SUBSIDIEREGELING KLIMAAT ADAPTATIE MAATREGELEN GEMEENTE WESTERVELD

Geldend van 07-11-2024 t/m heden

Intitulé

SUBSIDIEREGELING KLIMAAT ADAPTATIE MAATREGELEN GEMEENTE WESTERVELD

Intituelé

Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen Gemeente Westerveld 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld;

Gelet op:

Titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht; en

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018

overwegende:

• dat het college bevoegd is voor bepaalde vormen van subsidie nadere regels te stellen dan wel specifieke nadere regelingen vast te stellen;

• dat het gewenst is klimaatadaptatie maatregelen te stimuleren;

BESLUITEN:

Vast te stellen de

Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen gemeente Westerveld 2024:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Aanvraag:

Een aanvraag om subsidie zoals bedoeld in deze regeling die de aanvrager indient;

b. Aanvrager:

- Een natuurlijk persoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter is van het pand en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

- Een rechtspersoon voor zover die krachtens het eigendomsrecht eigenaar is van het pand, dan wel huurder of pachter en met instemming van de eigenaar een aanvraag indient;

c. Afkoppelen:

Hemelwater aangesloten op het gemengd rioolstelsel via fysieke ingrepen loskoppelen en ter plaatse vasthouden of infiltreren en wanneer dat niet mogelijk is via oppervlaktewater of het hemelwaterriool verwerken;

d. d. Asv:

Algemene subsidieverordening gemeente Westerveld 2018:

e. Awb:

Algemene wet bestuursrecht;

f. BAG:

Basisregistraties Adressen en Gebouwen;

g. Bestaand pand:

Een pand dat is opgericht en opgeleverd;

h. Collectieve aanvraag:

- Een gezamenlijke aanvraag die wordt gedaan door minimaal drie verschillende natuurlijke personen en/of rechtspersonen van verschillende panden; of

- De aanvraag die wordt gedaan door een school, stichting, vereniging of coöperatie (één rechtspersoon) en voorzien van een schriftelijke verklaring van actief betrokken leerlingen, ouders, leden of vrijwilligers.

i. College:

College van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld;

j. Gemengde riolering:

Riolering in de openbare ruimte voor de gecombineerde inzameling en afvoer van afvalwater en hemelwater naar de rioolwaterzuivering;

k. Groen dak:

Dak met een laag vegetatie als onderdeel van de dakconstructie, hoofdzakelijk bestaand uit levende planten (vegetatiedak), zeer traag groeiend en sterk ‘zelfvoorzienend’;

l. Groengevels:

Een begroeide gevel voorzien van klimplanten (grondgebonden systeem) of cassettes die in rijen aan de gevel worden vastgemaakt met een kunstmatige bodem voor planten (modulair systeem);

m. Hemelwater:

Regenwater, ijzel, sneeuw en hagel;

n. Hemelwater riolering:

Riolering in de openbare ruimte alleen bestemd voor de inzameling en afvoer van hemelwater, doorgaans naar oppervlaktewater;

o. Infiltratie:

Het op eigen terrein hemelwater infiltreren van een afgekoppeld dakoppervlak of bestrating in de bodem door via het maaiveld (bodempassage) of door middel van een (boven- of ondergrondse)voorziening;

p. Natuurlijk persoon:

Een mens (individu) die in het recht als rechtssubject is erkend en daarmee drager is van wettelijke rechten en plichten;

q. Nuttig gebruik hemelwater:

Buffering en filtering van neerslag ten behoeve van (laagwaardig) gebruik ter vervanging van drinkwater, maar niet voor consumptiedoeleinden;

r. Oppervlaktewater:

Openbaar water, bijvoorbeeld een vijver of sloot, waarop hemelwater geloosd kan worden;

s. Rechtspersoon:

Een NV, BV, VoF, vereniging, stichting, coöperatie of school;

t. Pand:

Woning inclusief aanbouw(en), uitbouw(en) en bijgebouw(en), bedrijfspand, kantoorgebouw of school, alle met bijbehorend erf, tuin, terrein en ondergrond en opgenomen in de BAG en legaal gebouwd;

u. Vergroenen:

Verharding, in de vorm van asfalt, beton, steen of ander slecht waterdoorlatend materiaal, in een tuin of op een terrein vervangen door beplanting als gras, planten, struiken of bomen; ook wel ontstenen genoemd;

v. Verhard oppervlak:

Het oppervlak van daken, wegen, verharde terreinen, waarvan hemelwater tot afstroming komt naar een riool;

w. Voorziening:

