op legalisatie;

  • We voldoen aan de eisen van de Wet open overheid voor actieve openbaarmaking van gemeentelijke VTH-besluiten;

  • We digitaliseren diensten en werkprocessen door het optimaal inrichten van het landelijke Digitale Stelsel Omgevingswet en onze gemeentelijke VTH-applicatie.

Uitgangspunten op basis van onze prioriteiten

  • We reageren actief op meldingen van afvaldumping door het opruimen van dit afval en waar mogelijk traceren van de overtreder (degene die het afval gedumpt heeft) om de opruimkosten te verhalen (buitengebied);

  • We leveren een bijdrage aan het voorkomen en aanpakken van ondermijnende activiteiten door het bevorderen van meldingen, actief toezicht in samenwerking met onze partners en het gericht inzetten van de Bibob-toets bij vergunningaanvragen;

  • We treden op tegen illegaal afsteken van vuurwerk rondom de jaarwisseling en in periodes daarbuiten door surveillance en actief te reageren op meldingen in samenwerking met onze partners (centrum/kernen, buitengebied);

  • We laten evenementen plaatsvinden die voldoen aan de regels en bepalingen om de veiligheid te garanderen, buitensporig gedrag te voorkomen en om hinder en overlast te reduceren en we treden op tegen evenementen die zonder vereiste vergunning of melding worden gehouden (centrum/kernen, buitengebied);

  • We geven voorlichting over het correct stoken van haarden, en het zoveel mogelijk beperken van het stoken van haarden bij ongunstige weersomstandigheden, en we treden op bij sterk overlast gevende situaties (centrum/kernen);

  • We geven voorlichting over de regels voor het realiseren en aanpassen van bouwwerken en we houden toezicht op de realisatie van (ver)bouw. Hieronder valt ook het beoordelen van de meldingen en documenten voor de toetsing en het toezicht dat private kwaliteitsborgers uitvoeren onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen;

  • We gaan strijdig gebruik van panden tegen door toezicht te houden op de afgegeven omgevingsvergunningen, te reageren op meldingen en door incidenteel gebiedstoezicht (bedrijventerrein, buitengebied);

  • We zetten de beoordeling van meldingen brandveilig gebruik en het houden van toezicht op bestaande gebouwen op brandveilig gebruik voort, met name waar het naleefgedrag onvoldoende is en waar zich risico’s voordoen;

  • We geven voorlichting over regels die van toepassing zijn op slopen (inclusief asbestverwijdering) en houden toezicht op de realisatie van sloopwerkzaamheden en de afvoer van materialen, inclusief asbest (bedrijventerreinen);

  • We beoordelen het gebruik van gronden en percelen op strijdigheid met de regels tijdens onze controles en door middel van vergelijk met luchtfoto’s, en we treden op tegen excessief strijdig gebruik (buitengebied);

  • We zetten de controle op kapvergunningen en de verplichting tot herplant voort, we reageren actief op meldingen van bomenkap en we vergelijken luchtfoto’s van gebieden met waardevolle bomen om illegale kap te signaleren (buitengebied);

  • We behouden de landschappelijke waarden door duidelijke eisen te stellen aan landschappelijke inpassing bij initiatieven, en door te controleren op de realisatie van deze initiatieven (buitengebied);

  • We voorkomen het illegaal verbranden van afval(hout) door actieve bekendmaking van onze regels, door direct te reageren op meldingen van illegale afvalverbranding en door gerichte surveillance in het buitengebied (buitengebied).

3.4 Uitvoeringsprogramma

De realisatie van de doelen volgen we aan de hand van indicatoren. Op basis van deze indicatoren volgen we de realisatie in ons jaarverslag. Ons uitvoeringsprogramma bevat de geplande inzet van VTH-instrumenten. De inzet is vertaald naar in te zetten capaciteit door de medewerkers binnen onze organisatie.

In het uitvoeringsprogramma wordt een onderscheid gemaakt in:

  • Dienstverlenende taken: dit betreft onze klantgestuurde taakuitvoering die is gebaseerd op vergunningaanvragen, meldingen, controles en landelijk voorgeschreven uitvoering.

  • Risicogestuurde taken: dit betreffen prioriteiten op basis van onze omgevingsanalyse zoals uitgewerkt in voorgaande paragraaf.

  • Landelijk aangestuurde taken: dit betreft de inzet van VTH-instrumenten om uitvoering te geven aan vastgestelde landelijke prioriteiten.

3.5 Monitoring en jaarverslag

De uitvoering leidt tot resultaten. In hoeverre deze resultaten bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen, is onderwerp voor monitoring, evaluatie en verantwoording. Door het monitoren van prestaties krijgen we in toenemende mate inzicht in hoeverre we onze prioriteiten realiseren en of dit aanpassing behoeft. De resultaten van de monitoring nemen we op in ons jaarverslag. Dit wordt vastgesteld door het college en ter kennisname aan de raad voorgelegd.

4 Uitvoeringsstrategie

In hoofdstuk 2 en 3 is ons beleid vastgelegd. De wijze waarop we dagelijks werken staat in onze uitvoeringsstrategie en die is opgenomen als bijlage A. Onze uitvoeringsstrategie kent een aantal onderdelen:

  • Preventie

  • Vergunningen

  • Toezicht

  • Handhaving

Bij preventie benoemen we hoe we zoveel mogelijk trachten om naleving van regels en voorschriften te bevorderen door onder meer voorlichting en het bieden van inzicht in onze regels.

In het onderdeel vergunningen beschrijven we op welke wijze we vergunningen verlenen en meldingen beoordelen. Naast een hoofdbeschrijving van het proces, beschrijven we de toetsingsniveaus.