Maatregel, product of activiteit gericht op het beperken van de gevolgen van een veranderend klimaat, te weten: het plaatsen van een regenton, -zuil of -schutting, het planten van bomen, het afkoppelen van verhard oppervlak, vergroenen, het aanleggen van een groen dak/gevel en het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater;

Artikel 1.2 Doel subsidie

Deze regeling heeft als doel inwoners, bedrijven en andere organisaties in de gemeente Steenwijkerland te stimuleren om zelf klimaatadaptatie maatregelen te treffen op/bij het pand. Het gaat om lokale maatregelen op privaat terrein waarmee effecten van de klimaatverandering worden beperkt, zoals wateroverlast, droogte en hitte. De maatregelen leiden tot een afname van de risico’s op (economische) schade of ongemak.

Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan een aanvrager voor de volgende categorieën voorzieningen a t/m f subsidie verstrekken onder de in deze regeling opgenomen voorwaarden:

a. het planten van bomen;

b. ontstenen en vergroenen;

c. het afkoppelen van verhard oppervlak eventueel in combinatie met infiltratievoorzieningen;

d. het aanleggen van een groen dak en groengevels

e. voorzieningen voor regenwateropslag;

f. gebruik van hemelwater in panden.

Artikel 1.4 Subsidieplafond en verdeelregels

1. Het college stelt jaarlijks voor het daaropvolgende kalenderjaar een subsidieplafond, als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb vast en neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

2. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst tot het vastgestelde subsidieplafond is bereikt. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is.

3. Voor zover door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de subsidie geheel geweigerd.

Artikel 1.5 Algemene voorwaarden en verplichtingen

1. Het college kan aan de aanvrager een subsidie verlenen onder de volgende algemene voorwaarden en verplichtingen:

a. met het treffen van de voorzieningen wordt het beleidsdoel zoals genoemd in artikel 1.2 in voldoende mate gediend;

b. de aanvraag betreft een bestaand pand;

c. de aanvraag is ingediend binnen zes maanden na aankoop én realisatie van de voorzieningen waar de aanvraag betrekking op heeft;

d. de aanvraag is ingediend op een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier. De aanvraag is volledig ingevuld en voorzien van alle informatie en bijlagen die op het aanvraagformulier verplicht zijn gesteld en in artikel 1.6 staan opgenomen;

e. per categorie voorzieningen zoals genoemd in artikel 1.3 kan er één aanvraag per pand worden ingediend;

f. ontwerp, aanleg en/of installatie zijn deugdelijk uitgevoerd;

g. de voorziening voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (waaronder het welstandsbeleid en de bouwverordening) en is voorzien van de benodigde vergunningen (omgevingsvergunning, monumentenvergunning, etc.);

h. de aanvrager dient de voorzieningen blijvend in stand te houden en deugdelijk te onderhouden;

i. herstel, reparatie of uitbreiding van een bestaande voorziening is uitgesloten van subsidie, en;

j. de aanvrager is verplicht medewerking te verlenen aan een eventuele controle ter plaatse.

2. Naast deze algemene voorwaarden en verplichtingen die voor iedere voorziening gelden, gelden er per voorziening ook nog specifieke voorwaarden en verplichtingen. Die zijn hieronder in hoofdstuk 2 t/m 7 per voorziening opgenomen.

Artikel 1.6 Aanvraag

1. Na aankoop en realisatie van de voorziening(en), kan de aanvrager een aanvraag om subsidie indienen door het insturen van:

a. een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;

b. bij aankopen tot € 250,- een aankoopbewijs met aankoopdatum van de voorzieningen waarvoor een aanvraag wordt ingediend;

c. bij aankopen van € 250,- of meer een factuur met technische specificaties en aankoopdatum en/of uitvoeringsdatum;

d. een foto van de bestaande situatie zonder voorziening en de nieuwe situatie met voorziening, waarbij het pand op de foto duidelijk zichtbaar is;

e. als deze is vereist: een omgevingsvergunning of de monumentenvergunning;

f. schriftelijke toestemming van de eigenaar (als de aanvrager een huurder of pachter is);

2. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van de beslissing op de aanvraag noodzakelijk respectievelijk voldoende zijn.

Artikel 1.7 Beslissing op aanvraag

1. Het college neemt binnen acht weken na de ontvangst van de volledige aanvraag een beslissing.

2. Het college kan deze termijn eenmalig met vier weken verlengen.

3. Als het college de subsidie verleent, wordt deze gelijktijdig vastgesteld.

4. Het college stelt de subsidie vast met inachtneming van de maximale subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 2.2, 3.2, 4.2, 5.2, 6.2 en 7.3.