Net als bij de toetsing (na ontvangst van aanvragen en meldingen) onderscheiden we ook bij toezicht verschillende uitvoeringsniveaus. Deze niveaus worden vastgelegd in het onderdeel toezicht. We sanctioneren bij overtredingen op basis van de Landelijke Handhavings Strategie Omgevingsrecht. Deze strategie is op onderdelen overgenomen en waar wenselijk nader uitgewerkt. Ditzelfde geldt voor de landelijke gedoogstrategie. Dit is vastgelegd in het onderdeel handhaving.

5 Kwaliteitsborging

Vanuit landelijke eisen is er aandacht voor de organisatie en kwaliteit van gemeentelijke VTH-taken. Deze eisen komen overeen met ons uitgangspunt dat de inhoudelijke kennis en expertise op orde dient te zijn. Landelijk zijn hiervoor kwaliteitscriteria vastgesteld. Door middel van zelfevaluatie beoordelen we in welke mate onze organisatie voldoet aan de kwaliteitscriteria.

Onze kwaliteitsborging voor de VTH-taken is gevisualiseerd aan de hand van het overheidsontwikkelmodel (OOM-model), met zes organisatiegebieden en vier resultaatgebieden. Onderstaand is uitgewerkt wat we op deze gebieden concreet doen.

afbeelding binnen de regeling

Beleid & strategie

  • We benoemen de risico’s, prioriteiten en doelen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving in dit beleidsplan en in ons jaarlijks uitvoeringsprogramma.

Management

  • We werken samen met partners om gezamenlijk de benodigde capaciteit, deskundigheid en continuïteit van de taakuitvoering te garanderen;

  • We communiceren de doelen uit het beleid en de strategie richting onze medewerkers en zorgen dat deze onderdeel worden van het werkproces;

  • We stemmen prioriteiten en werkwijzen van vergunningverlening enerzijds en inspectie en toezicht anderzijds af, zodat aandacht bij dezelfde aspecten ligt; en

  • We verantwoorden op de realisatie van de doelstellingen uit het beleid en de strategie in ons jaarverslag.

Medewerkers

  • We borgen de continuïteit en deskundigheid voor de uitvoering van taken, waarbij de deskundigheidseisen uit de landelijke kwaliteitscriteria een basis vormen;

  • We scheiden de functies van vergunningverlener en toezichthouder;

  • We rouleren medewerkers die gedurende lange tijd verbonden zijn aan bepaalde aanvragers, ontwikkelaars, bedrijven of gebieden/wijken;

  • We houden de functiebeschrijvingen waarin functie-eisen zijn opgenomen bij;

  • We voeren periodiek functionerings- en beoordelingsgesprekken op basis van vaste bespreekpunten, rekening houdend met landelijke kwalificaties; en

  • We volgen scholing in relatie tot competenties, inhoudelijke opgaven/thema’s en opleidingsnormen.

Financiën (middelen)

  • We vertalen beleid en strategie in een jaarlijks uitvoeringsprogramma met een concrete uitwerking van in te zetten VTH-instrumenten en capaciteit; en

  • We borgen benodigde middelen in de begroting voor o.a. scholing, ICT, materiaal en materieel.

Informatie

  • We registreren zaak- en procesgegevens in één registratiesysteem, gebaseerd op de werkprocessen die we hebben afgesproken;

  • We registreren gegevens van objecten in een registratiesysteem met gebruik van authentieke gegevens uit basisregistraties; en

  • We wisselen relevante gegevens tussen zaak- en procesregistratie, documentenregistratie en objectregistratie uit.

Processen

  • We houden procesbeschrijvingen, protocollen en werkinstructies bij die zijn gebaseerd op ons operationeel beleid. Ter voorbereiding op de komst van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zijn onze processen herzien;

  • We gebruiken standaard sjablonen die juridisch en communicatief zijn getoetst;

  • We hebben een bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregeling buiten kantoortijden; en

  • We hanteren het vier ogen principe: een collega toetst niet gestandaardiseerde besluiten.

Waardering en eindresultaten

We verkrijgen voor de VTH-taken op onderstaande wijze inzicht in de vier resultaatgebieden in de afbeelding van het OOM-model (waardering en eindresultaten):

  • We rapporteren jaarlijks in ons jaarverslag VTH over realisatie van doelen en realisatie van geplande prestaties via de gemeente brede Planning & Control cyclus;

  • We beoordelen periodiek of het werkproces en inhoudelijke beoordelingen plaatsvinden volgens afspraken, door overleg tussen betrokken medewerkers over de opvolging van afspraken en werkinstructies en het uitdiepen van inhoudelijke onderwerpen of casussen;

  • We bekijken bij bezwaar- en beroepsprocedures, waarbij vakinhoudelijke en procedureel/juridische aspecten worden getoetst, of verbeterpunten kunnen worden benoemd;

  • Bij het doorlopen van klachtenprocedures bekijkt de klachtencoördinator of verbeterpunten voor de organisatie worden aangereikt;

  • We hebben jaarlijks controle op rechtmatigheid door de accountant;

  • We worden horizontaal getoetst door de raad;

  • We worden beoordeeld door de interbestuurlijk toezichthouder (provincie) op wettelijke vereisten ten aanzien van beleid, organisatie en uitvoering van VTH-taken.

Ondertekening

Aldus besloten in vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten, gehouden op 1 oktober 2024

De secretaris,

drs. A.J.M. Gildhuis,

De burgemeester,

mr. A.B. Stapelkamp