5. De betaling van de subsidie vindt plaats binnen acht weken na de subsidievaststelling.

6. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (subsidie van rechtswege) is niet van toepassing.

Hoofdstuk 2 Planten van bomen

Artikel 2.1 Subsidievoorwaarden

1. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel a, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarde:

a. de aanplant van bomen is subsidiabel voor maximaal twee bomen per pand.

b. de te planten boomsoort is opgenomen in de bomenlijst, behorende bij deze regeling. De bomenlijst bevat inheemse loofbomen en enkele fruitbomen.

c. de geplante boom heeft een plantmaat van minimaal 12 – 14 centimeter (stamomtrek gemeten op 1 meter hoogte). Voor fruitbomen geldt een minimum plantmaat van 10 – 12 centimeter.

2. Er wordt geen subsidie verstrekt voor:

• lei- en of vormbomen;

• bomen die in het kader van een herplantverplichting moeten worden geplant.

Artikel 2.2 Hoogte subsidie

De subsidie voor het plaatsen van bomen bedraagt € 35 per boom.

Hoofdstuk 3 Ontstenen en vergroenen

Artikel 3.1 Subsidievoorwaarden

De voorzieningen die aangelegd worden betreffen een groenere tuin of terrein waarbij verharding wordt vervangen voor groen (heesters, hagen, vaste planten, bomen, gras, klimop etc.). Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel b, gelden er geen aanvullende voorwaarden dan de voorwaarden benoemd in artikel 1.5.

Artikel 3.2 Hoogte subsidie

1. De subsidie voor het vergroenen ofwel ontstenen bedraagt € 4,- per m2;

2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 500 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 4 Afkoppelen van verhard oppervlak

Artikel 4.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel c, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

a. er wordt minimaal 20 mm (=20 liter per afgekoppelde m2) berging op eigen terrein gerealiseerd;

b. bij infiltratie moet de bodem daarvoor geschikt zijn, en;

c. de infiltratie van het afgekoppelde hemelwater op eigen terrein of de afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater is in de specifieke situatie naar het oordeel van het college haalbaar en kan op generlei wijze overlast veroorzaken.

Artikel 4.2 Hoogte subsidie

3 De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak zonder specifieke voorzieningen bedraagt per pand € 40,-;

4 De subsidie voor het afkoppelen van verhard oppervlak met specifieke voorzieningen bedraagt voor:

a. het plaatsen van infiltratiekratten € 50 per 100 liter opslagcapaciteit, en;

b. het aanleggen van een infiltratieveld € 100 per m3 verwijderde grond ten behoeve van berging middels maaiveldverlaging.

Per pand wordt niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 1.000 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 5 Aanleg van een groen dak en groengevel

Artikel 5.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel d, gelden in aanvulling op artikel 1.5. de volgende specifieke voorwaarden:

a. bij het aanleggen van een groengevel gaat het hier om de aanleg van een gevel met kunstmatige bodem (modulair systeem) in of op de gevel.

Artikel 5.2 Hoogte subsidie

1. De subsidie voor het aanleggen van een groen dak/gevel bedraagt

• € 20,- per m2 aangelegd dak met een laagdikte van 8-20 centimeter;

• € 30,- per m2 aangelegd dak met een laagdikte van meer dan 20 centimeter

• € 30,- per m2 aangelegde gevel met een kunstmatige bodem

2. Per pand worden niet meer dan de werkelijke kosten met een maximum van € 2.500 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 6 Voorzieningen voor regenwateropslag

Artikel 6.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel e, gelden in aanvulling op artikel 1.5 de volgende specifieke voorwaarden:

a. de regenwateropslag heeft een minimale capaciteit van 100 liter;

b. per pand wordt subsidie verstrekt voor maximaal twee van de onder a. geformuleerde voorzieningen.

Artikel 6.2 Hoogte subsidie

1. De subsidie voor het plaatsen van een regenton of regenschuttingsegment kleiner dan 300 liter bedraagt € 20 per regenton/segment.

2. De subsidie voor het plaatsen van een regenton, regenzuil of regenschutting van 300 liter of meer bedraagt € 30 per ton/zuil/segment.

Hoofdstuk 7 Gebruik van hemelwater in panden

Artikel 7.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, onderdeel f, gelden de volgende voorwaarden:

a. de installatie (hemelwaterbuffer voorzien van filters, pomp en waterverdeling) moet zo zijn aangesloten en uitgevoerd dat deze alleen wordt ingezet voor het doel watervoeding van toilet, wasmachine, het leveren van was- en proceswater en vergelijkbare toepassingen in de woning/bedrijf of als tuindruppelinstallatie;

b. in verband met gezondheidsrisico’s mag het gebufferd hemelwater alleen worden ingezet voor bovengenoemde doelen. Het water mag niet worden versproeid of verneveld of voor consumptiedoeleinden worden gebruikt;

c. de voorziening moet voldoende bereikbaar zijn voor onderhoud en inspectie;

d. er wordt minimaal 1000 liter hemelwater gebufferd ter vervanging van het gebruik van leidingwater.

Artikel 7.2 Subsidiabele kosten

1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend de eenmalige investeringskosten verbonden aan de uitvoering, waaronder in ieder geval de loonkosten, materiaalkosten en omzetbelasting zijn inbegrepen.

2. Niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend in ieder geval:

• de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

• de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen.

Artikel 7.3 Hoogte subsidie

De subsidie voor het realiseren en in werking hebben van een voorziening voor nuttig gebruik van hemelwater bedraagt 20% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 500,- per pand.

Hoofdstuk 8 Collectieve aanvragen

Artikel 8.1 Subsidievoorwaarden

Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3 die collectief kan worden verleend, gelden de volgende voorwaarden:

a. de aanvraag heeft betrekking op een subsidiabele activiteit als bedoeld in artikel 1.3.

b. De aanvraag wordt gezamenlijk gedaan door minimaal drie verschillende natuurlijke personen en/of rechtspersonen van verschillende panden; of

c. De aanvraag wordt gedaan door een school, stichting, vereniging of coöperatie (één rechtspersoon) en voorzien van een schriftelijke verklaring (ondertekend door opdrachtgever) met daarin de plannen en het doel van de aanvraag.

Artikel 8.2 Subsidiabele kosten

1. Tot de subsidiabele kosten worden gerekend overeenkomstige artikel 2 t/m 7.

2. Niet tot de subsidiabele kosten worden gerekend in ieder geval:

• de administratieve kosten voor de subsidieaanvraag;

• de kosten die verband houden met de aanvraag van de benodigde vergunningen.

Artikel 8.3 Hoogte subsidie

De subsidie zoals aangegeven in artikel 2 t/m 8 met daarbij een verhoging van 25%. Per collectieve aanvraag wordt een maximum van € 10.000 subsidie toegekend.

Hoofdstuk 9 Weigerings- intrekkings- en terugvorderingsgronden algemeen

Artikel 9.1 Subsidie weigeren, intrekken en/of terugvorderen

1. De subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien:

a. er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:35 van de Awb of in artikel 3.2 , a t/m d en f van de Asv;

b. het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd het subsidieplafond overschrijdt;

c. de aanvraag niet voldoet aan het doel van de regeling, zoals genoemd in artikel 1.2;

d. de aanvraag niet past binnen de subsidiabele activiteiten zoals genoemd in artikel 1.3;

e. er niet wordt voldaan aan de vereisten zoals genoemd in de artikelen: 1.5, 1.6, 2.1, 4.1, 5.1, 6.1 of 7.1;

f. er voor dezelfde subsidiabele activiteit voor het gehele aangevraagde bedrag vanuit een andere regeling of voorziening (ook van andere overheidsinstellingen) al een subsidie of budget in welke vorm dan ook aan de aanvrager beschikbaar is gesteld en toekenning van de aanvraag tot een dubbeling zou leiden. Er kan voor eenzelfde activiteit geen dubbele subsidie worden aangevraagd.

2. De subsidie wordt in ieder geval ingetrokken, indien:

a. er sprake is van een situatie beschreven in artikel 4:49 van de Awb

b. achteraf komt vast te staan dat zich een weigeringsgrond als omschreven in het eerste lid heeft voorgedaan.

3. De subsidie wordt teruggevorderd indien de subsidie is ingetrokken.

Hoofdstuk 10 Slotbepalingen

Artikel 10.1 Onvoorziene gevallen en hardheidsclausule

1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

2. Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze regeling indien onverkorte toepassing zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 10.2 Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze regeling treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

2. Deze regeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling klimaat adaptatie maatregelen gemeente Westerveld 2024’.

Ondertekening

aldus besloten en vastgesteld in de vergadering van 19 maart 2024,

Burgemeester en wethouders van Westerveld,

de secretaris, de burgemeester,

Debbie Bruijn Rikus Jager